Recht en bestuur - Thema
- 13040 keer gelezen
Nederland wordt, doordat de Nederlandse fiscale regels rond grensoverschrijdend investeren hebben geleid tot een sterk in omvang groeiende brievenbussector, ook wel een belastingparadijs genoemd. Het nieuwe kabinet wil wat aan het gebruik van brievenbusmaatschappijen gaan doen door bronheffing op rente en royalty's te introduceren, de dividendbelasting per 2020 af te schaffen en bronheffing op dividenden in misbruiksituaties en naar low tax juridictions aan te kondigen. Bronheffingen zijn heffingen aan de bron van de inkomstenstroom.
Nederland heeft een open, op internationale handel gerichte, economie en het fiscale beleid is daarom gericht op het wegnemen van fiscale barières voor internationaal zakendoen. Binnen de vennootschapsbelasting is deelnemersvrijstelling van belang om dubbele belasting over bedrijfswinsten te voorkomen. Buiten de vennootschapsbelasting zijn het uitgebreide verdragennetwerk en de afwezigheid van bronheffingen op rente en royalty's. Ook de mogelijkheid om afspraken te kunnen maken met de belastingdienst is belangrijk in het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat.
Vanaf 1970 hebben bovenstaande feiten veel doorstroomactiviteit naar Nederland getrokken. Geldstromen zoals dividend, rente en royalty's afkomstig uit een land dat bronheffingen kent worden omgeleid via een Nederlandse brievenbusmaatschappij, die vervolgens een beroep doet op de relatief gunstige Nederlandse belastingverdragen. Op deze manier wordt de buitenlandse bronbeslasting op inkomende geldstromen gereduceerd. De Nederlandse positie in de brievenbussector is geleidelijk ontstaan.
De vraag of Nederland een belastingparadijs moet worden genoemd is een semantische maar ook gevoelige vraag. Recent werd de motie van Leijten/Snels verworpen om Nederland te erkennen als belastingparadijs. Veel fiscalisten en beleidsmakers beantwoorden de vraag of Nederland een belastingparadijs is negatief. Zij hanteren de technische definitie van het begrip belastingparadijs. Op grond van deze definitie is er alleen sprake van een belastingparadijs als een land geen winstbelasting heeft en niet bereid is tot uitwisseling van informatie. Nederland heft echter 25% vennootschapsbelasting en is bereid om op grond van verdragen informatie uit te wisselen.
Nederland kent momenteel een dividendbelasting van 15%, welke wordt geheven over uitkeringen van dividend door entiteiten. De betalende entiteit is inhoudingsplichtig en de ontvangende partij is belastingplichtig. De belastingdruk bij de binnenlandse ontvanger van dividend wordt bepaald door inkomsten- of vennootschapsbelasting, de dividendbelasting is slechts een voorheffing. Dat is anders in grensoverschrijdende situaties. Wanneer de ontvanger van dividend niet onderworpen is aan inkomsten- of vennotschapsbelasting, fungeert de dividendbelasting als eindheffing.
Het onderscheid tussen deze twee situaties is van belang om de budgettaire consequenties van de afschaffing van dividendbelasting te kunnen begrijpen. In binnenlandse verhoudingen zijn er geen budgettaire consequenties voor de staat, in grensoverschrijdende verhoudingen wel. De kosten worden geraamd op 1,4 miljard euro per jaar.
Het kabinet motiveert de afschaffing van dividendbelasting door erop te wijzen dat bedrijven hierdoor gemakkelijker eigen kapitaal uit het buitenland kunnen aantrekken en minder kwetsbaar worden voor vijandige overnames. Het argument van eigen kapitaal aantrekken gaat niet op ten aanzien van Nederlandse dochterondernemingen, deze zijn onder bepaalde voorwaarden al vrijgesteld van Nederlandse dividendbelastingen door artikel 5 van de moeder-dochterrichtlijn. Met ingang van 2018 is deze inhoudingsvrijstelling uitgebreid op grond van de Wet inhoudingsplicht houdstercoöperaties en uitbreiding inhoudingsvrijstelling. Deze inhoudingsvrijstelling geldt thans onder voorwaarden voor dividenduitkeringen door een Nederlandse dochtermaatschappij aan een buitenlandse moedermaatschappij die is gevestigd in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten mits dat verdrag een dividendbepaling bevat.
Voor Nederlandse beursfondsen met overwegend buitenlandse aandeelhouders heeft de afschaffing van dividendbelasting een belang. Maar ook voor beursfondsen is het de vraag wie van de afschaffing profiteert: de buitenlandse aandeelhouders en dus indirect de beursfondsen zelf of de landen waarvan deze buitenlandse aandeelhouders inwoner zijn?
In veel landen kunnen aandeelhouders die daar belastingplichtig zijn voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting de door Nederland ingehouden bronheffing verrekenen. De Nederlandse dividendbelasting is in dat geval een heffing ten laste van een buitenlandse schatkist, de investeerder heeft er geen last van. Dat wordt anders als verrekening onvolledig of niet mogelijk is.
De voorgestelde afschaffing brengt mee dat Nederland in de markt voor multinationale tax planning een resterende handicap kwijtraakt. De dividendbelasting moet vervangen worden door een heffing die slechts van toepassing zal zijn op low tax jurisdictions en misbruiksituaties. Het effect van deze heffing zou afhankelijk zijn van de nadere vormgeving.
Nederland heeft traditioneel gezien nooit bronheffingen gekend. In het buitenland wordt meer waarde gehecht aan bronheffingen dan in Nederland, omdat die heffingen een land in staat stellen over uitgaande inkomensstromen belasting te heffen ten laste van buitenlandse schatkisten en/of niet-ingezeten investeerders. Om aantrekkelijk te blijven voor ondernemingen om zich te vestigen en om Nederlandse bedrijven de mogelijkheid te blijven bieden om handel te drijven over de hele wereld zijn er volgens het nieuwe kabinet maatregelen nodig. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bedrijven die echt een toegevoegde waarde hebben en bedrijven die Nederland alleen als postbus gebruiken. Die laatste groep is niet langer gewenst, het Nederlandse kabinet wil de belastingparadijzen internationaal aanpakken.
Het voorstel voor bronheffingen op interest en royalty's moet op twee punten nadere invulling krijgen. Ten eerste is het nog niet duidelijk of alle entiteiten zulke betalingen moeten doen of slechts de brievenbusmaatschappijen in de heffing worden betrokken. Daarnaast is het ook niet duidleijk wat er bedoeld wordt met low tax jurisdictions: jurisdicties met een laag belastingtarief en/of jurisdicties op een zwarte lijst. Het nieuwe kabinet is een voorstander van een zwarte lijst.
Het lijkt echter eenvoudig om de bronbelasting te vermijden. Dit kan door een vennootschap tussen te schakelen in een andere lidstaat van de EU die geen bronheffing op uitgaande rente of royalty's kent. Vanuit de Nederlandse vennootschap kan dan een betaling worden gedaan aan een verbonden entiteit in een andere lidstaat, waarop de rente- en royaltyrichtlijn van toepassing is. Nederland kan dan geen bronheffing toepassen.
Een van de auteurs van dit artikel heeft begin 2017 een onderzoek gedaan naar de bestrijding van belastingontwijking in Nederland. Dit onderzoek is verricht op basis van 250 documenten (voor een belangrijk deel bestaande uit interne stukken van het ministerie van Financiën, openbaar geworden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur 1992). De documenten hebben betrekking op de periode januari 2009 tot mei 2015.
Tijdens het voorzitterschap van Nederland van de Raad van de Europese Unie in het eerste half jaar van 2016 wilde het kabinet zich profileren als voortrekker in de strijd tegen belastingontwijking. In het najaar van 2016 wilde het kabinet het voorstel om een bepaling in de Anti-ontgaansrichtlijn op te nemen om een einde te maken aan een tax planningsmogelijkheid uitstellen tot 1 januari 2024. Het gaat hier om een CV-BV structuur die onder andere wordt gebruikt door Starbucks (zie uitleg in artikel). In deze structuur is er sprake van dubbele niet-heffing over de royalty's ten gevolge van een verschil in kwalificatie van de CV door Nederland en de VS.
Het lijkt er momenteel nog niet op dat Nederland voorop wil lopen in de bestrijding van belastingontwijking. Dit wordt misschien met het aantreden van het nieuwe kabinet anders. Zodra maatregelen tegen belastingontwijking dreigen het vestigingsklimaat van Nederland te verslechteren, pleegt Nederland te kiezen voor het vestigingsklimaat. Volgens diplomatieke bronnen in Brussel zou Nederland ook als het nieuwe kabinet er is maatregelen tegen belastingontwijking proberen te dwarsbomen.
In de publieke opinie wordt Nederland als belastingparadijs gezien, waar de auteurs begrip voor hebben. Nederland is wereldwijd marktleider op het gebied van belastingontwijking door middel van brievenbusmaatschappijen. Het voornemen om dividendbelasting af te schaffen kan ervoor zorgen dat het alleen maar aantrekkelijker wordt om dergelijke structuren te gebruiken. Volgens de auteurs zou het kabinet hier beter vanaf kunnen zien. De invoering van bronheffing op rente en royalty's die worden betaald aan low tax jurisdictions is volgens de auteurs een stap in de goede richting. Wil deze heffing effectief zijn dan moeten de rente- en royaltyrichtlijnen en de belastingverdragen aangepast worden, waarvoor Nederland zich moet gaan inzetten om internationaal consensus te bereiken over maatregelen tegen belastingontwijking.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1335 | 1 |
Add new contribution