Boeksamenvatting Critical Thinking van Moore, Parker - 12e druk
- 1224 keer gelezen
Inductieve denkfouten zijn bedoeld om de waarschijnlijkheid van hun conclusies te ondersteunen, maar zijn in werkelijkheid te zwak om dit te kunnen doen. In hoofdstuk 11 zal verdere informatie worden gegeven over inductief redeneren. Deze informatie is echter niet noodzakelijk om dit hoofdstuk te kunnen begrijpen. Dit hoofdstuk wordt besteed aan inductieve denkfouten.
Twee denkfouten komen vaak voor bij inductieve generalisaties: (1) te snel generaliseren (‘hasty generalizing’) en (2) foutief generaliseren (‘biased generalizing’). Hieronder wordt een overzicht gegeven van de denkfouten die gemaakt worden bij inductieve generalisaties:
Generalizing from exceptional cases betekent dat er een bewering wordt gemaakt op basis van een zeldzame of gebiaste steekproef. Dit laatste wordt ook wel de ‘fallacy of biased sample’ genoemd. Een andere vorm van generalizing from exceptional cases is ‘self-selection fallacy’. Dit is het overschatten van de juistheid van een conclusie, die is afgeleid van een relatief groot, maar zelf geselecteerde steekproef. Een voorbeeld is een online poll – mensen vergeten vaak dat maar een hele specifieke groep überhaupt de poll zal vinden.
De denkfout van ‘ongeluk’ is het omgekeerde van de generalisering van bijzondere gevallen. Het komt voor wanneer een spreker of schrijver aanneemt dat een algemene stelling automatisch ook geldt voor een specifieke casus die exceptioneel is.
De denkfout ‘zwakke analogie’ (ook wel valse analogie genoemd) is een zwak argument dat is gebaseerd op onbelangrijke overeenkomsten tussen twee of meer dingen. Vaak is deze overeenkomst compleet uit context gehaald om de analogie te kunnen maken. Voorbeeld; ‘Als je iemand ombrengt met een mes is het moord, dus als een chirurg iemand ombrengt op de operatie tafel is het ook moord.’
Een veel voorkomende denkfout is de ‘mistaken appeal to authority’. Bij deze denkfout probeert een schrijver of spreker de inhoud van een bewering te ondersteunen door als bewijs de mening van iemand te geven die absoluut geen autoriteit op dat gebied heeft. Voorbeeld; ‘Mijn vader zegt dat de president liegt over de test, daarom moet het wel dat hij inderdaad niet de waarheid vertelt.’
Mistaken appeal to popularity (soms ‘fallacious appeal to common belief’ genoemd): Deze denkfout komt voor wanneer een schrijver of spreker een bewering maakt en de nadruk erop legt dat ‘iedereen het weet’ of dat het ‘algemene kennis’ is. Vaak is dit niet het geval, en claimen dat iedereen iets weet maakt je bewering niet meteen correct of waar.
Mistaken appeal to common practice: deze denkfout komt voor wanneer een schrijver of spreker als argument gebruikt dat iets vaker voorkomt, of dat het traditie is. Als dit ook echt een juist argument zou zijn, dat zouden slavernij en mensen stenigen ook gerechtvaardigd zijn omdat mensen dat toen al jaren deden. Ik denk dat je wel kan inzien waarom dit een denkfout is.
Bandwagon fallacy: hierbij gebruikt een schrijver of spreker de zin ‘iedereen denkt’ (en andere zinnen die hierop lijken). Meer hierover is te vinden terug in hoofdstuk 1.
De volgende twee denkfouten hebben gemeen dat zij een onterechte oorzaak-gevolg-relatie maken tussen twee variabelen.
Post Hoc, Ergo Propter Hoc: dit betekent letterlijk: ‘na dit, daarom wegens dit’. Dat klinkt nog steeds heel ingewikkeld, maar het komt er simpelweg op neer dat een schrijver of spreker er foutief van uit gaat dat wanneer een gebeurtenis na een andere gebeurtenis plaatsvindt, dat deze gebeurtenis dan door de andere wordt veroorzaakt. Deze denkfout wordt vaak verkort tot ‘post hoc’.
Er bestaan hierbij verschillende varianten voor ‘post hoc’:
Cum Hoc, Ergo Propter Hoc: dit betekent letterlijk ‘met dit, daarom wegens dit’. Een spreker of schrijver maakt deze fout wanneer hij of zij aanneemt dat het feit dat twee gebeurtenissen op hetzelfde moment plaatsvinden één van deze gebeurtenissen de andere gebeurtenis heeft veroorzaakt.
Ook hierbij bestaan verschillende varianten:
De slippery slope denkfout is een argument dat gebaseerd is op een niet-ondersteunde waarschuwing die controversieel is. Hierbij wordt gesuggereerd dat er een extreme onwenselijke uitkomst zal zijn, als men nu een (1) bepaalde stap begaat. Voorbeeld; ‘Nee, we moeten de alcohol grens niet omlaag gooien, want dat is die morgen terug naar 16, volgend jaar naar 11 en over vijf jaar drinken baby’s al bier in de wieg!’
Wanneer iemand een verklaring geeft die niet getest kan worden, dan is er sprake van een niet-testbare verklaring redeneerfout (untestable explanation). Aangezien deze nuttelose, vage, niet testbare bewering uiteindelijk geen bewijs voor iets lever, kan men ze ook niet zijn als argumenten.
Wat is de overeenkomst en het verschil tussen generalisaties en analogieën?
Wat zijn inductieve denkfouten?
Welke twee denkfouten komen vaak voor bij inductieve generalisaties?
Wat houdt de denkfout ‘zwakke analogie’ in?
Noem twee bekende denkfouten waarbij een foutieve oorzaak-gevolg-relatie wordt getrokken.
Bij beide vormen kunnen we een conclusie trekken over een bepaalde groep.
Echter, bij een analogie gebeurt dit doormiddel van vergelijking van de groep met een andere groep. Bijvoorbeeld: als groep A en groep B in dit stadium op elkaar lijken, dan zullen groep A en groep B in het volgende stadium ook op elkaar lijken
Bij generalisatie trek je een conclusie over een groep door middel van het kijken naar een sample. Als een sample uit die groep in grote mate deze trekken vertoont zal de groep hoogstwaarschijnlijk ook wel deze trekken vertonen.
Inductieve denkfouten zijn bedoeld om de waarschijnlijkheid van hun conclusies te ondersteunen, maar zijn in werkelijkheid te zwak om dit te kunnen doen.
Twee denkfouten die vaak voorkomen bij inductieve generalisaties zijn: (1) te snel generaliseren (‘hasty generalizing’) en (2) foutief generaliseren (‘biased generalizing’)
De denkfout ‘zwakke analogie’ (ook wel valse analogie genoemd) is een zwak argument dat is gebaseerd op onbelangrijke overeenkomsten tussen twee of meer dingen.
Twee bekende denkfouten zijn ‘post hoc, ergo propter hoc’ en ‘cum hoc, ergo propter hoc’.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Samenvatting 2019 van Critical Thinking, 12e druk
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3929 |
Add new contribution