Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16058 keer gelezen
Hedendaags onderzoek naar immigratie heeft te weinig laten zien hoe immigranten zich verhouden tot personen in hun land van afkomst. Er is amper kennis over ‘immigrant selectivity’ en de patronen van het selectieproces. Vooral de educatieve selectie van de immigrant is belangrijk. Dit is het de manier waarop immigranten met een opleiding zich verhouden tot diegenen die in het thuisland blijven. Omdat vooral hoogopgeleiden migreren naar een ander land, veroorzaakt dit een ‘brain-drain’ in veel ontwikkelingslanden. Daarnaast kan educatieve selectiviteit invloed hebben op de manier waarop immigranten en hun kinderen zich aanpassen in de Verenigde Staten. Door te kijken naar ‘educational selectivity’ kun je beter begrijpen waarom sommige immigranten en nakomelingen succesvoller zijn dan anderen. Het begrijpen van de relatieve positie van immigranten in hun land van afkomst is noodzakelijk om theorieën over assimilatie, en ‘upward en downward mobility’ in de Verenigde Staten te testen.
Volgens Feliciano zijn er verschillende vormen van selectie. Allereerst is er zelf-selectie, omdat niet iedereen wil en kan migreren. Daarnaast zijn er restricties op migreren naar het buitenland in sommige landen, politieke en economische factoren zoals de vraag naar arbeiders, de historische relatie tussen de Verenigde Staten en ‘sending countries’ en ten slotte worden alle legale immigranten geselecteerd door het immigratiebeleid van de Verenigde Staten. Volgens de schrijfster zijn de uitkomsten van deze selectieprocessen te weinig bestudeerd. Het doel van dit artikel is dan ook om licht te schijnen op het de manier waarop immigranten die naar de Verenigde Staten komen in educatief opzicht verschillen van diegenen die achterblijven.
Er zijn verschillende manieren van kijken naar deze verschillen. In nieuwe wetenschappelijke debatten komt steeds meer het idee naar voren dat immigranten een geselecteerde groep zijn en niet de bevolking in hun thuisland correct representeren. Dit zou komen doordat zij ambitieuzer zijn en een hogere opleiding hebben genoten. Het is veel minder waarschijnlijk dat arme, laagopgeleide mensen migreren dan hoogopgeleiden en mensen die in contact zijn gekomen met de levensstijl van de Verenigde Staten.
Er is een duidelijk verschil te zien in de manier waarop immigranten worden geselecteerd. Je kunt spreken van positieve selectie en negatieve selectie. Dit heeft te maken met de oorzaak van de migratie. Wanneer een immigrant wordt aangetrokken door ‘plus factors’ of ‘pull factors’ spreek je van positieve selectie. Wanneer een immigrant vertrekken door ‘minus factors’ of ‘push factors’ spreek je van negatieve selectie.
Volgens Feliciano is de mate waarin immigranten op educatief gebied verschillen van non-immigranten per land van afkomst anders. Verder zijn er meetbare factoren die gerelateerd zijn aan de mate van selectie. Volgens sommigen waren Europese immigranten een paar decennia eerder hoger opgeleid dan moderne immigranten uit Azië en Zuid-Amerika. Door naar deze verschuiving van nationaliteit te kijken kun je zien of nieuwe immigranten lager opgeleid zijn dan eerdere immigranten. Verder is er veel sprake van migratie die wordt gedreven door sociale netwerken zoals gezinshereniging.
Enkele vragen die Feliciano dus wil beantwoorden zijn: hoe verschillen immigranten van non-immigranten in educatief opzicht? Is er een verschil te zien tussen verschillende landen van afkomst? Hebben eigenschappen van het land van afkomst, redenen voor migratie en de afstand naar de Verenigde Staten invloed op immigranten selectie? Zijn moderne immigranten uit Azië en Latijns-Amerika hoger of lager opgeleid dan de Europese migranten uit het verleden? Is er verschil tussen immigranten uit hetzelfde land over een langere periode?
Feliciano laat zien dat immigranten over het algemeen hoger opgeleid zijn dan mensen in het land van afkomst, met uitzondering van Puerto Ricanen. Dit is te zien in tabel 1. Hoewel alle groepen immigranten positief geselecteerd zijn, de mate van positieve selectie verschilt sterk per land van afkomst. Zo is duidelijk te zien dat immigranten uit Azië vaker positief geselecteerd worden dan Zuid-Amerikanen of mensen uit de Caraïben.
Er zijn verschillende factoren te onderscheiden die de selectie van immigranten beïnvloeden. Hier volgen de factoren die Feliciano heeft geanalyseerd: het gemiddelde aantal jaren van educatie in land van herkomst, de afstand tussen de Verenigde Staten en land van herkomst, het gemiddelde jaar van migratie, de mate van inkomensongelijkheid in land van herkomst, en of de meeste migranten vertrokken vanwege politieke redenen. Ook heeft ze bekeken of leeftijd en geslacht van invloed zijn op de educatieve selectie.
In tabel 2 is te zien dat het voor immigranten uit landen met een relatief hoogopgeleide bevolking minder waarschijnlijk is om zo positief te worden geselecteerd als immigranten uit een laagopgeleide bevolking. Daarnaast wordt grotere afstand tot de V.S. geassocieerd met positievere selectie. Dit is een van de redenen waarom Aziaten vaker positief geselecteerd worden. Ook is te zien dat hedendaagse immigranten over het algemeen positiever worden geselecteerd dan immigranten van voor 1965. Feliciano laat ook zien dat huidige immigranten groepen, die vooral uit Azië en Zuid-Amerika komen, vaker bij de hoogst opgeleiden in hun land van herkomst horen dan eerdere groepen. Daarom zijn volgens de schrijfster alle uitspraken dat huidige immigranten minder selectief zijn dan hun Europese voorgangers niet waar.
Verder onderzoekt Feliciano of er in de loop der tijd een verschil optreedt in de mate van positieve selectie van één groep immigranten, namelijk Mexicanen. Haar hypothese hierbij is dat de positieve selectie na verloop van tijd zal afnemen. Hoewel het duidelijk is dat de positieve selectie duidelijk niet toeneemt over tijd, is het moeilijk om harde conclusies over daling of het gelijk blijven van selectie uit de data te trekken. Desondanks is het duidelijk dat Mexicaanse immigranten over het algemeen positief geselecteerd worden, maar de mate van positieve selectie is laag vergeleken met andere groepen.
Dit artikel heeft geprobeerd antwoorden te geven op vragen over de verschillen tussen immigranten en achterblijvers, en is vooral gefocust op de educatieve verschillen. In het kort:
Er zijn grote verschillen in de mate van selectie op basis van opleidingsniveau afhankelijk van het land van herkomst en het jaar waarin iemand immigreert.
Bijna alle immigranten groepen zijn hoger opgeleid dan mensen die achterblijven in het land van herkomst (behalve Puerto Ricanen).
De afstand vanaf de Verenigde Staten is van invloed op het selectieproces, namelijk: hoe verder het land van herkomst, hoe positiever de selectie.
Immigranten uit hoogopgeleide landen zijn minder positief geselecteerd dan immigranten uit relatief laagopgeleide landen.
De mate van inkomensongelijkheid in het land van herkomst heeft geen significant effect op het selectieproces. De vraag of de immigranten vooral door politieke redenen zijn vertrokken speelt ook geen rol.
De veranderende regionale origine van immigranten in de laatste decennia (van voornamelijk Europeanen naar Zuid-Amerikanen en Aziaten) lijken geen grote invloed te hebben op het selectieproces.
Nieuwe ‘golven’ van immigranten uit Mexico zijn lager opgeleid in relatie tot de Mexicaanse bevolking dan eerdere immigranten.
Volgens Feliciano kun je immigranten niet begrijpen als je niet kijkt naar de selectieprocessen. Ondanks het feit dat veel geleerden hebben erkend dat immigranten niet zomaar willekeurig gekozen mensen zijn uit het land van herkomst, denkt de gemiddelde Amerikaanse autochtoon er wel zo over. Deze mensen krijgen een verkeerd beeld over zowel de immigranten, als de achterblijvers. Verder onderzoek moet volgens Feliciano de overblijvende, openstaande vragen die dit onderzoek achterlaat beantwoorden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1454 | 1 |
Add new contribution