Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16207 keer gelezen
De vraag die men met dit artikel wil beantwoorden is de vraag of organisaties een goede combinatie tussen werk en familie rollen faciliteren en of dit bijdraagt aan de gezondheid en de prestatie van de werknemer. Eerder studie heeft al aangetoond dat wanneer er conflict bestaat tussen werk en familie dit een slecht effect heeft op de prestatie en de gezondheid van de werknemer. Ook het omgekeerde effect blijkt waar te zijn. Deze liet daarnaast ook zien dat een positieve relatie tussen werk en familie niet alleen goed is voor de werknemer, maar ook voor de organisatie zelf. De gedane studie gaat meer in op de correlatie tussen werk en familie interactie en objectieve indicatoren van prestatie en gezondheid.
Eerder gedaan werk richt zich vaak op de scarcity theory on human energy, die ervan uit gaat dat men maar een beperkte capaciteit heeft aan tijd, energie en aandacht. Zo zal men dus zijn aandacht en energie moeten verdelen tussen werk en familie. Uit deze theorie volgt dus ook de work-family conflict die ervan uit gaat dat de rollen die men moet vervullen op het werk en binnen de familie met elkaar conflicteren, omdat wanneer men de ene rol vervult, de andere niet meer optimaal uit kan voeren. Hierbij wordt er dus vanuit gegaan dat het vervullen van rollen altijd energie kost. Bij de role expansion theory gaat men er juist vanuit dat bepaalde rollen niet alleen energie kosten, maar ook energie zouden kunnen geven. Deze benadering is dus eigenlijk best positief en hieruit ontstaat ook de work-family facilitation die omschreven kan worden als het gevoel dat ontstaat dat het vervullen van de ene rol juist makkelijker wordt wanneer men de andere rol uitvoert. Tot slot bewijzen eerder gedane studies dat de afwezigheid van conflict ook per se altijd tot facilitatie leidt.
Het is belangrijk om die werk-familie relatie verder te onderzoeken, omdat dit conflict natuurlijk kan leiden tot stress wat weer kan leiden tot verslechtering van het immuunsysteem en tot andere stressgerelateerde ziekten. Daarnaast blijkt ook dat juist wanneer werk en familie goed samengaan en zelfs tot positieve uitkomsten leidt, dit beter is voor de gezondheid. The broaden-and-build theory gaat ervan uit dat positieve emoties belangrijk zijn voor psychologische en fysiologisch functioneren. Dit heeft zelfs zijn uitwerking op de gezondheidstoestand op lange termijn. Daarnaast is het een feit dat, zoals negatieve emoties de aandacht vermindert, juist positieve emoties de aandacht en de creativiteit kan doen vergroten. Een andere implicatie van de stress die voortkomt uit de conflicterende relatie tussen werk en familie is dat men ook ongezondere levens keuzes maakt bijv. slechter eten en minder sporten. En ook hier is het omgekeerde ook waar. Verder is ook al bewezen dat een goede relatie tussen werk en familie leidt to betere prestaties. Tot slot gaat de resource-gain-development perspective ervan uit dat werk en familie van elkaar kunnen profiteren, doordat men behoefte heeft aan groei en de bronnen voor deze groei kunnen halen uit zowel werk als familie.
In overeenkomst met dat wat men eerder al gevonden heeft blijkt dat de balans tussen werk en familie een impact kan hebben op de gezondheid van de werknemers en op hun prestatie. Wanneer er meer conflict is zeggen werknemers zelf dat ze een slechtere gezondheid hebben. Sommigen stellen zelfs dat men eerder overgewicht en een verhoogd cortisolniveau krijgt wanneer er een conflict bestaat tussen werk en familie. Wanneer dit conflict juist omgezet wordt in een goede balans, blijkt dit goede te zijn voor de gerapporteerde gezondheid en voor de vermindering van chronische ziektes. Ook zo conflict eerder leiden tot problemen met alcoholconsumptie en verhoogde bloeddruk. Verder werd ook gerapporteerd in voorgaande literatuur dat een conflict tussen werk en familie zou leiden tot een verminderde prestatie. Ook het omgekeerde zou waar zijn: een goede balans tussen werk en familie leidt juist tot een verbeterde prestatie en inzet.
De gedane studie is een cross-sectionele studie die zich richt op het werk-familie en familie-werk conflict en facilitatie en hoe dit samen gaat met de fysieke gezondheid van de werknemer. De eerste hypothese is dat WF en FW conflict positief correleren met indicatoren van slechte gezondheid. Ook de tegenovergestelde hypothese wordt gesteld: WF en FW facilitatie correleert negatief met de indicatoren van slechte gezondheid.
In de tweede studie werd onderzocht of facilitatie van werk en familie balans kan leiden op langer termijn op objectieve gezondheidsindicatoren. Er worden verschillende vormen van facilitatie onderscheiden:
Energie gerelateerde facilitatie: wanneer men in de ene rol energie krijgt, waardoor het makkelijker is om de andere rol te vervullen.
Tijd gerelateerde facilitatie: wanneer de tijd die men besteedt in de ene rol het makkelijker maakt om tijd te steken in de andere rol.
Gedragsmatige facilitatie: wanneer de gedragingen die geleerd worden in de ene rol of de gedragingen die passen in de ene rol, het makkelijker maken om de andere rol te vervullen en de gedragingen die hierbij horen te uiten.
Psychologische facilitatie: wanneer een individu een nieuwe perspectief krijgt door de ene rol, waardoor het uitvoeren van de andere rol makkelijker wordt.
De hypothese die hieruit volgt is dan ook dat tijd gerelateerde en energie gerelateerde facilitatie op het eerste meet moment negatieve indicatoren zijn van slechte gezondheidsuitkomsten op het tweede tijdstip net als aanwezigheid van ziekte op het tweede tijdstip. Daarnaast denken de schrijvers dat alle vormen van FW facilitatie op tijdstip één belangrijk zijn voor werkprestatie op tijdstip twee. Dit is de vierde hypothese.
Uit de eerste studie is gebleken dat WF conflict leidt tot een grotere kans op het hebben van een verhoogd cholesterolniveau en de kans op overgewicht ook wordt vergroot. Echter werd ook bevonden dat FW conflict niet gerelateerd was aan de indicatoren van gezondheid die gemeten waren.
Verder bleek dat werknemers met WF facilitatie een verminderde kans hadden op cholesterol en andere klachten. FW facilitatie leidde tot een verminder kans op het krijgen van overgewicht. Wel was dit een cross-sectioneel onderzoek, waardoor er geen uitspraken gedaan kunnen worden over de causaliteit.
De resultaten uit de tweede studie met betrekking tot de derde hypothese laten zien dat tijd gerelateerde en energie gerelateerde facilitatie leidt tot een negatieve indicatie van slechte gezondheidsuitkomsten en ziekte. Zo leidde energie gebaseerde WF facilitatie op het tweede tijdstip tot minder cholesterol en leidde tijd gebaseerde WF facilitatie op het tweede tijdstip tot een lager BMI. Ook was energie gebaseerde FW facilitatie en gedragsmatige WF facilitatie een significante indicator tot minder afwezigheid. Met betrekking tot de vierde hypothese werd gevonden dat psychologische FW facilitatie een predictor was van verbeterde prestatie, ook gold dit onverwacht ook voor tijd gerelateerde WF facilitatie.
Er werd aangetoond dat WF conflict gerelateerd was aan lagere scores op gezondheidsindicatoren en WF en FW facilitatie leidde hierbij juist tot verbeterende scores op deze gezondheidsindicatoren. FW conflict was niet gerelateerd aan een van de gezondheidsindicatoren. Ook bleek dat WF conflict steker met negatieve indicatoren van gezondheid gekoppeld was dan FW conflict. Verder kon uit de tweede studie gesteld worden dat tijd gerelateerde facilitatie leidde tot lagere niveaus van BMI en cholesterol en zouden werknemers minder afwezig zijn van hun werk. Dit laatste gold ook voor gedragsmatige facilitatie van WF. Vooral tijd en energie gerelateerde facilitatie was gelinkt met minder ziekte en verbeterde gezondheidsindicatoren. FW facilitatie was daarnaast ook nog een positief gelinkt met verbeterde werkprestatie. Dit gold ook voor tijdsgerelateerde facilitatie. Het gaat bij alles om de subjectieve beleving van facilitatie of conflict van de werknemers en hoe dit de objectieve indicatoren van gezondheid en prestatie kan verbeteren of verslechteren. Men moet hier dus in de praktijk ook op letten en ervoor zorgen dat er bijvoorbeeld progamma’s voor de werknemers zijn die ervoor zorgen dat werk en familie goed op elkaar aangepast kunnen worden.
Er is bewijs gevonden door een link tussen het subjectieve werk-familie conflict en de facilitatie die men ervaart en de objectieve uitkomsten van de organisatie. In de eerste studie werd aangetoond dat wanneer er conflict bestaat tussen werk en familie dit een negatieve invloed heeft op de gezondheid van werknemers, terwijl wanneer deze relatie juist positief is, dit ook goed is voor de gezondheid. In de tweede studie werd aangetoond dat een goede relatie tussen werk en familie ook leidt tot minder ziekte afwezigheid en betere prestatie van de werknemers over de tijd heen. Dit is dus zowel voor de werknemer als voor de organisatie goed. Het is dus aan de organisatie om ervoor te zorgen dat er een goede fit bestaat tussen werk en familie.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1491 | 1 |
Add new contribution