Artikelsamenvatting van Annual Research Review: Umbrella synthesis of meta-analyses on child maltreatment antecedents and interventions: differential susceptibility perspective on risk and resilience van Van IJzendoorn e.a. - 2020

Wat is kindermishandeling?

Kindermishandeling wordt gedefinieerd als elke interactie of gebrek aan interactie die redelijkerwijs binnen de controle van een ouder of verzorger valt, die (mogelijke) schade toebrengt aan de gezondheid van het kind of fysieke, mentale, morele, geestelijke of sociale ontwikkeling in de context van de omgeving waarin het kind opgroeit. Er zijn verschillende soorten mishandeling, waaronder seksueel misbruik, emotionele mishandeling, fysieke mishandeling, fysieke verwaarlozing, emotionele verwaarlozing, educatieve verwaarlozing en getuige zijn van huiselijk geweld. Er bestaat een hoge mate van comorbiditeit, gelijktijdig optreden en polyvictimisatie bij kindermishandeling.

Wat zijn risicofactoren voor kindermishandeling?

Vanuit een evolutionair perspectief kan worden betoogd dat mensen een aangeboren neiging hebben om iemands inclusieve fitheid te bevorderen, wat gepaard kan gaan met misbruik en kindermoord op baby's die concurreren met de voortplanting van iemands eigen nageslacht. Ook kan de verdeling van schaarse middelen aan het kind met de beste overlevingskansen ertoe leiden dat minder fitte en passieve baby's worden verwaarloosd.

  • Intergenerationele overdracht van mishandeling. Ouders die het slachtoffer zijn geworden van kindermishandeling lopen een verhoogd risico om hun kinderen te mishandelen.
  • De spillover-hypothese stelt dat de kwaliteit van het huwelijk gerelateerd is aan de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Interpersoonlijk of intiem partnergeweld is voorspellend voor kindermishandeling.
  • Psychologische en neurologische factoren. Ouderlijke kenmerken en psychopathologie kunnen de normatieve zorg voor jonge kinderen verstoren. Denk aan een lage remmende controle, een lage drempel voor agressie, een depressieve stoornis of een borderline persoonlijkheidsstoornis.
  • Nieuw onderzoek geeft aan dat kinderen met bepaalde neurologische ontwikkelingskenmerken, zoals de aanwezigheid van een leerstoornis en/of een autismespectrumstoornis, een verhoogd risico lopen op mishandeling.
  • Ontregeling van de neurofysiologie van dader-ouders zou hen meer vatbaar maken voor misbruik. Als de balans tussen het sympathische en parasympathische systeem ontregeld is, kan over- of onderreactiviteit op stressvolle stimuli leiden tot verwaarlozing of hard ouderschap.
  • Alleenstaand ouderschap.
  • Gebrek aan sociale steun.
  • Lage sociaaleconomische status.

Wat zijn beschermende factoren van kindermishandeling?

Beschermende factoren kunnen fungeren als moderatoren van het verband tussen risicofactoren en mishandeling. Ze kunnen de kans op kindermishandeling verkleinen, zelfs als er risicofactoren aanwezig zijn. De volgende beschermende factoren worden geïdentificeerd:

  • Een sociaal ondersteuningsnetwerk.
  • Interventie.
  • De aanwezigheid van stabiele, veilige en warme relaties met intieme partners.
  • Hoge niveaus van moederlijke warmte.

Wat is de overkoepelende synthesebenadering?

Een overkoepelende synthese omvat de systematische verzameling en beoordeling van meerdere meta-analyses die over een specifiek onderwerp zijn gepubliceerd. De resultaten van de meta-analyses worden geïntegreerd en beoordeeld volgens een uniforme aanpak om vergelijking mogelijk te maken. Deze benadering leidt tot vergelijkbare schattingen van gecombineerde meta-analytische effectgroottes, een systematische stratificatie van het bewijsmateriaal, een evaluatie van de heterogeniteit en mogelijke vooroordelen, en gevoeligheidsanalyses om mogelijke vooroordelen in de rapportage te identificeren.

Welke antecedenten van kindermishandeling zijn er op basis van de overkoepelende synthese geïdentificeerd?

Vijf categorieën van antecedenten van kindermishandeling werden geïdentificeerd, namelijk ervaring van ouders met kindermishandeling, persoonlijkheidskenmerken van ouders, ervaring van ouders met partnergeweld, fysiologie en fysiologische reactiviteit van ouders, en sociaaleconomische status.

Welke interventies kunnen risico's op kindermishandeling voorkomen of verminderen?

Effectieve interventies bleken opvoedprogramma's met oudertraining, zoals multisysteemtherapie bij kindermishandeling en -verwaarlozing, en ouder-kindinteractietherapie. Verpleeghuisbezoeken verminderden het aantal meldingen van kindermishandeling niet, maar leidden wel tot verbeteringen in andere domeinen, zoals gezondheid en cognitieve ontwikkelingen. Uit de overkoepelende synthese bleek dat bepaalde interventies er niet in slaagden het risico op kindermishandeling te verminderen, waaronder interventies die alleen steun boden aan gezinnen, gezond gedrag tijdens zwangerschap en vroeg ouderschap promootten, sociale steunnetwerken opzetten en screenen op ontwikkelingsachterstand.

Waarom zou er meer kennis moeten worden vergaard over de antecedenten van kindermishandeling?

Van de antecedenten waarvan is aangetoond dat ze verband houden met kindermishandeling, zijn de onderliggende mechanismen nog onduidelijk. Bovendien verklaren de gevonden antecedenten slechts een klein percentage van de variantie in kindermishandeling. Ten slotte is er een gebrek aan reproduceerbaar bewijs over mogelijk uiteenlopende voorlopers van verschillende vormen van mishandeling.

Waarom zou toekomstig onderzoek meer informatie moeten verzamelen over de neurobiologische antecedenten van kindermishandeling?

Er bestaat geen meta-analyse bewijs van ouderlijke neurale of genetische antecedenten van kindermishandeling. Ook kan intergenerationele overdracht van mishandeling optreden als gevolg van erfelijke kenmerken van ouder en kind. Als ouders zelf zijn mishandeld, kunnen preventie-inspanningen nuttig zijn, ongeacht de genetica achter de overdracht.

Wat wordt aanbevolen met betrekking tot huidige en toekomstige interventies gericht op het terugdringen en voorkomen van kindermishandeling?

Er moeten effectievere interventies worden ontwikkeld om meer kinderen te beschermen en meer gezinnen te ondersteunen. Op dit moment zijn interventies nauwelijks in staat om kindermishandeling en verwaarlozing bij de volgende generatie te voorkomen of te verminderen. Onderzoek naar de effecten van het veranderen van de sociaal-economische omstandigheden van gezinnen in omgevingen met weinig middelen is noodzakelijk. Beperkte sociale en materiële middelen voor gezinnen zijn een van de sterkst gecorreleerde risico's op mishandeling. Universele gezondheidszorg, betaalbaar onderwijs, betaald ouderschapsverlof en meer en beter betaalde banen kunnen leiden tot minder stress en een betere omgang van ouders met uitdagend gedrag van kinderen, wat kan leiden tot lagere basale fysiologische niveaus en lagere risico's op mishandeling.

Hoe kan de vicieuze cirkel van mishandeling en het uitblijven van effectieve interventies worden doorbroken?

Er worden twee manieren aanbevolen. Ten eerste moeten ouders in staat worden gesteld om gevoeliger om te gaan met uitdagend gedrag van kinderen en om zachte maar consistente grenzen te stellen aan oppositionele en dwingende interacties. Ten tweede moet aandacht worden besteed aan differentiële gevoeligheid. Differentiële gevoeligheid verwijst naar het idee dat sommige individuen meer openstaan voor omgevingsinvloeden dan andere. De effectiviteit van interventie-effecten op kindermishandeling kan verborgen zijn in gevoelige subgroepen van deelnemers, wat nu onopgemerkt blijft door de evaluatie van de gemiddelde effecten van alle betrokken ouders.

Wat onderscheidt volgens de differentiële susceptibiliteitstheorie de meer vatbare van de minder vatbare individuen?

Differentiële susceptibiliteitstheorie stelt drie markers voor op de niveaus van genetische, stressregulerende en temperamentvolle makeup.

  • Genetische markers zijn gevonden in genen die betrokken zijn bij het dopaminerge en serotonerge systeem. De dragers van de dopaminereceptor D4 7-repeat-allelen lijken open te staan voor de omgeving en dit genotype kan zijn ingebed in grotere dopamine-gerelateerde genetische routes of polygenetische gevoeligheidsscores.
  • Individuen kunnen een biologische gevoeligheid hebben voor context, met verhoogde stress en immuunreactiviteit voor negatieve stimuli in een chaotische en stressvolle omgeving.
  • Individuen kunnen verschillen in temperamentvolle moeilijkheid. Moeilijkheidsgraad wordt grofweg gedefinieerd als het omvatten van negatieve emotionaliteit, overgave en inspannende controle. Het voorspelt hogere niveaus van internaliserende en externaliserende gedragsproblemen, evenals een verhoogde openheid voor de invloed van verandering in de omgeving ten goede.

Hoe verklaart de differentiële susceptibiliteitstheorie waarom er niet altijd sprake is van intergenerationele overdracht van kindermishandeling?

Volgens deze theorie worden veerkrachtige individuen gekenmerkt door een lagere mate van gevoeligheid voor de omgeving. Minder gevoelige individuen kunnen vertrouwen op hun constitutionele veerkracht die is geworteld in een minder reactief temperament en neurobiologische samenstelling. Meer vatbare personen moeten daarentegen meer vertrouwen op een ondersteunende omgeving als buffer tegen tegenslagen. Deze individuen kunnen het heel goed doen als ze opgroeien in een warme en gevoelige zorgsteiger, wat de rol van sociale context in veerkracht benadrukt.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Studiegids voor artikelsamenvattingen bij Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop: een introductie aan de Universiteit Leiden

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Social Science Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
304