BulletPointsamenvattingen per hoofdstuk bij de 2e druk van Hoofdstukken Intellectuele eigendom van Visser - Chapter

Wat is het handelsnaamrecht? - BulletPoints 1

• Het handelsnaamrecht is vastgelegd in de Handelsnaamwet. Dit is nationaal recht. Onder een handelsnaam wordt de naam bedoeld waaronder een onderneming wordt gedreven (artikel 1 Handelsnaamwet). De handelsnaam gaat over bij erfopvolging of overdracht (artikel 2 Handelsnaamwet). De handelsnaam strekt er daarnaast nog toe de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen. 

• Bij verwarring moet er gekeken worden of de verwarring bij het publiek te duchten is. Er wordt dan rekening gehouden met de aard van de ondernemingen en de plaats van de vestiging. Als twee ondernemingen dezelfde aard hebben kan er snel verwarring ontstaan als de namen op elkaar lijken. Verwarringsgevaar ligt ook voor de hand als beide ondernemingen in dezelfde stad zitten. Met plaats van vestiging wordt het hele gebied waarin de onderneming actief is bedoeld. 

• Registratie van een handelsnaam bij de Kamer van Koophandel is niet vereist voor het verkrijgen van handelsnaamrecht. Een handelsnaam moet gevoerd worden en bij het publiek bekend zijn, pas in dat geval is er sprake van handelsnaamrecht. Pas als de onderneming ophoudt te bestaan of voor een andere handelsnaam kiest, houdt de handelsnaam op met bestaan. 

Wat is het merkenrecht? - BulletPoints 2

• Merken kunnen worden gevormd door alle tekens. Het doel van een merk is het onderscheiden van de waren en diensten van een onderneming van die van een andere onderneming. Het merkenrecht geeft ook bescherming aan de houder van een merk als deze ingeschreven staat in het register. 

• Het merkrecht is een uitsluitend en absoluut recht. Een onderneming kan zich beroepen op bescherming tegen het plegen van een onrechtmatige daad (6:162 BW), als zijn merk gebruikt wordt door een ander. Oneerlijke handelspraktijken en misleidende reclame vallen namelijk onder een onrechtmatige daad. 

• Het tweedehands verkopen of doorverkopen van merkartikelen wordt uitputting genoemd. Een merkhouder kan zich hier niet tegen verzetten. Dit is vastgelegd in artikel 2.23 lid 3 BVIE. Verzet is alleen mogelijk als de toestand van de waren is verslechterd. 

• De inschrijving van het merk is vereist bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Na het inschrijven verkrijg je een merkrecht. Zonder inschrijving, geen recht. Het merk moet bij de inschrijving voldoen aan de vereisten, zoals 'onderscheidend vermogen'.  

Wat is het modellenrecht? - BulletPoints 3

• Een model moet een andere algemene indruk wekken dan oudere modellen. Het moet dus een eigen karakter hebben als het in aanmerking wilt komen voor bescherming van het modellenrecht. Uitgesloten van het modellenrecht zijn de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door een technische functie worden bepaald. 

• Er is sprake van inbreuk op het modelrecht als een ander voortbrengsel bij een geïnformeerde gebruiker gaan andere algemene indruk wekt. Een nieuw voortbrengsel moet een eigen karakter hebben. Er moet ook gekeken naar wat er voor het depot van het betreffende model al aan eerdere modellen bekend was. Dit is bepaald in het arrest Apple/Samsung: iPad/Galaxy tablet. 

• Door de inschrijving van het depot van het model wordt een modelrecht verkregen. Het depot van het model moet in de Benelux geschieden bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom: BBIE. In de EU bestaat en een niet-ingeschreven modelrecht met een beschermingsduur van drie jaar. Het BBIE schrijft bijna alle modeldepots automatisch in, behalve modellen die in strijd zijn met de goede zeden of de openbare orde. Dit betekent ook dat modellen staan ingeschreven die niet nieuw zijn, of een eigen karakter hebben. De nietigheid van zulke inschrijvingen kunnen ingeroepen worden door derde-belanghebbenden. 

• In de Benelux heeft een depot de geldigheidsduur van vijf jaar. De inschrijving kan voor vier achtereenvolgende termijnen van vijf jaar vernieuwd worden. De maximale geldigheidsduur is dus 25 jaar (artikel 3.14 lid 1 en 2 BVIE). Na deze 25 jaar valt het model in het publieke domein. 

Wat is het auteursrecht? - BulletPoints 4

• Het auteursrecht bestaat uit twee rechten, het exploitatierecht en het persoonlijkheidsrecht. Met het exploitatierecht kan de maker exploitatie van zijn werk door anderen verbieden. De maker kan er ook voor kiezen om het toe te staan tegen betaling van een vergoeding. Het exploitatierecht is overdraagbaar (artikel 2 lid 1 Aw). Voor de overdracht is een onderhandse akte vereist. Dat is een schriftelijk stuk met een handtekening. 

• De maker heeft recht op erkenning van makerschap door naamvermelding en het recht om zich te verzetten tegen verminking van zijn werk. Dit wordt het persoonlijkheidsrecht genoemd. In tegenstelling tot het exploitatierecht is het persoonlijkheidsrecht niet overdraagbaar. Het is namelijk geen vermogensrecht. Na het overlijden van de auteur komen de persoonlijkheidsrechten toe aan de door hem bij uiterste wilsbeschikking aangewezene. 

• Het auteursrecht ontstaat vanzelf. Er is geen inschrijving, depot of registratie nodig voor het verkrijgen. Het recht ontstaat op het moment dat het werk tot stand komt. Het werk moet wel voldoen aan de vereisten: eigen, oorspronkelijk karakter en persoonlijke stempel. 

• Het auteursrecht duurt tot zeventig jaar na het sterfjaar van de auteur (artikel 37 Aw). Het auteursrecht gaan na de dood van de auteur over op zijn erfgenamen. 

Wat is het octrooirecht? - BulletPoints 5

• Uitvinders worden beschermd door het octrooirecht. Het octrooirecht stelt uitvinders in staat om geld te verdienen aan hun uitvindingen. Een uitvinding wordt pas beschermd door het octrooirecht na het indienen van een octrooiaanvrage bij een overheidsinstantie en het openbaar maken van de uitvinding. Uitvinders krijgen daarna een tijdelijk monopolie. Dit stimuleert de uitvinders om voort te bouwen op zijn uitvinding. 

• Een octrooi is een overdraagbaar vermogensrecht. Voor de levering is echter wel een akte vereist (artikel 65 lid 1 ROW). 

• Uitvindingen die nieuw zijn, op uitvinderswerkzaamheid berusten en toegepast kunnen worden op het gebied van de nijverheid zijn vatbaar voor een octrooi. De uitvinding moet een voortbrengsel zijn of een werkwijze. In artikel 2 lid 2 sub a en b ROW staat een lijst met voortbrengsels die niet vatbaar zijn voor een octrooi, zoals ontdekkingen en wiskundige methoden. 

• Een octrooi moet worden ingeschreven in een octrooiregister. Zonder registratie is een octrooi niet geldig. Een Nederlands octrooiaanvraag wordt niet inhoudelijk onderzocht, dit gebeurt echter wel bij een Europees octrooiaanvraag. De verleningsprocedure van een Europees octrooi duurt vaak jaren. Na verlening van een octrooi kan er binnen negen maanden oppositie worden ingesteld door derden-belanghebbenden. Als er geen oppositie wordt ingesteld of de oppositie wordt afgewezen, spreek je van een geldig octrooi. 

• Het octrooirecht duurt vanaf de octrooiaanvrage twintig jaar (artikel 36 lid 6 ROW). Na deze twintig jaar valt de uitvinding in het publiek domein. 

Wat zijn de aanverwante beschermingsvormen van IE-rechten? - BulletPoints 6

• Naburige rechten zijn rechten die opgenomen zijn in de Wet op de Naburige rechten en die erg veel lijken op het auteursrecht. Uitvoerende kunstenaars hebben bijvoorbeeld ook het recht om de opname van hun uitvoering en de reproductie of openbaarmaking daarvan te verbieden. Fonogrammenproducenten en omroeporganisaties hebben soortgelijke rechten ten aanzien van opnames en uitzendingen. Naburige rechten op geluidopnames duren zeventig jaar na de eerste openbaarmaking. Andere naburige rechten gelden tot vijftig jaar na de eerste openbaarmaking. 

• De databankenwet beschermt de producent van een databank. Er is geen creativiteit vereist voor deze bescherming. Om in aanmerking te komen voor de bescherming moet een producent bewijzen dat hij substantieel heeft geïnvesteerd in de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud van de databank. Het databankenrecht geldt vijftien jaar na voltooiing ervan. Bij een wijziging ontstaat er een nieuw recht. 

• Het portretrecht is opgenomen in artikel 21 van de Auteurswet. Het recht is gebaseerd op het grondrecht van privacy en is oorspronkelijk ook een beperking op het auteursrecht. Iedere burger kan bij het openbaar maken van zijn portret een privacybelang hebben. Daarnaast kunnen bekende mensen een commercieel belang hebben en zich daardoor verzetten tegen het openbaar maken van hun portret. In het portret gaat het om de afweging tussen de privacy enerzijds en de informatievrijheid anderzijds

• Bedrijfsgeheimen worden beschermd door de Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb). Onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen is verboden. Het bedrijfsgeheim moet onderworpen zijn aan redelijke maatregelen, zodat deze geheimen geheim blijven. Alleen het verkrijgen van een bedrijfsgeheim door middel van 1. onafhankelijke ontdekking of onafhankelijk ontwerp, of 2. observatie, onderzoek, demontage of testen van een product of voorwerp dat ter beschikking van het publiek is gesteld (reverse engineering). Een aanvullend beroep op onrechtmatige daad is altijd mogelijk.