Oefententamens Burgerlijk Recht 2 - RUG
- 3980 keer gelezen
Kacper en Sander zijn al jaren als verkoper werkzaam bij Autobedrijf Carz BV, een specialist in Fiat. Kacper is dol op de nieuwe Fiat 500 en zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Een scherp onderhandelaar is hij echter niet. De directeur van Autobedrijf Carz BV besluit daarom in mei 2016 dat Kacper wel in de showroom mag blijven rondlopen om auto’s bij aspirant-kopers aan te prijzen, maar dat hij voortaan niet meer mag overgaan tot verkoop en inkoop van auto’s. Dat betekent dat hij de hulp moet inroepen van collega Sander als de contacten met aspirant-kopers het punt bereiken dat er moet worden onderhandeld over prijzen en inruilwaardes. In juli 2016 komt Evelien de showroom binnen. Kacper heeft haar ooit een gerestaureerde Fiat 500 verkocht en nu is zij op zoek naar een nieuw exemplaar. In al zijn enthousiasme vergeet Kacper dat hij de hulp van Sander moet inroepen. Hij sluit een deal met Evelien waarbij Evelien een nieuwe Fiat koopt en het gerestaureerde exemplaar inruilt. Met de overeengekomen prijs is op zich zelf niets mis. Sander had dezelfde deal kunnen sluiten. Is er een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Autobedrijf Carz BV en Evelien? (8 punten)
Eldert exploiteert een yoga- en meditatiecentrum. Het centrum is gevestigd in een verbouwde boerderij. De grote tuin rondom de boerderij vergt veel onderhoud. Daarom heeft Eldert een overeenkomst gesloten met hovenier Tom. Tom zal twee jaar lang voor een vast bedrag per maand alle nodige snoei- en maaiwerkzaamheden verrichten. Op grond van de overeenkomst mag Tom bij zijn werk in de ochtenden geen luidruchtige machines gebruiken, omdat er ’s ochtends vaak meditatielessen worden gegeven in de tuin. Nadat Tom de overeenkomst een half jaar lang naar volle tevredenheid heeft uitgevoerd, gaat hij op een dag om 9.30 uur met een elektrische heggen schaar in de weer. Eldert vordert ontbinding van de overeenkomst bij de rechter. Tom voert twee verweren.
Ten eerste betoogt Tom dat Eldert geen recht op ontbinding heeft, omdat Eldert hem na het voorval niet heeft aangemaand om zich in het vervolg te houden aan het verbod. Tom belooft zich voortaan aan de afspraken te houden.
Ten tweede betoogt Tom dat de tijd waarop de werkzaamheden uitgevoerd worden, niet de kern van de overeengekomen prestaties raakt. De hoofdverplichtingen zijn de snoei- en maaiwerkzaamheden en die zijn altijd naar volle tevredenheid uitgevoerd. Niet-naleving van een nevenverplichting levert volgens Tom alleen een grond voor ontbinding op wanneer Eldert heeft aangetoond dat hij een groot belang heeft bij naleving ervan.
Hoe zal het oordeel van de rechter luiden ten aanzien van het eerste verweer? (5 punten)
Hoe zal het oordeel van de rechter luiden ten aanzien van het tweede verweer? (4 punten)
Hans en Jacob zijn samen eigenaar van een vakantiehuisje op de Veluwe. Zij hebben allebei een aandeel van vijftig procent in het huisje. Hans en Jacob hebben afgesproken dat Hans met zijn gezin het vakantiehuisje mag gebruiken in de officiële schoolvakanties van regio Noord en Jacob de rest van het jaar. Hans heeft namelijk jonge, schoolgaande kinderen en Jacob is een gepensioneerde, alleenstaande man. Op een gegeven moment besluit Hans zijn aandeel in het vakantiehuisje te vervreemden aan Klaas. De overdracht van Hans’ aandeel aan Klaas geschiedt conform de wettelijke eisen, die gelden voor een dergelijke overdracht.
Na de overdracht krijgt Klaas ruzie met Jacob. Klaas acht zich namelijk niet gebonden aan de afspraken, die Hans en Jacob hadden gemaakt ten aanzien van het gebruik van het huisje. Hij acht zich niet gebonden aan een afspraak waar hij part noch deel aan had, te minder nu hij de afspraak niet kende en ook niet kon kennen, omdat deze niet uit de registers bleek. Kan Jacob de afspraak met Hans tegenwerpen aan Klaas? Betrek in uw antwoord het standpunt van Jacob. (9 punten)
Op 1 mei 2016 koopt Cornelis voor € 50.000 een Mercedes van zijn goede vriend Dennis.
Geef de datum van de laatste dag van de verjaringstermijn van de vordering van Dennis tot betaling van de koopprijs. (5 punten)
Stel dat Cornelis tegen Dennis zegt dat hij dat hij niet in staat is de gehele prijs in één keer te vol- doen en dat graag in maandelijkse termijnen wil betalen zodat hij zijn schuld pas na zeven jaar heeft afbetaald. Dennis gaat hiermee akkoord, mits de verjaringstermijn waaraan zijn vordering is onderworpen, wordt verlengd tot tien jaar. Cornelis vindt dit redelijk en beide partijen tekenen een overeenkomst waarin deze afspraak wordt vastgelegd.
Is het mogelijk om de verjaringstermijn contractueel te verlengen? (5 punten)
James Hunt wil een whiskystokerij beginnen in een oud pakhuis. Daarvoor is evenwel nodig dat het pand eerst wordt verbouwd. De koperen stookketels wegen namelijk 5 ton per stuk en het pand is daar niet op berekend. De houten vloer op de begane grond wordt daarom vervangen door een vloer van gewapend beton. Op de plekken waar een stookketel komt te staan, wordt in de vloer een stookoven geplaatst. Bovendien is iedere ketel zo’n 4 m hoog waardoor er grote gaten moet worden gemaakt in de vloer op de tweede verdieping. Wanneer de verbouwing gereed is, bestelt Hunt drie stookketels bij Jimmy Clark BV. Deze verkoopt (en levert) de drie ketels onder eigendomsvoorbehoud tot zekerheid voor de betaling van de koopprijs (€ 150.000). Aangezien het pand slechts tien meter breed is, zijn de ketels hoger en smaller dan de standaardketels die Jimmy Clark BV levert.
Na drie jaren gaat de stokerij van Hunt op de fles. De rechtbank stelt Jacky Stewart aan als curator. Aangezien de stookketels nog niet zijn afbetaald, eist Jimmy Clark BV de stookketels op bij de curator. Jacky Stewart meent evenwel niet tot afgifte gehouden te zijn. Kan Jimmy Clark BV de stookketels opeisen? Ga ervan uit dat de ketels niet nagelvast verbonden zijn met de vloer van het pakhuis.(10 punten)
Laurianne wil graag pilates lessen volgen. Zij googelt even op sportscholen en komt terecht op de website van Sportcentrum Rode Meloen. Op die website is een inschrijfformulier te downloaden. Zij vult dat in en verstuurt het per e-mail. Een paar tellen later ontvangt zij per e-mail een ontvangstbevestiging van het sportcentrum en wordt zij welkom geheten als nieuw lid. Een half jaar volgt zij met veel plezier pilates lessen bij het sportcentrum. De lessen worden gegeven door een Zuid-Amerikaanse pilates docente. Helaas keert deze docente terug naar Zuid Amerika en wordt zij opgevolgd door ene Eva, een liefhebber van Breakbeatmuziek. Laurianne houdt het voor gezien en zegt haar abonnement per e-mail op. Na enige tijd ontvangt zij desondanks een acceptgiro van Sportcentrum Rode Meloen. Als zij belt om te melden dat dit een vergissing moet zijn, wordt zij gewezen op de volgende clausule op het inschrijfformulier: “Opzeggingen kunnen bij de receptie geregeld worden of via een aangetekende brief. Opzeggingen via e-mail of telefonisch worden niet behandeld.”
Is dit opzegbeding te vernietigen op grond van artikel 6:233 sub a BW? (8 punten)
In november 2016 wordt Alvins fiets gestolen. Sindsdien beweegt hij zich noodgedwongen te voet door Groningen voort. In januari 2017 valt zijn blik op een fiets in het fietsenrek bij de Der Aa-kerk, die hij onmiddellijk als de zijne herkent. Die fiets heeft Bertrand met Sinterklaas 2016 cadeau ge- kregen van Cletus, die de fiets in november had gestolen. Alvin twijfelt geen moment, forceert het slot en rijdt met de fiets weg.
Kan Bertrand van Alvin afgifte van de fiets vorderen? Zo ja, op welke grondslag? Zo neen, waarom niet? (8 punten)
Juwelier Julia heeft in haar etalage een gouden halsketting liggen. Boris, een bevriende juwelier, heeft interesse in de halsketting. Hij verwacht de halsketting met winst te kunnen doorverkopen. Op 2 mei 2016 Boris koopt de halsketting van Julia. Omdat de halsketting nog eigendom is van Angela, een vriendin van Julia, wordt daarbij door Julia aan Boris bij voorbaat geleverd en wel met een geanticipeerd constitutum possessorium. De halsketting zal daarbij vooralsnog in de etalage van Julia blijven liggen.
Kort nadat de halsketting op 15 juli 2016 door Angela aan Julia is overgedragen, krijgt Julia spijt van de verkoop van de halsketting aan Boris. Julia blijkt de halsketting voor een aanzienlijk hogere prijs te kunnen verkopen aan een van haar vaste klanten. Julia laat daarom op 1 augustus 2016 aan Boris weten dat zij afziet van de levering aan Boris en dat zij daarom als eigenaar de halsketting kan overdragen aan een derde. Volgens Julia is Boris geen eigenaar geworden, omdat zij ten tijde van de verkoop aan Boris slechts houder was van de halsketting en de halsketting – die nog steeds bij Julia in de etalage ligt – dus niet rechtsgeldig aan Boris geleverd is. Boris stelt dat de halsketting wel degelijk rechtsgeldig aan hem geleverd is zodat hij daarvan eigenaar is geworden.
Wie is op 1 augustus 2016 eigenaar van de halsketting? (8 punten)
Kacper heeft ooit een volmacht gehad om auto’s te verkopen en in te kopen, maar die volmacht is in mei 2016 herroepen(vgl. art. 3:72 sub c BW). Kacper heeft dus bij het sluiten van de overeenkomst gehandeld als onbevoegde vertegenwoordiger. In beginsel komt er bij onbevoegde vertegenwoordiging geen overeenkomst tot stand. Maar er zijn uitzonderingen; vertrouwensbescherming (art. 3:61 lid 2 BW en lex specialis art. 3:76) en bekrachtiging (3:69 BW) In deze casus is artikel 3:76 BW van toepassing. Autobedrijf Carz BV kan zich er tegenover Evelien niet op beroepen dat de volmacht aan Kacper was ingetrokken, omdat zich geen van de situaties voordoet die zijn opgesomd in artikel 3:76 lid 1 sub a, b, c en d BW. Zie het boek Rechtshandeling en Overeenkomst nr. 116.
NB: Studenten die de lex specialis art. 3:76 BW links laten liggen en de casus oplossen met behulp van artikel 3:61 lid 2 BW kunnen ook punten verdienen. Evelien wordt nl. ook op grond van artikel 3:61 lid 2 BW beschermd. De schijn van volmachtverlening is nl. door Autobedrijf Carz BV gewekt door de aanstelling van Kacper als verkoper. Auto’s verkopen behoort immers volgens verkeersopvatting tot de normale bevoegdheid van een auto- verkoper. En Autobedrijf Carz laat Kacper bovendien rondlopen in de showroom en klanten aanspreken over de auto’s die te koop staan. Hoewel in de gegeven casus de uitkomst bij toepassing van de artikelen 3:76 en 3:61 lid 2 dezelfde is, is het echter wel van belang dat studenten naar artikel 3:76 reiken wanneer die mogelijkheid zich voordoet, omdat de eisen voor bescherming in dat artikel minder zwaar zijn. Het is dus makkelijker voor Evelien om zich op art. 3:76 te beroepen (minder hoge stelplicht). Daarom krijgen studenten die artikel 3:76 BW noemen, meer punten.
Het gaat hier om een overeenkomst die voor beide partijen voortdurende verplichtingen inhoudt. Indien een partij is tekortgeschoten in de nakoming van een dergelijke verplichting, kan deze weliswaar in de toekomst alsnog worden nagekomen, maar daarmee wordt de tekortkoming in het verleden niet ongedaan gemaakt en wat deze tekortkoming betreft is nakoming dan ook niet meer mogelijk. Hetzelfde geldt met betrekking tot het tekortschieten in de nakoming van een verplichting om niet te doen. Arrest Schwartz/Gnatovic. Als nakoming onmogelijk is, is volgens artikel 6:265 lid 1 ontbinding mogelijk zonder verzuim. Zie het boek Verbintenissenrecht algemeen, nr. 135. Tom doelt op het vereiste van een ingebrekestelling (6:82) voor het intreden van verzuim.
De rechter zal in zijn oordeel de overwegingen van de Hoge raad in het arrest Twickler in acht nemen. De rechtbank maakte ten onrechte een onderscheid tussen bedingen die de kern van de overeengekomen prestatie betreffen en bedingen die niet de kern raken van de overeengekomen prestatie. Bedingen die de kern van de overeengekomen prestatie betreffen zouden in beginsel volgens de rechtbank grond opleveren voor ontbinding en bedingen die niet de kern van de overeengekomen prestatie betreffen zouden alleen tot ontbinding leiden indien degene die ontbinding nastreeft stelt en bewijst dat zijn belang bij ontbinding zwaarder weegt dan het belang van zijn wederpartij bij instandhouding. De Hoge Raad oordeelde dat er geen grond is voor het op voorhand maken van een dergelijk onderscheid. Volgens artikel 6:265 lid 1 geeft immers iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een partij in de nakoming van haar verbintenissen in beginsel aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden.
NB. Als een partij tegen wie de ontbinding gericht, zich beroept op de tenzijformule in 6:265 BW, zal de rechter rekening dienen te houden met alle omstandigheden van het geval.
Zie het boek Verbintenissenrecht algemeen, nr. 255.
Jacob kan de afspraak niet tegenwerpen aan Klaas. Op grond van 3:168 lid 1 BW kunnen deelgenoten bijvoorbeeld het gebruik van een gemeenschappelijk goed bij overeenkomst regelen. De regeling is niet verbintenisrechtelijk, maar goederenrechtelijk van aard. Op grond van artikel 3:168 lid 4 is een dergelijke regeling ook bindend voor de rechtsverkrijgenden van een deelgenoot. Jacob kan zich echter beroepen op de bescherming van artikel 3:24 lid 1 BW, aangezien het vakantiehuisje een registergoed is. De regeling omtrent het gebruik had kunnen worden ingeschreven in de registers op grond van artikel 3:17 onder d BW. Nu dat niet is gebeurd en Klaas de regeling niet kende ten tijde van de overdracht kan de regeling Klaas niet worden tegengeworpen op grond van artikel 3:24 lid 1 BW.
NB. In de vraag stond “Betrek in uw antwoord het standpunt van Jacob”. Dat moest uiter- aard zijn: “Betrek in uw antwoord het standpunt van Klaas”. (de correctie is omgeroepen in beide tentamenzalen en telefonisch doorgegeven aan DOS)
Het gaat om een vordering tot nakoming uit een overeenkomst en dus geldt een verjaringstermijn van 5 jaar (art. 3:307 lid 1 BW). Deze gaat lopen op 2 mei 2016 (uit art. 6:38 BW volgt dat de vordering terstond opeisbaar is). De laatste dag is dus 1 mei 2021.
Nee, voorafgaand aan het verstrijken daarvan is afstand niet mogelijk (art. 3:322 lid 3 BW). Verlenging wordt als een afstand bij voorbaat gezien. Deze afspraak is dus in strijd met de wet.
Op grond van art. 3:4 lid 1 BW is al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel uitmaakt van een zaak, bestanddeel van die zaak. De Hoge Raad heeft in het arrest Depex Bergel (HR 15 nov 1991, NJ 1993, 361) invulling gegeven aan de verkeersopvattingen bedoeld in art. 3:4 lid 1 BW. Het ging in dit arrest om de vraag of apparatuur en gebouw naar verkeersopvatting tezamen als een zaak moeten worden gezien. De Hoge Raad formuleerde twee criteria. Wanneer gebouw en apparatuur in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd, ligt hierin een aanwijzing voor een bevestigende beantwoording van die vraag. Het tweede criterium houdt in dat het gebouw, vanuit het punt van geschiktheid, zonder de apparatuur als incompleet moet worden beschouwd. Hier moet de student het eerste criterium toepassen. Er is gegeven dat het pand is aangepast aan de stookketels: de houten vloer is vanwege het gewicht van de ketels vervangen door een betonnen vloer; er zijn een grote gaten in de vloer van de tweede verdieping gemaakt en er zijn stook- ovens in de betonnen vloer aangebracht. Anderzijds zijn de ketels aangepast aan het pand. Ze zijn zou ontworpen dat ze door de poorten van het pakhuis kunnen. Bovendien zijn ze aangepast aan de breedte van het pand. Op grond van deze omstandigheden kan men stellen dat de stookketels en het pakhuis als een zaak moeten worden beschouwd. Nu de ketels geen zelfstandige zaken meer zijn, is het eigendomsvoorbehoud van Jimmy Clark BV komen te vervallen. Deze kan ze dus niet meer opeisen in het faillissement van James Hunt.
Laurianne is een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Zij kan een beroep doen op artikel 6:236 BW (zwarte lijst). Volgens 6:236 sub o BW wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt een in de algemeen voorwaarden voorkomend beding “dat de bevoegdheid van de wederpartij om de overeenkomst, die mondeling, schriftelijk of langs elektronische weg tot stand is gekomen, op een overeenkomstige wijze op te zeggen, uitsluit of beperkt;”. Wanneer Sportcentrum Rode Meloen de mogelijkheid biedt aan consumenten om overeenkomsten via elektronische weg aan te gaan, moet Sportcentrum Rode Meloen consumenten ook de mogelijkheid bieden om overeenkomsten via elektronische weg, zoals per e-mail, op te zeggen. Het beding is dus vernietigbaar op grond van artikel 6:233 sub a BW juncto 6:236 sub o BW. (Inspiratiebron voor deze vraag was een beslissing van de ACM waarin een sportschool in Groningen een boete opgelegd werd voor dit opzegbeding).
NB: Het gaat hier om een algemene voorwaarde in de zin van artikel 6:231 sub a BW. De algemene voorwaarde is deel gaan uitmaken van de overeenkomst.(6:217 BW , 3:33 BW, 3:35 BW). Laurianne valt niet onder 6:235 BW. Daarom is artikel 6:233 van toepassing.
Ja, op grond van de bezitsactie van art. 3:125 BW. Die kan zelfs worden toegewezen tegen iemand met een beter recht, zoals in casu Alvin, te weten indien deze “met geweld of op heimelijke wijze” de eiser het bezit heeft ontnomen. Dat doet zich hier voor.
NB Een vordering tot afgifte kan in dit geval ook worden gebaseerd op de onrechtmatige daad. Bertrand kan niet revindiceren omdat hij geen eigenaar is (hem komt hem geen bescherming toe op grond van art. 3:86 lid 1 BW omdat hij de fiets geschonken kreeg).
Voor overdracht van de halsketting door Julia aan Boris is vereist een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid (art. 3:84 lid 1 BW). De koopovereenkomst tussen Julia en Boris vormt een geldige titel. Julia heeft op 2 mei bij voorbaat geleverd, omdat de hals- ketting op dat moment voor haar een relatief toekomstig goed was (de ketting bestond al, maar Julia moest hem nog verkrijgen). De levering bij voorbaat heeft plaatsgevonden door middel van een geanticipeerde levering constitutum possessorium (art. 3:97 jo. art. 3:90 jo. art. 3:115 aanhef en sub a BW). Voor een constitutum possessorium levering is o.g.v. art. 3:115 aanhef sub a BW bezit vereist (en dat heeft Julia nog niet), maar omdat de strekking van een geanticipeerd constitutum possessorium is dat het bezit pas overgaat zodra de vervreemder dit verwerft, staat het vereiste dat de vervreemder voor een geslaagd constitutum possessorium het bezit moet hebben, haar niet in de weg. (zie het boek Goederenrecht nr. 314). Op 2 mei 2016 was Julia echter nog niet beschikkingsbevoegd, zodat nog geen verkrijging plaatsvond. Als op 15 juli 2016 de halsketting door Angela (geldig) wordt overgedragen aan Julia, wordt Julia eigenaar en beschikkingsbevoegd. Op datzelfde moment is de eigendom van de halsketting verkregen door Boris, zonder dat daarvoor een nadere (leverings)handeling was vereist. De stellingen van Boris dat de halsketting rechts- geldig aan hem is geleverd en dat hij eigenaar is geworden van de halsketting, zijn dus juist. De stelling van Julia dat zij ten tijde van de verkoop slechts ‘houder’ was van de halsketting, is wel juist, maar doet niet ter zake. De levering aan Boris was immers een levering bij voorbaat (art. 3:97 BW). Op het moment dat Julia de halsketting door Angela overgedragen kreeg, was Julia (voor een ondeelbaar moment) niet langer houder voor Angela, maar bezitter en eigenaar. Daarna was ze alleen nog houder, nu voor Boris, en niet meer beschikkingsbevoegd, zodat ze niet als eigenaar aan een derde kan overdragen. Ook kan ze op 1 augustus 2016 niet meer afzien van levering aan Boris, nu de levering (en verkrijging) al eerder had(den) plaatsgevonden. Boris was (vanaf 15 juli 2016 en dus ook) op 1 augustus 2016 eigenaar van de halsketting.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel staan oude tentamens van het vak Burgerlijk recht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2398 |
Add new contribution