HC6. Repair
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college worden verschillende wijzen waarop mutaties ontstaan en manieren waarop DNA hersteld wordt besproken
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er worden geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen gedaan
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Consequenties van mutaties
Het lichaam bestaat uit 1014 cellen. Elke cel heeft 6 x 109 baseparen. Gedurende het leven vindt er een turnover plaats van 100x het lichaam, dus 1016 cellen.
Het proces van celdeling duurt ongeveer 5 uur. Hierbij worden de 6 x 109 baseparen bijna foutloos gekopieerd: er treedt minder dan één fout per celdeling op.
Een mutatie is een permanente verandering in de DNA-sequentie die wordt doorgegeven aan dochtercellen of aan het nageslacht. Mutaties ontstaan tijdens normale cellulaire processen of door blootstelling aan chemicaliën gedurende het leven. Er zijn 3 soorten mutaties:
- Genoommutatie: winst of verlies van chromosomen
- Verandering van het karyotype
- Genoommutaties zijn vaak aanwezig in kankercellen
- Chromosoommutatie: verandering binnen een chromosoom
- Translocatie of inversie
- Genmutatie: verandering binnen een gen
- Basepaarsubstitutie, insertie of deletie
- Sikkelcelanemie wordt veroorzaakt door een basepaarsubstitutie in B-globine, met een afwijkende bouw van de rode bloedcellen als gevolg
- A-T is gemuteerd tot T-A
- Sikkelcelanemie wordt veroorzaakt door een basepaarsubstitutie in B-globine, met een afwijkende bouw van de rode bloedcellen als gevolg
- Basepaarsubstitutie, insertie of deletie
Mutaties in coderende sequenties:
- Stille mutatie: heeft geen invloed op de aminozuurvolgorde van het polypeptide waar het gen voor codeert
- Missende mutatie: zorgt ervoor dat het triplet codeert voor een ander aminozuur
- Als het gesubstitueerde aminozuur geen detecteerbaar effect heeft op de eiwitfunctie kan deze mutatie neutraal zijn
- Nonsense mutatie: verandering van een normaal codon in een stopcodon
- Heeft vaak een functieverandering als gevolg
- Frameshift mutatie: insertie of deletie die ervoor zorgt dat het leesraam verandert
- Translatie van het nieuwe mRNA resulteert vanaf de plaats van de mutatie in een verschillende aminozuursequentie
- Omdat 3 van de 64 codons een stopcodon zijn, treedt vaak al snel na de mutatie terminatie van de translatie op
Mutaties in niet-coderende sequenties:
Ook in niet-coderende sequenties kunnen mutaties optreden (maar 3% van ons genoom is gecodeerd):
- Mutatie van een promotor: laat de mate van transcriptie toe- of afnemen
- Bij het syndroom fragile X is er een repeterende regio aanwezig tussen de promotor en het open reading frame van het FMR1-gen → deze regio kan uitbreiden → leidt tot silencing: het gen komt niet meer tot expressie
- Mutatie van een regulatoir element: verstoort de regulatie van genen
- Mutatie van 5’UTR of 3’UTR: verandert de mRNA-stabiliteit of beïnvloedt de mRNA translatie
- UTR staat voor untranslated regions (de sequenties die voor en achter het open reading frame liggen)
- Mutatie van een splice-herkenningssequentie: verstoort de correcte splicing
- AGG is een voorbeeld van een splice-herkenningssequentie
Germline versus somatische mutaties:
- Germline mutatie: de mutatie manifesteert in alle cellen van het nageslacht
- De ouders zijn drager van de mutatie of de mutatie is opgetreden in de gameten
- De meeste overerfbare ziektes zijn gevolgen van germline mutaties
- Somatische mutatie: de mutatie manifesteert alleen in de dochtercellen van een gemuteerde cel
- Treedt op bij DNA-replicatie tijdens de ontwikkeling
- Een gevolg van somatische mutaties is kanker
Het ontstaan van DNA-schade en mutaties
Er is een verschil tussen DNA-fouten en mutaties:
- DNA-fouten geven een verstoring van de dubbele helix → zijn herkenbaar voor een enzymcomplex → cel kan hier nog op reageren
- Mutaties zijn voor de cel niet herkenbaar → worden niet hersteld
Het kost een mismatch van twee basen twee replicatierondes voordat de fout is gefixeerd in het genoom en is veranderd in een mutatie.
Mutaties ontstaan tijdens de DNA-replicatie:
- Door DNA-replicatiefouten
- DNA-polymerase maakt 1 fout per 105 incorporaties → per celdeling zijn er 60.000 fouten
- Door proofreading (exonuclease-activiteit) van DNA-polymerase vermindert het aantal fouten
- Het aantal fouten is nu 1 op 107
- Mutaties die de proofreading domeinen van polymerase delta en epsilon aantasten vergroten de kans op darmkanker
- De activiteit van polymerase inclusief exonuclease levert per celdeling 600 fouten op
- Het aantal fouten is nu 1 op 107
- Mismatch herstel: reduceert het aantal fouten van 1 op 107naar 1 op 109 of 1010
- Mismatch-repair eiwitten verwijderen het nieuw gesynthetiseerde DNA tot aan het foute basepaar, waar vanuit de keten opnieuw wordt opgebouwd
- Mutaties in MLH1, MSH2 of PMS2 vergroten de kans op Lynch-syndroom
- Hierbij is er een mismatch herstel deficiëntie, waardoor er een predispositie voor darmkanker is
- De activiteit van polymerase inclusief exonuclease inclusief mismatch herstel levert minder dan 1 fout per celdeling op
- Door replicatie van beschadigd DNA (door translaesie synthese polymerases)
- Translaesie synthese polymerases zijn enzymen die specifiek het beschadigde DNA repliceren → kunnen dan wel een nucleotide inbouwen (niet altijd foutloos)
- Er zijn minimaal 15 verschillende DNA-polymerases, waarvan 6 specifiek beschadigd DNA repliceren
- Deze zijn minder nauwkeurig dan het normale DNA-polymerase, maar zorgen er wel voor dat de replicatie wordt voortgezet
- Er zijn minimaal 15 verschillende DNA-polymerases, waarvan 6 specifiek beschadigd DNA repliceren
- Hierbij kan replicatie van verschillende beschadigingen optreden:
- Omgeving-geïnduceerde DNA-schade
- Bv. door UV-straling
- Beschadigd DNA door endogene bronnen
- Bv. door vrije radicalen → komen vrij bij een normaal celmetabolisme
- Beschadigd DNA door chemische instabiliteit: verlies van 10.000 basen per cel per dag
- Bv. door spontane mutaties zoals depurinering en deaminering
- Omgeving-geïnduceerde DNA-schade
- Translaesie synthese polymerases zijn enzymen die specifiek het beschadigde DNA repliceren → kunnen dan wel een nucleotide inbouwen (niet altijd foutloos)
DNA-beschadigende factoren:
Er zijn verschillende DNA-beschadigende factoren:
- Leefstijl (blootstelling aan UV, roken, alcohol, etc.)
- Omgeving (industriële vervuiling)
- Medische behandelingen (röntgenfoto’s, CT-scans, chemotherapie)
- Voedsel (chemicaliën)
UV-straling:
UV-straling kan leiden tot een covalente binding tussen twee naast elkaar gelegen basen → het DNA-polymerase blokkeert en er wordt een translaesie synthese polymerase (TLS) naar de afwijkende base getransporteerd om daar een nucleotide in te bouwen:
- Soms herkent TLS de afwijkende base en kan de juiste base worden ingebouwd.
- Soms gebeurt dit niet en wordt een verkeerde base ingebouwd
- Een verkeerd ingebouwde nucleotide heeft minder ernstige gevolgen dan DNA dat vanaf de afwijkende base niet gerepliceerd wordt
- DNA-polymerase ŋis specifiek voor de replicatie van DNA-schade door UV-straling
Xeroderma Pigmentosum:
Xeroderma Pigmentosum is een syndroom waarbij sprake is van een deficiëntie van de Pol η translaesie synthese of van de nucleotide-excisieherstel. Gevolgen zijn pigmentatie van de huid en een verhoogde kans op tumoren bij veelvuldige blootstelling aan zonlicht.
Chemische instabiliteit:
DNA zelf is niet stabiel. Er zijn twee vormen van chemische instabiliteit:
- Depurinering
- De base wordt door opname van water losgekoppeld van het nucleotide
- Depurinering creëert apurinische plaatsen (AP-sites) → plaatsen in het DNA waar geen base voorkomt
- Per dag worden 20.000 AP-sites gevormd → de coderende capaciteit van het genoom vermindert
- Depurinering creëert apurinische plaatsen (AP-sites) → plaatsen in het DNA waar geen base voorkomt
- De base wordt door opname van water losgekoppeld van het nucleotide
- Deaminering
- In cytosine komt op de plaats van de dubbel gebonden NH2-groep (amine) een dubbel gebonden O-atoom → het molecuul verandert in uracil → gaat baseparen met adenine
- Door het O-atoom kan er een tweede waterstofbrug worden gevormd
- Deanimering creëert dus een U-A baseparing
- Vindt ongeveer 100x per genoom per dag plaats → verandert de coderende capaciteit van het genoom
- In cytosine komt op de plaats van de dubbel gebonden NH2-groep (amine) een dubbel gebonden O-atoom → het molecuul verandert in uracil → gaat baseparen met adenine
Het is belangrijk de schade te repareren voordat het DNA wordt gerepliceerd → tijdens de replicatie vindt fixatie plaats.
Exogene bronnen:
Er zijn verschillende exogene bronnen die kunnen leiden tot DNA-schade:
- Basemodificaties
- Ontstaan bv. door vrije radicalen of sigarettenrook
- Worden hersteld door base-excisieherstel (BER)
- Bulky DNA damage
- Ontstaan bv. door UV-straling
- Wordt hersteld door nucleotide-excisieherstel (NER)
- Dubbelstrengse breuken
- Ontstaan door ioniserende straling
- Worden hersteld door dubbelstrengs-breukherstel
- Non-homologous end joining (NHEJ)
- Homologe recombinatie (HR)
Overzicht:
Een overzicht van hoe mutaties kunnen ontstaan:
- Replicatiefouten
- Mismatches: inserties/deleties
- Hydrolysereacties
- Depurinering: AP-plaats
- Deaminering: baseparing met uracil
- UV-licht
- Helix-verstorende laesies
- Reactieve metabolieten
- Baseschade
- Straling → replicatievork collapse
- Dubbelstrengse breuk
Herstelmechanismen voor DNA-schade
Er zijn verschillende mechanismen die DNA-schade kunnen herstellen.
Base-excisieherstel (BER):
Dubbelstrengs DNA is een duplex van twee complementaire moleculen → het draagt twee kopieën van de genetische informatie. Bij een basemodificatie is de informatie die in één streng beschadigd is, wel aanwezig in de andere streng.
Zo kan uracil-DNA-glycosylase een uracil-base uit het DNA verwijderen, waardoor de andere streng als template wordt gebruikt om een nucleotide opnieuw te incorporeren:
- Epi-endonuclease koppelt het resterende suikerfosfaat los → wordt verwijderd uit de backbone
- Een nieuw nucleotide met een base die complementair is met de base op de nog intacte DNA-streng wordt door DNA-polymerase ingebouwd
- Dit kan door ligase-activiteit: koppelt een nieuwe nucleotide aan het 5’-uiteinde van de nucleotide die al is ingebouwd
Nucleotide-excisieherstel:
Nucleotide-excisieherstel is gebaseerd op hetzelfde principe als BER: de beschadigde nucleotide wordt verwijderd en de nog intacte DNA-streng wordt gebruikt als templatestreng. Hierbij zijn enzymen betrokken:
- Er zijn verschillende enzymen die specifiek zijn voor een bepaalde beschadiging
- Deze enzymen herkennen niet de afwijking zelf, maar de verstoring in de helix
Nucleotide-excisieherstel (en BER) zorgt ervoor dat tijdens de DNA-replicatie er geen DNA-schade meer aanwezig is → er treden geen mutaties op.
- Nucleotide-excisieherstel deficiëntie leidt tot Xeroderma Pigmentosum
Non-homologous end joining (NHEJ):
Bij non-homologous end joining worden de gebroken chromosomen na een kleine bewerking van de uiteinden aan elkaar geplakt. Dit wordt gedaan door enzymen. Het mechanisme vindt plaats als de suikerfosfaat backbone is gebroken.
- NHEJ heeft mutaties (vaak deletie) als gevolg
- Klinische manifestatie van foutieve NHEJ zorgt voor stralingsgevoeligheid en immuundeficiëntie
Homologe recombinatie (HR):
Homologe recombinatie kan alleen optreden als het DNA pas net gerepliceerd is → alleen dan is er een kopie van het chromosoom aanwezig. Homologe recombinatie:
- Herstelt een dubbelstrengse breuk door het gebruik van zusterchromatiden of homologe chromosomen
- De uiteinden worden bewerkt → krijgen een 3’-staart
- Eén 3’-staart bindt aan het zusterchromatide → wordt verder gesynthetiseerd totdat het weer alle informatie bevat
- De andere 3’-staart bindt aan het nieuw gesynthetiseerde deel van de ene streng
- Het gat dat zich in de andere streng bevindt wordt opgevuld
- Heeft geen mutaties tot gevolg
- In het proces kunnen wel mutaties plaatsvinden: leiden tot borst- en eierstokkanker
- Bij de borstkankergenen (BRCA1 en BRCA2) worden de breuken niet foutloos hersteld → mutaties → kanker
- Allelfrequentie: 1/1000
- Bij de borstkankergenen (BRCA1 en BRCA2) worden de breuken niet foutloos hersteld → mutaties → kanker
- In het proces kunnen wel mutaties plaatsvinden: leiden tot borst- en eierstokkanker
Overzicht
Soort schade | Bron van de schade | Type DNA-repair | Mal (template) |
Verlies van purine base | Spontane hydrolyse | Base Excisie Repair | Complementaire Streng |
De-aminering van cytosine-base | Spontaan | Base Excisie Repair | Complementaire Streng |
Geoxideerd Guanine: oxo-guanine | Metabolisme, Reactive Oxygen Species (ROS) | Base Excisie Repair | Complementaire Streng |
Base mismatch | Replicatiefout | Mismatch Repair | Complementaire Streng |
Thymidine dimeren | UV-licht | Nucleotide Excisie Repair | Complementaire Streng |
Grote DNA adducten | Genotoxische stoffen als Benzopyreen | Nucleotide Excisie Repair | Complementaire Streng |
Dubbelstrengsbreuk | Ioniserende straling (X-rays) | Homologe Recombinatie Repair | Zusterchromatide |
Non-Homologous End Joining | Geen |
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020
- Cel tot Molecuul HC2: Genoomorganisatie
- Cel tot Molecuul HC3: Mitose en meiose
- Cel tot Molecuul PD1: Velocardiofaciaal syndroom
- Cel tot Molecuul PD2: Chromosoomafwijkingen
- Cel tot Molecuul HC4: Nucleïnezuren en eiwitten
- Cel tot Molecuul HC5: Translatie en eiwitstructuur
- Cel tot Molecuul HC6: Repair
- Cel tot Molecuul PD3: Familiaire Kanker
- Cel tot Molecuul PD4: Hemoglobinopathieën (HbP)
- Cel tot Molecuul HC7: Genomics in de moderne Geneeskunde (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC8: Celmembranen en transport
- Cel tot Molecuul PD5: Ionkanaalziekte
- Cel tot Molecuul HC9: Eiwittransport in de cel
- Cel tot Molecuul WC1: Inzoomen op organellen (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC10: Prenatale diagnostiek en screening (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC11: Ligand-eiwitbinding en enzymologie
- Cel tot molecuul HC12: Glucose en vetmetabolisme
- Cel tot Molecuul HC13: Glucose homeostase
- Cel tot Molecuul PD6: Mono-genetische diabetes
- Cel tot Molecuul HC14: Van zeldzaam naar veelvoorkomend (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC15+16: Overervingspatronen
- Cel tot Molecuul HC17: Kansrekenen
- Cel tot Molecuul HC18: Triplet expansie ziekte
- Cel tot Molecuul HC19: Wil je het weten? (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC20: Inleiding communicatie en signaaloverdracht
- Cel tot Molecuul HC21: GPRC's en 2nd messengers
- Cel tot Molecuul HC22: RTK's en insulinesignalering
- Cel tot Molecuul PD7: Cellulaire communicatie verstoord
- Cel tot Molecuul HC23: Therapieën in de maak (thema overstijgend)
- Cel tot Molecuul HC24: Cytoskelet
- Cel tot Molecuul HC25: Extracellulaire matrix
- Cel tot Molecuul PD8: Bindweefselziekte
- Cel tot Molecuul Proeftentamen
- Cel tot Molecuul: Antwoorden proeftentamen
Contributions: posts
Spotlight: topics
Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020
Een complete bundel van de hoorcolleges behorend bij het blok van Cel tot Molecuul geschreven in studiejaar 2019/2020
- Lees verder over Collegeaantekeningen Cel tot Molecuul 2019/2020
- 2558 keer gelezen
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1837 |
Add new contribution