Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 2054 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van odnerwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4 Prota, Goederenrecht paragraaf 12 en 13, 15 t/m 20 van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelignen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten dat het begrip "traditio" tweeslachtig is. Je kunt er allereerst mee bedoel; "overdracht". Er moet dan sprake zijn van titel, beschikkingsbevoegdheid en levering (3:84 BW). De tweede betekenis is bezitsverschaffing (levering). Voor bezitsverschaffing moet het bezit dan dus ook worden verschaft.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Hoe kun je in het Romeinsrecht bezit verkrijgen?
Het verschil tussen beide is dat bij bezitsverschaffing het verzit van een anders krijgt, indien je het zelf doet is er sprake van inbezitneming. Bezitsoverdracht is een term die Romeinen niet kende. Het ging om een feitelijke handeling.
- Wat is het verschil in Nederlands recht en Romeins recht voor de verkrijging van het bezit van onroerende zaken?
Voor het Nederlands recht is een akte voor bezitsverschaffing van onroerende zaken wél vereist, voor het Romeins recht niet.
De Romeinen keken waar het economisch belang van het contract lag. Als je iets in bruikleen krijgt, dan ligt het belang van het contract bij de gebruiker. Dit betekende dat van hem een hoge zorgplicht werd verwacht. Hij was sneller aansprakelijk als hij het niet teruggaf of dergelijke. Als je iets in bewaarleen krijgt, bijvoorbeeld je geeft je jas af bij een concert, dan ligt het belang van het contract bij de bewaargever; diens jas wordt gratis bewaakt. Hier is het niet de debiteur die het belang heeft, maar de gever.
Indien de nakoming onmogelijk is geworden, dan is van belang waar het belang van het contract ligt want bij diegene ligt logischerwijs ook de meeste zorgplicht. De debiteur is sneller aansprakelijk. Behalve bij bewaargeving, dan was je later aansprakelijk omdat je dan als crediteur handelt. Zie in ons huidige BW, art.6:27.
Indien de nakoming nog mogelijk is, dan krijgt men eerst nog een tweede kans om als nog na te komen. De crediteur heeft pas recht op vervangende schadevergoeding als de debiteur in verzuim is. (In het Romeins, mora genoemd). Er is dan eerst een ingebrekestelling nodig.
Er is soms sprake van verzuim uit de aard van de zaak, dit kan in de volgende gevallen:
Termijn. Als er een gestelde termijn verstrijk dan ben je direct in verzuim.
Stilzwijgende termijn of aard van de prestatie. Denk bijvoorbeeld aan de huur van een Sinterklaaspak.
Weigering debiteur. Indien de debiteur weigert te presteren.
Onbehoorlijke prestatie. Hier zit een verschil tussen het Romeinse Recht en ons huidige recht. In het Romeins Recht was de debiteur direct in verzuim als hij een onbehoorlijke prestatie leverde. Bijvoorbeeld als een machine niet werkt, dan kon de crediteur direct vervangende schadevergoeding vragen. In ons huidige recht wordt er nog een tweede kans gegeven om als nog te kunnen presteren.
Verbintenissen gaan teniet door een betaling, overmacht, oplossing van de verbintenis tot betaling van schadevergoeding of door de dood. De dood is een uitzondering, exceptio firmat regulam. De vermogensbestanddelen gaan normaal gesproken over naar de opvolgers, maar soms zorgt de dood ervoor dat verbintenissen teniet gaan. Dit gebeurt bij het volgende:
Lastgeving. De overeenkomst eindigt en de vorderingen gaan over op de erfgenamen, behalve overeenkomsten van lastgeving. Die erven zij niet.
Maatschap. De overeenkomst eindigt en de vorderingen gaan over naar de erfgenamen, behalve de overeenkomsten uit de maatschap. Die erven zij niet.
Verbintenissen uit een onrechtmatige daad.
Let op! Indien je te maken hebt met een verbintenis die teniet gaat door de dood van een pleger van die verbintenis, en je had al een actie ingesteld voordat hij dood ging (litis contestatio) dan bevroor de verbintenis. De rechter kon dan wel degelijk tot een veroordeling komen, want hij oordeelde op grond van de datum dat de actie werd ingesteld, dus toen de pleger nog leefde.
Bij vermenging zijn de crediteur en de debiteur dezelfde persoon geworden door erving. Bij inbetalinggeving mag je met toestemming van de crediteur een andere prestatie leveren. Dit is anders dan een facultatieve verbintenis want daarbij heeft de debiteur van het begin af aan de mogelijkheid gehad om te kiezen welke prestatie hij zal leveren. De inbetalinggeving staat tegenwoordig in art.6:45 BW.
De Proculianen zeiden dat het exceptief werkt: de exceptie vervalt als de in betaling gegeven zaak niet voldoet. De verbintenis was verlamd maar als de inbetalinggeving niet deugt wordt hij weer werkend.
De Sabianen zeiden dat inbetalinggeving een einde maakt aan de huurovereenkomst. Als er iets mis is met de inbetalinggeving, dan is de debiteur aansprakelijk alsof hij de koe aan de crediteur heeft verkocht.
De Romeinen volgden de opvatting van de Sabianen.
Een verrekening wordt gedaan bij twee verbintenissen. De twee verbintenissen worden vergeleken tot het verrichten van soortgelijke prestatie, doorgaans geld. Dit werkt van rechtswege. Als je toch betaalt aan een partij dan ontstaat er een onverschuldigde betaling. Als iemand failliet is, dan werkt de verrekening als voorrecht.
Bij schuldvernieuwing gaat een oude verbintenis teniet. Het is een overeenkomst in de vorm van een stipulatio. Er vloeit een nieuwe verbintenis voort uit de schuldvernieuwing. Dit gebruikte men vaak om de prestatie te wijzigen.
De kwijtschelding is een overeenkomst die op twee manieren kan plaatsvinden. Enerzijds door de stipulatio (formeel en consumptief) en anderzijds door een pactum de no petendo (informeel en exceptief).
In deze bundel worden collegeaantekeningen uit het verleden met recentere updates in de vorm van sheetnotes gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1656 |
Add new contribution