Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 2054 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
De testamen waarin kinderen werden onterft konden worden aangevocht bij een speciale rachtbank. Deze rechtbank heette "centumviri". Deze bestond uit 100 vaste rechters en was opgedeeld in kamers van 10 mannen. Deze rechtbank ontwikkelde jurisprudentie.
Indien iemand zijn kinderen onterft, werd krankzinnig verklaard. Indien dit gebeurde was het testament dus ongeldig. Deze schenkingen werd bij het vermogen opgeteld en de legitieme portie wordt over dit vermogen berekend.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe worden de verschillende bestanddelen van een nalatenschap verdeeld?
- Vorderingen; worden van rechtswege verdeeld. Zoveel nieuwe vorderingen als er erfgenamen zijn worden in verhouding verdeeld tot hun erfdeel. Dit geldt tevens voor schulden.
Men kan op twee manieren aangewezen zijn op een nalatenschap. Op grond van de wet en op grond van een testament. Indien er geen testament is, dan wijst de wet een erfgenaam aan. Indien er wel een testament is, dan wordt die natuurlijk uitgevoerd. Maar een belangrijke vraag is op welk moment verkrijgt de erfgenaam een nalatenschap? Dat hing er van af wat voor soort erfgenaam je was, kortom van de status van de erfgenaam.
De Romeinen onderscheidden twee typen erfgenamen:
Sui of necessarii : de eigen of noodzakelijke erfgenamen. Diegene die zelf pater familias worden als hun pater familias komt te overlijden. De plichten werden onmiddellijk overgenomen door de nieuwe pater familias. Romeinen deden aan voorouders cultes: voor de voorouders nagedachtenis zorgen. Die taak was van de pater familias, dus die taak moest onmiddellijk worden voortgezet. Kortom, de nieuwe pater familias is er onmiddellijk als de oude overlijdt. Die moet deze taak meteen overnemen. Daarnaast verwierf je ook direct het vermogen van de pater familias. Dus je nam direct de plichten en het vermogen op. Kern: je erft van rechtswege. Deze groep erfgenamen wordt niet gevraagd wat ze er van vinden, ze worden automatisch erfgenaam.
Voluntarii, de vrijwillige erfgenamen: die moeten hun wil bepalen, zij moeten zeggen of ze al dan niet de erfenis willen verkrijgen. Als ze dat willen, dan aanvaarden ze de erfenis en krijgen ze die pas op het moment van aanvaarding de erfenis. Het rechtsgevolg van aanvaarding is dat hij met terugwerkende kracht werkt, op het moment van overlijden wordt dus gedaan alsof de erfenis al is overgegaan. Dat is dus in werkelijkheid niet zo, want de erfgenaam moet eerst aanvaarden en dan bekomt hij de erfenis. Kern: aanvaarding.
In ons huidige recht geldt het saisine beginsel. Dat houdt in dat op het ogenblik dat de erflater overlijdt, zijn erfgenamen automatisch zijn erfenis verkrijgen. 'De dode stelt de levende in bezit' - saisine. Maar ze mogen nog wel kiezen, ze kunnen er nog van af: je kan de erfenis verwerpen. Kern: verwerpen. Dit verwerpen werkt met terugwerkende kracht. Dit is overgenomen van het Franse recht.
In beginsel kon je er niet van af. Als je eenmaal erfgenaam was, dan bleef je dat ook. Dit hield ook verband met die voorouders plicht. Krachtens de wet kon je niet ontkomen aan de erfenis. Maar naast het wettenrecht (ius civile), kende de Romeinen ook het ius praetorium. De Praetor kon de wet aanpassen. De erfgenamen die konden aantonen dat de erfenis nadelig was konden de beneficium abstitendi krijgen. De negatieve consequentie wilde men dan niet. Dat kon, maar dan kreeg je ook de baten niet. De Praetor zorgde ervoor dat de erfgenaam die afstand deed van de schulden, niet kon worden aangesproken door een schuldeiser. De Praetor zorgt ervoor dat schuldeiser de erfgenaam niet kan aanspreken en andersom zorgt hij ervoor dat de erfgenaam schuldenaars niet kon aanspreken. Kortom, door beneficium had je geen schulden maar ook geen baten. Het enige wat je nog had was de naam, dat je erfgenaam was.
Dat kon men formeel doen via de cretio. Daarnaast zijn er nog andere manieren. Het kon tevens stilzwijgen, pro herede gestio, je kon de erfenis stilzwijgend aanvaarden door je te gedragen als de erfgenaam. Dit kun je doen door handelingen te verrichten die eigenlijk alleen door erfgenamen worden verricht, bijv. het verkopen van een auto die in de erfenis zit. De erflater kon een termijn stellen voor aanvaarden, dit moest men dan wel in een testament worden gezet. Indien de erfgenaam weigert, heb je geen erfgenaam. Dan kon je in het testament een substituut erfgenaam opnemen. Die kan ook weer beslissen of hij wel/niet aanvaard, indien hij aanvaard dan wordt gedaan alsof de substituut altijd de erfgenaam was.
De erfgenaam die is aangewezen kun je aanspreken in rechte. De erfgenaam krijgt dan een termijn van beraad door de rechter, tempus deliberandi. Maar wat als de erfgenaam in de tijd van beraad overlijdt? De geroepenheid van de voluntarii vererft niet. De erfgenaam van de voluntarri heeft dus niet ook de erfenis waar de voluntarii nog over aan het nadenken was. In dit geval werd de substituut de erfgenaam voor de erfenis waar de voluntarii over nadacht. Dit gold niet voor sui of necessarii, zij konden nog verwerpen. Die erfgenaam van sui of necessarii kreeg wel beide erfenissen en hij kon de erfenis van bijv. de opa nog verwerpen. Justitianus vond dit een beetje krom en zorgde ervoor dat de geroepenheid ook over werd gedragen bij de voluntarii. Kortom, uiteindelijk werd beide nalatenschappen overdraagbaarheid. Dit geldt naar huidig recht nog steeds.
Een rustende nalatenschap is een nalatenschap waarover de erfgenaam nog moet beslissen. In ons recht is zo'n beslissing van termijn geen probleem, maar bij de Romeinen wel. In een nalatenschap zaten namelijk ook vaak slaven, en die gingen niet bij de pakken neer zitten, zij gingen vaak gewoon door met hun taken. Maar van wie waren nu die zaken die de slaven kochten? De zaken die slaven verwerven vielen nog in de nalatenschap, die worden toegerekend tot de erflater ook al is die al dood.
Indien er boetebeding open viel, de erflater had iets moeten doen maar niet gedaan. Dan kwam die boete op de naam van de erfgenaam te staan, indien hij de erfenis uiteindelijk aanvaard.
Kun je zaken stelen uit een nalatenschap waarover nog niet is aanvaard? De Romeinen zeiden van niet, het zijn op dat moment zaken die tot niemand toebehoren, res nullius. Je kon het dus niet strafbaar stelen, maar je kreeg pas na een jaar de eigendom erover. De erfgenaam als die aanvaardde kon die zaken dus nog binnen een jaar opeisen via revindicatie.
Op den duur werd verlangd om het een minder heftige keuze van te maken, dat kwam er door Justitianus: het beneficium inventarii, het voorrecht van boedelbeschrijving. Dit kennen wij nog steeds.
Wat houdt het in? Het is een voorrecht dat wordt verleend aan erfgenamen. Door dit mechanisme worden beide vermogens gescheiden gehouden in plaats van vermenging van de beide vermogens. Er wordt een boedelbeschrijving opgemaakt door de notaris. Stel er is niet genoeg in het vermogen om de schuldeisers te betalen, dan wordt de boedel ter gelde gemaakt. Er komt als het ware een faillissement en dan krijgen alle schuldeisers een deel van hun vordering betaald. In de tijd van Justitianus was voor schuldeisers: wie eerst komt wie eerst maalt. De erfgenaam heeft geen last meer van de schuldeisers, de overige vorderingen kunnen niet meer worden verhaald op het privé vermogen van de erfgenaam. Stel er is een vermogen over na het betalen van schuldeisers, dan krijgt de erfgenaam dat overgebleven bedrag. Dat vloeit dan in je eigen vermogen.
Als je van de boedelbeschrijving gebruikt wilt maken, moeten de schuldeisers worden opgeroepen. Veel erfgenamen willen dat niet, omdat het dan lijkt alsof de erfgenamen zijn erflater niet vertrouwd. Zij willen niet dat alles openbaar wordt.
Stel de erflater heeft voldoende om iedereen te betalen, maar hij heeft een erfgenaam die volkomen failliet is. Als er niets zal gebeuren dan vloeit het nalatenschap samen met beide vermogens. Kortom, de schuldeisers van de erflater en de erfgenaam komen dan op dat vermogen af, het is dan mogelijk dat er dan niet voldoende vermogen is voor de schuldeiser van erflater. Hier kwam een middel voor, het beneficium separationis: het voorrecht van boedelafscheiding. Dit ten behoeve van de nalatenschapschuldeisers. Het vermogen moet weer gescheiden blijven, eerst komen de schuldeisers van de erflater aan bod. Dat wat over blijft gaat daarna naar de erfgenaam, en dat wordt verdeeld over de schuldeisers van de erfgenaam zelf. Hierdoor wordt de schuldeiser van de erflater beschermd zodat zij niet minder krijgen door een failliete erfgenaam.
Wat als erflater schuldeiser vermogen hebben afgescheiden, maar blijkt dat er niet genoeg in het vermogen van de erflater zit om die schuldeisers te betalen. Kunnen die schuldeisers zich dan beroepen op het vermogen van de erfgenaam? Het gaat om voorrechten, dus zij kunnen wel degelijk de erfgenaam aanspreken. Het voorrecht werkt ten behoeve van de schuldeiser van de erflater maar staat hun niet in de weg om op het vermogen van de erfgenaam de rest te verhalen. Het is dan ook verstandig om beide gebruik te maken van de voorrechten, zowel de erfgenaam als de schuldeiser erflater. Op die manier houdt de erfgenaam hun buiten de deur.
Meestal meer dan één erfgenaam. Zowel voor het intestaat als testamentair kunnen er problemen voordoen bij meerdere erfgenamen. Kortom het valt onder de algemeenheid van het erfrecht.
Een vermogen bestaat uit absolute rechten (alle eigendommen), vorderingen (op bank / personen) en de schulden. Het probleem is dat deze verschillende bestanddelen op verschillende wijze worden verdeeld onder de meerdere erfgenamen.
Nomina ipso iure divisa, vorderingen worden van rechtswege verdeeld over de erfgenamen. Er ontstaan zoveel nieuwe vorderingen als er erfgenamen zijn, het bedrag hangt af van hoeveel je erft (erf je de helft, dan krijg je de helft van de vordering. Erf je een kwart, krijg je een kwart van de vordering etc.).
X en Y beide erfgenamen voor de helft. Maar stel. B betaalt Y 1000. X spreekt B aan voor 500. Verweermiddel? Als B het volledige bedrag aan Y betaalt, dan verdwijnt niet de vordering van X op B van 500. Kortom, als B 1000 betaalt aan Y, dan betaalt B 500 onverschuldigd. Dit kan hij terugvorderen van Y, actio indebiti. Daarvoor is wel vereist dat hij in dwaling, bij vergissing, te veel heeft betaald. Is dat niet het geval dan krijgt hij het niet terug want dan wordt van een schenking uitgegaan.
Nomina ipso iure divisa, schulden worden ook van rechtswege verdeeld onder de erfgenamen. Schulden worden op dezelfde wijze verdeeld als vorderingen.
X en Y erfgenaam, beide een schuld 500. Indien B een vordering van Y eist van 1000. Dan kan Y zich verweren, want Y is maar voor 500 schuldig. Maar betaalt Y toch het hele bedrag, dan kan het zijn dat hij dit in dwaling doet en dan kan hij het als onverschuldigde betaling weer terugvorderen. Maar indien Y het wel degelijk wist dat hij maar 500 moest betalen, dan kan hij dat doen uit pure vrijgevigheid (in dit geval verricht hij dan een schenking). Of Y doet het medenamens ander, hij doet het voor zijn mede erfgenaam, dan kan hij proberen om de andere 500 van X te verkrijgen. Als Y dit niet meedeelt aan X dan moet Y aantonen dat hij het deed op grond van zaakswaarneming, maar dan moet wel duidelijk zijn dat de betaling niet tegen de wil van X was.
Stel X en Y zeggen, Y betaalt de hele schuld. Maar dit is nog niet gebeurd. B vordert vervolgens 500 van X. Kan X zich daarop verweren? Nee, het is een afspraak tussen X en Y en overeenkomsten werken enkel tussen partijen die de overeenkomst aangaan. Een overeenkomst bindt nooit een derde. B kan gewoon 500 van X vorderen. Y presteert dan dus wanprestatie ten opzichte van X, dus X kan zijn betaalde weer van Y terugvorderen.
Verbintenissen, vorderingen of schulden die zich niet in een gedeelte laten nakomen. Bijvoorbeeld om een vordering tot levering van een auto. In geval van vorderingen betekent het dat ieder van erfgenamen gerechtigd is om gehele prestatie te vorderen, of bij schulden ieder van de erfgenamen geheel aansprakelijk. Doorgaand op het voorbeeld van de auto. Degene aan wie je levert wordt eigenaar. Dat leverde problemen op bij nalatenschap verdeling.
Kortom, er kwam een systeem om dit op te lossen: vorderingen worden nu onverdeeld. Dat wil zeggen dat vorderingen niet meer van rechtswege worden verdeeld, ongeacht deelbaar of ondeelbaar. Er ontstaat een gezamenlijk vorderingsrecht. Alleen samen kunnen X en Y levering vorderen. De titel strekt tot X en Y samen, nakomen moet je aan de erfgenamen samen. Voor schulden geldt nog altijd dat zij wel van rechtswege verdeeld worden.
Voor vorderingen en schulden geldt nomina ipso iure divisa: in beginsel worden zij van rechtswege verdeeld over de erfgenamen. Tenzij ondeelbaar vanwege aard van prestatie. Elk van de erfgenamen kan de vordering geheel innen of elk erfgenamen kan in zijn geheel worden aangesproken voor die prestatie met die verstande dat er maar één keer hoeft te worden gepresteerd. De schuldeiser kan kiezen wie hij aanspreekt.
In deze bundel worden collegeaantekeningen uit het verleden met recentere updates in de vorm van sheetnotes gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1988 |
Add new contribution