Inleiding Staats en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2017/2018
- 1725 keer gelezen
Beargumenteer of je het eens of oneens bent met de volgende stelling: ‘De burgemeester is het belangrijkste orgaan van de gemeente’.
In het coalitieakkoord van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht, ‘Utrecht maken we samen’, staat onder meer: ‘De ambitie om meer studenten- en starterswoningen te realiseren blijft onverminderd van kracht.’ Wethouder Paulus Jansen (SP) heeft de portefeuille ‘Wonen’ onder zich. Vanwege het structureel uitblijven van voldoende studentenwoningen wordt hem sinds 2014 op momenten het vuur na aan de schenen gelegd door gemeenteraadslid Steven Menke (Student en Starter). In augustus 2015 is het weer raak. Menke beklaagt zich in de gemeenteraad uitgebreid en op stevige toon over het ontbreken van adequate huisvesting voor eerstejaarsstudenten. De SP, nu met zes zetels in de raad, breekt met het voeren van het huidige beleid een verkiezingsbelofte, aldus Menke. Jansen schiet, niet voor het eerst, in de verdediging tegen dit verbale geweld. ”Als het aan mij en mijn partij lag dan waren die studentenwoningen er allang al geweest, maar zoals u weet gaat ik niet over de financiën van deze stad. Dat is niet mijn portefeuille. Voor dit soort klaagzang moet u eigenlijk bij mijn collega Jeroen Kreijkamp (D66) zijn. Dat is de wethouder van Financiën en hij gaat over de centen.”
Is de verwijzing van Jansen naar zijn collega Kreijkamp staatsrechtelijk gezien terecht?
Student en Starter, een kleine partij met twee zetels in de raad, is ‘not amused’ over de reactie van Jansen. De partij dient een motie van wantrouwen in. Deze wordt gesteund door de gehele oppositie. Dit betekent dat vijftien van de 45 raadsleden de motie steunen. Wat betekent dat staatsrechtelijk en politiek gezien voor de positie van Jansen?
Luid je antwoord anders, indien niet Studenten Starter, maar de SP deze motie indient?’
Na het bankroet in 2008 van de IJslandse bank Landsbanki en dochter Icesave kon de provincie Noord-Holland in één klap niet langer beschikken over 78 miljoen euro aan bij die bank uitstaande tegoeden. Het besluit van gedeputeerde staten eind 2008 om een juridische procedure te starten teneinde een gedeelte van de tegoeden terug te krijgen, werd op voordracht van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos door de Kroon bij Koninklijk Besluit vernietigd. Naar aanleiding van deze affaire stapten in juli 2009 alle gedeputeerden van de provincie Noord-Holland op. Toenmalig commissaris van de Koningin Borghouts toonde zich in 2009 niet solidair met zijn gedeputeerden en bleef aan. Achteraf betoonde hij hierover spijt. “Het was goed geweest als ik was afgetreden. Ik heb er spijt van dat ik toen niet meteen dat democratische gebaar heb gemaakt.” (http://www.nu.nl/economie/3678580/borghouts-heeft-spijt-van-aanblijven-icesave- a aire.html)
Zoek op internet achtergrondinformatie op over het Icesave-schandaal en beantwoord daarna de volgende vragen.
Leg uit wat een ‘(spontane) vernietiging’ is en waarom dit een bewijs is van het feit dat Nederland een eenheidsstaat is, waarin provinciebesturen binnen de kring van hun bevoegdheid niet volkomen autonoom zijn.
Wat vind je van het standpunt van Commissaris Borghouts? Was het beter geweest als hij, net als de gedeputeerden, was opgestapt?
Het gemeentebestuur van Castricum (provincie Noord-Holland) wenst in de periode van april tot en met oktober in verband met de brandveiligheid een rookverbod in te stellen in het deel van het Noord-Hollands Duinreservaat dat binnen het grondgebied van de gemeente valt. Landelijke wetgeving die het instellen van een dergelijk verbod aan de gemeente opdraagt is er niet.
Welk orgaan van de gemeente is bevoegd om het rookverbod vast te stellen en waarop is die bevoegdheid gebaseerd? Waarom is bij de beantwoording van deze vraag relevant dat er geen landelijke wetgeving is die het instellen van een dergelijk verbod aan de gemeente opdraagt?
Stel dat eind 2014 de volgende gemeentelijke regeling wordt vastgesteld:
“Het is verboden in de maanden mei tot en met september in de open lucht te roken in het Noord-Hollands duinreservaat dat valt binnen het grondgebied van onze gemeente”.
Enkele medewerkers van de PWN (het provinciaal waterwinbedrijf) wonen in een bedrijfswoning in het duinreservaat. Op een zonnige dag in juli 2015 zitten zij buiten in de tuin een sigaretje te roken. Zij worden geverbaliseerd door een dienstdoende agent. De medewerkers vragen zich af dit terecht is omdat zij twijfelen of het rookverbod wel rechtmatig is.
Geef aan of het terecht is dat zij aan rechtmatigheid van het rook verbod twijfelen.
Stel dat in 2016 het provinciebestuur van Noord-Holland, eveneens in verband met de brandveiligheid, in de open lucht een rookverbod instelt voor alle duingebieden die binnen haar grondgebied vallen.
Wat gebeurt er staatsrechtelijk gezien met het in de gemeentelijke verordening opgenomen rookverbod op het moment dat het provinciale verbod in werking treedt?
Stel dat het in vraag c beschreven provinciale rookverbod al gold voordat het gemeentelijke rookverbod van kracht werd. Zou het gemeentelijk rookverbod dan rechtmatig zijn?
Ik ben het niets eens met de stelling, in eerste instantie is de burgemeester onderdeel van het college van B&W en daarmee onderdeel van het uitvoerend orgaan. Hij is in beginsel niet betrokken bij het maken van regels die gelden in de gemeente. Alleen in noodsituaties kan dit anders zijn, dan is de burgemeester wel belangrijk. Alleen zijn noodverordening kan blijven bestaan tot de volgende bijeenkomst van de gemeenteraad en zij moeten hier dan over stemmen of ze het er mee eens zijn. Uiteindelijk ligt het laatste woord dus bij de gemeenteraad en niet bij de burgemeester. Verder is de burgemeester niet gekozen en de gemeenteraad wel. Dit geeft ook nog eens mindere legitieme macht aan hem.
Nee, dhr, Jansen is onderdeel van het college van B&W. De leden van het college hebben individueel geen bevoegdheden en kunnen dus niet persoonlijk aangesproken worden. Het college van B&W heeft als één geheel bevoegdheden en moeten daar zo ook op aangesproken worden. De verantwoordingsplicht voor het nalaten van taken in dit geval berust niet bij één wethouder, maar bij allemaal. Dhr. Jansen kan dus niet verwijzen naar zijn college, want het is net zo goed zijn bevoegdheid. Dit is geregeld in hetmCollegialiteitsbeginsel art. 169 lid 1 Gemeentewet jo. art. 34 Gemeentewet (burgemeester is ook apart een orgaan) (bevoegdheden worden op gemeentelijk niveau (college van B&W) niet afzonderlijk aan de wethouders geattribueerd. De wethouders voeren in mandaat dingen namens het college van B&W)
Vraag 2b
Dit betekent dat het vertrouwen door één derde van de gemeenteraad in dhr. Jansen heeft opgezegd. Dit is geen meerderheid zal daarom in beginsel niet leiden tot het aftreden van dhr. Jansen. Hij kan aanblijven, tenzij hij zelf vindt dat hij af moet treden. Politiek gezien ligt hij niet echt onder vuur. Als er meer mensen zijn dan kan dit bijna een meerderheid zijn en leiden tot zijn aftreden. Gebaseerd op de vertrouwensregel in art. 49 Gemeentewet (vertrouwensregel wel op decentraal niveau, maar niet op landelijk niveau)
Nee, het maakt niet uit wie de motie indient het gaat er alleen om of de motie aan genomen wordt door een meerderheid wil dit tot zijn aftreden leiden (staatsrechtelijk gezien). Ja, dit houdt in dat zijn eigen partij geen vertrouwen meer in hem heeft. Zijn achterban in de gemeenteraad is weg en dit kan direct leiden tot zijn aftreden. (politiek gezien)
Spontane vernietiging is de grondwettelijke bevoegdheid van de Kroon om beslissingen van organen van provincies of gemeenten ongedaan te maken. De Kroon kan deze beslissingen vernietigen wegens strijd met het recht of wegens strijd met het algemeen belang. In dit geval is de juridische procedure om de tegoeden van provincie Noord-Holland terug te eisen, niet van algemeen belang. Dit komt er meer mensen waren die veel geld daar hadden geplaatst en zij dit ook terug wilde hebben. De provincie had er zoveel geld opstaan dat het terugvorderen ten koste kon gaan van de rest van de burgers en hun privégeld. De gedecentraliseerde eenheidsstaat komt hier duidelijk naar voren, omdat de provincie tot op zekere hoogte zelf mocht bepalen wat zij wilden doen, maar de regering (in dit geval Minister Bos) het laatste woord heeft over de acties van de provincie. Dit toont aan dat de provincie ondergeschikt is aan de regering, maar doordat zij de keuze hadden om het geld daar te stallen en een juridische procedure te starten, laat zijn dat zij toch een vorm van autonomie heeft.
Art. 132 lid 4 GW spontane vernietiging (repressief toezicht) Art. 132 lid 1 GW preventief toezicht
Art. 132 lid 5 GW regeling bij taakverwaarlozing
Art. 268 Gemeentewet verdere regeling spontane vernietiging
Ja, samen vormen zijn de uitvoerende macht van de provincie. Als het merendeel vindt dat zij niet het vertrouwen van het volk kunnen genieten dan moeten ze allemaal opstappen. Dit omdat zij een geheel vormen met alle keuzes die zij gemaakt hebben, iedereen kan er op aan gesproken worden. Alleen als Borghouts zich duidelijk vooraf had gedistantieerd van deze actie dan was zijn aanblijven terecht geweest.
Art. 34 Provinciewet samenstelling Gedeputeerde staten met commissaris erbij en geeft aan dat hij hier voorzitter van is.
Art. 182 Provinciewet ambtsinstructie van de commissaris van de Koning (vormt samen met de ambtsinstructie de rijkstaken als rijksorgaan van de commissaris)
Art. 175 Provinciewet taken als provincieorgaan
Nee, provinciale staten kiezen de gedeputeerde staten daardoor kunnen zij dwingen tot opstappen van de gedeputeerd staten. De commissaris wordt benoemd bij een koninklijk besluit en zij kunnen hem ontslaan (dit geldt ook voor de burgemeester). Er is wel een soort vertrouwensregel zie art. 62b lid 2 Provinciewet
De gemeenteraad is bevoegd om deze maatregel vast te stellen volgens art. 149 Gemeentewet en art. 10 Tabakswet. De beantwoording van de vraag of er geen landelijke wetgeving die het opdraagt om zo’n verbod op te leggen komt neer op de vraag of er sprake is van autonomie of medebewind. Is er een geen regeling van hoger af dan is er sprake van autonomie. Bij medebewind is de wettelijke grondslag anders.
Huishouding is de restcategorie: alles wat niet in hogere regelingen geboden of verboden wordt, mogen de gemeenten hier zelf over beslissen
Bevoegdheid gemeenteraad art. 127 GW, Art. 147 Gemeentewet, art 108 Gemeentewet en art. 149 Gemeentewet. Art 124 GW
Het gaat hier om de benedengrens, er wordt getreden in de bijzondere belangen der ingezetenen. De regeling is veel te ruim opgesteld. Alleen is in dit geval de regeling wel rechtmatig en wordt niet overschreden gezien de locatie van het huis. Het gaat hier om brandveiligheid en dat raakt indirect het algemeen belang als dit geschonden wordt.
De gemeentelijke verordening is niet meer van belang. Er is een hogere regeling met hetzelfde onderwerp. De gemeentelijke verordening vervalt van rechtswege.
Wettelijke bepalingen zijn art. 122 Gemeentewet. Emmense baliekluivers regelt een wet hetzelfde onderwerp, met dezelfde materie en met hetzelfde doel dan gaat de hogere regelgeving voor op de lagere regelgeving
Het gemeentelijk rookverbod zou rechtmatig kunnen zijn. Er is nu sprake van een posterieure verordening. Het provinciale rookverbod en het gemeentelijk rookverbod betreffen beide hetzelfde onderwerp. Alleen de provinciale regeling is hoger dan de gemeentelijke regeling in rang. De gemeentelijke verordening spreekt de provinciale regeling in dit geval niet tegen of is hier in strijd mee. Dit betekent dat beide regelingen naast elkaar kunnen bestaan.
Wettelijke bepaling in art. 121 Gemeentewet
Kijk eerst naar het onderwerp. Is de regeling van hoger af uitputtend bedoeld (is iets uitputtend geregeld er mag niets meer aangevuld of aangepast worden). Kijk daarna of de regelingen met elkaar in strijd zijn of elkaar doorkruisen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat de werkgroepopdrachten en uitwerkingen uit 2017/2018 bij het vak Inleiding Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1748 |
Add new contribution