Samenvatting Politiek en Beleid Universiteit Leiden jaar 1 Bachelor Politicologie blok 2.
Aantekeningen en definities.
Kerntaak overheid: problemen oplossen die:
De veiligheid en welzijn van burgers aantasten
Niemand anders kan of wil oplossen
Cruciale vragen politiek:
Wat is het probleem
Wat is de oplossing
Is dit probleem haalbaar
Haalbaarheid:
Bestaat er politieke consensus
Is het betaalbaar
Mag het staatsrechtelijk
Wat zijn de bijeffecten
Is het maatschappelijk geaccepteerd
Beleid: Public policy refers to the set of activities that a government uses for a certain goal.
Beleid betrekt zich op:
Problemen en ambities
Oplossingsrichtingen
voorgeschreven handelingen
Beleid is vindbaar bij:
Beleidsnotities
Beleidssepot
Symboliek bij discours
Formeel beleid: Beleidsnotities en vastgelegd in wetten
Informeel beleid: Verankerd in werkwijzen, taal en symboliek
Domeinen beleidswereld:
Beleidsdepartementen
Regionale bestuurslagen
publiek-private samenwerking
Organisaties
Goed Beleid: Bestaat uit veel waarden met hoge waardering:
Kosten
Ethiek
Vrijheid
Efficiëntie
Totstandkoming van beleid:
Probleem krijgt politieke aandacht
Politieke aandacht
Beleid moet geformuleerd worden
Beleid wordt gemaakt
Beleid wordt geïmplementeerd
Evaluatie
Verantwoording
Rationele Paradigma van beleid: Je kijkt altijd bij beleid door een bepaalde lens.
Legitimiteit van Beleid: De overheid moet er in slagen problemen op te lossen anders komt er twijfel in de overheid en dit schaadt de legitimiteit.
Simpele problemen: niet verweven met andere beleidsterreinen en iedereen heeft er baat bij
‘Wicked Problems’ Dit zijn lastige problemen met kenmerken zoals:
Veel partners met vetorecht
Tragic choice, kiezen uit twee kwaden
Schaal van het probleem is groot over meerdere bestuurslagen en beleidsterreinen
Geen gemakkelijke oplossing
Geld en waarden staan tegenover elkaar
Een dynamisch probleem waardoor kennis altijd achter blijft op het probleem
Hoeveelheid variabelen in complexe systemen die verbonden raken en hierdoor onbeheersbaar worden
Causale verbanden zijn lastig uit elkaar te halen
VUCA
Volatility
Uncertainty
Complexity
Ambiguity
Black Swans, (Taleb)
Kans is zo klein dat voor bestuurders de kans 0 is.
Legitimiteit
Politieke kant van het probleem
Probleem wordt complexer wanneer de mensen waarover het gaat het niet interesseert
Politisering van het onderwerp (Leidt tot onenigheid en dus moeilijker oplosbaar)
Respect professionaliteit betrokken beleidsmakers (Autonomie van beleidsmaker)
Beleidsuitvoering
Topdown: Politicus > ambtenaren > uitrollen van beleid > evaluatie en aanpassingen. (Dit is echter zelden effectief)
Bottom-Up: Beleid wordt samen gemaakt met burger en de politiek
Topdown
Principaal-Agent probleem: maakt niet uit hoe beleid wordt uitgevoerd als het maar gebeurt.
Kritiek: Geen monitoring, informatie asymmetrie, negatieve beeld ambtenaren.
Bottom Up:
Samen met de burger door referenda, inspraak, enquêtes en luisteren.
Nieuwe Bestuurscultuur door co creatie
Kritiek: Draagvlak, legitimiteit, burgers zonder kennis niet gerepresenteerd, verantwoordelijkheid ligt nog altijd bij de minister.
Donkere kant Bureaucratie: Deep-state
Bureaupolitiek
Doelen raken uitzicht
Capture, verbinding met lobbyisten
Budgetmaximalisatie
Niet representatief voor de maatschappij
Beleidsnetwerken (Rhodes): De overheid kan het niet alleen en zal het moeten doen met overleg met gelegitimeerde vertegenwoordigers van groeperingen.
Verschillende typen organisaties
interdependentie tussen organisaties
Samenwerking verloopt volgens regels gesteld door de deelnemende partijen.
Autonoom van de staat
Kritiek op Beleidsnetwerken:
Shift van controle naar onderhandeling
Uitholling van de staat door afhankelijkheid aan organisaties.
Potentiële bron van delegitimering omdat deze organisaties niet democratisch zijn.
Puzzling, Powering en Meaning-Making
Puzzling:
Beleidstheorie: Ambtenaren hebben al ideeën in hun hoofd en beginnen nooit op 0. Beleid > Gedrag en vermoedens
Paradigma: Iedereen denkt op dezelfde manier omdat het zo vanzelfsprekend is.
De beleidswereld wordt gestuurd door modegrillen: komt aanwaaien en blijft een tijdje en omdat ergens aandacht voor werd gevraagd in media.
Experts kennen rol omdat problemen van hen worden aangenomen
Rationele model: Kijkend naar de situatie en het verschil van het beoogde doel.
Agenda en feiten nooit objectief
De maatschappij creëert feiten en dus ook problemen
Limitations van beleidsmakers (Merton)
Onvolledige outdated kennis
Kritiek: onverwachte(negatieve gevolgen beleid) en serendipiteit (gevolgen zijn positief)
Powering:
Institutionele structuur van een beleidssector heeft macht
Overtreft puzzling omdat bij puzzling delen worden vergeten door de kennistekorten. Hier neem macht over.
Belangen zijn belangrijk en dus ook wat er op de agenda komt.
Instituties hebben een rol omdat deze de sector begrenzen voor belangenstrijd en kan een blokkade opwerpen voor de beleidsagenda. Instituties hebben voorkeuren wat betreft de problematiek en kijken door de bril van dominante studies. (Schattschneider)
Meaning-Making:
Legitimiteit
Framing, actoren fabriceren een verhaal dat aandacht en steun genereert voor hun eigen definitie van het probleem.
Mobiliseren van maatschappelijke en politieke steun
De Agenda:
Publieke agenda, Wat het publiek belangrijk vindt
Politieke agenda, Waar de politiek besluiten over wilt nemen
Beleidsagenda, Wat door voorgaande agenda's gaat en beleid over wordt gevormd
Draagvlak van beleid:
Media
Enquêtes
Protesten
Petities
De beleidsagenda: De lijst van problemen waar beleidsmakers oplossingen voor proberen te bedenken en deze uit te voeren.
Kent een carrying capacity, bepaalt aantal issues op de agenda
Weinig ruimte voor nieuwe problemen
De geblokkeerde agenda
Punten die niet door de politieke agenda komen
Ondermijnt legitimiteit van beleidsagenda
Voedingsbodem populisme
Baumgartner & Jones
Winners en Losers
Winners zijn de mensen die toegang hebben tot machtsstructuren en die kunnen meebeslissen
Losers zijn de mensen die worden uitgesloten
Toegang tot de agenda is gereguleerd en nieuwe problemen stuiten op een muur door de al te volle agenda.
Waarom blijft beleid veel hetzelfde: incrementalisme zorgt voor kleine niet controversiële en makkelijke aanpassingen.
Beleid is stabiel en bestaande machtsstructuren hebben de macht over de issue en willen eigen plannen niet aanpassen. Een nieuwe maatschappelijke visie kan druk uitoefenen.
Probleemdefinitie (Weiss)
Geeft kijk op de oorzaken en gevolgen en dus ook de oplossingen
Elk probleem en elke oplossing heeft consequenties
Bij een suggerering van een oorzaak is er ook een oplossing
Probleemdefinities vaak complex, rommelig, zonder consensus en de aard en de oorzaken van een probleem niet hetzelfde.
Goede probleemdefinitie is:
Versimpeld
Verenigbaar
Brengt mensen op dezelfde lijn
Goed gebruik van taal en symboliek: Militair, ramp, metaforen, waarden
Beleid moet goed ontworpen zijn
Effectief, wordt het doel bereikt?
Doelmatigheid, met zo weinig mogelijk kosten
Legitiem, acceptatie en draagvlak
Expres slecht beleid maken:
Tijdskosten
Onbegrijpelijk
Ontoegankelijk
Onplezierig
Beleidsinstrumenten:
Keuze van een beleidsinstrument altijd politiek
Overheid heeft veel keuzes in beleidsinstrumenten
Wetten en regels
Voordelen: duidelijk, eerlijk, legitiem
Nadelen: dichtregelen, creativiteit, red tape
Implementatie sabotage
Diensten opbouwen
Nadelen: Duur en effectiviteit onmeetbaar
Economische instrumenten
Belastingmaatregelen
Gedragsbeïnvloeding (Nudging)
Sociale normen
Wijzen op gedrag van anderen
Nadelen: manipulatie en draagvlak
Beleidsevaluatie en verantwoording:
Evalueren: tot een oordeel komen over de geleverde prestaties van organisaties
Normatief evaluatiekader:
Specificeer wat je vindt en wat je mag verwachten
Wanneer is het beleid succesvol?
was het haalbaar?
Meten:
Vaststellen of het beleid aan de vastgestelde normen voldoet
Kaderstelling evaluatie:
Beleid moet breed gedragen zijn
Effectief bij draagvlak
Werkt dit beleid op lange termijn
Soorten evaluatie:
Programmatisch: Wat levert het op
Proces: Is er een relatie tussen uitkomst en beleid
Politiek: Is het beleid goedgekeurd door de politiek
Duurzaamheid: Beleid moet langdurig zijn
Normatief: Eigen invulling van succes
Kwaliteitsoordelen evaluatie afhankelijk van:
Wie oordeelt
Welke criteria worden beoordeeld
Wanneer en waar het wordt geëvalueerd: altijd subjectief.
Meten:
Output: Hoeveelheid
Outcome: Aanpassing gedrag
Unintended consequences
Meten lastig door:
Officiële doelen vaak vaag geformuleerd
Wat moet er gemeten worden
Specificeren is altijd met controverse en politiek gekleurd
Verantwoording: Wie is er verantwoordelijk als het beleid niet succesvol is, mislukt of rampzalige gevolgen heeft,
Definitie Verantwoording: Verantwoording betreft de relatie tussen actor en een forum waarin de actor een verplichting heeft in zijn of haar acties en beslissingen moet uitleggen en vragen over kan beantwoorden waarop een forum een oordeel kan vellen en eventuele sancties kan opleggen.
Evaluatie dient als input verantwoordelijkheid
Modellen van persoonlijke verantwoordelijkheid
Hiërarchische model, Wie is er formeel verantwoordelijkheid (kritiek: einde keten)
Collectieve model, Allemaal of niemand is verantwoordelijkheid (kritiek: Geen schuldige)
Persoonlijke model, door middel van causaliteit en doelbewust
Toerekening van verantwoordelijkheid:
Overtreding van de norm (Tijd en plaatsgebondenheid)
Causaliteit (Komt het gedrag door de overtreding)
Verwijtbaarheid (Mag je het deze persoon wel verwijten)
Verantwoordelijkheids-Arrangementen:
Hardere verantwoording: meer mensen treden af: kost tijd en geld
Zachtere verantwoording: mensen worden niet afgerekend op fouten
Overload en deficit
Evaluatie van verantwoording:
Democratisch perspectief: verantwoording is geslaagd als beleid wordt gemonitord
Constitutioneel: Verantwoording is geslaagd als er geen excessen voortkomen
Beleid is goed wanneer ervan geleerd is om zo beter beleid te formuleren
Legitimiteit van Beleid
Ontwikkelingen:
Fragmentatie politiek
Uitholling van de staat
Boze burgers door dalen vertrouwen
Legitimiteit geeft rust, dalende transactiekosten door minder overleg (Paul Krugman)
Beleid is legitiem als het rechtvaardig of geldig wordt gevonden door de mensen op wie het geldt. (Easton)
Wordt bepaald door:
Input: stem van de burger via de beleidsagenda
Throughput: Hoe is de beslissing genomen en hoe wordt het uitgevoerd
Output: Hebben we iets aan het beleid
Geaccepteerde orde (Zouridis)
Ambtenaren zich eraan houden
Het waarom van beleid kunnen uitleggen
Burgers ermee eens zijn
Kritiek: Naleving en handhaving onvolledig wat legitimiteit aantast
Principaal-agentprobleem (Dilulio)
Organisatiecultuur als verbindende factor tussen collega en organisatie
Institutie legitimeert legitimiteit doordat het niet controversieel is, er sprake is van correspondentie en het bepaalde kernwaarden heeft.
Beleid dat verkeerd uitpakt:
Beleidsorganisatie in zwaar weer
Verliest kompas
Band met omgeving wordt verbroken
Institutie verliest hierdoor politieke en maatschappelijke steun en legitimiteit
Kenmerken institutionele crisis:
Negatieve media aandacht
Veel politieke aandacht
Maatschappelijke discussie over de organisatie
Gelegitimeerd Performance Gap: toegelaten marge door tolerantie en begrip volk
Kan alleen voorkomen worden door:
Vernieuwen organisatie, anders erodeert legitimiteit
Perceptie belangrijk: Incident doet aandacht aanwakkeren
Staat vormt beleid, er is sprake van een blackbox (Peter Hall)
Manieren om beleidsveranderingen door te voeren:
Bestaand beleid tweaken door kleine aanpassingen (Incrementalisme)
Beleid als sociaal leerveld: knoppen draaien om effecten waar te nemen
Grote beleidsaanpassingen door doel veranderen.
Stabiliteit beleid wankelt wanneer:
Losers ingang vinden voor alternatieven
Verandering van retoriek wat mogelijkheid geeft monopolie open te breken.
Losers zoeken venues, andere gezaghebbenden
Uiteindelijk bepaalt de grotere macht wat prioriteit heeft
Grensoverschrijdende problemen en beleid
Collective action problem: Er wordt geen actie ondernomen omdat men ervan uitgaan dat anderen het doen
Oplossing collective action problem:
Op kleinere schaal afdwingen door middel van macht
Overtuigen: verleiden
Voordoen: moreel leiderschap
Kenmerken grensoverschrijdende problemen:
Verschillende soorten grenzen: Horizontaal: sectoren, verticaal: nationaal, regionaal
Aard en de dynamiek van een problemen moeilijk te begrijpen, Hierdoor geen aandacht en geen beleid. Hierdoor wordt het probleem erger
Botsende verantwoordelijkheden
Kant-en-klare strategieën niet beschikbaar
Grenzeloze problemen ontstaan door:
Grotere verwevenheid sectoren
Grotere complexiteit
Modernisering
Weinig interesse om op te lossen
Problemen groeien grenzen over: externalities
Gevolgen grenzeloze problemen:
Legitimiteit neemt af
Ontkoppeling van internationaal systeem
Ontmanteling van internationale verdragen
Oplossing Grenzeloze problemen: Common Ground
Lage politisering
Iedereen heeft nadeel aan het probleem
Kunnen het probleem niet ontwijken
Gedeelde geschiedenis
Artikel Parker:
Klimaatverandering Parijs en Kopenhagen akkoord
Effectief leiderschap door: Structuur, idee-gericht, directioneel en instrumenteel
Het tentamen politiek en beleid bestaat voornamelijk uit het uitleggen van theorien van de verschillende artikelen. Het bestaat uit een aantal korte definitievragen en een aantal langere inzicht vragen. Er werd afgesloten met een klein essay waar je eigen mening naar voren moet komen aan de hand van besproken theorien.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Politiek en Beleid: Samenvatting en collegeaantekeningen - Politicologie / Internationale Politiek - Universiteit Leiden
Politiek en beleid Samenvatting en collegeaantekeningen:
- Collegeaantekeningen Politiek en beleid (UL) 22/23
- Politiek en Beleid Politicologie UL jaar 1 blok 2 Aantekeningen
- Samenvatting en collegeaantekeningen - Politicologie Bachelor 1 -
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1266 | 1 |
Add new contribution