Hallo allemaal,
Zo is de derde week ook al weer voorbij gevlogen en is het alweer bijna half september. Onbewust gaat de tijd toch wel sneller dan gedacht.
Afgelopen zondag zijn we met de buurvrouw mee geweest naar de Nairobi Baptist Church. Of zoals zij het noemen NBC (ben ik de enige die dit doet denken aan de Amerikaanse tv zender?). Bij aankomst kregen we Keniaanse thee. Het viel ons op dat alle Kenianen hun theeglas vullen tot eigenlijk over de rand van het glas. Zo vol. Hierna gingen we de kerkdienst bijwonen. Er werd gezongen en gepreekt. Ik had verwacht dat de preek wat saai zou zijn, maar de eerwaarde vertelde dat hij in de gevangenis had gezeten en maakte grapjes over drank. Totaal anders dan ik verwacht had. Na afloop kregen we weer een kopje thee. De echtgenoot van Cassie (de buurvrouw) bracht ons weer naar huis toe.
Een ontzettend pluspunt aan de zondag is dat er geen traffic jam is! Binnen tien minuten waren we weer thuis.
Op maandag begonnen we dan echt in het ziekenhuis. Coptic Hospital heet het. Na een rondleiding werden we om 11 uur afgeleverd bij afdelingen van onze keuze. Hannah zit momenteel op de maternity ward, Kamila op de general privat ward en ik zit op de ICU. Iedere twee weken zullen we wisselen van afdeling, zodat we van alle soorten zorg in het ziekenhuis wat meekrijgen.
De ICU kan 7 mensen opnemen. Het team bestaat uit 3 verpleegkundigen. Het viel mij direct op in dit ziekenhuis dat er ontzettend veel mannelijke verpleegkundige zijn. Na wat navraag kwam ik erachter dat ziekenhuizen erg fan zijn van mannelijke verpleegkundigen. Zij werken harder en zijn sterker werd mij verteld.
De eerste dagen waren er ontzettend weinig patiënten. En eigenlijk ook helemaal niet IC waardig. Daarnaast ben ik gewend dat op de IC iedere patiënt minimaal 3 pompen naast het bed heeft staan. Hier zijn de patiënten niet eens aangesloten op een lopend infuussysteem.
Ook is het niet gebruikelijk dat er in geval van nood een arts gebeld word. Zo was er op de derde dag een patiënt met een bloeddruk van 72/23 en zijn hart was in supraventriculairetachycardie met een ritme van 200. Gelukkig kwam op dit moment de arts binnenlopen. Snel werd er gehandeld, met goed effect. Waar de patiënt op dag 1 nog comateus was, werd ik de volgende ochtend vrolijk begroet door een rechtop in bed zittende patiënt die mij vertelde over zijn leven.
Op de tweede dag in het ziekenhuis had ik mijn eerste echte reanimatie. Ik had verwacht dat ik helemaal van slag zou zijn hiervan, maar dat viel gelukkig mee. De Keniaanse verpleegkundigen reageren zo kalm, dat er niets te schrikken valt. Helaas is het niet gelukt om de patiënt terug te halen, deze was dan ook al erg ziek. De arts had de patiënt al overleden verklaard, maar door medicatie bleef het hart nog in een niet met leven verenigbaar ritme kloppen. De pupillen reageerde al niet meer op licht. Vijf uur nadat de arts de patiënt overleden verklaard had, gaf het hart het 'eindelijk' op. Vervolgens dachten alle Keniaanse verpleegkundigen 'laten we hem nog een keer reanimeren!'. Dit kon ik niet aanzien. Ze gingen drie infusen in de patiënt prikken en op totaal niet structurele wijze reanimeren. Dit vond ik vrij schokkend om te zien en heb mij dan ook tijdens dit gebeuren afzijdig gehouden. Aan het einde van de dag kon ik dit gelukkig goed bespreken met Hannah, Kamila en mijn gastgezin. Het gastgezin vertelde dat dit vaker gebeurd, het is om meer geld te verdienen aan een patiënt. Patiënten betalen hier namelijk per spuit, infuusnaald, wattebolletje etc.
De rest van de dagen waren minder spannend, wat op zich ook wel prettig was om even te acclimatiseren.
In het ziekenhuis merk ik trouwens ook dat de collega's hun theekopje tot de rand vol schenken. Mijn collega, met wie ik theedronk, merkte op dat ik dit niet doe. Hij vroeg mij waarom dit is. Ik legde hem uit dat ik op deze manier zeker weet dat ik niet kan morsen. Als het glas zo vol is dat ik het niet meer normaal kan tillen en alles morst op de grond is het zonde van het drinken en het is extra werk. Mijn collega moest lachen. Hij vroeg me: 'Weet je wat de verklaring is van de Kenianen?' Ik antwoordde natuurlijk dat ik dit niet wist. De collega begon heel hard te lachen. 'Wij Kenianen hebben platte brede neuzen, jullie blanke hebben lange uitstekende neuzen, als die glazen zo vol zijn komt jullie neus in het drinken!' Ik kwam niet meer bij wat een verklaring. Mijn collega vertelde me dat iedere Keniaan dit antwoord zou geven op mijn vraag. En inderdaad, aan iedereen die ik het vroeg kreeg ik dit antwoord.
Het reizen is reuze interessant en je maakt hier best wat mee van en naar het ziekenhuis. Op de tweede werkdag gingen Kamila, Hannah en ik voor het eerst alleen naar het ziekenhuis met de matatu. Echter dacht de matatu er na de eerste halte al anders over. Hij stopte met rijden. Ja hoor, hebben wij weer, 'the matatu broke down'. Toen ik aankwam op stage en dit vertelde kwamen ze niet meer bij.
De vierde stagedag reden we terug met de matatu, na de tweede halte trok de man die het geld collecteert in de matatu de deur dicht. Dit ging anders dan verwacht. De deur liet los van de matatu en vloog door de lucht. Om vervolgens met een klap op de weg te landen. De hele matatu lag in een scheur. Ook op straat wezen vele mensen onze kant op. De bestuurder was de geldcollectant de huid volgens mij helemaal aan het vol schelden, maar ik kon het niet helpen. Het was zo grappig! Ik bleef maar lachen.
Donderdagavond hebben we ook zelf chapati gemaakt. Nice, dit kan ik dus nu ook thuis maken! Het was goed gelukt en ons Keniaanse 'zusje' Charlene vertelde dat ze de chapati's heel erg lekker vond. We zijn de eerste die in het huis van Diana chapati's hebben gemaakt, een primeur dus!
Gisteren hebben we het weeshuis gezien, eigenlijk zouden we er meteen werken. Dit ging helaas niet door, we hebben 2,5 uur gewacht op Grace van Human Resource Department om ons rond te leiden. Om het goed te maken kregen we een groot drankje aangeboden door Grace. Die viel goed in de smaak.
We hebben ons rooster iets omgegooid. We zullen nu van zondag tot donderdag werken. Zondag in het weeshuis en dan van maandag tot donderdag van 8 tot 4 in het ziekenhuis.
Onderhand krijgen we steeds meer de opmerking dat we echte Kenianen zijn. We rijden met de matatu, lopen op straat, maken Keniaanse gerechten en spreken volgens de locals hier al flink wat woordjes Swahili. Ze kunnen het niet geloven dat we ons zo snel hebben aangepast.
Ik voel me hier ook best wel op mijn gemak onderhand.
Iedere dag word ik tussen 6 en 7 uur 's ochtends wakker, zonder wekker!
Douchen doe ik nog maar één keer in de week, gewoon omdat het zoveel werk is. Water koken en dan op je knieën voor een teiltje. Nee dat hou ik wel voor het weekend. En tja. Het is maar een keer in de week weekend, goede verklaring toch ;-)?
Wat zal ik minder water verbruiken als ik thuis kom. Haha!
Voor nu bedankt voor het lezen.
Tot het volgende verslag!
Liefs, Stephanie
Access:
Public
Add new contribution