Bevat notes uit de voorgaande studiejaren (zowel van het nieuwe als ook het oude curriculum)
Levensfasen collegeaantekeningen deel 2 12-13
GNK 3 Levensfasen laatste collegeaantekeningen
Samenvatting bij Late Levensfasen - Jaar 3 - Geneeskunde - UL (2014-2015)
Bevat samenvattingen bij de ondersteunende teksten bij het blok, gebaseerd op 2014-2015, Zie ok bijbehorende Notes bij Vraagstukken Late Levensfasen - Jaar 3 - Geneeskunde - UL (2014-2015)
Samenvattingen en studiehulp voor Geneeskunde Bachelor 3 aan de Universiteit Leiden
Vraagstukken Kijken, Denken, Doen
Deze bundel bevat aantekeningen van alle hoorcolleges en patiëntdemonstraties van het blok Vraagstukken Kijken, Denken, Doen. Dit blok behoort tot het 3e jaar van de bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Leiden, 2021/2022.
Introduction to Global Health and Tropical Medicine
This bundle contains notes of the lectures on Global Health. These lectures are part of the half minor Global Health at Leiden University
Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen bij Vraagstukken Kijken Denken Doen - UL - Studiebundel
In deze bundel zijn samenvattingen, oefenmaterialen en aantekeningen samengevoegd voor het blok Vraagstukken Kijken, Denken, Doen voor de Bachelor 3, Geneeskunde aan de Universiteit Leiden.
Heb je zelf samenvattingen en oefenmaterialen? Deel ze met je medestudenten!
Samenvattingen, aantekeningen en oefenvragen bij Vraagstukken Voortplanting, seksualiteit en Vroege Levensfasen - Geneeskunde UL - Studiebundel
Bevat studiematerialen bij het blok (zowel oud en nieuw curriculum) Vraagstukken Voortplanting en Vroege Levensfasen en ook Voortplanting en seksualiteit
Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen bij Vraagstukken Latere Levensfasen - Geneeskunde UL - Studiebundel
Bevat notes uit de voorgaande studiejaren (zowel van het nieuwe als ook het oude curriculum)
Oefenmateriaal bij het vak Vraagstukken Spoedeisende Zorg - Geneeskunde - B3 - UL
Bevat oefenmateriaal bij de behandelde onderwerpen van het blok, gebaseerd op tentamens van de afgelopen studiejaren.
Oefenvragen
Open vragen
Vraag 1: Voor welke categorie patiënten met een acuut optredende, levensbedreigende stoornis is de ABCDE methode niet geschikt?
a. Patiënten met een geïsoleerd neurotrauma
b. Patiënten met een intoxicatie
c. Kinderen jonger dan één jaar
d. Patiënten met een circulatoir arrest
Vraag 2: Op de SEH komen vrijwel tegelijkertijd de volgende 4 patiënten: Welke patiënt moet als eerste onderzocht worden?
a. een 5-jarig meisje met zeer veel pijn na een val
b. een 40-jarige man bekend met astma en nu bezweet en 35 keer per minuut ademend
c. een zwangere vrouw met een blanco voorgeschiedenis met een epileptisch insult
d. een patiënt die voor de balie van de SEH collabeert en niet reageert op aanspreken
Vraag 3. Voor welk geneesmiddel is volgens de actuele richtlijn Specialistische reanimatie van volwassenen van de Nederlandse Reanimatie Raad geen plaats (meer) bij reanimaties?
a. amiodaron
b. atropine
c. calciumchloride
d. magnesiumsulfaat
Vraag 4: Bij een ernstige pneumonie is er een gestoorde ventilatie- perfusieverhouding (V/P-mismatch). Wat is de belangrijkste pathofysiologische factor hierbij?
a. Hypoxemische vasoconstrictie
b. Shunting
c. Het Eisenmenger effect
d. Dode ruimte ventilatie
Vraag 5: Een man, eind 70, wordt gepresenteerd op de SEH vanwege palpitaties. Terwijl de verpleegkundige hem verzorgt gaat een monitoralarm vanwege een tachycardie. Na 45 seconden is er spontane conversie naar sinusritme. Patiënt heeft niet het bewustzijn verloren gedurende deze episode. De ritmestrook toont een smal complex tachycardie. Welke diagnose past hier bij?
a. atriale tachycardie
b. ventrikeltachycardie → brede complexen, meestal bewustzijnsverlies
c. atriumfibrilleren met een bundeltakblok → brede complexen
d. fijnmazig ventrikelfibrilleren → cardiac arrest
Meerkeuzevragen
NB: de vragen zijn gebaseerd op het leerboek Acute Geneeskunde van Thijs et al. De vraagstelling en de onderwerpen zijn wel nog een goede indicatie voor het eindtentamen van het blok. Voor de antwoorden kun je ook de bijbehorende samenvatting bij Thijs raadplegen.
1. Een man, eind 20, komt op de SEH binnen met een status epilepticus. Er is reeds benzodiazepines intraveneus toegediend, maar dit heeft geen verbetering gegeven. De volgende stap is de patiënt op te laden met een anti-epilepticum. Welk middel is geïndiceerd?
a. fenobarbital
b. fenytoïne
c. lamotrigine
d. carbamazepine
2. Een 24-jarige man heeft een ziekte opgelopen na een verblijf van 6 maanden in een Aziatisch land. Hij was sinds 2 dagen terug in Nederland toen hij plotseling koorts kreeg gepaard gaande met hoofdpijn, pijn achter de ogen en hevige rugpijn. Bij onderzoek had hij lymfadenopathie en petechiën op het verhemelte. Na 4 dagen verdween de koorts, maar na 2 koortsvrije dagen had hij weer koorts en kwamen de klachten terug maar in mindere mate. Na 3 dagen was de koorts weg en kwam niet meer terug, maar de man had nog.....read more
Oefenmateriaal Nefrologie & Urologie
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
Oefenvragen
1. De urine teststrook is niet geschikt voor het screenen op:
a) Bence-Jones eiwitten
b) leukocyturie
c) hematurie
d) albuminurie
- Een man van 80 jaar komt op het spreekuur wegens geleidelijk toenemende zwelling van de enkels, die vooral in de avond aanwezig is. ’s Nachts moet hij een aantal keer het bed uit om te plassen. Een urine dipstick toont een spoor eiwit. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het oedeem.
a) hartfalen
b) nefrotisch syndroom
c) veneuze stuwing bij spataderen
d) zowel a, b en c kan de oorzaak zijn
- Een 55-jarige man heeft een nefrotisch syndroom. Wat is het immunofluorescentie patroon dat wordt gezien bij patiënten met een membraneuze glomerulopathie?
a) granulair, aan de buitenzijde van de glomerulus basaalmembraan
b) lineair langs de glomerulus basaal membraan
c) granulair, in het mesangium
d) pauci-immuun
- Bij een patiënt worden vetcilinders gevonden in de urine.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a) acute tubulus necrose
b) SLE nefritis
c) minimal change nefropathie
d) IgA nefropathie
- Bij een 13-jarig meisje wordt diabetes mellitus type 1 vastgesteld. Het beloop wordt gecompliceerd door slechte regulatie, hypertensie en retinopathie.
Hoe lang na het manifest worden van de ziekte ontstaat nierfalen?
a) < 10 jaar
b) 10-20 jaar
c) 20-30 jaar
d) > 30 jaar
- Een patiënt in het ziekenhuis plast minder dan een halve liter per dag en heeft een oplopend serumcreatinine. De fractionele Na+ excretie in de urine is 0.1%.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a) prerenale nierinsufficientie
b) postrenale nierinsufficientie
c) acute tubulus necrose
d) acute interstitiële nefritis
- Een patiënte heeft een acute glomerulonefrits?
Welke test vraagt u aan als u denkt aan de ziekte van Wegener?
- Anti Nucleaire Antilichamen (ANF)
- Anti Glomerulaire Basaal Membraan (anti-GBM)
- Anti Neutrofielen Cytoplasmatische Antilichamen (ANCA)
- Anti Streptolysine Antilichamen (AST)
- Een patiënt heeft een chronische nierinsufficiëntie door IgA nefropathie
Wat is de sterkste progressiefactor?
a) roken
b) hypertensie
c) overgewicht
d) anemie
- Een 30 jarige dialysepatiënt moet lang wachten op een niertransplantatie?
Met welke factor is de kans op overlijden verhoogd ten opzichte van een gezonde leeftijdsgenoot?
a) 2
b) 4
c) 10
d) 80
- Een jonge dialysepatiënte wordt getransplanteerd met een postmortale donornier
Wat is de belangrijkste oorzaak van transplantaatfalen?
a) acute afstoting
b) chronische afstoting
c) recidief oorspronkelijke ziekte
d) CMV (Cytomegalovirus) infectie - Een man met LUTS wordt behandeld met Finasteride .....read more
Casuïstiekvragen over praktische geneeskunde
Dit zijn algemeen bruikbare oefenvragen die betrekking hebben op diverse klachten en ziektebeelden. Aan de hand van casussen, worden de klachten getoetst.
- Casus: “Urineweginfecties”
- Casus: “Hoofdpijn”
- Casus: “Braken”
- Casus: “Otitis”
- Casus: “Artritis”
- Casus: “Hartkloppingen”
- Casus: “Schildklieraandoeningen“
- Casus: “Psychische klachten”
- Casus: “Fracturen”
- Casus: “Pols- en armklachten”
- Casus: “Zwangerschap”
- Casus: “Postmenopauzaal bloedverlies”
- Casus: “Diabetes mellitus”
- Casus: “Duizeligheid”
- Casus: “Hoesten”
- Casus: “Macroscopische hematurie”
- Casus : “Mammacarcinoom”
- Casus: ““Bleek of geel?”
- Antwoorden
Casus: “Urineweginfecties”
Een 9-jarig meisje is naar de kinderarts is verwezen wegens secundaire incontinentie. Op haar 3e levensjaar is zij continent geworden. Sinds een jaar heeft zij weer ‘ongelukjes’ waarbij zij in haar broek plast. Het valt op dat zij weinig naar het toilet gaat en grote porties plast. Sinds een aantal weken is ook haar loopgedrag veranderd. Zij struikelt meer en kan tijdens gymnastiek niet meer rennen of op haar hakken staan.
Vraag 1: Wanneer een blaasecho wordt gemaakt blijkt Esther een blaasresidue te hebben van 100 ml na mictie. Bij welke aandoening past dit klachtenpatroon?
habituele obstipatie
seksueel misbruik
tethered cord
Wilms tumor
Je bent huisarts. Een 55- jarige patiënt komt op je spreekuur met ongewenst urineverlies. Zij heeft deze klachten sinds een jaar of twee en klaagt met name over het feit dat zij urine verliest bij sporten, hoesten niezen en persen.
Vraag 2: Hoe noem je deze vorm van incontinentie?
continue incontinentie
overloop incontinentie
stress incontinentie
urge incontinentie
Casus: “Hoofdpijn”
Een 40-jarige docente krijgt tijdens een drukke les van het ene moment op het andere ondraaglijke hoofdpijn. Zij is bekend met migraine, maar deze hoofdpijn is veel malen ernstiger en ook anders van karakter. Zij maakt de les nog af, maar gaat daarna naar de huisarts. Op dat moment zijn de klachten duidelijk afgenomen.
Vraag 1: Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Vraag 2: Noem vijf middelen die kunnen worden gebruikt bij de behandeling van migraine aanvallen (doseringen zijn niet nodig, toedieningsvorm wel).
Vraag 3: Noem vier middelen die kunnen worden gebruikt als profylactische therapie bij migraine. (Doseringen zijn niet nodig.)
Je bent neuroloog. Een 40-jarige vrouw die al jaren bekend is met migraine wordt door haar huisarts naar jou verwezen omdat ze de laatste maanden twee tot vier migraine aanvallen per week heeft die steeds langer duren, namelijk minstens een dag. Tussen de aanvallen door houdt ze last van zeurende hoofdpijn. Ze slikt al maanden 6-8 tabletten paracetamol per dag maar daar heeft ze nauwelijks baat meer bij.
Vraag 4: Wat dien je patiënt te adviseren?
Om geen paracetamol meer te gebruiken.
.....read more
Lijn samenwerken en organisatie (College 1 t/m 6) - Geneeskunde - UL - Notes
- 2014-2015
- HC 1a – Gezondheidseconomie en keuzen in de zorg
- HC 1b – Gezondheidseconomie in de zorg
- HC 1c – Gezondheidseconomie en keuzen in de zorg
- HC 1d – Gezondheidseconomie en keuzen in de zorg
- HC 2 – Kwaliteit van de zorg
- HC 3 – Zorgpaden
- HC 4 – Organisatie geboortezorg
- HC 5 – Ouderen in het ziekenhuis
- HC 6 – Organisatie van eerstelijns ouderenzorg: help het verandert
- HC 7 – Palliatieve zorg
- HC 8 – Wie betaalt de zorg?
- 2013-2014.
- HC 1 – Het stelsel van de Nederlandse Gezondheidszorg
- HC 2 - Kennismaken met Lean
- HC 3 – Planetree
- HC 4 - Gastvrijheid
- HC 5 - Samenwerken en organisatie – feedback
- HC 6 - Complicaties in de heelkunde
2014-2015
HC 1a – Gezondheidseconomie en keuzen in de zorg
Volgens de WHO heeft gezondheid niet alleen een fysieke waarde, maar heeft het ook zijn bijdrage aan de welvaart en de economie. Gezondheid leidt tot hogere productiviteit en hogere welvaart leidt tot een betere gezondheid in de samenleving. Deze termen hangen dus samen. De kosten van de Nederlandse gezondheidszorg stijgen elk jaar. De totale Nederlandse gezondheidszorg kost 92 miljard. Als je dit deelt door alle mensen in ons land is dat 5 tot 6 duizend per persoon. De stijging is de afgelopen jaren wel een beetje afgevlakt, maar het blijft stijgen.
Het regeerakkoord zegt dat de overheid 5 miljard moet bezuinigingen in de zorg. In de miljoenennota is dit nog een beetje aangescherpt door nog 1,5 miljard extra te bezuinigen in de zorg. Als je de totale kostenstijging van bijna 7% bekijkt tussen 2001 en 2010, zie je dat deze opgebouwd is uit een prijsstijging in de zorg, de demografie (veroudering van de samenleving) en de inhoud van de zorg (nieuwe zorg & nieuwe patiënten).
Prijsstijging in de zorg
De prijzen stijgen overal (inflatie) en een Amerikaanse econoom stelt dat in de gezondheidszorg de prijzen nu eenmaal sneller stijgen dan is alle andere sectoren. In alle andere sectoren kan één persoon meer arbeid verzorgen door een stijgende arbeidsproductiviteit (mechanisering en automatisering). De lonen kunnen hierdoor omhoog, maar om genoeg werknemers in de zorg te houden moeten deze lonen wel mee stijgen. Helaas hebben we in de zorg niet dezelfde stijging in de arbeidsproductiviteit, waardoor de loonstijging niet gecompenseerd wordt door een productiviteitsstijging. Deze theorie gaat echter helaas niet helemaal op omdat de prijsstijgingen in de zorg heel vergelijkbaar zijn met de algemene inflatie, respectievelijk 2,3% en 2,4%.
Demografie
De tweede component van de totale kostenstijging is de demografie. De levensverwachting stijgt met drie maanden per jaar, we kunnen geen voorspellingen doen over de toekomst. Een belangrijke vraag in dit.....read more
Academische en Wetenschappelijke Vorming (AWV): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
In deze bundel zijn samenvattingen, oefenmaterialen en aantekeningen samengevoegd voor het lijnonderwijs Academische en Wetenschappelijke Vorming (AWV) voor de opleiding Geneeskunde, aan de Universiteit van Leiden
Heb je zelf samenvattingen en oefenmaterialen? Deel ze met je medestudenten!
Samenvatting bij Veel Voorkomende Problemen - Geneeskunde - UL - Stof - 2013/14
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Thema 1: Seksuele Problemen
NHG Anticonceptie (M02)
Deze NHG standaard vervangt Hormonale Anticonceptie M02 en Het Spiraatlje M14.
Hormonale anticonceptie
Het meest gebruikte anticonceptiemiddel indien er nog kinderwens bestaat is de combinatiepil die oestrogenen en progestagenen bevat. Nieuwe methoden zijn de anticonceptiepleister en vaginale anticonceptiering. De minipil bevat alleen progestagenen. Andere methoden met alleen progestagenen zijn de prikpil en het implantatiestaafje. De huisarts heeft als taak voorlichting te geven over anticonceptie en de toepassing te begeleiden. Bij het voorschrijven is geen lichamelijk onderzoek nodig, controle alleen indien er bijwerkingen zijn of wanneer de patiënt vragen heeft. De verhoogde kans op een mamma-carcinoom door gebruik van de pil is niet bewezen. Wel is er een grotere kans op ontwikkelen van thrombo-embolische aandoeningen, hierbij kunnen erfelijke factoren een additionele rol spelen (bv. factor V Leiden). Gebruik van de combinatiepil samen met roken geeft een verhoogd risico op HVZ, stoppen met roken draagt het meest bij aan verlaging van dit risico.
Combinatiepillen werken op drie verschillende niveaus:
Onderdrukking van FSH en LH -> remming eirijping en ovulatie.
Remming uitrijping van endometrium -> slechte condities voor het nestelen van embryo.
Beïnvloeding van cervixslijm -> ondoorgankelijk voor spermatozoa.
Oestrogenen zorgen voor cycluscontrole , progestagenen voor anticonceptie. De betrouwbaarheid van de pil is bij juist gebruik 99,9% per jaar. De minipil heeft bij juist gebruik een zwangerschapskans van 0.5%, het hormoonspiraaltje een kans van 0.1-0.2%. Bij sterilisatie is de zwangerschapskans 0.1%, bij het koperhoudend spiraaltje 0,8-1.0%, bij een barrièremethode 2-15% en bij periodieke onthouding 6%.
Nieuwe ontwikkelingen zijn de pleister (werking 1 week) en de vaginale ring (werking 3 weken) Betrouwbaarheid, bijwerkingen en veiligheid moeten nog uitgebreid getest worden.
Pilkeuze
Voorkeur gaat uit naar combinatiepreparaat van 30 mg oestrogeen en 150 mg levonogestrel. De lagere dosis oestrogeen geeft minder bijwerkingen (gewichtstoename), de 50mg in eerdere combinatiepillen en is even effectief door het aanwezige prostageen.
Bijwerkingen als gewichtstoename, acne, premenstruele klachten voornamelijk veroorzaakt door oestrogeen. Voorkeur voor lagere dosis (30 mg ipv 50 mg).
Eénfasepil (met vaste dosis oestrogeen en progestageen) vs. tweefase- en driefasepil (wisselende dosis). Eenfase pil gebruiksvriendelijker door gebruik van één strip.
De onderverdeling van 1e, 2e, 3e en 4e graads pillen is voornamelijk gebaseerd op de aard van het prostageen.
Combinatiepil met cyproteronacetaat: minder last van acne, maar 4 maal verhoogd risico op veneuze thrombo-embolieën dan een 2e generatiepil.
Pil zonder oestrogeen: minipil. Deze moet worden doorgeslikt, zonder stopweek. Meer kans op doorbraakbloedingen. Andere
.....read more
Samenvatting bij Context Medisch Handelen - Geneeskunde - oud - UL
Deze samenvatting is gebaseerd op het oude Geneeskunde curriculum van de Universiteit Leiden, studiejaar 2014-2015.
- Thema 1 Medische ethiek in het vak Geneeskunde
- Thema 2 Klacht- en tuchtrecht
- Thema 3 Actieve levensbeëindiging en Thema 4 Besluiten om niet te handelen
- Thema 5 Medische ethiek en culturele en religieuze diversiteit
- Thema 6 Verstandelijke beperking, kinderwens en vertegenwoordiging
- Thema 7 Keuzen aan het bed
- Thema 8 Dwang en drang
- Thema 9 Klinisch wetenschappelijk onderzoek
- Thema 10 Medische genetica: ziektebehandeling of gezondheids- verbetering
- Thema 11 Toekomst van de geneeskunde
- Thema Tussen moed en valse hoop
- Thema Onderbouwen en argumenteren
- Thema Beroepsgeheim
- KNMG Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie
- KNMG Meldcode kindermishandeling
- Artikel ‘Spreek voor het kind’ in medisch contact 2008
- Artikel: parental consent to cosmetic facial surgery in down’s syndrome. (R.B. Jones)
- Artikel: Adding Burden to Burden: Cosmetic Surgery for Children with Down Syndrome. (Ann K. Suzedelis)
- Artikel: euthanasie voor beginners (D.G. van Tol, S. van de Vathorst en A.A. Keizer)
- PD Complexe behandelingsbeslissing (maandag 16 februari 2015, 8.30-9.30 uur)
- HC Introductie blok (maandag 16 februari 2015, 9.30-10.30 uur)
- HC Werkwijze blok, uitleg deeltoetsen (maandag 16 februari 2015, 10.30-11.30 uur)
- HC Tuchtrecht deel 1 (dinsdag 17 februari 2015, 13.30-14.30 uur)
- HC Tuchtrecht deel 2 (dinsdag 17 februari 2015, 15.30-16.30 uur)
- HC Medische beslissingen rondom het levenseinde deel 1 (woensdag 18 februari 2015 14:30-15:30)
- HC Medische beslissingen rond het levenseinde deel 2 (woensdag 18 februari 2015 15:30-16:30)
- HC Omgaan met fouten (donderdag 20 februari 8:30-9:30)
- WG Ethiek in de kliniek
- Symposium I; Levensbeschouwing en bio-ethische vraagstukken
- Symposium II; Christelijke levensbeschouwing en ethiek
- Symposium III; Medisch handelen in een multicultureel perspectief
- Symposium IV; De rol van religie in medisch ethische besluitvorming bij moslim patiënten in Nederland
- RC ZSO 1 t/m 5 (dinsdag 24 februari 2014, 16.30)
- HC Vertegenwoordiging van ouderen
- HC Ethiek in de kindergeneeskunde: het belang van het kind
- HC Voorbereiding LKO Vaardigheidstoets
- HC Medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen
- HC Zorg en dwang – systematiek en bepaling
- RC Responsiecollege
- RC Proeftentamen
- WG Beroepsgeheim
- WG Eisen en klachten
- WG LKO Omgaan met fouten
- PD Prenatale diagnostiek (dinsdag 3 maart 2015, 10.30)
- HC Genetica en voorspellende kennis (dinsdag 3 maart 2015, 11.30)
- HC Forum I: schaarste in de zorg (woensdag 4 maart 2015, 13.30)
- HC Forum deel II: Keuzen aan het bed en schaarste (woensdag 4 maart 2015, 14.30)
- RC Proeftentamen (woensdag 4 maart 2015, 15.30) (voorgaande jaren)
- WG Tussen moed houden en valse hoop (maandag 3 maart 2014)
Thema 1 Medische ethiek in het vak Geneeskunde
H1 Ethiek
Typische ethische onderwerpen zijn onder andere de arts-patiëntrelatie, beroepsgeheim,.....read more
Samenvatting bij Kind & Jongere - Geneeskunde - oud - UL
Deze samenvatting is gebaseerd op het oude Geneeskunde curriculum van de Universiteit Leiden, studiejaar 2014-2015.
- Thema 1: Heteroanamnese en lichamelijk onderzoek
- Thema 2: Neonatale problemen
- Thema 8: Afwijkende groei en/of puberteit
- HC Inleiding, het groeiende kind
- HC Lichamelijk onderzoek bij het kind
- HC Hielprikscreening in Nederland
- HC Koorts en infecties bij jonge kinderen
- HC Het kind met dysurie
- HC Groei en groeistoornissen
- HC Geslachtsontwikkeling
- HC Normale puberteit
- HC Afwijkende puberteit
- HC Afwijkende groei: Te kleine lengte
- HC Afwijkende groei: Te grote lengte
- RC Bespreken tentamen
- Thema 4: Koorts en Recidiverende Infecties
- NHG Standaard “Kind met koorts”
- Criteria:
- Thema 5: Ontwikkelingsstoornissen
- Primitieve neonatale reflexen
- Thema 7: Dysmorfie
- Thema 8: Afwijkend gedrag
- ADHD (attention deficit hyperactivity disorder)
- HC Klinische genetica
- HC Neonatale transitie
- HC Neonatale problemen: Prematuriteit
- HC Heteroanamnese
- HC Normale ontwikkeling I
- HC Normale ontwikkeling II
- HC Psychiatrische problemen bij somatische aandoeningen
- HC Somatoforme Stoornissen (woensdag 29 oktober 2014)
- HC Kindergynaecologie
- HC Anorexie
- HC Syndromenquiz
- RC Tentamenstof week 2
- WG Klinische genetica
- Thema 10: Kindermishandeling
- Thema 13: Verslaving bij adolescenten
- Thema 14: Blauwe plekken
- Etiologie trombocytopenie
- Thema 15: Benauwdheid en hoesten
- Thema 16: Acute kindergeneeskunde
- Thema 17: Hartgeruis en cyanose
- Thema 18: Het kind bij de KNO-arts
- Thema 22: Onderzoek met kinderen
Thema 1: Heteroanamnese en lichamelijk onderzoek
De heteroanamnese
Een heteroanamnese houdt in dat er niet gesproken wordt met de patiënt zelf maar met mensen die de patiënt kennen zoals familie of begeleiders. Er zijn verschillende indicaties om een heteroanamnese af te nemen:
De patiënt heeft onvoldoende spraak- of uitingsvermogen zoals het geval is bij baby’s.
De patiënt heeft (tijdelijk) geen observatievermogen door bijvoorbeeld een syncope of epileptische aanval.
De informatie die de patiënt versterkt is mogelijk onbetrouwbaar door bijvoorbeeld drugsgebruik of psychiatrische aandoeningen.
Voor het afnemen van een heteroanamnese is eigenlijk wel de toestemming van de patiënt vereist en het moet gedaan worden in het belang van de patiënt. Daarnaast moet kritisch omgegaan worden met de gewonnen informatie, niet alle antwoorden zullen betrouwbaar zijn.
Het lichamelijk onderzoek bij een pasgeborene
Algemeen
Alarmsystemen: kreunen, bleek (anemie/shock) en hypothermie (<36.5 graden).
Verschijning: cyanose, neusvleugelen, intercostale intrekkingen en knorren pleiten voor een longziekte. Meconiumkleuring van navelstreng, nagels en huid suggereren foetale nood. Voor de staat van het zenuwstelsel kan onder andere gekeken worden naar spontane activiteit, passieve spiertonus, huilen en apnoe.
Vitale tekenen: hartslag (120-160 slagen/minuut), ademhalingssnelheid (30-60 keer per minuut), temperatuur (rectum), bloeddruk, lengte, gewicht, hoofdomtrek.
Gestational Age: detectie van abnormale foetale groei, dit wordt bepaald aan
.....read more
Ouderen geneeskunde en medische zorg voor senioren - Bundel
Onderstaande verzameling samenvattingen van studiestof en collegeaantekeningen is geschreven bij het voormalige universiteitsvak 'Ouderen' aan de universiteit Leiden, Bachelor 3 niveau
Samenvatting bij Praktische Onderzoeksvaardigheden - Geneeskunde - oud - UL
Deze samenvatting is gebaseerd op het oude Geneeskunde curriculum van de Universiteit Leiden, studiejaar 2014-2015.
- Thema 1: Ethische aspecten van klinisch wetenschappelijk onderzoek
- Thema 2: Vragenlijstonderzoek
- Thema 3: Kwaliteit van leven
- Thema 4: Opzet van studie, bias en confounding
- Thema 5: Pragmatisch en economisch onderzoek
- Thema 6: Statistiek
- Thema 7: Verantwoord onderzoek
- Collegeaantekeningen
- HC Inleiding (maandag 5 januari 2015)
- HC Vraagstelling en opzet van onderzoek (maandag 5 januari 2015)
- HC Regulering en medisch ethische toetsing van wetenschappelijk onderzoek met mensen (maandag 5 januari 2015)
- HC Studieprotocol (dinsdag 6 januari 2015)
- HC Laboratoriumonderzoek (dinsdag 7 januari 2015)
- HC Bias en confounding (dinsdag 6 januari 2015)
- HC Onderzoek met gegevens uit registraties (dinsdag 6 januari 2015)
- HC Zoeken naar literatuur deel 1 en 2 (woensdag 07 januari 2015)
- HC Vragenlijst onderzoek (woensdag 7 januari 2015)
- HC Kwaliteit van leven; beschrijving en waardering (woensdag 7 januari 2015)
- RC Kwaliteit van leven; beschrijving en waarderen (donderdag 8 januari 2015)
- HC Meten en reproduceerbaarheid (donderdag 8 januari 2015)
- HC Pragmatisch en economisch onderzoek (donderdag 8 januari 2015)
- HC Statistiek bij onderzoek deel 1 (donderdag 8 januari 2015)
- HC Statistiek bij onderzoek deel 2 (donderdag 8 januari 2015)
- HC Statistiek, survival, confounding deel 1
- HC Statistiek, survival, confounding deel 2
- HC Verantwoord onderzoek doen
- HC Schrijven verslag
- HC Problemen interpretatie
- Responsiecollege
Thema 1: Ethische aspecten van klinisch wetenschappelijk onderzoek
Een wetenschappelijke theorie wordt getest door uitvoering van een experiment waarbij hypothesen worden getoetst. Indien de hypothese steeds wordt bevestigd, is de theorie wetenschappelijk onderbouwd.
Experimenteren met proefpersonen
Een experiment brengt onzekerheid met zich mee of het wel het beoogde resultaat geeft en mogelijk ook risico’s. Veel experimenten hebben weinig voordeel voor de patiënt, en zijn zelfs risicovol. Om deze reden brengt het gebruik van proefpersonen ethische zorgen met zich mee.
Het op grote schaal uitvoeren van medische experimenten vindt zijn oorsprong in de late 19e eeuw, toen het denkbeeld van de pathofysiologie in verschillenden organen en weefsels opkwam. Experimenten werden uitgevoerd zonder rekening te houden met de schade hierdoor veroorzaakte het lijden voor de mensen die meededen. In 1900 werd voor het eerst afgesproken dat bij het uitvoeren van een experiment de directeur van de instelling goedkeuring moest geven voor het onderzoek en dat minderjarigen en wilsonbekwame personen niet mogen participeren in het onderzoek.
Onder andere in de tweede wereldoorlog zijn in nazi-Duitsland veel medische experimenten uitgevoerd, waarbij gevangen vaak het leven lieten of extreem lijden hebben moeten doormaken. Als gevolg van deze gruwelijkheden is de Neurenbergcode opgesteld. Deze code bestaat uit 10 richtlijnen waaraan een medisch experiment moet voldoen. De belangrijkste richtlijn is vrijwillige toestemming voor deelname aan het onderzoek.
In 1964 werd de Helsinki declaration opgesteld. Hierin.....read more
Samenvatting bij Veel Voorkomende Problemen - Geneeskunde - UL - Colleges (aanvulling) - 2013/14
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
- HC KNO, duizeligheid en flauwtes (maandag 10 feb 12.30-13.30)
- HC Patiëntendemonstratie (maandag 10 feb 13.30-14.30)
- HC Anemie (maandag 10 feb 14.30-15.30)
- HC Slaapstoornissen (maandag 10 feb 15.30-16.30)
- HC Diabetes mellitus (maandag 10 feb 16.30-17.30)
- HC Kleine kwalen deel 1 (dinsdag 11 feb 8.30-9.30)
- HC Kleine kwalen deel 2 – de quiz (dinsdag 11 feb 9.30-10.30)
- WG Onverklaarbaar lichamelijke klachten deel 1 (dinsdag 11 feb)
- HC Proeftentamen (woensdag 12 feb 13.30-14.30)
HC KNO, duizeligheid en flauwtes (maandag 10 feb 12.30-13.30)
De grote 4:
OMA: Otitis Media Acuta
OME: Otitis Media met effusie
Keelpijn
Rhinosinusitus
Open mond ademhaling kan een teken zijn van een KNO-infectie. Loopoor hoort bij otitis media acuta, maar niet bij otitis media met effusie (snot-oor).
Gemeenschappelijke kenmerken van de grote vier:
Frequent voorkomend
De virale oorzaak geeft een hogere incidentie bij jonge kinderen. Deze hebben nog een onvolledig ontwikkeld immuunsysteem. Een doorgemaakte ziekte zorgt voor resistentie tegen het virus.
Vaak self-limiting, vaak is zelfzorg genoeg
Indien ze bij huisarts komen is het algemeen beleid: (ondersteunend) expectatief indien ongecompliceerd. Bespreek adviezen en wanneer contact op te nemen.
Antibiotica bij risicogroepen en complicaties
Casus 1 OMA
De ouders van Erik, een jongen van 2 jaar, bellen de huisarts omdat hij verkouden en jengelig is en sinds vannacht oorpijn met koorts heeft. De differentiaal diagnose van acuut ontstane oorpijn is niet breed en bestaat voornamelijk uit OMA (middenoorontsteking) met verder alleen de zeldzamere diagnoses (corpus alienum, acute keelontsteking die doortrekt naar de oren).
Epidemiologie: De incidentie van OMA is 20 patiënten per 1000 per jaar in de huisartsenpraktijk. Meestal wordt het telefonisch afgehandeld en ouders worden gerustgesteld. 60% van alle kinderen heeft ooit een OMA doorgemaakt, waarvan 40% meer dan 1 keer. Hiervan is 80 tot 90% binnen 3 dagen klachtenvrij en wordt 2% doorverwezen. Complicaties die kunnen optreden zijn mastoïditis en meningitis maar zijn erg zeldzaam in ontwikkelde landen. OMA komt voor tussen de 0 en 4 jaar met een piek tussen de 6 en 15 maanden.
Vraag: Moet Erik op het spreekuur komen?
Antwoord: Nee hij hoeft niet te komen, stel de ouders gerust en vertel dat hij paracetamol mag gebruiken voor adequate pijnstilling.
Alleen op het spreekuur komen indien:
Risicofactoren voor het ontwikkelen van complicaties bestaan:
Jonger dan 6 maanden in verband met de afweer.
Anatomische afwijkingen (palatoschisis) en syndroom van Down
Status na ooroperatie – hierdoor kan de anatomie lokaal veranderd zijn
Immuun-gecompromitteerd wordt behandeld met antibiotica (als gevolg van chemotherapie bij kanker)!
Lichamelijk onderzoek is noodzakelijk bij:
.....read more
Samenvatting bij Veel Voorkomende Problemen - Geneeskunde - UL - Colleges (deel 1) - 2013/14
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
- HC Inleiding blok VVP (maandag 26 januari 13.30-14.30)
- HC COPD, tussen hoesten en benardheid (maandag 26 januari 14.30-15.30)
- HC Zinvolle labdiagnostiek (dinsdag 27 januari 13.30-14.30)
- HC Erectiele dysfunctie en seksualiteit (di 27 januari 14:30-15:30)
- HC Acuut hoesten en astma (woensdag 29 januari 13.30-14.30)
- HC Acute buikklachten (woensdag 28 januari 14.30-15.30)
- HC Pluis/niet pluis (donderdag 30 januari 8.30-9.30)
- HC Dyspneu (vrijdag 31 januari 8.30-9.30)
- HC Hartfalen (vrijdag 31 jan 9:30-10:30)
- HC Cardiovasculair risicomanagement deel 1 (vrijdag 30januari 10.30-11.30)
- HC Cardiovasculair risicomanagement deel 2 (vrijdag 30januari 11.30-12.30)
- HC Acne
- HC Prikkelbare darmsyndroom
- HC Bewegingsapparaat deel 1
- HC Bewegingsapparaat deel 2
- HC Veel voorkomende problemen in endocrinologie en diabetes
- HC Spoed in de eerste lijn deel 1
- HC Spoed in de eerste lijn deel 2
- HC Helicobacter pylori, reflux en maagklachten
- HC Spreekkamer van de huisarts
- HC Farmacologie
- WG Seksuele problemen deel 1
- WG Schouder en enkel deel enkel
- WG Schouder en enkel deel schouder
HC Inleiding blok VVP (maandag 26 januari 13.30-14.30)
In dit blok draait het om NHG-standaarden en die stof wordt soms aangevuld met stof uit het kernboek. Het wordt aangeraden om de dag voor het college alvast de standaarden te bestuderen. Het tentamen zal bestaan uit 25 multiple choice vragen en 10 open vragen.
Spreekuur huisarts
Casus 1
Doktersassistente: jonge vrouw van 23 met dit jaar voor de tweede keer een blaasontsteking, schrijft uit zichzelf receptje voor nitrofurantoïne. Wat moet de dokter doen?
Receptje ondertekenen
Patiënte laten komen
Urine eerst verder onderzoeken
Andere medicatie voorschrijven
Receptje ondertekenen is het juiste antwoord. De NHG-standaard geeft aan dat de huisarts een eerste blaasontsteking altijd moet bekijken (patiënt laten komen, urineonderzoek), maar bij een tweede of volgende keer bij een patiënt die symptomen herkent, is een recept uitschrijven voldoende.
Casus 2
Doktersassistente: mw. Jansen, 45 jaar, pijn bij het plassen om het half uur, met koorts en lage rugpijn. Wat moet de dokter doen?
Patiënte moet gezien worden
Patiënte kan zonder gezien te worden recept nitrofurantoïne worden voorgeschreven
Urine moet eerst gekweekt worden
Patiënten moeten verwezen worden naar de uroloog of internist
Er is hier sprake van een gecompliceerde urineweginfectie, de koorts betekent dat er weefselinvasie kan zijn opgetreden. Meest waarschijnlijke diagnose is pyelonefritis. Het goede antwoord is 1: de patiënte moet gezien worden. Je geeft geen nitrofurantoïne (werkt alleen in blaas zelf) maar wel amoxicilline (ook bij zwangeren en kinderen) of cotrimoxazol. Augmentin (amoxicilline-clavulaanzuur) schrijf je alleen voor aan je ‘ergste vijand’, want het geeft heftige diarree; tenzij patiënt een pyelonefritis heeft of een verslikpneumonie, dan schrijf je het.....read more
- 1 of 224
- next ›
Add new contribution