Tentamenbundel - Testtheorie en testgebruik - RUG

 

Deze bundel bevat

  • oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Testtheorie en testgebruik (Bachelor 2) aan de Rijksuniversiteit Groningen.
  • Oefenvragen bij het boek van Drenth zoals gebruikt bij dit vak
Bundle items:
TentamenTests bij Testtheorie en testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2013
TentamenTests bij Testtheorie en testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2011
TentamenTests bij Testtheorie en testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2009
Image
Crossroads: activities
This content is used in bundle:

Testtheorie en Testgebruik: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Psychologie B2 RUG - Studiebundel

Samenvatting Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test van Drenth et al

Samenvatting Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test van Drenth et al

Image


Historische testontwikkeling - Chapter 1

De ontwikkeling van testdiagnostiek kent grofweg vier perioden, namelijk

  1. de periode tot het verschijnen van de Binet-Simon-test,
  2. de periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog (WOI),
  3. de periode tussen het begin van WOI tot de Tweede Wereldoorlog (WOII), en
  4. de periode tussen het begin van WOII tot heden.

1.1 Testontwikkeling tot de BinetSimon-test

1905 is een belangrijke mijlpaal voor de ontwikkeling van de testdiagnostiek; in dit jaar verscheen de eerste versie van de Binet-Simon-test – de eerste waardevolle intelligentietest.  Uiteraard gingen hier een hoop ontwikkelingen aan vooraf, te beginnen met de ontwikkelingen binnen de psychiatrie in Frankrijk en Duitsland. In Frankrijk ontstond eind 18e eeuw een verhoogde interesse in de geestelijke abnormaliteit en zwakzinnigheid. Men begon krankzinnigheid en zwakzinnigheid van elkaar te onderscheiden, waarbij mensen als Esquirol, Séguin, Charcot, Janet en Binet zwakzinnigheid niet beschouwden als ziekte, maar als een gebrek aan intellectuele vaardigheden. Ook in Duitsland veranderde de visie op geestelijke abnormaliteit. In beide landen werd hier steeds meer onderzoek naar gedaan, waardoor er een behoefte ontstond aan methoden om verschillen tussen geesteszieken en verschillende niveaus in zwakzinnigheid te kunnen duiden.

Naast de psychiatrie, ontstond ook binnen de experimentele psychologie – voornamelijk beoefend in Duitsland – een toegenomen interesse in geestelijke abnormaliteit en onderzoek hiernaar. Met de oprichting van zijn experimentele laboratorium in Leipzig, luidde Wundt in 1879 het begin in van systematisch grootschalig experimenteel onderzoek. Aanvankelijk richtte men zich vooral op generaliseerbaarheid en werden afwijkingen en individuele verschillen toegeschreven aan experimenteerfouten en beperkte het onderzoek zich tot primaire sensorische en motorische functies. Later, met de publicatie van een artikel van Cattell in het tijdschrift Mind in 1890, kwam er meer aandacht voor individuele verschillen. In 1893 werd er binnen de American Psychological Association (APA) een commissie ingesteld met als taak tests te registreren en de gebruiksmogelijkheden van deze tests te formuleren.

eEen derde ontwikkelingslijn die van invloed is geweest op testontwikkeling, is de genetica. Eind 19e eeuw verrichtte Galton diverse antropometrische onderzoekingen die gekenmerkt werden door drie elementen die later een pijler van het wetenschappelijk testonderzoek zouden gaan vormen, namelijk: (1) de wenselijkheid van het onderzoek van individuele verschillen, (2) systematisering van onderzoekstechnieken, en (3) normatief denken en weergeven van onderzoeksresultaten in statistische termen.

1.2 Testontwikkeling van verschijnen Binet-Simon-test tot WOI

In 1905 verscheen de eerste intelligentietest – ontwikkeld door Binet en Simon – die ook echt een.....read more

Access: 
JoHo members
College-aantekeningen bij Testtheorie & Testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2016/2017

College-aantekeningen bij Testtheorie & Testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2016/2017

Image


Hoorcollege 1

Vakvoorwaarden en het tentamen

Een voorwaarde voor het vak: zelfstandig een betrouwbaarheidsonderzoek en een factoranalyse uitvoeren bij de NEO-PI-R om ervaring op te doen. Dit dient gedaan te worden in tweetallen. De tweetallen hoeven niet te worden doorgegeven aan de docent. De beoordeling is een voldoende of een onvoldoende. Het moet duidelijk zijn dat serieus aan de opdracht gewerkt is (zinnige en complete antwoorden op alle vragen). De opdracht is een voorwaarde voor deelname aan het tentamen. Elke student moet de opdracht individueel inleveren, maar beide namen moeten op het voorblad worden ingevuld. In Hoorcollege 4 komt meer informatie over factoranalyse.

Het tentamen gaat over H2-9 van het boek, plus alle inhoud van de hoorcolleges. Afleidingen van formules zijn geen tentamenstof. Op nestor komt een document met voorbeeldopgaven; de opgaven in het boek hoeven niet te worden gemaakt (kan wel voor oefening, maar bij de opgaven zijn geen antwoorden).

Algemene inleiding

Dit vak gaat over soorten tests, hoe tests tot stand komen en hoe je kunt bepalen of een bepaalde psychologische test een goede test is. McKeen Cattell was erg gericht op het kwantificeren van individuele verschillen. Hij heeft de eerste stappen gezet in het systematisch onderzoeken van en naar individuele verschillen. Hij was ook de eerste hoogleraar psychologie in 1887.

Het doel van testtheorie is het kwantificeren van individuele verschillen. Dit kan worden gedaan door metingen te verrichten. Het doel daarbij is het doen van een uitspraak die een voorspelling, classificatie of beschrijving mogelijk maakt met betrekking tot het onderzochte individu. Psychologische tests meten psychologische eigenschappen die niet direct observeerbaar/meetbaar zijn. Daarom worden indicatoren (items) geconstrueerd die gedrag oproepen dat iets zegt over het te meten construct.

Het is belangrijk om te onthouden dat een test een hulpmiddel is; het is niet de waarheid. Er dient dus opgelet te worden met het verabsoluteren van testscores.

Meten in de sociale wetenschappen

Een bepaald construct wordt als uitgangspunt genomen. Daarbij wordt een meetinstrument ontwikkeld. Vervolgens wordt de testscore berekend. Testscores krijgen pas betekenis als er een criterium aan verbonden wordt (bijvoorbeeld: geslaagd bij minstens vijftien vragen goed), of als ze worden vergeleken met andere scores.

Notatie

  • K: totaal aantal items in een test;

  • Items: kennen indices g en h, die lopen tot k;

  • Xg en Xh zijn scores op de items (toevalsvariabelen):

Dichotome scores (ja/nee) kennen de scores 0 en 1.

Polytoom: meerdere aantwoordcategorieën: Xg = 0, ..., m

  • X = ruwe testscore. Ook wel de totaalscore;

  • i: Personen. Er wordt uitgegaan van scores van n personen;

  • Xig= score van de persoon i op item g;

  • Xi= ruwe

.....read more
Access: 
JoHo members
Colleges testtheorie en testgebruik

Colleges testtheorie en testgebruik

Formules op het formuleblad (dus niet uit het hoofd leren):

  • Varianties van een somscore

  • Alfa

  • Spearman-brown

  • Individueel model

  • Groepsmodel

  • 95% BHI

  • Rasch model

  • Birnbaums twee-parameter (logistisch) model

  • Birnbaums drie-parameter (logistisch) model

  • Selectieratio

  • Toevalskan / base rate

  • Succesratio

  • Toevalscorrectie

  • Aftestgrens

 

College 1: 13-09-21

 

Één van de kenmerken van psychologische eigenschappen is dat ze niet/moeilijk observeerbaar zijn. Testscores zijn geen absolute waarheid, je moet rekening houden met de context en de persoon. Het is dus van belang om altijd kritisch te zijn op testscores en andere bronnen van informatie. Ook is het belangrijk dat er spreiding is in de totaalscores op een test. Het doel van psychologische tests is een uitspraak doen die een voorspelling, classificatie of beschrijving mogelijk maakt m.b.t het onderzochte individu/de onderzochte groep. 

 

James McKeen Cattell was de eerste die systematisch onderzoek deed naar kwantificeren van individuele verschillen. Ook was hij de eerste hoogleraar psychologie ter wereld, in 1887.

 

Testscores zijn geen absolute waarheid. Een psycholoog dient bij voorkeur test tot een oordeel te komen op basis van combinatie van verschillende waarnemingen. Geen blind testgebruik, rekening houden met de context en de persoon bij keuze van de tests. Als je scores wil vergelijken, kijk je naar normen. 

 

Notatie:

  • k = totaal aantal items in een test

  • g/h = specifiek item

  • X= ruwe score/totaalscore/ongewogen som van de k itemscores

  • i = personen

 

Standaarddeviatie:

 

De som van de testscores is gelijk aan de gemiddelde itemscore.

 

De covariantie geeft de richting van het verband aan, maar niet de sterkte van het verband. Het is een maat voor lineaire samenhang, namelijk de mate waarin X en Y samen variëren. Als je de sterkte van het verband wilt weten, zou je moeten werken met de correlatie.

Covariantie:

 

 

Met de variantie-covariantiematrix bereken je de de variantie van een som variabele:

Kenmerken van een test:

  • efficiëntie= de test is alleen maar gericht op het meten van het hypothetisch construct, zonder andere storende factoren.

  • standaardisatie= de testprocedure moet voor alle respondenten gelijk zijn, dus dezelfde instructie, tijdslimiet en condities.

  • normering (H5)= beschikbaarheid van normen om testscores te vergelijken.

  • objectiviteit= het mag niet uitmaken wie de beoordelaar is en openheid en reproduceerbaarheid van testprocedures (correlatie, kendalls tau, spearman's rho, cohens kappa)

  • betrouwbaarheid (H6)= mate waarin bij herhaalde metingen dezelfde score behaald wordt.

  • validiteit (H8)= de mate waarin de test aan zijn doel beantwoordt.

Een paar voorbeeld van typen tests:

  • test of maximum performance= test voor prestatieniveau (enkelvoudige niveautest zoals WAIS, WISC en NIO & test voor geschiktheid). Vaak goed/fout en high-stakes.

  • test of typical performance=

.....read more
Access: 
JoHo members
College-aantekeningen bij Testtheorie & Testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015

College-aantekeningen bij Testtheorie & Testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015

Image


College 1: Bespreken hoofdstuk 1, 2, 4 (Testtheorie van Drenth)

Het doel van deze cursus is het gereedschap in handen te geven om zelf bestaande tests te kunnen analyseren.

Hoofdstuk 1

In 1905 is Binet begonnen met het maken van een test. Later kwam Simon hem hierbij helpen en zo hebben zij samen de Binet-Simon test ontworpen.

Binet maakte zijn test anders dan anderen. Hij gebruikte verbale complexe opgaven, waarbij geheugen, analyse en leesvaardigheid tegelijkertijd een rol speelden. In die tijd was dit ongehoord, tests zaten heel simpel in elkaar.

Ook stelde Binet de moeilijkheidsgraad van tests samen. Dit deed hij door het aantal geslaagden te delen door het aantal deelnemers. Door de moeilijkheidsgraad van vragen te berekenen kon Binet een test opbouwen op volgorde van moeilijkheidsgraad. Eerst kwamen de makkelijke vragen en daarna de moeilijkere. Door deze volgorde te gebruiken zouden mensen zelfvertrouwen krijgen tijdens het maken van een test en de test dus eerder afmaken.

Binet werkte met standaard instructies voor de testleider. Hij schreef uit wat de testleider wel en wat hij niet mocht zeggen en of hij mocht helpen als een proefpersoon vastliep tijdens het maken van een test.

Waar Binet verschil tussen maakte was de kalenderleeftijd en mentale leeftijd van mensen. De mentale leeftijd is een indicatie van de geestelijke groei. Stern kwam ermee dat het IQ van iemand berekend kan worden door de mentale leeftijd te delen door de kalenderleeftijd van die persoon en dit te vermenigvuldigen met honderd.

Veel van wat Binet uitgevonden en voorgesteld heeft gebruiken we tegenwoordig nog steeds bij het maken van tests.

Hoofdstuk 2

Een goede test is een test die een bepaald doel goed voorspelt. Om een test te beoordelen moet je dan ook kijken naar de voorspellende kracht ervan.

Als je het oordeel van leerkrachten van de basisschool afzet tegen het oordeel van CITO en het oordeel van CITO draagt niets bij aan de voorspelling van de leerkrachten, dan kan je het oordeel van CITO niet gebruiken. Technisch gezien is de CITO toets een goede toets, met keurige gemiddelden en standaarddeviaties, maar als hij niet bijdraagt aan je voorspelling heb je er niets aan.

In alle statistiekboeken staat dat een test valide is als deze meet wat hij behoort te meten. Drenth en Sijtsma zijn het hier niet mee eens en zeggen dat je in een test niet kan spreken van de validiteit van een

.....read more
Access: 
JoHo members
Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG B2 - Studiebundel

Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG B2 - Studiebundel

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Statistiek II voor de opleiding Psychologie, jaar 2, aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie B2 - RUG op JoHo.org

Testtheorie en testgebruik: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

College-aantekeningen bij Testtheorie & Testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2016/2017

College-aantekeningen bij Testtheorie & Testgebruik aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2016/2017

Image


Hoorcollege 1

Vakvoorwaarden en het tentamen

Een voorwaarde voor het vak: zelfstandig een betrouwbaarheidsonderzoek en een factoranalyse uitvoeren bij de NEO-PI-R om ervaring op te doen. Dit dient gedaan te worden in tweetallen. De tweetallen hoeven niet te worden doorgegeven aan de docent. De beoordeling is een voldoende of een onvoldoende. Het moet duidelijk zijn dat serieus aan de opdracht gewerkt is (zinnige en complete antwoorden op alle vragen). De opdracht is een voorwaarde voor deelname aan het tentamen. Elke student moet de opdracht individueel inleveren, maar beide namen moeten op het voorblad worden ingevuld. In Hoorcollege 4 komt meer informatie over factoranalyse.

Het tentamen gaat over H2-9 van het boek, plus alle inhoud van de hoorcolleges. Afleidingen van formules zijn geen tentamenstof. Op nestor komt een document met voorbeeldopgaven; de opgaven in het boek hoeven niet te worden gemaakt (kan wel voor oefening, maar bij de opgaven zijn geen antwoorden).

Algemene inleiding

Dit vak gaat over soorten tests, hoe tests tot stand komen en hoe je kunt bepalen of een bepaalde psychologische test een goede test is. McKeen Cattell was erg gericht op het kwantificeren van individuele verschillen. Hij heeft de eerste stappen gezet in het systematisch onderzoeken van en naar individuele verschillen. Hij was ook de eerste hoogleraar psychologie in 1887.

Het doel van testtheorie is het kwantificeren van individuele verschillen. Dit kan worden gedaan door metingen te verrichten. Het doel daarbij is het doen van een uitspraak die een voorspelling, classificatie of beschrijving mogelijk maakt met betrekking tot het onderzochte individu. Psychologische tests meten psychologische eigenschappen die niet direct observeerbaar/meetbaar zijn. Daarom worden indicatoren (items) geconstrueerd die gedrag oproepen dat iets zegt over het te meten construct.

Het is belangrijk om te onthouden dat een test een hulpmiddel is; het is niet de waarheid. Er dient dus opgelet te worden met het verabsoluteren van testscores.

Meten in de sociale wetenschappen

Een bepaald construct wordt als uitgangspunt genomen. Daarbij wordt een meetinstrument ontwikkeld. Vervolgens wordt de testscore berekend. Testscores krijgen pas betekenis als er een criterium aan verbonden wordt (bijvoorbeeld: geslaagd bij minstens vijftien vragen goed), of als ze worden vergeleken met andere scores.

Notatie

  • K: totaal aantal items in een test;

  • Items: kennen indices g en h, die lopen tot k;

  • Xg en Xh zijn scores op de items (toevalsvariabelen):

Dichotome scores (ja/nee) kennen de scores 0 en 1.

Polytoom: meerdere aantwoordcategorieën: Xg = 0, ..., m

  • X = ruwe testscore. Ook wel de totaalscore;

  • i: Personen. Er wordt uitgegaan van scores van n personen;

  • Xig= score van de persoon i op item g;

  • Xi= ruwe

.....read more
Access: 
JoHo members
Samenvatting Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test van Drenth et al

Samenvatting Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test van Drenth et al

Image


Historische testontwikkeling - Chapter 1

De ontwikkeling van testdiagnostiek kent grofweg vier perioden, namelijk

  1. de periode tot het verschijnen van de Binet-Simon-test,
  2. de periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog (WOI),
  3. de periode tussen het begin van WOI tot de Tweede Wereldoorlog (WOII), en
  4. de periode tussen het begin van WOII tot heden.

1.1 Testontwikkeling tot de BinetSimon-test

1905 is een belangrijke mijlpaal voor de ontwikkeling van de testdiagnostiek; in dit jaar verscheen de eerste versie van de Binet-Simon-test – de eerste waardevolle intelligentietest.  Uiteraard gingen hier een hoop ontwikkelingen aan vooraf, te beginnen met de ontwikkelingen binnen de psychiatrie in Frankrijk en Duitsland. In Frankrijk ontstond eind 18e eeuw een verhoogde interesse in de geestelijke abnormaliteit en zwakzinnigheid. Men begon krankzinnigheid en zwakzinnigheid van elkaar te onderscheiden, waarbij mensen als Esquirol, Séguin, Charcot, Janet en Binet zwakzinnigheid niet beschouwden als ziekte, maar als een gebrek aan intellectuele vaardigheden. Ook in Duitsland veranderde de visie op geestelijke abnormaliteit. In beide landen werd hier steeds meer onderzoek naar gedaan, waardoor er een behoefte ontstond aan methoden om verschillen tussen geesteszieken en verschillende niveaus in zwakzinnigheid te kunnen duiden.

Naast de psychiatrie, ontstond ook binnen de experimentele psychologie – voornamelijk beoefend in Duitsland – een toegenomen interesse in geestelijke abnormaliteit en onderzoek hiernaar. Met de oprichting van zijn experimentele laboratorium in Leipzig, luidde Wundt in 1879 het begin in van systematisch grootschalig experimenteel onderzoek. Aanvankelijk richtte men zich vooral op generaliseerbaarheid en werden afwijkingen en individuele verschillen toegeschreven aan experimenteerfouten en beperkte het onderzoek zich tot primaire sensorische en motorische functies. Later, met de publicatie van een artikel van Cattell in het tijdschrift Mind in 1890, kwam er meer aandacht voor individuele verschillen. In 1893 werd er binnen de American Psychological Association (APA) een commissie ingesteld met als taak tests te registreren en de gebruiksmogelijkheden van deze tests te formuleren.

eEen derde ontwikkelingslijn die van invloed is geweest op testontwikkeling, is de genetica. Eind 19e eeuw verrichtte Galton diverse antropometrische onderzoekingen die gekenmerkt werden door drie elementen die later een pijler van het wetenschappelijk testonderzoek zouden gaan vormen, namelijk: (1) de wenselijkheid van het onderzoek van individuele verschillen, (2) systematisering van onderzoekstechnieken, en (3) normatief denken en weergeven van onderzoeksresultaten in statistische termen.

1.2 Testontwikkeling van verschijnen Binet-Simon-test tot WOI

In 1905 verscheen de eerste intelligentietest – ontwikkeld door Binet en Simon – die ook echt een.....read more

Access: 
JoHo members
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Follow the author: Psychology Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2917 1 1