Grondslagen van het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Grondslagen van het Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

Bundle items:
TentamenTickets Grondslagen van het Recht - UL
Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden
Crossroads: activities
This content is used in bundle:

Oriëntatievak: Grondslagen van het Recht - Recht - UL - B1 - Oefenmaterialen

Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2017

Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2017


Vragen

Vraag 1

“Ik neem als grondslag aan dat er een Schoon-op-zichzelf bestaat, een Goed-in-zichzelf, een Groot-op-zichzelf bestaat, en zo in alle dingen.”

Van wie is dit citaat en waar duidt het citaat op?

  1. Plato citeert Sokrates wanneer Socrates de absolute ideeën uit de ideeënwereld beschrijft.

  2. Plato citeert Artistoteles wanneer Aristoteles de doelgerichtheid van alle dingen beschrijft.

  3. Plato citeert Sokrates wanneer Sokrates beschrijft hoe wij met onze zintuigen het schone op zichzelf kunnen leren kennen.

  4. Plato citeert Aristoteles wanneer Aristoteles beschrijft hoe wij met onze zintuigen de ware werkelijkheid kunnen leren kennen.

Vraag 2

De Amerikaanse rechtsfilosoof Lon Fuller (1902-1978) heeft op een achttal vereisten gewezen die we aan elk rechtssysteem zouden moeten stellen. Welk van onderstaande stellingen omtrent deze vereisten is JUIST?

  1. Deze vereisten zijn materieel van aard: zo noemt Fuller de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en het gelijkheidsbeginsel.

  2. Volgens Fuller behoren alle rechtsstelsels aan deze eisen te voldoen om als geldend recht te kunnen worden aangemerkt.

  3. Deze vereisten zijn formeel van aard: zo noemt Fuller onder meer dat rechtsregels begrijpelijk moeten zijn en elkaar niet tegen mogen spreken.

  4. Volgens Fuller dienen alleen westerse democratische rechtsstaten aan deze eisen te voldoen; over andere culturen kan men niet oordelen.

Vraag 3

Lees onderstaande stellingen.

I. Sein en Sollen moeten goed onderscheiden worden; ook onrechtvaardig recht is derhalve nog steeds recht.

II. De rechter moet zijn eigen rechtsgevoel ondergeschikt maken aan het rechtsbevel. Wat is juist?

  1. Gustav Radbruch heeft beide stellingen nooit gesteund, want hij is een natuurrechtsdenker.

  2. Gustav Radbruch heeft beide stellingen altijd gesteund, want hij is een rechtspositivist.

  3. Gustav Radbruch was het voor de Tweede Wereldoorlog met beide stellingen oneens.

  4. Gustav Radbruch was het voor de Tweede Wereldoorlog met beide stellingen eens.

Vraag 4

Het artikel van Fuller over de grudge informer (‘rancuneuze aanbrenger’) gaat over de vraag hoe om te gaan met onrechtvaardig recht. Welke van de vijf oplossingen die Fuller aandraagt, wordt ondersteund door Hart?

  1. Nazirecht was indertijd het geldende recht en derhalve moet de rancuneuze aanbrenger niet gestraft worden.

  2. Er was complete anarchie in die tijd, een rechtsvacuüm, de rancuneuze aanbrenger moet derhalve niet gestraft worden.

  3. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval moet de rancuneuze aanbrenger wel of niet gestraft worden.

  4. Er moet een nieuwe wet worden opgesteld die de handelingen van rancuneuze aanbrengers alsnog strafbaar stelt.

Vraag 5

Liberalisme en democratie hangen nauw met elkaar samen, schrijft Francis Fukuyama in zijn beroemde artikel ‘The End of History’. Toch zijn het verschillende concepten, omdat:

  1. Het liberalisme beperkingen oplegt

.....read more
Access: 
Public
Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2017 (hertentamen)

Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2017 (hertentamen)


Vragen

Vraag 1

In zijn boek Phaedo voert Plato (427-347 v. Chr.) zijn leermeester Socrates (470-399 v. Chr.) op. Socrates zegt hier: 'Het komt mij namelijk zo voor, dat als er nog iets anders schoon is dan het Schone-zelf, dat het dan door geen enkele andere oorzaak schoon is dan doordat het deelheeft aan dat Schone. En zo ook in alle andere gevallen'.

Hoe wordt dit denken, dat ook wordt gezien als filosofische basis van het natuurrecht, aangeduid?

  1. Rationalistisch natuurrecht, omdat de Idee van het Schone te kennen is met de rede.

  2. Idealisme, Socrates refereert aan een wereld van zuivere en onveranderlijke ideeën.

  3. Teleologie, omdat de nadruk ligt op doel en oorzakelijkheid.

  4. Realisme, Socrates refereert aan de zintuiglijke wereld en het bestaan daarin van schoonheid.

Vraag 2

Volgens de auteurs van Legaliteit en legitimiteit heeft de Oostenrijkse rechtspositivist Hans Kelsen (1881-1973) gedegen kritiek op het natuurrecht geformuleerd. Welk van onderstaande kritieken op het natuurrecht is niet afkomstig van Kelsen?

  1. Natuurrechtelijke beginselen kunnen niet worden gelegitimeerd, omdat het bij normatieve principes gaat om gevoel.

  2. Natuurrechtsdenkers halen 'Sein' en 'Sollen' ten onrechte door elkaar, zij stappen van het zijn naar het moeten.

  3. Natuurrechtelijke beginselen zijn niet opgetekend, waardoor zij geen goede toets vormen voor het positieve recht.

  4. Natuurrechtsdenkers omarmen 'Leerformeln', dit zijn inhoudsloze frasen die geen enkele praktische waarde bezitten.

Vraag 3

Wat vormt volgens de auteurs van Legaliteit en legitimiteit de normatieve grondslag van het cultuurrecht?

  1. De notie van menselijke waardigheid zoals opgenomen in mensenrechtenverdragen.

  2. Spontane en evolutionaire ordening van rechtsordes, zoals Hayek beschrijft.

  3. De wenselijkheid van een meer bescheiden natuurrecht, zoals Perelman beschrijft.

  4. Consensus over basiswaarden van westerse rechtsstaten.

Vraag 4

Het ideaal van de rechtsstaat is een reactie op de overtuiging, zo welsprekend verwoord door Lord Acton, dat:

  1. ‘Those who forget history are condemned to repeat it.’

  2. ‘Democracy is the worst form of government, except for all the others.’

  3. ‘All power tends to corrupt; absolute power corrupts absolutely’.

  4. ‘Life is a perpetual contention for honour, riches, and authority.’

Vraag 5

Het humanistische verlichtingsideaal zorgt ervoor dat ook in de moderne tijd de eenheid van mens en maatschappij overeind blijft. Kenmerkend voor het constitutionele denken van de moderniteit is immers:

  1. Dat men de gedachte van het humanistische beschavingsideaal ook heeft vertaald naar het staatkundige: net als de mens als individu zich bepaalde beperkingen kan opleggen en daarmee beantwoordt aan zijn zedelijk ideaal, kan de mens als collectief zich bepaalde beperkingen opleggen.

  2. De gedachte dat een constitutie bestaat uit mensen.

  3. Dat de inhoud

.....read more
Access: 
Public
Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2016

Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2016


Vragen

Vraag 1

Welke van deze vier stellingen is niet waar?

  1. De christelijke theologie heeft een grote invloed gehad op het natuurrecht.

  2. Het rechtspositivisme richt zich meer op de legitimiteit van het recht dan op de legaliteit van het recht.

  3. Het natuurrecht wordt geacht te functioneren als kritische toets voor het positieve recht.

  4. Volgens het rechtspositivisme bestaat er geen noodzakelijk verband tussen recht en moraal.

Vraag 2

Welke bron ligt ten grondslag aan het cultuurrecht?

  1. Het positieve recht

  2. Het rechtsgevoel

  3. De traditie en geschiedenis

  4. De natuur

Vraag 3

Econoom Joseph Schumpeter is een voorvechter van:

  1. De klassieke democratie zoals die bestond in Athene.

  2. Het ‘dicht bij de burger brengen’ van politiek.

  3. Regelmatige referenda, naar het Zwitserse model.

  4. Het idee van indirecte democratie.

Vraag 4

Thomas Paine was het oneens met Burke. Paine was namelijk van mening dat:

  1. Een parlement zichzelf kan binden en het nageslacht.

  2. Een parlement het nageslacht niet kan binden.

  3. Burgers helemaal niet geïnteresseerd zijn in politiek.

  4. Ook bij wanbeleid regeerders hun recht om te regeren behouden.

Vraag 5

Tot de vijf fundamentele beginselen van de rechtsstaat volgens Cliteur en Ellian, behoren of behoort niet:

  1. Machtenscheiding.

  2. Grondrechten.

  3. Constitutionalisme.

  4. Het legaliteitsbeginsel.

Vraag 6

Van Den Bergh vindt de term ‘strijd met de goede zeden’ als wettelijke verbodsgrond voor partijen problematisch. Waarin zit het probleem?

  1. Het is onduidelijk of de rechter mensen uit andere culturen moet beoordelen met de goede zeden van de Nederlandse cultuur of met de goede zeden van hun eigen cultuur.

  2. Het is onduidelijk in hoeverre de rechter hierin zijn eigen zedelijke normen en waarden mee mag nemen.

  3. Goede zeden is een onduidelijke en vage term en laat teveel over aan de rechter om in te vullen. De term bemoeilijkt ook zijn taak een oordeel te vellen los van politieke overwegingen.

  4. Goede zeden is een dermate onduidelijke term dat de rechter alleen als uitspraak kan doen dat hij zich onthoudt van een oordeel.

Vraag 7

H.L.A. Hart dacht een genuanceerdere vorm van het rechtspositivisme uit, om de kritiek van natuurrechtsaanhangers te kunnen weerleggen.

Waaruit bestond die nuance?

  1. Rechtsregels kunnen niet worden afgeleid uit de natuur. Daarom introduceert Hart een ‘hypothetisch rechtsstelsel’, bestaande uit regels waaraan men moet voldoen om de rechtsorde stabiel te houden.

  2. Het is in het recht niet mogelijk om het Sein en Sollen strikt gescheiden te houden. Daarom verliezen volgens Hart alleen die regels die evident

.....read more
Access: 
Public
Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2015

Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2015


Vragen

Vraag 1

Duitse rechters waren tijdens de Tweede Wereldoorlog volgens Radbruch weerloos tegen wetten met een onethische inhoud. Welke stroming veroorzaakte die weerloosheid?

  1. Het rechtspositivisme, omdat het geen inhoudelijke eisen stelt aan het recht.

  2. Het idealisme, omdat het twee soorten ‘zijn’ verdedigt.

  3. Het natuurrechtsdenken, omdat het abstract is en dus geen concrete handvatten tegen onrechtvaardigheid biedt.

  4. Het cultuurrelativisme, omdat het relativistisch is ten aanzien van fundamentele waarden

Vraag 2

Om ervoor te zorgen dat mensen duidelijk zien of zij geconfronteerd worden met officieel machtsmisbruik, moeten zij zich er vooral van bewust zijn dat het feit dat iets als juridisch geldig is aangemerkt niet beslissend is voor de gehoorzaamheidsvraag, en dat eisen van het officiële stelsel uiteindelijk onderworpen moeten worden aan een kritisch moreel onderzoek, ongeacht hoe groot het aura van majesteit of van gezag van dat stelsel ook is.’

Van wie kwam deze nuance van het rechtspositivistisch denken?

  1. Lon Fuller

  2. Gustav Radbruch

  3. Hans Kelsen

  4. H.L.A. Hart

Vraag 3

Welke van de volgende eigenschappen valt volgens Cliteur en Ellian niet onder het ideaaltype van een rechtsstaat?

  1. Een document waarin grondrechten zijn vastgelegd.

  2. Het legaliteitsbeginsel.

  3. Een besluitvormingsprocedure waar het volk actief aan deelneemt.

  4. Een speciaal orgaan die wetten toetst op overeenstemming met grondrechten.

Vraag 4

Volgens Cliteur en Ellian kent het Algemeen Constitutioneel Patroon van de moderniteit (ACP) innerlijke tegenstrijdigheden. Welke zijn dat?

  1. De controle van de rechterlijke macht op de uitvoerende macht en de verschansing van hoger recht.

  2. De proliferatie van mensenrechten en de mogelijkheid tot bindende volksraadplegingen zoals referenda.

  3. De verschansing van hoger recht en de onmogelijkheid om dat hoger recht aan te passen middels bindende referenda.

  4. De bescherming van hoger recht door de rechter en de verschansing van hoger recht.

Vraag 5

Welke drie bezwaren formuleert Schumpeter tegen de directe democratie?

  1. Directe democratie is een vorm van socialisme, het past niet binnen het Algemeen Constitutioneel Patroon en het ontbreekt een directe democratie aan een sterke leider.

  2. De wil van het volk bestaat niet, de directe democratie kost de burger te veel avonden en de directe democratie is een gevaar voor de rechtsstaat.

  3. Burgers horen geen invloed op de politieke besluitvorming te hebben, het algemeen welzijn bestaat niet en de directe democratie is niet in overeenstemming met het natuurrecht.

  4. De wil van het volk bestaat niet, het algemeen welzijn bestaat niet en de burger interesseert zich nauwelijks voor politiek.

Vraag 6

Volgens Thomas van Aquino verschilt de mens met de natuur op twee kenmerken. Welke?

    .....read more
    Access: 
    Public
    Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2014

    Grondslagen van het recht - B1 - UL - Oefententamen 2014


    Vragen

    Vraag 1

    Welke waarden moet het recht volgens Radbruch verwerkelijken?

    1. Rechtszekerheid, doelmatigheid en opportuniteit.

    2. Rechtvaardigheid, doelmatigheid en legitimiteit.

    3. Rechtszekerheid, doelmatigheid en rechtvaardigheid.

    4. Rechtvaardigheid, rechtszekerheid en evenwichtigheid.

    Vraag 2

    Welk alternatief is onjuist?

    Hans Kelsen vindt het natuurrecht onhoudbaar omdat:

    1. het uitgaat van een breed rechtsbegrip.

    2. waardeoordelen slechts uitingen zijn van gevoelens.

    3. het ‘sein’ en ‘sollen’ vermengt.

    4. formules als ‘ieder het zijne’ inhoudelijk leeg zijn.

    Vraag 3

    Welk rechtsbegrip hangt Hart aan?

    1. Een materieel rechtsbegrip.

    2. Een smal rechtsbegrip.

    3. Een formeel rechtsbegrip.

    4. Een breed rechtsbegrip.

    Vraag 4

    Wat is het belangrijkste verschil tussen Hart en Radbruch omtrent onrechtvaardig recht?

    1. Wanneer het uitgevaardigde, positieve recht bewust de menselijke gelijk(waardig)heid ontkent, dan ontbreekt volgens Radbruch het rechtskarakter aan het recht.

    2. Volgens Radbruch is onrechtvaardig recht wel recht, maar hoef je dit niet te gehoorzamen.

    3. Wanneer het uitgevaardigde, positieve recht bewust de menselijke gelijk(waardig)heid ontkent, dan ontbreekt volgens Hart het rechtskarakter aan het recht.

    4. Volgens Hart is onrechtvaardig recht geen recht.

    Vraag 5

    Welk alternatief is onjuist?

    Volgens Karl Loewenstein kent een democratie de volgende zwakke plekken:

    1. Het besluitvormingsmodel van de democratie is gericht op compromissen.

    2. Antidemocratische partijen kunnen verkozen worden en plaatsnemen in democratische instituties, met name het parlement.

    3. Constitutionele vrijheden gelden ook voor de vijanden van de democratie.

    4. De democratie geeft te veel invloed aan het volk waardoor de rechtsstaat in gevaar komt.

    Vraag 6

    Wat is een ‘militante democratie’ volgens Cliteur & Rijpkema in ieder geval niet?

    1. Een democratie die zich verzet tegen afschaffing van de democratische procedure. 

    2. Een idee van democratie als universeel ideaal.

    3. Een democratie die alle partijen en meningen als volkomen gelijk behandelt.

    4. Een democratie die zich niet alleen verzet tegen aantasting van de democratische procedure, maar ook fundamentele rechten beschermt.

    Vraag 7

    Wat is de relevantie van de Refah-uitspraak van het EHRM voor het concept ‘militante democratie’?

    1. Het laat zien dat het EHRM een militante democratie afwijst: het verbieden van partijen is in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

    2. Het laat zien dat het EHRM een militante democratie afwijst: het verbieden van partijen is in strijd met het wezen van de democratie.

    3. Het EHRM een vorm van militante democratie toestaat: er mag worden opgetreden tegen niet-democratische partijen.

    4. Het EHRM laat zien dat je rechtsstaat en democratie scherp moet onderscheiden: het EVRM staat namelijk ook niet-democratische systemen toe.

    Vraag 8

    Op welk onderwerp richt George van

    .....read more
    Access: 
    Public
    Grondslagen van het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Grondslagen van het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Grondslagen van het Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

    Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 1 aan de Universiteit Leiden

    Inleiding Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Inleiding Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Image

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
    Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

    Beginselen van de democratische rechtsstaat: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
    Leiden Law Practices (LLP): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Leiden Law Practices (LLP): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Image

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Leiden Law Practices voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 1 aan de Universiteit Leiden.

    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar  Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

    Inleiding Internationaal Publiekrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Inleiding Internationaal Publiekrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Internationaal Publiekrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Universiteit Leiden.

    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Europees Recht ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

    Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Inleiding Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Strafrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Unversiteit Leiden.

    Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

    Inleiding Bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Inleiding Bestuursrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Bestuursrecht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
    • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp
    Grondslagen van het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Grondslagen van het Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Grondslagen van het Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
    Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

    Inleiding Europees Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
    Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    • In deze bundel worden o.a. collegeaantekeningen en oefententamens gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 1 aan de Universiteit Leiden. 
    • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp
    Belastingrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    Belastingrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

    • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Belastingrecht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
    • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar
      Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp
    Methoden en Technieken van de Rechtswetenschap: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
    Follow the author: Law Supporter
    Contributions, Comments & Kudos

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.
    Access level of this page
    • Public
    • WorldSupporters only
    • JoHo members
    • Private
    Statistics
    1614