Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Tentamenvragen: Inleiding Privaatrecht

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

 

 

Vragen en antwoorden tentamen Inleiding  Privaatrecht

 

Oefenvragen deel 1

 

Vraag 1 (4 pnt)

Anke ziet een advertentie in de krant: 'Te koop aangeboden herenhuis, Lindelaan 21, Heerhugowaard,  € 200.000,-'. Anke rijdt langs het huis. Het ziet er goed uit, vindt zij. Zij belt het telefoonnummer dat in de advertentie wordt genoemd en zegt dat zij het aanbod aanvaardt.

 

Is hier een overeenkomst tot stand gekomen? Zo ja, op welke wijze; zo nee, waarom niet?

 

 

Vraag 2 (11 pnt)

Arnold begeeft zich naar Victor, handelaar in verwarmingsapparatuur. Arnold deelt Victor mee dat hij zoekt naar een verwarmingsinstallatie waarmee hij zijn winkeltje (inhoud 250 kubieke meter) adequaat kan verwarmen. Victor wijst hem op een installatie en zegt: 'Dan is dit net wat voor u'. Victor vergist zich daarbij in de capaciteit van het apparaat. Arnold koopt de installatie en de daaropvolgende winter blijkt dat de verwarmingsinstallatie volstrekt niet toereikend is om Arnolds winkeltje warm te houden. Arnold wil van de koop af.

 

a.         Kan Arnold zich op een vernietigingsgrond beroepen? (2 pnt)

 

b. Geef aan de hand van de vereisten voor de desbetreffende vernietigingsgrond aan of Arnolds beroep al dan niet zal slagen. (4 pnt)

 

c.         Op welke wijze dient hij dit beroep te doen? (3 pnt)

 

d.         Stel dat Arnoldss beroep slaagt, wat zijn dan hiervan de gevolgen? (2 pnt)

 

 

Vraag 3 (3 pnt)

De 16-jarige Berend koopt met toestemming van zijn ouders een scooter van verkoper Vincent. Als Vincent de scooter na drie maanden nog niet heeft afgeleverd, handelingsonbekwaam was ten tijde van het sluiten van de overeenkomst spreekt Berend Vincent aan tot nakoming. Vincent beroept zich op het feit dat Berend.

 

Gaat het beroep van Vincent op? (3 pnt)

 

Vraag 4 (6 pnt, elke subvraag 2 pnt)

Karel is eigenaar van twee konijnen. Hij gaat op vakantie en spreekt met zijn buurvrouw Laura af dat zij voor zijn konijnen zal zorgen. Daarbij zegt Karel dat zij, als er iets nodig is, dat dan moet halen of doen en dat hij een rekening heeft lopen bij dierenwinkel Dierenzorg.

Laura koopt op rekening van Karel en in naam van Karel, konijnenvoer bij dierenwinkel Dierenzorg. Voorts koopt zij op eigen naam konijnenvitaminen bij een andere dierenwinkel, te weten Pets Place. Zij bewaart de rekening voor Karel.

 

Van welke rechtsfiguur is sprake met betrekking tot de koop van het konijnenvoer bij Dierenzorg? Tussen welke partijen ontstaat een overeenkomst?

 

Van welke rechtsfiguur is sprake met betrekking tot de konijnenvitaminen bij Pets Place? Tussen welke partijen ontstaat een overeenkomst?

 

Stel dat de konijnenvitaminen - door het verstrijken van de werkzame periode - ondeugdelijk blijken te zijn.

 

Door wie kan Pets Place nu worden aangesproken?

 

 

Vraag 5 (12 pnt)

Fruitteler Friso verkoopt en levert aan groentenhandelaar Gerda een partij appels van de soort Pink Lady. De appels uit deze partij blijken zulke rotte plekken te vertonen dat zij niet verkoopbaar zijn. Bovendien hebben de rotte appels de al aanwezige voorraad appels van Gerda ‘besmet’, zodat ook een deel van déze appels niet meer te verhandelen valt.

 

Mag Gerda weigeren te betalen? (5 pnt)

 

b. Kan Gerda van Frico levering van een nieuwe partij appels eisen? (2 pnt)

 

c. Kan Gerda van Friso schadevergoeding eisen ter zake van het verrotte deel van de al aanwezige voorraad appels? Zo ja, op grond waarvan; zo nee, waarom niet? (5 pnt)

 

Vraag 6 (16 pnt)

Arnie heeft een racefiets gekocht. Ofschoon Arnie geen geoefend fietser is, gaat hij, nadat hij zich flink wat moed heeft ingedronken, op zijn nieuwe aanwinst fietsen in het park in de buurt waar hij woont.

Al snel gaat het fout: als Arnie over een fietspad een helling afrijdt, verliest hij de macht over het stuur, rijdt het gras op en botst tegen de kinderwagen van Belle aan. Gelukkig zijn er geen persoonlijke ongelukken, want Belle had haar baby juist uit de wagen gehaald, maar de kinderwagen is totaal vernield en Belle is zo geschrokken dat haar melk opdroogt en zij alsnog in een postnatale depressie schiet. Belle vordert vergoeding van alle schade.

Arnie verweert zich met de stelling dat hij de fiets nu eenmaal niet meer kon houden.

 

a. Waarop baseert Belle haar eis? (2 pnt)

 

Aan welke vereisten moet zijn voldaan om deze eis te kunnen instellen? Onderzoek tevens of in casu aan de vereisten is voldaan. (5 pnt)

 

c. Hoe kwalificeert u Arnies verweer juridisch? (2 pnt)

 

d. Maakt het verschil als de kinderwagen zich op een fietspad bevond? (3 pnt)

 

e. Stel dat de vordering van Belle wordt toegewezen, wat komt dan voor vergoeding in aanmerking? (4 pnt)

 

 

Vraag 7 (13 pnt)

Naar aanleiding van de annotatie onder het arrest van de Hoge Raad van 13 april 2001, NJ 2001, 326 (Gastels bedrijfspand) in het februari-nummer van Ars Aequi van dit jaar, leggen wij de volgende casus aan u voor.

Koops verkoopt en levert aan Linger een bedrijfspand. Linger denkt dat het pand geschikt is voor de uitoefening van zijn bedrijf en Koops heeft hem dat desgevraagd ook medegedeeld. Koops zei daarbij dat er altijd een soortgelijk bedrijf in het pand mocht worden uitgeoefend. En dat was ook zo. Echter, de regels zijn - al vóór de koop en de overdracht - veranderd en Linger krijgt geen vergunning om zijn bedrijf uit te oefenen. Hij wil van de overeenkomst af en twijfelt of hij een beroep zal doen op wanprestatie dan wel op dwaling.

 

a. Wat zijn de verschillen in rechtsgevolg tussen deze beide mogelijke grondslagen voor een actie van Linger? (4 pnt)

 

b. Stel dat niet Linger, maar Koops van de overeenkomst af wil en dat Linger inmiddels failliet is. Wat zou u Koops dan aanraden te kiezen van deze beide mogelijkheden? (5 pnt)

 

Keren wij terug naar de uitgangspositie in de casus. Stel dat Koops zich verweert met de stelling dat De Laat niet van de overeenkomst af kan, omdat deel uitmaakt van de overeenkomst het gebruikelijke beding dat partijen over en weer afstand doen van het recht op grond van enige wettelijke bepaling de overeenkomst te doen eindigen door een beroep op wanprestatie of wilsgebreken.

 

c. Op grond van welk wetsartikel zou dit beding deel uitmaken van de overeenkomst? (2 pnt)

 

d. Wat dunkt u van deze stelling van Koops? (2 pnt)

 

 

Vraag 8 (8 pnt, elke subvraag 2 pnt)

 

Geef in de onderstaande situaties aan welke thans de goederenrechtelijke posities zijn van Ad en/of Bob en/of Carla:

 

a. Ad leent zijn colbert uit aan Bob op 15 januari 2002.

b. Ad leent zijn colbert uit aan Bob op 1 januari 2002; Cor steelt het colbert bij Bob op 10 januari 2002.

c. Ad leent zijn colbert uit aan Bob op 1 maart 2002; Bob verliest het colbert op 5 maart 2002. Op dezelfde dag vindt Cor hem en doet hij aangifte bij de politie.

d. Ad leent zijn colbert uit aan Bob op 8 februari 2002; Bob verliest de jas op 12 februari 2002 en Cor vindt hem op dezelfde dag. Cor trekt het colbert aan en besluit hem te houden.

 

 

Vraag 9 (11 pnt)

Annelies en Bert zijn eigenaren van twee aan elkaar grenzende percelen grond. Langs deze percelen loopt een sloot. De snelste manier waarop Annelies de openbare weg kan bereiken, is over de grond en de brug van Bert. Bert is genegen om Annlies een recht te geven om op deze wijze van zijn grond en zijn brug gebruik te maken.

 

Kunnen Annelies en Bert dit in de vorm van een beperkt recht gieten?

Zo ja, welk recht en zo nee, waarom niet? (2 pnt)

 

Stel dat Annelies en Bert dit in de vorm van een beperkt recht kunnen gieten.

 

Op welke wijze komt dit recht dan tot stand? (4 pnt)

 

Stel dat Bert zijn stuk grond overdraagt aan Coen. Is Coen dan gehouden het recht van Annelies te respecteren? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? (2 pnt)

 

Stel nu dat niet Bert zijn grond overdraagt aan Coen, maar dat A zijn grond overdraagt aan Dolores. Is Dolores dan gerechtigd om de grond van Bert te gebruiken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? (2 pnt)          

Keren wij terug naar de uitgangspositie in de casus. Kunnen Annelies en Bert dit in de vorm van een persoonlijk recht gieten? (1 pnt)

 

 

Vraag 10 (4 pnt, elke subvraag 2 pnt)

Ahmed heeft een aantal paarden. Hij huurt een stuk grond van Barak om de paarden te kunnen laten grazen. Om deze paarden voorts een goed onderdak te bieden, besluit Ahmed om een stal te bouwen op de grond van Barak. Barak is het hiermee eens en al snel wordt een bouwvergunning verleend. Ahmed koopt de benodigde materialen en laat een stevige stal bouwen.

 

Wie is eigenaar van de stal volgens de wet?

 

Kunnen partijen op enigerlei wijze de wettelijke eigendomsregels ter zijde schuiven?

 

Vraag 11 (12 pnt)

Mevrouw Schellekens, zeer welgesteld, heeft een kostbare antieke kristallen karaf in eigendom. Deze karaf wordt gestolen door dief Wong. Op een receptie bij de dominee De Hoop ziet mevrouw Schellekens een half jaar na de diefstal de karaf staan. De Hoop zegt de karaf onlangs te hebben gekocht van Deelder in diens nette, als keurig bekend staande antiekwinkel.

De Hoop weigert de karaf aan Schellekens af te geven, stellende dat hij eigenaar is.

 

a. Wat vindt U van het standpunt van De Hoop? (10 pnt)

 

b. In hoeverre luidt uw antwoord anders als De Hoop de karaf op een vlooienmarkt had gekocht? (2 pnt)

 

 

vraag 12 (6 pnt, elke subvraag 1 pnt)

Geef aan of in onderstaande gevallen sprake is van een rechtshandeling of van een (bloot) rechtsfeit. Geef, als er sprake is van een rechtshandeling, aan of deze eenzijdig gericht of eenzijdig ongericht is, dan wel meerzijdig en als deze meerzijdig is, of het een overeenkomst betreft of een andere meerzijdige rechtshandeling.

 

De wegens geestelijke stoornis onder curatele gestelde Piet maakt in een helder moment een uiterste wil.

 

Het oprichten van een vereniging.

 

Tante Bep schenkt aan Tonneke een zilveren theepot.

 

Piet wordt meerderjarig.

 

Sue-Ellen slaat met een hockeybal een ruit in.

 

Bertje zegt de huur van zijn kamer op.

 

 

Vraag 13( 4 pnt)

Het arrest Pos/Van den Bosch (HR 17 november 1967, NJ 1968, 42) is gedeeltelijk gecodificeerd in de wet. Om welke bepaling gaat het hier?

 

 

 

Vraag 14

Een bejaarde weduwe wordt door een 'vertrouwensman' overgehaald haar huis aan hem te verkopen. Het staat vast dat de weduwe onder normale omstandigheden nimmer tot deze transactie zou zijn overgegaan, onder andere omdat zij ten tijde van de verkoop niet over vervangende woonruimte beschikte. Welk alternatief is juist?

 

De koopovereenkomst is nietig wegens strijd met de goede zeden.

De koopovereenkomst kan vernietigbaar zijn op grond van misbruik van omstandigheden.

Slechts indien sprake is van financieel nadeel bij de weduwe, kan de koopovereenkomst vernietigbaar zijn op grond van misbruik van omstandigheden.

De koopovereenkomst is vernietigbaar; de weduwe kan een beroep op verkopersdwaling doen.

 

Vraag 15

Antonius verkoopt aan Bibi twintig ton graan. Partijen komen overeen dat de levering zal geschieden uiterlijk op 1 juni 2003. De levering blijft uit. Welk alternatief is juist?

 

Antonius heeft in beginsel de bevoegdheid dit verzuim te zuiveren.

Antonius kan dit verzuim nimmer zuiveren.

Bibi kan op geen enkele wijze voorkomen dat Antonius dit verzuim zuivert.

Antonius is eerst in verzuim na een ingebrekestelling.

 

Vraag 16

De 15-jarige Christiaan koopt van muziekhandel Gito B.V. een elektrische gitaar. Hij heeft in strijd met de waarheid aan Gito B.V. meegedeeld dat hij voor het aangaan van deze koopovereenkomst toestemming van zijn ouders had gekregen. Welk alternatief is juist?

 

De koopovereenkomst is in beginsel vernietigbaar, mits Gito B.V. nog niet heeft geleverd.

De koopovereenkomst is in beginsel vernietigbaar, mits Christiaan de koopsom nog niet heeft voldaan.

De koopovereenkomst is nietig wegens het bedrog van Christiaan

De koopovereenkomst is geldig, mits het in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat jongens van 15 jaar alleen elektrische gitaren kopen;

 

Vraag 17

In de art. 6:169 lid 2, 170 leden 1 en 2, 171 en 172 BW betekent 'fout' telkens

 

schuld.

risico.

een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit de wet.

een toerekenbare onrechtmatige daad.

 

Vraag 18

Kokkie verkoopt aan Peppie en renpaard voor 10.000 euro. Bovendien zal Peppie aan Kokkie  uitkeren de helft van het met het paard verdiende prijzengeld. In het contract is de volgende bepaling opgenomen: 'Koper heeft te allen tijde het recht om zonder opgaaf van redenen de overeenkomst te annuleren'. Reeds na enkele dagen doet Peppie een beroep op deze bepaling. Zij deelt mee het paard te behouden, totdat Kokkie de koopprijs zal hebben terugbetaald. Een week later wint het paard een prijs van 8.000 euro. Aan de hand van de maatstaf uit welk arrest moet worden beoordeeld of het contract een leemte bevat ter zake van de annulering?

 

Bunde/Erckens (HR 17 december 1976, NJ 1977, 241).

Haviltex (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635).

Saladin/HBU (HR 19 mei 1967, NJ 1967, 261).

Kribbebijter (HR 11 maart 1977, NJ 1977, 251.

 

Vraag 19

Welk alternatief is juist?

 

Verkrijging door acquisitieve verjaring van een vordering op naam is op zichzelf niet mogelijk. Men kan een dergelijke vordering echter wel verkrijgen, als de vordering tot nakoming van de aanvankelijke rechthebbende door extinctieve verjaring tenietgaat.

Voor verkrijging door acquisitieve verjaring van een vordering op naam is vereist een onafgebroken bezit, te goeder trouw, van tien jaren.

Voor verkrijging door acquisitieve verjaring van een vordering op naam is vereist een onafgebroken bezit, te goeder trouw, van drie jaren.

Verkrijging door acquisitieve verjaring van een vordering op naam is niet mogelijk, omdat een dergelijke vordering niet vatbaar is voor bezit.

 

Vraag 20

Gert heeft een schuld van 10.000 euro aan Henk. Imre heeft op zijn beurt een schuld van 10.000 euro aan Gert. Gert en Imre spreken af dat Imre 10.000 euro aan Henk zal betalen en dat Imre daardoor aan zijn verplichtingen tegenover Gert heeft voldaan. Henk is niet op de hoogte van deze afspraken. Imre maakt vervolgens 10.000 euro over aan Henk onder vermelding dat dit geschiedt ter delging van de schuld van Gerard aan Henk. Welk alternatief is juist?

 

Door de overmaking betaalt Imre rechtsgeldig zowel de schuld van Gert aan Henk, als zijn eigen schuld aan Gerard.

Door de overmaking betaalt Imre rechtsgeldig zowel de schuld van Gert aan Henk, als zijn eigen schuld aan Gerard, echter alleen als Henk met deze wijze van betaling akkoord gaat.

Nu Henk niet op de hoogte was van de afspraken tussen Gert en Imre, is Henk's vordering op Gerard niet tenietgegaan door Imre's betaling, de vordering van Gert op Imre echter wel.

Nu Henk niet op de hoogte was van de afspraken tussen Gert en lmre, zijn de vordering van Henk op Gert en die van Gert op Imre’s niet tenietgegaan door Imre’s betaling.

 

Oefenvragen deel 2

 

Vraag 21

Arne verkoopt en levert zijn fototoestel aan Billy. Billy verkoopt en levert het toestel aan Chris. Vervolgens wordt de koopovereenkomst Arne- Billy vernietigd wegens dwaling. Wie is eigenaar van het fototoestel?

 

Arne is altijd eigenaar van het fototoestel gebleven en Chris wordt niet beschermd.

Chris, want hij wordt beschermd door art. 3:86 lid 1 BW, mits hij te goeder trouw is.

Chris, want hij wordt beschermd door art. 3:36 BW, mits hij gerechtvaardigd vertrouwd heeft.

Chris, want hij heeft geleverd gekregen conform art. 3:84 BW.

 

 

 

Vraag 22

De armlastige kunstenaar Job vindt in het atelier van zijn collega Petrus een lekkere bonk klei. Hij neemt hem stiekem mee naar huis en maakt er een prachtige vaas van, die hij fraai beschildert, glazuurt en bakt. Wie is eigenaar van de vaas?

 

Job, op grond van art. 5:16 lid 1 BW.

Job, op grond van art. 5:16 lid 2 BW.

Petrus, op grond van art. 5:16 lid 1 BW.

Petrus, op grond van art. 5:16 lid 2 BW.

 

Vraag 23

Hannah heeft aan Titus, die veelvuldig antiquairs bezoekt, de bevoegdheid gegeven om, als Titus een mooie zilveren kaasschaaf tegenkomt, deze in naam van Hannah te kopen voor ten hoogste 200 euro. Titus aanvaardt wat dit betreft geen verplichting, maar wil wel een oogje open houden. Na enkele maanden vindt Titus een fraaie kaasschaaf bij antiquair Van den Asch in Amsterdam. Titus koopt de kaasschaaf voor 100 euro in naam van Hannah. Hier is sprake van

 

lastgeving, volmacht en vertegenwoordiging.

lastgeving en vertegenwoordiging.

volmacht en vertegenwoordiging.

alleen vertegenwoordiging.

 

Vraag 24

Zie de casus uit de vorige vraag. Tussen welke partijen komt de overeenkomst tot stand als de kaasschaaf nog bij Titus is en Titus Hannah nog niet op de hoogte heeft gesteld van de aankoop?

 

Tussen Hannah en Titus.

Tussen Hannah en Titus.

Tussen Titus en Van Asch.

Tussen Hannah en Titus én tussen Titus en Van den Asch.

 

Vraag 25

Zie de casus van vraag 2. Stel dat Tino de kaasschaaf voor 220 euro heeft gekocht, in de verwachting dat Harry daar wel mee akkoord kan gaan. Welke stelling is nu juist?

 

De koopovereenkomst komt dan tot stand als Harry bij Tino de schijn heeft gewekt dat hij wel met de aankoop voor dit bedrag akkoord zou gaan en als Van Vaessen zich daarop beroept.

De koopovereenkomst komt dan tot stand als Tino bij Van Vaessen de schijn heeft gewekt dat hij bevoegd was tot dit bedrag de koopovereenkomst tot stand te brengen en als Van Vaessen zich daarop beroept.

De koopovereenkomst komt dan tot stand als Harry bij Van Vaessen de schijn heeft gewekt dat Tino bevoegd was hem tot dat bedrag te vertegenwoordigen en als Van Vaessen zich daarop beroept.

De koopovereenkomst komt dan tot stand door Selbsteintritt.

 

Vraag 26

Johannes heeft een loodgietersbedrijf. Hij heeft twintig man in dienst. Hij sluit een overeenkomst met Jan-Willem tot het installeren van een nieuwe verwarmingsketel. Johannes spreekt uitdrukkelijk met Jan-Willem af dat hij, Johannes, niet aansprakelijk is voor fouten van zijn werknemers, zelfs niet als deze worden veroorzaakt door opzet of grove schuld. Er is zo slecht aan loodgieters te komen, dat Jan-Willem hiermee akkoord gaat. Ron, één van de loodgieters in dienst van Johannes, voert het werk bij Jan_Willem thuis uit. Door een enorme blunder (grove schuld) schiet er een waterleiding los. Het water spuit het huis van Jan-Willem binnen. Er ontstaat grote schade bij zowel Jan-Willem als Tessa, zijn benedenbuurvrouw, door de ontstane wateroverlast.

Welke van de volgende stellingen omtrent deze casus zijn juist?

 

Johannes is aansprakelijk voor de schade van Jan-Willem, omdat het in strijd met de goede zeden is zich vrij te tekenen voor grove schuld.

Johannes is alleen aansprakelijk voor de schade van Jan-Willem, als Ron een leidinggevende positie heeft binnen het bedrijf van Johannes.

Johannes is aansprakelijk voor de schade van Tessa, want zij heeft met het vrijtekeningsbeding niets te maken.

Jan-Willem kan weliswaar niet Johannes aanspreken voor zijn schade, maar wel Ron; art. 6:257 BW biedt Ron hier namelijk geen soelaas.

 

 

Vraag 27

Welk alternatief is juist?

 

Houderschap is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

Houderschap is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

Houderschap is middellijk, wanneer iemand houdt door middel van een ander die het goed voor hem bezit.

Houderschap is onmiddellijk, wanneer iemand houdt zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

 

Vraag 28

Adje verliest op 3 juni 2000 zijn mooie horloge met inscriptie. Dezelfde dag wordt dit horloge gevonden door Bobbi. Bobbi weet het klokje op zijn waarde te schatten, verkoopt het onmiddellijk voor een mooie prijs aan zijn neef Carlos en levert het aan hem. Op 10 juni 2003 ziet Adje op een feestje dat Carosl zijn horloge draagt. Welk alternatief is juist?

 

Nu er meer dan drie jaren zijn verstreken tussen het verlies van het horloge en het moment waarop Adje het horloge bij Carlos ontdekt, heeft Ad zijn eigendomsrecht verloren. De eigendom komt toe aan Carlos, ook als hij niet te goeder trouw is.

Adje kan het horloge gedurende drie jaren, te rekenen vanaf het moment waarop hij het bij Carl ontdekt, zonder meer van Carlos revindiceren. Wel is Ad gehouden aan Carl de koopprijs te vergoeden.

Adje kan het horloge zonder meer van Carl revindiceren. Nu Carlos het horloge heeft verkregen van een bezitter, werkt deze verkrijging niet ten nadele van een oudere zakelijk gerechtigde zoals Adje.

Indien Carlos ten tijde van zijn verkrijging te goeder trouw is, is hij eigenaar van het horloge.

 

 

Vraag 29

 

Kevin is 13 jaar en hij heeft met toestemming van zijn ouders met de buurman afgesproken dat hij diens hond zal verzorgen en uitlaten wanneer buurman op vakantie is. Tijdens het uitlaten loopt Kevin de hond zodanig te sarren,  dat hij zich losrukt en in het been van een toevallige passant bijt. Wie is aansprakelijk voor de ontstane schade?

zowel Kevin, als zijn ouders als de buurman

alleen de buurman

alleen de ouders van Kevin

zowel zijn ouders als de buurman.

 

 

 

 

 

Vraag 30

 

Marijn biedt zijn huis te koop aan voor  500.000 euro.  Nico is zeer geïnteresseerd, maar hij wil nog niet direct beslissen. Om die reden gunt Marijn hem 7 dagen bedenktijd. Welk alternatief ten aanzien van deze casus is juist?

hier is geen sprake van een aanbod, maar van een uitnodiging om in onderhandeling te treden

hier is sprake van een vrijblijvend aanbod, zodat herroeping altijd mogelijk is

het aanbod kan gedurende deze periode niet herroepen worden

herroeping is slechts mogelijk tot op het moment dat het aanbod is aanvaard.

 

Vraag 31

 

In het arrest Quint – Te Poel heeft de Hoge Raad aanvaard dat

Het concept van de redelijkheid en billijkheid alleen in het verbintenissenrecht een rol speelt

een verbintenis uit de wet alleen kan ontstaan als er een uitdrukkelijk wetsartikel is aan te wijzen

het goederenrecht een gesloten systeem vormt

een verbintenis uit de wet kan ontstaan indien deze op enigerlei wijze terug te voeren is op de wet

 

 

Vraag 32

 

Werknemer Kees veegt in opdracht van zijn werkgever Lex een schaatsbaan. Hij doet dit met een van Martin gehuurde veegmachine. Door onoplettendheid botst hij tegen schaatser Noach die daardoor gewond raakt. Tegen wie kan Noach wegens de door hem geleden schade een vordering instellen?

alleen tegen Kees

tegen Kees en Lex

tegen Leoxen Martin

tegen Kees, Lex en Martin

 

 

 

 

 

Vraag 33

 

 

In het Tandarts-arrest oordeelt de Hoge Raad over

het relativiteitsvereiste

de mate van onrechtmatigheid wanneer de behandeling mislukt

de vraag of het in casu om een resultaats- of inspanningsverbintenis gaat

de vraag in hoeverre de wanprestatie aan de tandarts kan worden toegerekend.

 

Vraag 34

 

Tengevolge van een verkeersongeval komt Jantje te overlijden. De veroorzaker Brianne is aansprakelijk. Brianne kan in rechte met succes worden aangesproken

I  door de weduwe van Jantje tot het betalen van smartengeld

II door de weduwe van Jantje tot het betalen van de begrafeniskosten

III door de armlastige ouders van Jantje die iedere week een bedrag voor levensonderhoud van hem ontvangen

 

alleen in de gevallen i en II

alleen in de gevallen II en III

alleen in de gevallen i en III

alleen in geval II.

 

Vraag 35

 

In welk van onderstaande gevallen is Ellen geen bezitter geworden van een antiek beeldje?

Ellen krijgt van Franka het beeldje cadeau en de levering vindt plaats door feitelijke overgave. Overigens weet Ellen dat Franka het beeldje heeft verkregen op grond van een ongeldige titel.

Ellen koopt het beeldje van Gerarda, terwijl Gerarda het beeldje voor een jaar in bruikleen heeft gekregen van Hermelien. De levering vindt plaats door feitelijke overgave en Ellen weet dat Gerarda geen eigenaar is van het beeldje.

Ellen koopt op een veiling in opdracht van Inge een antiek beeldje. Eenmaal thuisgekomen vindt Ellen het beeldje zo goed in zijn interieur passen, dat hij besluit om het zelf te houden.

Ellen erft na het overlijden van haar zus Josephine het antieke beeldje, dat Josephine een jaar eerder heeft gestolen van Karin. Ellen weet dat Josephine het beeldje heeft gestolen.

 

Vraag 36

 

Voor de aansprakelijkheid van de pleger van een onrechtmatige daad is in elk geval vereist dat

er sprake is van materiële schade

de benadeelde geen eigen schuld heeft ten aanzien van de gepleegde onrechtmatige daad

de pleger ten aanzien van de onrechtmatige daad een verwijt valt te maken

de pleger van de onrechtmatige daad tenminste veertien jaar is.

 

Vraag 37

 

Het arrest Plas – Valburg betreft de problematiek van

de uitleg van overeenkomsten

afgebroken onderhandelingen

de mededelingsplicht bij dwaling

het herroepen van een aanbod.

 

Vraag 38

 

Welk van de onderstaande goederen is altijd een registergoed?

a.   het eigendomsrecht van een zaak

het recht van vruchtgebruik op een erfpachrecht

recht op levering van een huis

het pandrecht op een vordering op naam

 

Vraag 39

 

            An-Marie steelt uit een warenhuis een boek dat zij vervolgens doorverkoopt aan             Berend. Laatstgenoemde weet niet en kan ook redelijkerwijs niet weten dat An-      Marie het boek heeft gestolen. De koopovereenkomst is:

van rechtswege nietig

nietig, tenzij Berend een geslaagd beroep kan doen op art. 3:36

nietig, tenzij Berend een geslaagd beroep kan doen op art. 3:86

geldig en onaantastbaar.

 

Vraag 40

 

 

            Welke van de volgende beweringen ten aanzien van bezit is onjuist?

een houder van een goed kan zich niet door enkele wilsverandering tot bezitter van dat goed maken

inbezitneming is een wijze van bezitsverkrijging die slechts van toepassing is op zaken

indien een bezitter te goeder trouw is bij zijn verkrijging, dan blijft hij te goeder trouw wanneer hij later bemerkt niet de rechthebbende te zijn

alleen een bezitter kan bezit overdragen.

 

Oefenvragen deel 3

 

Vraag 41

 

            Bilal verkoopt en levert op 4 februari 2004 een fiets die hij geleend heeft van      Albert aan Co, die te goeder trouw is. Daarna verkoopt en levert Co op 10        februari de fiets aan Dirk-Jan, die overigens van de ware toedracht op de hoogte             is. Zijn Co en Dirk-Jan eigenaar geworden van de fiets op resp. 4 en 10 februari?

zowel Co als Dirk-Jan zijn eigenaar geworden o.g.v. art. 3:86 BW

Co is eigenaar geworden o.g.v. 3:86 BW en Dirk-Jan o.g.v. 3:84 BW

Noch Co, noch Dirk-Jan zijn eigenaar geworden

Alleen Co is eigenaar geworden o.g.v. art. 3:86 BW; Dirk-Jan niet omdat hij niet te goeder trouw is.

 

Vraag 42

 

            Indien vast komt te staan dat iemands verklaring niet overeenstemt met diens             wil, dan is de rechtshandeling

altijd vernietigbaar

altijd nietig of vernietigbaar

altijd nietig

soms geldig, soms vernietigbaar, soms nietig

 

Vraag 43

 

            In het arrest Groentemarktcafé heeft de Hoge Raad onder meer geoordeeld:

dat de onderzoeksplicht altijd voor de mededelingsplicht komt

dat een teleurgestelde toekomstverwachting nooit tot een geslaagd beroep op dwaling kan leiden

dat de precontractuele fase beheerst wordt door de normen van de goede trouw

dat in geval van dwaling een overeenkomst altijd vernietigbaar is.

 

 

Vraag 44

 

(14)Lonneke is een verwoed verzamelaar van oude strips en al lang op zoek naar nog acht ontbrekende gave deeltjes van ‘Dick Bos’. Als haar vriendin Marjan naar de jaarlijkse antieke boekenverkoop in Winschoten gaat geeft Lonneke aan Marjan een volmacht om de ontbrekende deeltjes, mits in perfecte staat, te kopen. Zij drukt Marjan echter op het hart dat zij de deeltjes niet mag kopen als de prijs boven de € 150,- per deeltje ligt..

Marjan vindt inderdaad de acht deeltjes waarnaar Lonneke op zoek is, bij de beroemde striphandelaar Vermeer. Ze zien er perfect uit. In haar vreugde vergeet Marjan de prijslimiet en ze koopt namens Lonneke de acht deeltjes voor € 200,- per stuk. Ze neemt de boekjes mee en Vermeer zal de rekening naar Louise sturen.

 

a. Is hier sprake van volmacht, lastgeving en/of vertegenwoordiging? Werk uw antwoord uit. (6)

 

b. Komt er een koopovereenkomst tot stand? Zo ja tussen wie en waarom? Zo nee, waarom niet en wie kan Vermeer dan aanspreken? (4)

 

Stel dat Marjan in naam van Lonneke de boekjes voor € 150,- per stuk heeft gekocht. Lonneke betaalt de rekening aan Vermeer en gaat de boekjes lezen. Ze ontdekt dat in alle delen wel een aantal bladzijden ontbreekt, waardoor de  boekjes maar weinig waard zijn: € 20,- per stuk. Lonneke wil de boekjes wel houden (iets is beter dan niets), maar ze wil haar schade ad € 1.440 verhalen  op Vermeer.

 

c. Op welke grond is Vermeer eventueel schadeplichtig? (2)

 

d.  Wie kan de schadevergoeding vorderen? Lonneke of Marjan? Of allebei? (2)

 

Vraag 45

 

(9)Op 17 november verkoopt en levert (feitelijk) Mark een televisie aan Annebel. Op 28 november leent Annebel EUR 500,- van Carola en vestigt tot zekerheid voor deze lening een vuistpand op de televisie. Op 30 november blijkt dat de koopovereenkomst tussen Mark en Annebel nietig is.

 

Welke gevolgen heeft dit voor het pandrecht van Carola? Werk uw antwoord uit. (7)

 In hoeverre luidt uw antwoord anders als het niet een vuistpand, maar een vuistloos pandrecht zou zijn? (2)

 

 

Vraag 46

 

(12)Ter gelegenheid van de opening van zijn schoenenwinkel geeft Andries een feest. Hiertoe hij heeft hij met Cateraar Cleassens een overeenkomst gesloten, onder meer inhoudende dat Cleassens zal zorgen voor happen en een feestelijke aankleding van de zaak. Twee dagen voor de beoogde datum belt Cleassens naar Andries en zegt dat het hem vreselijk spijt, maar dat hij wegens ziekte van zijn personeel afzegt.

Het lukt Andries een andere cateraar te vinden, maar omdat het een haastklus is, komt hij veel duurder uit. Andries ontbindt de overeenkomst met Cleassens en eist dat Cleassens hem het prijsverschil zal vergoeden.

Cleassens verweert zich met het feit dat Andries hem niet in gebreke heeft gesteld.

 

Wat zijn in het algemeen de voorwaarden voor ontbinding? (2)

 

Mag  Andries ontbinden?(2)

 

c.    Kan Andries buiten rechte ontbinden?(6)

 

d.   Zal de vordering tot vergoeding van het prijsverschil worden toegewezen?

Toets aan alle vereisten.(2)

 

e. In hoeverre maakt het voor uw antwoord verschil als blijkt dat Cleassens personeel niet ziek was, maar hij elders een beter betalende opdracht kon krijgen?

 

 

Vraag 47

 

 (4)Modeontwerpster Marie-Claire geeft opdracht aan coupeuse Charmaine om een aantal door haar (Marie-Claire) ontworpen kledingstukken te maken. Marie-Claire  verschaft Charmaine de hiervoor benodigde stof en fournituren. Later blijkt dat de stof eigendom was van Stoffenhandel S en de fournituren van Fourniturengroothandel F. In het conflict dat hierop ontstaat stellen Marie-Clair, Charmaine, S en F alle vier eigenaar van de inmiddels vervaardigde jasjes te zijn.

Wie heeft gelijk?

 

Vraag 48

 

(6)Door zijn schuld veroorzaakt Karreman met zijn auto een aanrijding met de auto van Loth. De laatste is door het ongeluk zo geschrokken dat hij nooit meer auto durft te rijden. Garagehouder Gierstra spreekt Karreman aan tot vergoeding van de inkomsten die hij derft, nu zijn vaste klant Loth als zodanig wegvalt.

 

a. Op grond waarvan vordert Gierstra schadevergoeding?

b. Zal deze vordering worden toegewezen, zo ja, tot maximaal welk bedrag, zo nee, waarom niet?

 

Vraag 49

 

( 11p) Tijdens de afwezigheid van de familie Folkertsma forceert zwerver Zimo de deur van hun vakantiehuisje. Hij gaat naar binnen en brengt de nacht door in het bed van een van de kinderen. De volgende dag vertrekt hij weer met medeneming van de televisie. Kind Klaas, in wiens bed Zimo heeft geslapen heeft langdurig last van nachtmerries. Vader Folkertsma ontdekt wie de inbraak heeft gepleegd en hij spreekt Zimo aan.

Zimo verweert zich met het feit dat hij wegens geestelijke stoornis onder curatele staat.

 

a. Op grond waarvan zal vader Folkertsma Zimo aanspreken? (2)

 

b. Wat zijn aan de eisen voor deze actie; geef aan in hoeverre daar in dit geval aan is voldaan? (5)

 

c.Wat kan vader Folkertsma vorderen? (2)

 

d. Wat vindt u van het verweer van Z? (2)

 

Vraag 50

 

(14)Johnny koopt van Robert een pandje in de binnenstad, met het idee om daar een vishandel te beginnen.

Na de overdracht van het pand ontdekt Jan dat hij zijn plan niet kan uitvoeren omdat voor de vestiging van een vishandel een vergunning is vereist en hij niet voor een vergunning in aanmerking komt.

Johnny wil van de koop af.

 

a. Welke zijn de vereisten voor een rechtsgeldige overdracht van het pand?(2)

 

b. Welk vereiste levert mogelijk een probleem op?(1)

 

c. Op grond waarvan zal Jonny een actie jegens Robert instellen?(2)

 

d.Wat zijn de vereisten voor deze actie?(5)

 

e.Welk van de vereisten kan mogelijk een probleem opleveren?(2)

 

f. Stel dat Johhny’s actie slaagt, wat heeft dit dan tot gevolg?(2)

 

Vraag 51

 

Vraag 51

 

Op welke wijze(n) kan een overeenkomst op grond van dwaling worden vernietigd?

 

Door een buitengerechtelijke verklaring, mits schriftelijk gedaan.

Uitsluitend door in rechte een beroep op vernietigbaarheid te doen.

Door in rechte een beroep te doen op de vernietigbaarheid of door een schriftelijke buitengerechtelijke verklaring.

Door in rechte een beroep te doen op de vernietigbaarheid of door een vormvrije buitengerechtelijke verklaring.

 

Vraag 52

 

Welk alternatief is juist?

 

Schade kan alleen worden vergoed door betaling van een geldbedrag.

Schadevergoeding omvat vermogensschade en ander nadeel; ander nadeel kan alleen worden vergoed door schadevergoeding in natura.

De rechter kan schadevergoeding niet matigen tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt.

Uit de plaatsing van de art. 6:95-110 BW kan worden afgeleid dat zij slechts betrekking hebben op de omvang van de schadevergoeding wegens wanprestatie en niet op de omvang van de schadevergoeding wegens onrechtmatige daad.

 

 

 

Vraag 53

 

Alkema heeft een kostbare collectie schilderijen. Op 14 januari 2005 wordt hij onder curatele gesteld. Op 20 januari 2005 verkoopt Adriaanse een schilderij voor een goede prijs aan Berendse. Berendse weet niet van de ondercuratelestelling. Welk alternatief is juist?

 

De koopovereenkomst is nietig.

De koopovereenkomst is zonder meer vernietigbaar.

De koopovereenkomst is vernietigbaar, tenzij Berendse gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat de verklaring van Alkema overeenstemde met zijn wil.

De koopovereenkomst is vernietigbaar, maar Berendse kan een beroep doen op gerechtvaardigd vertrouwen, tenzij het beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

 

 

Vraag 54

 

Berger koopt bij Hamm veertig dozen wijn, af te leveren op 31 augustus 2004. Volgens de toepasselijke algemene voorwaarden dient betaling te geschieden binnen 30 dagen na aflevering. Op 15 augustus 2004 hoort Hamm dat Berger in betalingsmoeilijkheden verkeert. Van Haaften vreest dat – als hij de wijn aan Berger levert – Berger nooit zal betalen. Welk alternatief is juist?

 

Hamm is gebonden aan de overeenkomst en kan pas een beroep doen op een opschortingsrecht als zijn vordering opeisbaar is en Berger zijn verbintenis niet nakomt.

Hamm heeft goede grond om te twijfelen aan betaling door Berger en kan op die grond de levering opschorten.

Hamm kan geen beroep doen op een opschortingsrecht; dit kan alleen Berger doen.

Als Hamm zijn levering opschort, maakt hij zich schuldig aan schuldeisersverzuim.

 

 

 

Vraag 55

 

Welk alternatief is juist?

 

Zowel vernietiging wegens dwaling als ontbinding wegens wanprestatie heeft terugwerkende kracht.

Noch vernietiging wegens dwaling noch ontbinding wegens wanprestatie heeft terugwerkende kracht.

Vernietiging wegens dwaling heeft in beginsel terugwerkende kracht, ontbinding wegens wanprestatie niet.

Vernietiging wegens dwaling heeft in beginsel geen terugwerkende kracht, ontbinding wegens wanprestatie wel.

 

 

 

Vraag 56

 

Berend bestelt bij Klaas een oven voor zijn nieuwe keuken. Afgesproken wordt dat Klaas de oven uiterlijk 31 maart 2005 zal leveren. Op 20 maart 2005 laat Klaas aan Berend weten dat het door Bert bestelde type tijdelijk niet meer leverbaar is en hij dus niet kan voldoen aan zijn verplichting om uiterlijk 31 maart 2005 te leveren. Welk alternatief is juist?

 

Berend moet Klaas in gebreke stellen voordat hij schadevergoeding kan vorderen.

Klaas is zonder ingebrekestelling in verzuim op 31 maart 2005.

Klaas is zonder ingebrekestelling in verzuim op 20 maart 2005.

De tekortkoming is niet toerekenbaar aan Klaas, dus ontbinding is niet mogelijk.

 

 

Vraag 57

 

Arnoldussen geeft aan scheepsmakelaar Korevear opdracht om voor zijn (Arnoldussen) rekening en in zijn (Arnoldussen) naam een boot te kopen. Korevear vindt de boot bij De Vloot BV en koopt hem in naam van Arnoldussen. Waarvan is hier sprake?

 

Uitsluitend lastgeving en volmacht.

Lastgeving, volmacht en vertegenwoordiging.

Uitsluitend vertegenwoordiging.

Uitsluitend volmacht en vertegenwoordiging.

 

Vraag 58

 

Connie brengt zijn schilderij ter restauratie naar Hermance. Hermance heeft geen tijd om zelf te restaureren en besteedt de restauratie uit. Als Connie het schilderij komt ophalen, blijkt dat het door de restauratie onherstelbaar is beschadigd. Connie vordert schadevergoeding van Hermance. Welk alternatief is juist?

 

Hermance is aansprakelijk als de restauratie is verricht door een werknemer, maar niet als de restauratie is verricht door een restaurateur buiten dienstverband.

Hermance zou alleen aansprakelijk zijn als zij de restauratie zelf had verricht.

Hermance is zowel aansprakelijk als de restauratie door een werknemer van haar is verricht als wanneer de restauratie buiten dienstverband door een andere restaurateur is verricht.

Hermance is aansprakelijk als de restauratie is verricht door een werknemer, maar niet als de reparatie is verricht door een leidinggevende werknemer in haar atelier.

 

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 59

 

Welk arrest is van belang voor de toepassing van art. 6:248 BW?

 

Saladin/HBU.

Quint/Te Poel.

Knabbel en Babbel.

Vermeulen/Lekkerkerker.

 

Vraag 60

 

Omdat nergens meer schaatsen te koop zijn, leent Victor de schaatsen van Theo. Victor heeft snel genoeg van dit koude vertier en als Joop zegt: ‘Wat een mooie schaatsen heb jij, kan ik ze kopen?’, wordt de koopovereenkomst gesloten.  Een paar dagen later ziet Theo Joop voorbij zwieren op de schaatsen. Theo eist dat Joop hem de schaatsen overhandigt, maar Joop zegt stomverbaasd dat hij ze van Victor heeft gekocht.

Welk alternatief is juist?

 

a.         Joop is weliswaar te goeder trouw, maar nu geen bezitsverschaffing heeft plaatsgevonden, wordt hij niet door art. 3:86 lid 1 BW beschermd.

b.         Omdat Joop de schaatsen niet heeft gekocht van een vervreemder die in de normale uitoefening van zijn bedrijf handelde, wordt hij niet door art. 3:86 lid 1 BW beschermd.

c.         Nu Joop te goeder trouw op grond van een geldige titel de schaatsen anders dan om niet geleverd heeft gekregen, wordt hij door art. 3:86 lid 1 BW beschermd.

 

Vraag 61

 

Op 1 maart 2011 leent John zijn fiets uit aan Paul. Op 10 maart 2011 verkoopt en levert Paul de fiets aan Klaas. Paul en Klaas spreken af dat de fiets voorlopig bij Paul zal blijven staan, totdat Klaas zal zijn verhuisd op 15 maart 2011.

Hoe heet de leveringswijze Paul-Klaas?

 

a.            Constituto possessorio.

b.         Brevi manu.

c.         Longa manu.

 

Vraag 62

 

Zie de casus van vraag 36. Stel dat John op 14 maart 2011 bij Piet langskomt, de bruikleenovereenkomst per direct opzegt en zijn fiets mee naar huis neemt.

Welk alternatief is onjuist?

 

a.         Klaas kan de fiets niet bij John opeisen als eigenaar, omdat Piet niet alleen beschikkingsonbevoegd was, maar ook omdat er een gebrek aan de levering kleefde.

b.         Klaas kan Piet aanspreken op grond van een toerekenbare tekortkoming.

c.         Klaas kan de fiets bij John opeisen als eigenaar; Klaas wordt immers beschermd door art. 3:86 lid 1 BW.

 

Vraag 64

 

Frank verkoopt en levert zijn fiets brevi manu aan Krijn.

Welk alternatief is juist?

 

a.         Frank is onmiddellijk houder voor Krijn en Krijn is middellijk bezitter.

b.         Frank heeft geen enkele goederenrechtelijke relatie meer tot de fiets en Krijn is onmiddellijk bezitter.

c.         Frank is middellijk bezitter en Krijn is onmiddellijk houder voor Frank.

 

 

 

 

 

 

Antwoorden deel 1

 

Vraag 1 (4 pnt)

 

Nee , advertentie van individuele zaak is uitnodiging om in onderhandeling te treden, Hofland Hennis. Telefoontje van Anke is aanbod.

 

Vraag 2 (11 pnt)

 

 

a. dwaling  6:228 :

b.         - onjuiste voorstelling van zaken;

            - causaal verband;

            - wederpartij gaf inlichting;

            - kenbaarheid;

            - geen teleurgestelde toekomstverwachting;

            - niet voor rekening dwalende.

Na toetsing: aan alle eisen is voldaan, Arnolds beroep slaagt.

c. Buitengerechtelijke verklaring  of in rechte  3:49  (jo. 3:50 en 51).

d. Vernietiging heeft terugwerkende kracht (art. 3:53)  en goederenrechtelijk effect.

 

 

Vraag 3 (3 pnt)

 

Nee, want Berend is handelingsbekwaam als hij met toestemming  van zijn ouders handelt (art. 1:234 lid 1).

Alternatief: Bovendien zou bij handelingsonbekwaamheid de vernietigingsbevoegdheid niet aan Vincent toekomen, maar aan Berends ouders of aan Berend zelf zodra hij meerderjarig is  (zie bijv. 3:50 lid 1).

 

Vraag 4 (6 pnt, elke subvraag 2 pnt)

 

Directe vertegenwoordiging/volmacht , overeenkomst ontstaat tussen Karel en Dierenzorg

Indirecte vertegenwoordiging (niet krachtens volmacht), Laura en Pets Place.

c.         Door Laura, Kribbebijter-arrest (Karel is geen contractspartij) . Laura kan wel in eigen naam ten behoeve van Karel schadevergoeding vorderen, ook al heeft Laura zelf geen schade geleden.

 

Vraag 5 (12 pnt)

 

a. Ja, enac, 6:262  (toetsing F komt verplichting niet na, het rechtvaardigt opschorting/samenhang).

b. Ja, 3:296. Gebrekkige nakoming= tekortkoming. Bij soortzaak alsnog nakoming.

c. Ja , voorwaarden voor schadevergoeding 6:74 : toerekenbare, tekortkoming, causaal verband, schade en verzuim. Verzuim niet nodig (systeem van de wet), nu het gaat om bijkomende of gevolgschade .

 

Vraag 6 (16 pnt)

 

a. O.d  6:162  (art. 185 WVW is n.v.t.)

b.onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade, causaal verband, relativiteit (Z 601, 610), art. 6:162, 163.

Toetsing: - onrechtmatig: ja, beschadiging eigendom (inbreuk recht), gevaarzetten (strijd met maatschappelijke betamelijkheid). Geen rechtvaardigingsgronden.

- Toerekenbaarheid: ja, schuld Arnie, gevaarlijk rijden op een fiets is verwijtbaar.

- Schade: ja, kinderwagen kapot plus immateriële schade.

- Causaal verband: ja, csqn en toerekening naar redelijkheid, ic redelijk: als je op een fiets tegen iemands kinderwagen aanrijdt gaat die kapot.

- Relativiteit: ja, geschonden norm: inbreuk eigendomsrecht strekt direct tot bescherming eigenaar tegen schade als door hem geleden.

c. Rechtvaardigingsgrond : overmacht. Gaat niet op (uitleg). Onrechtmatigheid niet weggenomen, Z 609.

d. eigen schuld  6:101  schade naar evenredigheid/eventueel billijkheidscorrectie.

e. vergoeding van materiële  en immateriële schade  (art. 6:95  jo. 96 en 106 ).

 

Vraag 7 (13 pnt)

 

a. wanprestatie Õ ontbinding  Õ geen terugwerkende kracht, geen goederenrechtelijk effect

dwaling Õ vernietiging  Õ terugwerkende kracht én goederenrechtelijk effect .

b. Voor dwaling, dan heeft hij behalve een verbintenisrechtelijke actie uit onverschuldigde betaling (6:203) ook een goederenrechtelijke actie (separatistà revindicatie 5:2, droit de préférence, bij wanprestatie alleen maar een vordering tot retro-overdracht (6:271) verbintenisrechtelijke (concurrent crediteur)

c. 6:248, gewoonte

d. Onjuist, zie HR in bovengenoemd arrest  (niet gebruikelijk ogv 6 lid 9 Basisovereenkomst)

 

 

Vraag 8 (8 pnt, elke subvraag 2 pnt)

 

 

a. Ad eigr/bezitter ; Bob houder

b. Ad eigr ; Cor bezitter ntgt 

c. Ad eigr/bezitter ; Cor houder

d. Ad eigr ; Cor bezitter ntgt

 

Vraag 9 (11 pnt)

 

Ja, erfdienstbaarheid  5:70

3:98  jo 3:84  (TBL  jo.  3:89 à Notariële akte + inschrijving in de registers).

Ja , droit de suite (zaaksgevolg) . Het recht volgt het dienende erf.

Ja , hier gaat het om een afhankelijk recht (3:7 jo. 3:82). Het erf van Annelies is heersend. De bevoegdheid van Annelies hangt samen met haar eigendomsrecht van de grond.

Ja, overeenkomst (of: 'samen afspreken').

 

Vraag 10 (4 pnt, elke subvraag 2 pnt)

 

a. Door natrekking is Barak eigenaar geworden  (5:20 sub e) .

 

b. Er kan een opstalrecht gevestigd worden (5:101). Hierdoor wordt Ahmed eigenaar van de stal. 

 

Vraag 11 (12 pnt)

 

a. Vereisten 3:84  (TBL). Aan de eis van beschikkingsbevoegdheid is of wel, of niet voldaan; Als wel ,dan is De Hoop eigenaar geworden door positieve toetsing 3:84. Als niet, dan kan De Hoop een beroep doen op 3:86 lid 1. (Toetsing: tgt, om baat, roerende zaak, levering conform 3:90, voldaan). In beide gevallen geldt 3:86 lid 3  revindicatie voor Schellekens gedurende 3 jaar, echter uitzondering op uitzondering sub a:  gekocht in winkel van verkoper die daar zijn bedrijf van maakte. De Hoop is dus onmiddellijk eigenaar geworden. De Hoop heeft dus gelijk.

 

b. Uitzondering op uitzondering. Lid 1 kan wel opgaan. Immers, De Hoop kan nog steeds tgt zijn. Maar lid 3 gaat niet op (3:86, lid 3 sub a) geen verkoop in winkel. Gedurende 3 jaar kan Schellekens nog revindiceren.

 

 

Vraag I2 (6 pnt, elke subvraag 1 pnt)

 

Antwoorden, Z p. 227:

eenzijdig ongerichte rechtshandeling

andere meerzijdige rechtshandeling

meerzijdige rechtshandeling: overeenkomst

bloot rechtsfeit

onrechtmatige daad: rechtsfeit

eenzijdig gerichte rechtshandeling

 

Vraag I3 (4 pnt)

 

Antwoord:

6:103 (3p) (schadevergoeding in natura).

 

Vraag 14

 

 b. Financieel nadeel is bij misbruik van omstandigheden niet vereist (v 3 g 2).

 

Vraag 15

 

a, Z nr. 555, art. 6:86 BW (v 4 g 2).

 

Vraag 16

 

d, art. 1:234 lid 3 BW (v 5 g 2)

 

vraag 17

 

d, Z nr. 627 (v 10 g 2).

 

Vraag 18

 

b (v 6 g 2).

 

Vraag 19

 

b, art. 3:99 lid 1 slot (v 15, g 2).

 

Vraag 20

 

a, art. 6:30 BW, Z nr. 504 (v1 g 2).

 

Antwoorden deel 2

 

Vraag 21

 

b. Vernietiging heeft terugwerkende kracht, dus was Billy tijdens de overdracht aan Chris beschikkingsonbevoegd (v2, g 2).

 

Vraag 22

 

b. Jan heeft voor zichzelf gemaakt met spullen van een ander (v 13 g 2).

 

Vraag 23

 

c (v 7 g 2).

 

Vraag 24

 

b. De koopovereenkomst wordt gesloten in naam van Hannah, dus hij wordt contractspartij bij de koop, niet Titus. Er is geen overeenkomst met betrekking tot de vertegenwoordiging tussen Hannah en Titus tot stand gekomen. De volmachtverlening was een eenzijdige - zij het gerichte - rechtshandeling (v 8 g 2).

 

Vraag 25

 

c (v 9, g 2).

 

Vraag 26

 

Z p. 362, 412 (v14, g 2)

 

 

Vraag 27

 

9: d. A en b zijn fout omdat je als houder geen bezit uitoefent, c is fout omdat je niet bezit voor iemand anders, alleen voor jezelf (v 11 g 2).

 

 

Vraag 28

 

d.

 

Vraag 29

 

d. artt. 6:164 jo. 6:169 jo. 6:179

 

 

Vraag 30

 

c. art. 6:219 jo. 6:219 en het arrest Lindeboom – Gem. Amsterda

 

 

Vraag 31

 

zie art. 6:1

 

 

Vraag 32

 

b. art. 6:162 jo. 6:170

 

Vraag 33

 

a. thans art. 6:163

 

 

Vraag 34

 

d. art. 6:106 jo. 6:108

 

 

Vraag 35

 

c.zie artt. 3:11, 3:111 en 3:116

 

 

Vraag 36

 

d. art 6:164

 

 

Vraag 37

 

b.

 

Vraag 38

 

b. zie art. 3:10 en 5:85 jo. 3:89 jo. 3:98

 

 

 

Vraag 39

 

d. artt. 3:33 en 3:35

 

Vraag 40

 

b.

 

Antwoorden deel 3

 

Vraag 41

 

b.

 

Vraag 42

 

 

d.3:33 jo. 3:34 jo. 3:35

 

 

Vraag 43

 

b.

 

Vraag 44

 

a. Alleen van volmacht. Geen lastgeving want geen opdracht (geen plicht maar een bevoegdheid). Geen vertegenwoordiging, want Marjan overschrijdt haar bevoegdheid.

 

b. In naam van Lonneke, dus in ieder geval is Marjan geen partij. Hoogstens tussen Lonneke en de verkoper, echter volmacht overschreden. Hoofdregel is: geen (toereikende) volmacht, geen rechtshandeling. Art. 3:61 beschermt in dit soort gevallen de verkoper (V): mocht V op grond van gedragingen van Lonneke aannemen dat er een toereikende volmacht was verleend? Nee, geen toedoen Lonneke (Vas Dias/Salters).

Vermeend kan dan Maja aanspreken, zij moet instaan voor haar volmacht, art. 3:70 BW.

 

c. Wanprestatie, art. 6:74 BW.

 

d. Alleen Lonneke, want Marjan is geen partij. Kribbebijter niet van toepassing, want Majan heeft anders dan in het Kribbebijterarrest niet op haar eigen naam gehandeld.

 

 

 

 

 

 

Vraag 45

 

a. de overdracht aan A nooit tot stand gekomen. Dan is A slechts bezitter geworden van de televisie, geen eigenaar. Dan ws A dus niet bevoegd om een pandrecht op de auto te vestigen.

Eisen art. 3:238 (derdenbescherming à la art. 3:86)

Vestiging pandrecht roerende zaak, recht aan toonder of order of op vruchtgebruik van een zodanige zaak (ic: ja);

Zaak in de macht vd ph of in die ve 3e gebracht (ic: ja);

Ph tgtr op moment zaak in zijn macht of in die ve derde (ic: weet niet, dus aannemen ja).

Gevolg: geldig pandrecht (of: 238 lid 2, ic niet).

Bezitsverlies door diefstal: lid 3 (ic niet)

 

b. Dan wordt Carola niet beschermd door art. 3:238, lid 1 omdat zij de televisie niet in haar macht heeft.

 

Vraag 46

 

a. 265 lid 1 en 2: tekortkoming, tenzij te gering, verzuim tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk.

 

b. Hier is aan de eisen voldaan: ontbinding rechtvaardigende tekortkoming van A (die het gehuurde niet ter beschikking stelt); verzuim van rechtswege, 6:83 sub c (A weigert na te komen). A mag ontbinden.

 

c. 6:267, schriftelijke verklaring.

 

d.Eisen schadevergoedingsplicht, 6:74:

toerekenbare (schuld/risico);

tekortkoming;

schade;

veroorzaakt door de tekortkoming.

verzuim tenzij nakoming blijvend onmogelijk;

 

1:  ziekte personeel is risico 2: ja, A weigert het gehuurde ter beschikking te stellen; 3: ja, duurdere cateraar, 4: schade in redelijkheid aan de tekortkoming toe te rekenen. 5: van rechtswege, 6:83 sub c, C weigert nakoming;

 

e. Nee, of: grond voor toerekenbaarheid is nu schuld.           

 

 

Vraag 47

 

Marie-Claire 5:16 lid 2

 

 

 

Vraag 48

 

a. o.d

b. relativiteit

 

Vraag 49

 

a. od

b. aan eisen voldaan

c. schade: materieel en immaterieel

d. 6:165

 

Vraag 50

 

a. 3:84

b. titel

c. dwaling

d. wat waren die ook alweer?

e. onderzoeksplicht

f. overeenkomst wordt met terugwerkende kracht vernietigd

 

Vraag 51

 

d.

 

Vraag 52

 

c.

 

Vraag 53

 

b.

 

Vraag 54

 

b.

 

Vraag 55

 

c.

 

Vraag 56

 

c.

 

Vraag 57

 

b.

 

Vraag 58

 

c.

 

 

Vraag 59

 

a.

 

Vraag 60

 

c.

 

Vraag 61

 

a.

 

Vraag 62

 

c

 

Vraag 63

 

b.

 

Vraag 64

 

b.

 

 

Image

Access: 
Public

Image

This content is used in:

Privaatrecht bundel

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
5649