Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Oefententamen voor het vak goederenrecht (2)

Kernvak Privaatrecht I, eindtoets 24 juni 2013

Vraag 1 (45 punten)

Nikkie van Vliet, een studente die nog bij haar ouders inwoont, heeft het academisch jaar 2010/2011 afgesloten als zij beseft dat ze reeds 7 jaren bezig is met haar studie Rechten en geen financiële middelen meer heeft om haar studie in het daaropvolgende studiejaar af te ronden. Omdat ze zo dicht bij de eindstreep is, besluit ze toch door te zetten en op zoek te gaan naar een geldbron. Die vindt ze: studiegenoot Bart Nijman, die altijd de nieuwste computerapparatuur in huis heeft, is een fervent en getalenteerd gamer en heeft de afgelopen jaren veel geld verdiend door succesvolle deelname aan internationale toernooien. Bart is bereid om Nikkie een lening te verstrekken. Maar Bart is niet alleen een getalenteerd gamer: hij scoorde een 9,0 voor zijn tentamen goederenrecht en realiseert zich bij het verstrekken van de lening aan Nikkie dat het verstandig is om zekerheid te bedingen. Bart vraagt Nikkie om een waardevolle zaak waarop zij ten behoeve van hem een pandrecht zou kunnen vestigen. Nikkie gaat akkoord met het pandrecht en geeft Bart in dat kader de met diamanten ingezette huwelijksketting van haar moeder mee, de meest waardevolle zaak die zich in haar ouderlijk huis bevindt.

a. (9 punten) Heeft Bart een pandrecht op de ketting verkregen?

Bart heeft bij het gamen ook een nieuwe iPad gewonnen. Nikkie heeft om die reden haar oog laten vallen op Barts oude, maar nog zeer bruikbare iPad. Zij geeft aan dat zij deze graag van Bart zou willen kopen maar daar nu het geld nog niet voor heeft. Over een half jaar verwacht zij het bedrag wel te hebben. Bart, die het lastig vindt om Nikkie iets te weigeren, gaat akkoord met de koop en is bereid de iPad meteen mee te geven. Wel wordt in de koopovereenkomst een eigendomsvoorbehoud opgenomen en spreken zij af dat betaling binnen zes maanden moet plaatsvinden.

Nikkie is de afspraak met Bart al snel vergeten. Sterker nog, ze heeft de iPad na drie maanden verkocht en geleverd aan Dirk, haar nieuwe vriend, maar wel met de afspraak dat Nikkie de iPad zelf zal mogen blijven gebruiken tot haar scriptie af is. Zes maanden na levering door Bart, komt hij de iPad ophalen, omdat hij nog steeds geen betaling heeft ontvangen. Nikkie, die aan een writer’s block lijdt en dus niet opschiet met haar scriptie, vertelt hem dat het apparaat inmiddels van Dirk is en weigert afgifte.

b. (9 punten) Kan Bart de iPad revindiceren?

Barts zaken lopen goed. Hij heeft een baan aangeboden gekregen bij een gameontwikkelaar en is daar op 1 februari 2012 in dienst getreden. Het accepteren van de baan maakt dat Bart klaar is voor een volgende stap in zijn leven. Hij besluit om een deel van zijn gespaarde geld te investeren in een onroerend zaak. Het studentenhuis waar Bart woont, wordt bij toeval te koop aangeboden en Bart wil het huis graag kopen. Zo gezegd, zo gedaan. Zijn spaargeld was niet toereikend om het pand te financieren, maar de ANT-bank bleek graag bereid hem een lening te verstrekken. De bank heeft daartoe vanzelfsprekend zekerheid bedongen. Bart heeft bijgevolg op 12 maart 2012 ten behoeve van de bank een recht van hypotheek gevestigd op het studentenhuis (inclusief grond), alsmede een stil pandrecht op zijn privé- computerapparatuur en op vorderingen die Bart op derden heeft en in de toekomst zal verkrijgen. Bart heeft het erg naar zijn zin op het werk, ook al is zijn werkgever niet erg stipt met het uitbetalen van de salarissen. Op 24 juni 2013 heeft hij ten aanzien van 2013 nog slechts salaris ontvangen over de maanden februari en maart, terwijl op de eerste van de maand het salaris voor de komende maand op Barts rekening moet staan. Gelukkig staat de inkomstenstroom niet helemaal stil, want Bart blijft gamen en winnen. Het meeste prijzengeld wordt meteen uitbetaald, maar dat geldt helaas niet voor het gamen op een voor hem zeer lucratieve site die hij in mei 2013 heeft ontdekt. Hij heeft nog een flink bedrag van de rechthebbende op deze site te goed. Bart is zelf ook slordig met het nakomen van zijn betalingsverplichtingen. De ANT-bank, die al een aantal maanden geen betaling van Bart heeft ontvangen, heeft hem al een paar keer tot nakoming aangemaand, maar Bart was te druk met gamen. De bank gaat op 24 juni 2013 over tot uitwinning. c. (12 punten) Is de ANT-bank gerechtigd om Barts salaris over de maanden april, mei en juni te innen?

d. (6 punten) Is de ANT-bank gerechtigd om de vordering op de rechthebbende op voornoemde site te innen?

Tot de privé-computerapparatuur van Bart behoort inmiddels ook een andere tabletcomputer die Bart op 2 januari 2013 heeft verkregen onder voorbehoud van een stil pandrecht ten behoeve van de verkoper.

e. (9 punten) Wiens pandrecht prevaleert: het pandrecht van de ANT-bank of het pandrecht van de verkoper van de tabletcomputer?

Vraag 2 (25 punten)

Anton heeft een prachtig stuk grond midden in het bos, waarop hij een huisje bewoont. Om zijn huisje vanaf de openbare weg met de auto te kunnen bereiken, moet hij over het erf van boer Jaap. Jaap vestigt daarom op 10 januari 2004 ten behoeve van het erf van Anton een erfdienstbaarheid op zijn erf, inhoudende de verplichting voor Jaap om te dulden dat Anton over zijn erf rijdt.

a. (8 punten) Aan welke vereisten moet zijn voldaan om een geldig recht van erfdienstbaarheid te vestigen?

Na een paar jaar besluit Anton met zijn vriendin Jacqueline naar Spanje te emigreren. Daarom moet hij met pijn in zijn hart zijn grond, met daarop zijn huisje, in eigendom overdragen. De gelukkige nieuwe eigenaar is Peter. Wanneer Peter zijn spullen gaat verhuizen, en met zijn verhuisbusje over het erf van Jaap naar zijn huisje rijdt, komt Jaap boos naar hem toe en snauwt dat hij (Peter) niet op zijn erf mag komen, omdat hij hem daar geen toestemming voor heeft gegeven.

b. (8 punten) Heeft Jaap gelijk?

Om zijn grond te kunnen financieren, heeft Jaap destijds een grote som geld van de C-bank geleend. Tot zekerheid van de vordering van de C-bank op Jaap, heeft Jaap ten behoeve van de C-bank op 1 december 2000 een hypotheekrecht gevestigd op zijn grond. Als gevolg van de financiële crisis gaat het niet goed met Jaap en kan hij zijn verplichtingen aan de C-bank niet langer nakomen.

De C-bank gaat op 1 juli 2013 over tot uitwinning.

c. (9 punten) Heeft deze executoriale verkoop van de grond van Jaap gevolgen voor het op de grond gevestigde recht van erfdienstbaarheid?

Vraag 3 (30 punten)

a. (12 punten)

A heeft B de opdracht gegeven om voor hem (A) 300 vaten olie te kopen. B koopt deze vaten op eigen naam, maar voor rekening van A. De vaten worden bij B afgeleverd. B slaat 100 vaten op in een aparte ruimte, maar de overige 200 vaten komen terecht in een hal, waar al een groot aantal vaten van B zelf staan, die niet van de nieuw geleverde zijn te onderscheiden. Vervolgens gaat B failliet. Is de curator verplicht tot afgifte van 300 vaten aan A?

b. (9 punten)

A heeft een vordering op X. A verkoopt en levert deze vordering aan B, die haar belast met een recht van vruchtgebruik ten behoeve van C. Vervolgens vernietigt A de koopovereenkomst met B op grond van misbruik van omstandigheden. Heeft C na de vernietiging door A nog een recht van vruchtgebruik op de voornoemde vordering?

c. (9 punten)

A heeft aannemer B de opdracht gegeven om een kantoorpand te bouwen. In de aannemings-overeenkomst heeft B tussentijdse betalingen bedongen. De eerste betalingen van A aan B gebeuren volgens afspraak, maar ten aanzien van de laatste twee betalingstermijnen, die opeisbaar zijn geworden op resp. 1 juli 2012 en 1 oktober 2012, blijft A in gebreke. Het kantoorpand is door A op 1 november 2012 aan C verhuurd, maar B weigert het pand op te leveren en C toegang tot het gebouw te verschaffen. C wendt zich tot de rechter. Is B verplicht om C toegang tot het kantoorpand te verlenen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

1a. (9 punten) Nee, Bart heeft geen pandrecht verkregen. Voor de vestiging van een pandrecht is het noodzakelijk dat aan de vereisten van art. 3:84 wordt voldaan (zie art. 3:98). In casu is sprake van een geldige titel (een overeenkomst tot vestiging van het pandrecht) en een geldige vestigingshandeling (machtsverschaffing aan de pandhouder; art. 3:236 lid 1). Nikkie is echter niet beschikkingsbevoegd, want zij is geen eigenaar van de ketting. Nu er een geldige titel is en ook een geldige vestigingshandeling rijst de vraag of Bart wordt beschermd tegen de beschikkingsonbevoegdheid van Nikkie (art. 3:238 lid 1). Dat zal vermoedelijk niet zo zijn, omdat Bart er niet zomaar vanuit had mogen gaan dat Nikkie bevoegd was om over een met diamanten belegde ketting te beschikken (een beargumenteerd antwoord waarom Bart wel te goeder trouw zou zijn, wordt ook goed gerekend).

1b. (9 punten)

Bart was bij de overdracht van de I-pad aan Nikki beschikkingsbevoegd en er was sprake van een geldige titel. Vanwege het eigendomsvoorbehoud is Nikki slechts houder van de iPad geworden (art. 3:92 jo. 3:91). Er heeft aldus een overdracht plaatsgevonden, maar wel onder opschortende voorwaarde van betaling (art. 3:84 lid 4). Bart blijft eigenaar zolang Nikki niet heeft betaald. Nikkie verkoopt de iPad vervolgens aan Dirk. Nikkie kan echter niet cp leveren, omdat art. 3:111 tot gevolg heeft dat je je niet van houder voor de een tot houder voor de ander kunt maken. Tegen de beschikkingsonbevoegdheid van Nikki staat derhalve geen derdenbescherming voor Dirk open, ook al zou hij te goeder trouw zijn. Conclusie: Bart is altijd eigenaar gebleven en kan de zaak revindiceren, aangezien niet op tijd is voldaan aan de betalingsverplichting (art. 5:2).

1c. (12 punten)

Bart heeft op 12 maart 2012 ten behoeve van de ANT-bank een stil pandrecht gevestigd op vorderingen die Bart op derden heeft of in de toekomst zal verkrijgen. De salarisvordering over de maanden april, mei en juni zijn op dat moment toekomstige vorderingen. Er was weliswaar reeds sprake van een rechtsverhouding waaruit de salarisvorderingen zouden ontstaan (vgl. art. 3:239 lid 1), maar het salaris over die maanden was op 12 maart 2012 nog niet opeisbaar. Bart heeft op deze vordering op 12 maart aldus een stil pandrecht bij voorbaat gevestigd (art. 3:98 jo. 3:84 jo. 3:97 jo. 3:239). Het stil pandrecht is met het opeisbaar worden van de vorderingen ontstaan (d.w.z. op resp. 1 april, 1 mei en1 juni 2013). Toen werd Bart immers bevoegd om over het salaris te beschikken en was daarmee aan alle vereisten voor vestiging van het stil pandrecht voldaan. De bank heeft dus op 24 juni 2013 een stil pandrecht op Barts salaris over de genoemde maanden en kan het salaris innen, mits het pandrecht aan de werkgever wordt medegedeeld (art. 6:246 lid 1 BW). Nb. Ten aanzien van loonvordering geldt wel dat de bank zich niet op het gehele salaris kan verhalen.

1d. (6 punten)

Nee, de bank kan de vordering op de eigenaar van voornoemde website niet innen. Op 12 maart was nog geen sprake van een rechtsverhouding tussen Bart en de eigenaar van voornoemde website. Art. 3:239 lid 1 staat derhalve aan de vestiging van een stil pandrecht bij voorbaat op dergelijke vorderingen in de weg, aangezien het artikellid vereist dat de vordering waarop het stil pandrecht wordt gevestigd reeds bestaat of rechtstreeks zal worden verkregen uit een op het moment van vestiging reeds bestaande rechtsverhouding.

1e. (9 punten)

Het pandrecht van de verkoper van de tabletcomputer prevaleert. Het pandrecht bij voorbaat dat Bart ten behoeve van de bank heeft gevestigd betreft alle computerapparatuur. Het pandrecht komt pas tot stand als Bart beschikkingsbevoegd wordt. Op 2 januari 2013 wordt Bart eigenaar van een tabletcomputer die hem wordt overgedragen onder een voorbehouden stil pandrecht; art. 3:81 lid 1. Omdat Bart van het begin af aan dus slechts beschikkingsbevoegd wordt ten aanzien van een met pandrecht belaste tabletcomputer, zal de bank slechts een tweede pandrecht verkrijgen. De bank verkrijgt geen derden bescherming, omdat de bank slechts een stil pandrecht heeft en de tabletcomputer dus niet in de macht van de bank (of een derde) is; art. 238 lid 1.

Vraag 2 (25 punten)

a. (8 punten)

Voor een geldig recht van erfdienstbaarheid is een geldige titel en beschikkingsbevoegdheid vereist; art. 98 jo. 3:84 BW. Aangezien het recht van erfdienstbaarheid betrekking heeft op een onroerende zaak (art. 5:70) en een onroerende zaak een registergoed is (art. 3:89), zal ook voor de vestiging van een recht van erfdienstbaarheid een notariële akte moeten worden opgemaakt en deze akte zal moet worden ingeschreven in de openbare registers; art. 3:98 jo. 3:89.

b. ( 8 punten)

Boer Jaap heeft niet gelijk. Het recht van erfdienstbaarheid is afhankelijk van het eigendomsrecht op het heersend erf (art. 3:7) en zal dus automatisch mee overgaan als het eigendomsrecht op het heersend erf wordt overgedragen (art. 3:82). Peter is als nieuwe eigenaar van het heersend erf dus ook rechthebbende van het recht van erfdienstbaarheid geworden. Hij mag derhalve met zijn auto over het erf van boer Jaap naar zijn eigen erf rijden. N.B. als u in uw antwoord ook het goederenrechtelijk gevolg noemt, krijgt u voor deze vraag geen punten.

c. (9 punten)

Wanneer de grond executoriaal wordt verkocht en de koper de koopprijs heeft voldaan, vervallen alle op de grond rustende beperkte rechten die niet tegen de verkoper kunnen worden ingeroepen (art. 3:273; dit wordt ‘zuivering’ genoemd). Nu het recht van erfdienstbaarheid niet kan worden ingeroepen tegen de C-bank (de verkoper), omdat het ingevolge de prioriteitsregel lager in rang staat (het is immers later gevestigd dan het recht van hypotheek), komt het recht van erfdienstbaarheid te vervallen. Er is geen derdenbescherming voor de eigenaar van het heersend erf, omdat deze niet te goeder trouw is (art. 3:23). Hij had immers in de registers kunnen zien dat er al een recht van hypotheek op het stuk grond rustte. Ook beschermt art. 3:88 niet tegen het bestaan van beperkte rechten.

Vraag 3 (30 punten)

a. (12 punten)

Wat betreft de 100 vaten die afzonderlijk zijn opgeslagen: B heeft de opdracht die A aan hem heeft gegeven, uitgevoerd. Bijgevolg zal A ex art. 3:110 het bezit verkrijgen; B gaat voor hem houden; art. 3:90 jo. 3:110. Er is derhalve een geldige levering. De verkoper is beschikkingsbevoegd en er is een samengestelde titel (deels opdracht, deels koop). Krachtens art. 3:84 heeft A dus het eigendomsrecht op deze vaten verkregen en zal hij deze vaten kunnen revindiceren; art. 5:2.

Wat betreft de overige 200 vaten: Los van de vraag of op deze vaten aanvankelijk een eigendomsrecht van A is komen te rusten, kan worden geconstateerd dat in casu een individualiseringsprobleem is ontstaan. A kan immers niet aanwijzen welke vaten B voor hem houdt. Derhalve wordt B vermoed van deze 200 vaten eigenaar te zijn; art. 3:109 jo. 3:119 BW. Vgl. HR Texeira de Mattos. Hij zal deze 200 vaten dus niet kunnen revindiceren.

b. ( 9 punten)

De vernietiging van de koopovereenkomst heeft terugwerkende kracht; art. 3:53 lid 1. Achteraf gezien is van een geldige cessie tussen A en B dus nooit sprake geweest, omdat de titel van meet af aan heeft ontbroken; art. 3:84. B was dus niet beschikkingsbevoegd om op deze vordering een recht van vruchtgebruik ten behoeve van C te vestigen; art. 3:98 jo. 3:84. Van een geldige titel en van geldige vestigingsformaliteiten tussen B en C is nog steeds wel sprake. C heeft dus in beginsel geen recht van vruchtgebruik verkregen, maar kan zich beroepen op art. 3:98 jo. 3:88 BW. Aangenomen dat C te goede trouw is, zal dit beroep succesvol zijn: de onbevoegdheid van B vloeit immers voort uit een eerdere overdracht en is het gevolg van een ongeldige titel (en dus niet van onbevoegdheid van A).

c. (9 punten)

De weigering van B om het pand op te leveren, impliceert dat hij zich jegens de derde C beroept op een retentierecht; art. 3:290. Het gaat om een derde met een jonger recht, want de twee vorderingsrechten uit de aannemingsovereenkomst waren al opeisbaar op het moment dat het recht op huurgenot van C ontstond; art. 3:291 lid 1. Dit retentierecht kan slechts tegen C worden ingeroepen als het voor derden kenbaar is dat B houder van het kantoorpand is, bijv. door een bord en/of schaftkeet; vgl. HR Fleuren/ Rabobank. Als aan dit kenbaarheidsvereiste is voldaan, is B niet verplicht om C toegang tot het kantoorpand te verlenen.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
This content is used in:

Oefententamens voor het vak Inleiding Privaatrecht II: goederenrecht UU

Privaatrecht bundel

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
3083 1