Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Collegeaantekeningen deel 1 Kernvak Privaatrecht I

Collegeaantekeningen week 1-3

Hoorcollege week 1

Goederenrecht heeft als doel jou het goed te laten halen dat van jou is. Het is de oorsprong van goederenrechtelijke rechten die je tegen een ieder kan inroepen. Het gaat om het verkrijgen, houden en vervreemden van goederen.

We maken het onderscheid tussen een roerend en onroerend goed omdat er specifieke regels zijn om bijvoorbeeld overdracht mogelijk te maken. Dit op basis van het economische belang (de waarde) en het publieke belang (welk goed is van wie?).

In het goederenrecht staat de relatie persoon-goed centraal, anders dan in het verbintenissenrecht, dat gericht is op de verhouding persoon-persoon. Bij dit laatste recht gaat het om rechten die de ene persoon in beginsel uitsluitend tegenover de andere persoon kan inroepen. Goederenrechtelijke rechten kennen absolute werking (derdenwerking). Het goederenrecht maakt tezamen met het verbintenissenrecht deel uit van het vermogensrecht.

 

HR Blaauboer/Berlips

Berlips is eigenaar van een stuk grond en verkoopt dit aan Blaauboer. Hij verkoopt en hij levert dit stuk grond. In de leveringsakte wordt een clausule opgenomen. In deze akte staat dat Berlips gehouden is om een weg aan te leggen.
 

Berlips, als eigenaar, legt de weg niet aan, en verkoopt en levert zijn stuk grond aan Maks. Aan de ene kant is hier het verbintenissenrecht (overeenkomst) en aan de andere kant het goederenrecht (onroerend goed). Berlips beroept zich op het goederenrecht, want het eigendomsrecht is overgegaan naar Maks. De verplichting tot het leggen van de weg, gaat niet over met het eigendom. Persoonlijke verbintenissen kunnen het eigendomsrecht niet beperken, zodat zij evenmin bij overgang van dat eigendomsrecht op de nieuwe eigenaar van rechtswege overgaan.

 

Kenmerken van het goederenrecht

Het belangrijkste kenmerk van het goederenrecht is dat er een gesloten stelsel (numerus clausus) van beperkte rechten (art. 3:81 BW). Het aantal goederenrechtelijke rechten zijn dus neergelegd in het wetboek: meer zijn er niet. Deze rechten hebben ook een gesloten inhoud, deze is dwingend vormgegeven. De grenzen van het recht worden aangegeven door de wetgever en door uitspraken van de Hoge Raad. Het verbintenissenrecht is juist een open stelsel.

Niet alleen de goederenrechtelijke rechten hebben een gesloten stelsel, maar ook verkrijging en verlies kennen dit. Dit is te vinden in art. 3:80 BW. Goederen zijn te verkrijgen onder algemene titel en onder bijzondere titel.

Onder algemene titel verkrijgt men door erfopvolging, door boedelmenging, door fusie, door splitsing en door de goedkeuring van een overdrachtsplan (art. 3:80 lid 2 BW). Men kan goederen onder bijzondere titel verkrijgen door overdracht, verjaring, door onteigening en verder op de overige in de wet voor iedere soort aangegeven wijzen van rechtsverkrijging (art. 3:80 lid 3 BW).

Ook verliest men goederen op de voor iedere soort in de wet aangegeven wijzen (art. 3:80 lid 4 BW). Goederenrecht is wel een dwingend rechtsgebied, maar het is niet onveranderlijk. In de loop der jaren is er veel bijgespijkerd.

Art. 3:84 lid 3 BW laat het fiduciaverbod zien. Dit betekent dat je een goed niet mag overdragen tot zekerheid of beheer. Goederenrecht is van land tot land anders, omdat het langs eigen nationale tradities vormgegeven is. In elk land zijn de tradities anders.

 

Goederenrechtelijke rechten

Goederenrechtelijke rechten hebben verschillende kenmerken:

  • Absolute werking (droit de suite): de goederenrechtelijke rechten werken jegens een ieder.

  • Separist in faillissement: pandhouder en hypotheekhouder kunnen hun recht uitoefenen alsof er geen faillissement was.

  • Specialiteitsbeginsel (art. 3:84 lid 2 BW)

    Een goed moet met voldoende bepaaldheid zijn omschreven. De titel moet ook daadwerkelijk gekwalificeerd zijn, er moet een goederenrechtelijke betekenis, je moet naar de betreffende zaken kan wijzen. Zijn de goederen aan te duiden met serienummers, moet je niet nalaten deze te noemen;

    Zaakeenheid (art. 5:3 BW): voor zover de wet niet anders bepaalt, is de eigenaar van een zaak eigenaar van al haar bestanddelen. Een recht van pand of hypotheek op een zaak strekt uit over al hetgeen de eigendom van de zaak omvat (art 3:227 BW). We zien een goed namelijk graag in zijn geheel. Bestanddelen horen bij de hoofdzaak. In artikel 3:4 BW vinden we criteria of er sprake is van een bestanddeel of niet. Er is een verkeersopvatting of een verbinding.

  • Publiciteitsbeginsel: recht van de burger handelingen van de bestuurlijke autoriteiten te lezen.

Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard (art. 3:8 BW). Een afhankelijk recht is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan (art. 3:7 BW)

 

Bruikleen is geen goederenrechtelijk recht. Het hoort tot het verbintenissenrecht.

 

Het recht van eigendom is een exclusief recht, je kunt het tegenover eenieder handhaven en je hebt onbepaalde bevoegdheden. Grenzen zijn er wel, kijk maar naar HR Grensoverschrijdende garage.

 

Hoorcollege week 2

Eigendom is het meest omvattende recht. De bevoegdheden van eigendom zijn gebruiken (art. 5:1 lid 2 BW), de opbrengst genieten (art. 5:1 lid 3) en beschikken. Dit zijn feitelijke handelingen die je ziet gebeuren. De uitoefening van de bevoegdheden kan je brengen onder het begrip houden van een zaak (uitoefening van macht = bezitten).

Als je eigenaar (gerechtigde) van de zaak bent, ben je ook eigenaar van alle bestanddelen.

Dit recht is absoluut, exclusief en het meest omvattend, eeuwigdurend en overdraagbaar.

Je mag anderen uitsluiten van gebruik (art. 5:2 lid 2 BW). Een erfdienstbaarheid-
gerechtigde staat daar niet aan in de weg. De eigenaar heeft het recht zijn erf af te sluiten (art. 5:48 BW), de erfdienstbaarheid moet nog wel uitoefenbaar zijn.

 

Eigendom: bevoegdheid te gebruiken (art. 5:1 lid 2 BW)

Je moet een belang hebben bij de bevoegdheden die je neemt. Er moet een eigen doel bij gediend worden. Het enkel schaden van een ander is niet voldoende. Bij de uitoefening van het eigenbelang moet ook rekening gehouden worden met het belang van de ander (bijvoorbeeld de buurman).

 

Eigendom: bevoegdheid tot revindiceren (art. 5:2 BW)

Je kunt de zaak opeisen onder wie deze zaak zich ook maar bevindt [HR Uitslag/Wolterink].

 

Eigendom: bevoegdheid te beschikken

Beschikken is overdragen. Dat je niet feitelijk gebruikt, maar het wat van jou is aan een ander overdraagt. Men kan ook een beperkt recht geven bij een vestiging. Vervreemden is overdragen en bezwaren is een beperkt recht vestigen. Bij een faillissement is men de beschikkingsbevoegdheid kwijt.

 

Bevoegdheid om eigendom prijs te geven (art. 5:18 BW)

Van een roerende zaak wordt het eigendom verloren als de eigenaar het bezit prijsgeeft met het oogmerk om zich van de eigendom te ontdoen.

 

Eigendom: bevoegdheid tot vernietigen

Sommige zaken zijn van groter belang dan het individuele-eigenaars-belang. Het belang van cultuurgoederen wordt als algemeen belang onderstreept.

 

Bescherming van eigendom

Grondwettelijke bescherming van het recht van eigendom (art. 14 GW): de overheid mag niet zomaar iets van een burger wegnemen. Onteigening is wel mogelijk onder bepaalde voorwaarden, opgesomd in de wet (legaliteitsbeginsel). Deze zijn:

  • Publiek belang

  • Proportionaliteit

 

Beperking van eigendom

Er zijn verschillende beperkingen:

  • Publiekrechtelijke beperking door de overheid;

  • Rechten van ‘derden’. Denk hierbij aan beperkte rechten;

  • Misbruik van bevoegdheden;

  • Onrechtmatige daad;

  • Hinder.

 

Verhouding tussen persoon en goed

Bezit heeft een definitie in art. 3:107. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf. Er zitten twee elementen in deze regel:

  • Feitelijke element van bezit. Bezit is het HOUDEN van een goed voor zichzelf. Houden is het uitoefenen van macht over een goed. Het gaat over feitelijk handelen.

  • Normatieve element van bezit. Bezit is het houden van een goed VOOR ZICHZELF. Dit is houden in de ruime zin.

 

Er is ook een begrip houderschap in enge zin. Niet zomaar het uitoefenen van macht, maar het houden van het goed voor een ander. Als je kan wijzen op een rechtsverhouding tussen de twee, is hier sprake van. Dit is vaak in de vorm van een overeenkomst.

 

Art. 3:108 BW geeft criteria of iemand een goed houdt.

  • Verkeersopvatting;

  • Uiterlijke feiten.

    Publiciteit

    Kenbaarheid (voor derden)

Art. 3:109 BW: “wie een goed houdt, wordt vermoed dit voor zichzelf te houden”

Art. 3:111 BW: “wanneer men heeft aangegeven krachtens een rechtsverhouding voor een ander te houden, gaat men daarmede onder dezelfde titel voort.” Het kan niet zo zijn dat je door een wilsverandering ineens bezitter bent. Dit is het interversieverbod.

 

Functies van bezit

  • Goederenrechtelijk (verkrijging en verlies);

  • Materiële functie (vruchten en kosten);

  • Bewijsrechtelijke functie: vermoeden van toebehoren (bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn);

  • Politionele functie: herstel in functie (de overheid bewaakt de openbare orde. Eigenrichting spreekt hier);

  • Aansprakelijkheid.

 

De eigenaar van de hoofdzaak wordt ook eigenaar van het bestanddeel. Een bestanddeel [HR Dépex/Curatoren]:

Verkeersopvatting

  • Op elkaar afgestemd

  • Incompleet zonder het bestanddeel?

 

Verkrijging van bezit

  • Bijzondere titel;

  • Algemene titel (opvolging).

  • Originaire wijze

    1. Verkrijgende verjaring

    1.1 Art. 3:99 BW: acquisitieve verjaring

    Te goeder trouw

    Dan wordt je dat geacht te blijven

    Opvolging van bezit te goeder trouw

    Tussentijds onvrijwillig bezitsverlies onderbreekt verjaring niet (art. 3:103 BW)

    Inschrijving in de openbare registers

    1.2 Art. 3:105 BW: extinctieve verjaring
    Door een bezitter niet te goeder trouw

    Rechthebbende is bezit verloren

    Bevrijdend

    2. Natrekking
    Als een roerende zaak bestanddeel wordt van een andere zaak verliest de eigenaar van de roerende zaak zijn eigendomsrecht. De zaak van de ander wordt groter. HR Hinck/Van der Werff & Visser.

    3. Vermenging
    Roerende zaken die onderling niet individualiseerbaar zijn, worden verenigd tot één roerende zaak

    Oneigenlijke vermenging: je weet niet meer welke fles wijn van jou is. Je kan niet meer aantonen dat de specifieke fles van jou is. Art. 5:15 is niet van toepassing, maar wel art. 3:109 BW en art. 3:119 BW.
    HR Teixeira de Mattos

    4. Zaaksvorming

    Is er sprake van vorming van een nieuwe zaak? (verkeersopvatting)

    Wie wordt eigenaar?

    Eigenaar van de oude zaken

    Eigenaar die het voor zichzelf vormt. A wordt eigenaar, ongeacht het eigendom van B of C van de oude roerende zaken

  • Derivatieve wijze: afgeleide verkrijging (een andere rechthebbende opvolgt, een eigendomsrecht wordt van jou)

 

Je kunt als bezitter rechthebbende worden door bijvoorbeeld verjaring.
 

Hoorcollege week 3

Overdraagbaarheid

Kan het goed waarover het gaat überhaupt wel worden overgedragen? De economie gaat uit van het vrij verkeer van goederen, het is dan evident dat je uitgaat van overdraagbaarheid. Te veel goederen blijken echter naar Nederlands recht niet overdraagbaar te zijn.

Art. 3:83 BW: eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht anders zegt. Pandrecht, hypotheekrecht of erfdienstbaarheid kunnen niet worden overgedragen, omdat het afhankelijke rechten zijn. Vorderingsrechten kun je bij beding (bij overeenkomst) onoverdraagbaar maken.

HR Oryx/Van Eesteren: er staat in de algemene voorwaarden dat het onderaannemer verboden is vordering op EVN te cederen of te verpanden. Dit is een toekomstige vordering. Vervolgens is de vraag: wat is het gevolg van deze afspraak? De vordering zal van Elands blijven. Het verpandingsverbod staat in de weg aan de geldigheid van verpanding. Art. 3:83 lid 2 BW stelt dan dat de overdraagbaarheid van een vordering kan worden bezwaard. Deze heeft ongelding van die overdracht tot gevolg. Krachtens art. 3:98 geldt dit ook voor verpanding. Oryx was pandhouder, maar niet van deze vordering. Economisch heeft Oryx geen pandrecht verkregen, zo zal Oryx de volgende keer twee keer nadenken en dus zal het duurder worden, omdat er minder zekerheid zit aan het pandrecht.

HR Coface/Intergamma: het beding moet wel uitgelegd worden naar hoe de eigenaar het bedoeld heeft willen hebben.

 

Overdracht

Het kan ten eerste bij overeenkomst geregeld worden. Dit is erg onhandig gebleken. Toen moest het naar buiten kenbaar zijn, er moet dus een levering plaatsvinden (art. 3:84 BW). Je kan ook pas op overdracht willen overgaan, als er een tegenprestatie is. Bij de levering van zaken wordt dan een eigendomsvoorbehoud gemaakt. Je bewerkstelligt dat je gelijk oversteekt. De vereisten van art. 3:84 BW zijn:

  • Geldige titel

  • Beschikkingsbevoegdheid

  • Levering

  • Specialiteitsvereiste (voldoende bepaaldheid, individualisering)

 

Er zijn twee overdacht-denkers:

  • Meijers (abstract stelsel)

  • Scholten (causaal stelsel)

 

Een geldige titel voor overdracht is bijvoorbeeld een koop- of ruilovereenkomst. Er zijn ook samengestelde rechtsgronden. Als er geen geldige titel is, treedt er nietigheid op. Vernietigbaarheid wegens wilsgebreken levert geen overdracht op. Hij heeft namelijk volgens art. 3:53 BW terugwerkende kracht.

 

De rechthebbende heeft bevoegdheden. Een van die bevoegdheden is dat hij mag beschikken (vervreemden/overdragen of bezwaren). Als beschikkingsbevoegdheid ontbreekt, kan de verkrijger onder omstandigheden worden beschermd.

 

Levering

Levering hangt af van de aard van het goed. Er is bezitsverschaffing, een notariële akte, het inschrijven in registers, of een vordering op naam. Wat we niet in de wetgeving vinden is dat levering ook gezien wordt als een goederenrechtelijke rechtshandeling. Wijze van levering:

  • roerende goederen: art. 3:90 BW. Dit gaat door middel van:

    1. bezitsverschaffing kan ook door een houder.

    2. bezitsoverdracht kan alleen door een bezitter. Dit kan door middel van een:

    2.1 feitelijke overgave: art. 2:114 BW

    2.2 tweezijdige verklaring: art. 3:115 BW. Verschillende soorten tweezijdige verklaringen staan in het wetboek:

    constitutum possessorium: art. 3:115 sub a BW. Bij een levering c.p. wordt het bezit overgedragen, maar blijft de zaak onder de vervreemder.

    brevi manu: art. 3:115 sub b BW. De verkrijger is reeds houder en kan levering dus geschieden zonder feitelijke overgave van de zaak.

    longa manu: art. 3:115 sub c BW. Bij een levering met de lange hand wordt een zaak overgedragen die zich op het moment van levering onder een derde bevindt.

  • registergoederen (art. 3:89 BW) worden geleverd door een notariële akte, waarna het goed moet worden ingeschreven in de openbare registers. HR Eelder woningbouw: de akte zelf is beslissend voor de overdraging. De koopovereenkomst bestond slechts uit een klein perceel.

  • vorderingen op naam (art. 3:94 BW)

    1. openbare cessie (art. 3:94 lid 1 BW). Dit moet mede door middel van een mededeling aan de debitor cessus. Als deze mededeling niet gebeurd, kan de vordering niet overgaan.

    2. stille cessie (art. 3:94 lid 3 BW): je moet louter de akte laten registeren bij de belastingdienst. De registratie is een constitutief vereiste indien sprake is van een onderhandse cessie-akte. Er moet ook weer een mededeling aan de debitor cessus gedaan worden. Het moment dat de akte is aangeboden, is het bepalende moment als moment va registratie.

 

Bezitsverschaffing door een houder

Bezitsverschaffing kan niet constitutum possessorium door een houder worden gedaan. Ik ben houder en ik ga voor de verkrijger houden kan niet krachtens art. 3:111 BW. Eens houder voor de een, altijd houder voor de een. Je kan niet houder voor de ander worden.

 

Derdenbescherming

Art. 3:86 BW: als je verkrijgt van een onbevoegde, wordt je onder voorwaarden beschermd. Het eigendomsrecht kent hier dus zijn grenzen. De voorwaarden zijn:

  • te goeder trouw;

  • een tegenprestatie, anders dan om niet.

De uitzonderingen op art 2:86 lid 1 is lid 3:

  • als de onbevoegdheid zijn oorsprong kent in diefstal;

  • gedurende 3 jaar.

Image

Access: 
Public

Image

Check more of topic:
This content is used in:

Privaatrecht bundel

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2119