Oefenmateriaal Kennismaking Onderzoeksmethoden en Statistiek - UU - Psychologie, jaar 1
TentamenTests bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht - 1
Gesloten vragen statistiek
Vraag 1
- Mediaan
- Modus
- Gemiddelde
Vraag 2
Een verdeling heeft een gemiddelde van 85 en een mediaan van 80. Hoe ziet deze verdeling eruit?
- Linksscheef
- Rechtsscheef
- Symmetrisch
Vraag 3
Wat is het effect van steekproefgrootte op de uitkomst van een hypothesetest?
- De kans op een significant effect is groter bij een grotere steekproef
- De kans op een significant effect is kleiner bij een grotere steekproef
- De effectgrootte wordt kleiner bij een grotere steekproef
Vraag 4
Wat is waar met betrekking tot de vorm van de verdeling van steekproefgemiddelden?
- Hoe groter de steekproef, hoe meer de gemiddelden verspreid zijn
- Hoe kleiner de steekproef, hoe meer normaal verdeeld
- Hoe groter de steekproef, hoe dichter de gemiddelden bij elkaar liggen
Vraag 5
Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
I. Over het algemeen is de distributie van t-statistieken platter en meer uitgespreid dan de standaard normaalverdeling.
II. Wanneer een sample n=21 scores heeft, krijg je een t-statistiek met df = 22.
- Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
- Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist
Vraag 6
Welke van de onderstaande uitspraken is juist?
I. Om statistische technieken te gebruiken in een within-subjects design moeten de samples aan elkaar gematcht zijn.
II. Een herhaalde metingen design is een vorm van gecorreleerde sample designs
- Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
- Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist
Vraag 7
In een onderzoek naar het aantal benodigde afspraken met een logopediste bij kinderen die de letter ‘r’ niet goed kunnen uitspreken, is een steekproef getrokken van 100 kinderen. Het gemiddeld aantal afspraken dat de kinderen nodig hadden is 13. De schatting van de standaardfout is 0.5. Stel dat er een kleinere steekproef is getrokken uit dezelfde populatie waarbij ook het gemiddelde 13 en standaardafwijking 5 is gevonden. Wat kan er gezegd worden over de grootte van de schatting van de standaardfout?
- De schatting van de standaardfout is 0.5.
- De schatting van de standaardfout is kleiner dan 0.5.
- De schatting van de standaardfout is groter dan 0.5.
- Op basis van deze informatie is geen uitspraak te doen over de schatting van de standaardfout.
Onderstaand voorbeeld hoort bij vragen 8 t/m 11!
Een onderzoeker doet een onderzoek met 2 groepen met elk 12 proefpersonen, aan de hand van een ANOVA test.
TentamenTests bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht - 2
Gesloten vragen methoden
Vraag 1
De cumulatieve percentagewaardes zijn geassocieerd met de …… grenzen van de corresponderende scores van intervallen
- Schijnbare, bovenste
- Schijnbare, onderste
- Echte, bovenste
- Echte, onderste
Vraag 2
Bij een steekproef hoort een ……; bij een populatie hoort een……
- Statistiek; parameter
- Populatie; parameter
- Parameter; statistiek.
Vraag 3
Een steekproeffout ontstaat doordat:
- Er niet genoeg mensen in de populatie zijn
- Elke steekproef anders is
- Er een verschil is tussen de specifieke personen in de steekproef en alle mensen in een populatie.
Vraag 4
In een onderzoek wordt gevraagd naar de hobby’s van tieners. Ze kunnen kiezen uit sporten, muziek, lezen en overige hobby’s. In wat voor grafiek kunnen de resultaten het beste worden weergeven?
- Staafdiagram
- Histogram
- Polygoon
Vraag 5
In onderzoek worden over het algemeen verschillende soorten variabelen gemeten. Welke termen ontbreken in de zin: De …… variabele heeft invloed op de …… variabele.
- Experimentele; afhankelijke
- Onafhankelijke; afhankelijke
- Experimentele; controle.
Vraag 6
Welke van de onderstaande uitspraken is waar? 1. Populaties kennen minder spreiding dan samples en 2. Ongeveer 68% van de scores valt binnen twee standaardafwijkingen van het gemiddelde.
- Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
- Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist.
Vraag 7
Wat is het doel van correlationeel onderzoek?
- De invloed van de ene variabele op de andere variabele meten
- Het verschil tussen twee groepen meten
- Het verband tussen twee variabelen meten.
Vraag 8
Er wordt op de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar het zelfbeeld van eerstejaarsstudenten. Ze moeten vragen beantwoorden op een schaal van 1 (laag) tot 7 (hoog). Op wat voor niveau wordt er gemeten?
- Interval
- Nominaal
- Ordinaal.
Vraag 9
Er wordt onderzoek gedaan naar de bereidheid van drugsverslaafden in Nederland om zich te laten opnemen in een kliniek. Een groep van 100 verslaafden wordt geselecteerd om vragenlijsten te beantwoorden. Wat is de populatie in dit onderzoek?
- De groep van 100 verslaafden
- De drugsverslaafden in Nederland
- De Nederlandse bevolking.
Vraag 10
Geef aan welke van de volgende stellingen juist is. 1. Het is mogelijk dat een verdeling meer dan een modus heeft, en 2. De modus is de juiste centrummaat voor nominale data.
- Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
- Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist.
Vraag 11
In een onderzoek wordt gevraagd naar de hobby’s van tieners. Ze kunnen kiezen uit sporten, muziek, lezen en overige hobby’s. In wat voor.....read more
TentamenTests bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht - 3
MC-vragen
Vraag 1
Empirische vragen zijn vragen die:
- Termen omvatten die geoperationaliseerd kunnen worden
- Te beantwoorden moeten zijn aan de hand van data
- Geen van bovengenoemde vragen
- Zowel antwoordmogelijkheid a. als b. zijn correct.
Vraag 2
Voorstanders van studies met een ‘single design subject’ (n=1) beweren dat deze studies weldegelijk externe validiteit kunnen hebben, omdat:
- Externe validiteit niet van belang is bij deze studie
- Men de studie steeds kan repliceren waardoor er gemeten kan worden of er sprake is van een behandeleffect
- Deze studies gewoon wel een externe validiteit hebben
- Deze soort studies alleen bedoeld zijn voor basaal onderzoek en niet voor toegepast onderzoek.
Vraag 3
Wanneer een psychologische test betrouwbaar is, dan houdt dit in:
- Dat de test valide is
- Dat een herhaalde meting hetzelfde resultaat zal geven
- Dat er geen meetfouten in de test zitten
- Dat de test kan voorspellen wat mensen zullen gaan doen.
Vraag 4
Wat is de term die beschrijft hoe men van het ene focusgebied naar het andere schuift binnen een bepaald vakgebied? Voorbeeld: in de psychologie was het behaviorisme een tijd populair, nu is het denken in schema’s en cognities populair.
- Normale wetenschap
- Incommensurabiliteit
- Relativisme
- Verandering van paradigma’s.
Vraag 5
Wat is de beste manier om een steekproef te trekken wanneer je in een werkgroep de attitude wilt onderzoek t.a.v. vrouwelijke piloten? In de groep zitten 30 mannen en 10 vrouwen.
- Een cluster steekproef (cluster sample)
- Een gelegenheids-steekproef (convenience sample)
- Een aselecte steekproef (simple random sample)
- Een gestratificeerde steekproef (stratified sample).
Vraag 6
Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van een schriftelijke enquête:
- Zullen vertekeningen van de onderzoeker nooit een probleem zijn
- Zal er een hogere respons zijn als de enquête meer gesloten dan open vragen heeft
- Zal een respons van 5% voldoende zijn
- Zullen er minder mensen reageren dan wanneer men mondeling een enquête afneemt.
Vraag 7
Volgens de ethische APA code voor de mens moeten mensen die vrijwillig meedoen aan een onderzoek:
- Aan het eind van het onderzoek uitleg krijgen over de achtergronden van het onderzoek
- Elk moment tijdens het onderzoek kunnen stoppen, zonder dat ze hiervan consequenties ervaren
- Een formulier ondertekenen waarin vastgesteld wordt dat ze voldoende zijn geïnformeerd over de voorwaarden van het onderzoek
- Alle bovengenoemde antwoorden zijn correct.
Vraag 8
Welk antwoord is correct als het gaat over constructvaliditeit?
- Constructvaliditeit houdt zich bezig met de vraag of het gemeten construct een betekenisvol construct is
- Constructvaliditeit kan alleen worden vastgesteld door middel van meerdere onderzoeken
- Constructvaliditeit meet of de gebruikte methode om een construct te meten, de juiste is.
- Alle bovengenoemde mogelijkheden
Vraag 9
Met de steekproef …… wordt ervoor gezorgd.....read more
TentamenTests bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht - 4
Methode
Vraag 1
Bij welke steekproef hebben alle leden van een populatie precies dezelfde kans om gekozen te worden om deel te nemen aan een onderzoek?
- clustersteekproef (cluster sample).
- een gestratificeerde aselecte steekproef (stratified sample).
- een gemakssteekproef (convenience sample).
- een enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sample).
Vraag 2
Welke van de volgende antwoorden maakt doorgaans geen deel uit van het kwalitatieve onderzoeksproces?
- de onderzoeksvraag
- het operationaliseren
- de hypothese(n)
- de steekproef
Vraag 3
De variabele leesvaardigheid is gemeten op een schaal van 0 (heel slecht) tot 100 (perfect). Wat is het meetniveau van deze variabele?
- nominaal
- ordinaal
- interval
- ratio
Vraag 4
Kritisch-emancipatoir onderzoek wordt meestal gedaan door middel van:
- een experiment
- een survey
- analyse van bestaande statistische gegevens
- kwalitatief onderzoek
Artikel:
Introduction
Recently, researchers have claimed that infants have an innate capacity for aggressiveness. At the same time, studies have revealed marked individual differences in aggression among young children by showing that some toddlers can be diagnosed with clinically significant conduct problems. This study tested the hypothesis that 12-month-old infants’ use of force against peers is associated with known risk factors for violence.
Methods
We conducted a study with firstborn British infants (n=271) and examined whether risk factors measured during pregnancy predicted infants’ aggressiveness at the age of approximately 12 months. During the first assessment, pregnant mothers were interviewed about their mood disorder symptoms. The interviews were transcribed and then coded in consultation with a psychiatrist according to diagnostic criteria of the fourth edition of the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM–IV; American Psychiatric Association, 1994). There was significant agreement between two psychiatrists’ diagnoses of 22 randomly selected cases (κ = .77, p < .001), an indication of significant reliability. Furthermore, parents were asked about mothers’ smoking behavior by reporting the number of cigarettes smoked per day during pregnancy and mothers’ past conduct problems (e.g. fighting, stealing) on a scale from 0 (absent) to 2 (definitely present). During the second assessment, families were invited to attend a simulated birthday party. Parents or other caregivers completed a Cardiff Infant Contentiousness Scale (CICS) measuring early manifestations of aggressiveness (e.g. bites, has temper tantrums) on a scale from 0 (absent) to 2 (definitely present). Infants’ observed use of physical force was recorded by observers who were blind to infants’ CICS ratings and family circumstances. Observers transcribed the interactive moves made by each infant, using a set of predetermined behavioral categories, including instrumental force (e.g. with toys) and bodily force. Observers recorded whether each peer-directed move definitely or possibly involved instrumental or bodily force. A summary scale score was derived for each type of force.
Conclusion
Our findings indicate that infants at risk for serious aggression can already be identified when the motor.....read more
Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek, Psychologie Utrecht jaar 1.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie Bachelor 1 - UU op JoHo.org.
Add new contribution