BulletPointsamenvatting bij de 11e druk van Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand


Hoofdstuk 1

  • Personenrecht ziet toe op de rechtspositie van de persoon zelf.

  • Familierecht ziet toe op de rechtsverhoudingen die ontstaan uit vormen van samenleving zoals huwelijk, geregistreerd partnerschap en rechtsverhoudingen die ontstaan uit afstamming en op de regeling van de vermogensrechtelijke gevolgen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • Het nieuwe boek van het Burgerlijk Wetboek is in 1970 in werking getreden

  • Het nieuwe echtscheidingsrecht is in 1971 in werking getreden

Hoofdstuk 2

  • Natuurlijke personen zijn mensen (van vlees en bloed) die drager zijn van rechten en plichten

  • Rechtspersonen zijn instellingen die voor de wet kunnen handelen als een mens (verenigingen stichtingen bedrijven)

  • Een natuurlijke persoon is handelingsbekwaam als deze de bevoegdheid heeft om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten op grond van art. 1:395a

  • Ieder mens is in beginsel vrij volgens art. 1:1 BW

  • De persoonlijkheid vangt aan bij geboorte en eindigt bij de dood

  • Er is een belangrijke uitzonderingen op het gestelde dat persoonlijkheid aanvangt bij de geboorte, namelijk dat van een ongeboren kind, indien het belang van het kind dit eist art. 1:2 BW.
    Voorwaarden van art. 1:2 BW; het kind moet levend geboren worden zo niet dan wordt geacht te beschouwen dat het kind nooit geboren werd.

  • Erfgenamen zijn personen die na iemand zijn dood hem in zijn rechten en plichten waarvan hij drager was opvolgen indien deze rechten en plichten na zijn dood nog voortbestaan. Dit geldt ook voor zijn vermogensrechtelijke verplichtingen.

Aanverwantschap en bloedverwantschap

  • Aanverwantschap ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap en staat gelijk aan bloedverwantschap.

  • Bloedverwantschap is de onderlinge verhouding tussen personen die van elkaar afstammen zoals vader en kind of tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader hebben.

  • Er zijn dus twee verschillende soorten bloedverwantschappen:

    1. Personen die van elkaar afstammen: Rechte linie

    2. Personen die een gemeenschappelijk stamvader hebben: Zij linie

  • Doordat bloedverwantschap ontstaat, is er een rechtsverhouding tussen de bloedverwanten en deze rechtsverhouding is de familierechtelijke betrekking.

  • Het begrip bloedverwantschap is juridisch maar gebaseerd op een biologische betrekking. Art. 1:199 BW geeft een voorbeeld waarin duidelijk naar voren komt dat juridisch en biologisch bloedverwantschap niet altijd samen vallen.

  • In art. 1:3 BW wordt nader in regels uitgewerkt hoe je de graad van bloedverwantschap kunt berekenen. Dit is van belang voor het erf- en verschoningsrecht. De graad van aanverwantschap is gelijk aan die van de bloedverwantschap en dit kun je vinden in art. 1:3 lid 2 BW.

  • Aanverwantschap kan niet door ontbinding van huwelijk of geregistreerd partnerschap teniet gaan.

  • Familieleven en bloedverwantschap ontstaat door een moeder van een kind die getrouwd is met een man ten tijde van de geboorte van dit kind. Tussen deze man en kind ontstaat er familieleven en bloedverwantschap.

  • Vereisten bloedverwantschap: de moeder en de man moeten een wettig en serieus huwelijk hebben.

  • Biologische vader: die niet ook de erkennende is of echtgenoot van de moeder is krijgt van rechtswege bloedverwantschap en familieleven met het kind.

  • De man die het kind wel heeft erkend krijgt van rechtswege bloedverwantschap en familieleven

  • Er kan ook sprake zijn van familieleven tussen andere nauwe verwanten en kind, of pleegouders en het kind.

  • Familieleven is belangrijk voor bepaalde dingen zoals het gezag over het kind, de omgang met het kind en de kosten van het kind.

  • Art. 8 EVRM omschrijft een van de vormen van ‘’familieleven’’ indien er sprake is van deze vorm van familieleven is een inbreuk in beginsel niet zomaar gerechtvaardigd. Alleen indien de inbreuk wordt gedaan in geval van art. 8 EVRM lid 2.

  • De rechtvaardigingseisen aan een inbreuk op deze vorm van familieleven:

  • De inbreuk moet nodig zijn in een democratische samenleving

  • Bij wet voorzien zijn

  • Ter bescherming dienen van een van de belangen die in dit artikel genoemd wordt

  • Er moet sprake van pressing social need zijn

  • De maatregel moet evenredig zijn

  • De rechten van het kind gaan voor de rechten van de ouders indien er een geschil staat over art. 8 EVRM. (Relevante Jurisprudentie; Youssef/Nederland EHRM 5 november 2002)

  • Eerbiediging van het familieleven krijgt een verstrekkende inhoud namelijk dat de staat niet alleen negatieve verplichtingen heeft zoals zich onthouden van inmenging in de familiesfeer/familieleven van de burgers.

  • Rechtstreekse (door)werking: een ieder kan zich rechtstreeks beroepen op (internationaal recht/Europees recht) het artikel voor de Nederlandse rechter zonder dat dit artikel getransformeerd/omgezet hoeft te worden in Nationaal ofwel, Nederlands recht. Daarnaast hebben deze artikelen ook voorrang op Nationaal recht.

  • Rechtstreekse doorwerking kan alleen indien het een ieder verbindende bepaling bevat en de bepaling wel bij het ontstaan gecreëerd is en toelaat om dit te zijn, verdere criteria zijn te vinden in het Spoorwegen-arrest HR.

  • Artikel 8 EVRM heeft rechtstreekse doorwerking (hoeft niet omgezet te worden in nationaal recht).-Doordat beide onderstaande beginsels van toepassing kunnen zijn, afhankelijk van de wet van het land, ontstaan er mensen met verschillende nationaliteiten.

Hoofdstuk 3

  • Nationaliteitsbeginsel: bepaalt het Nederlanderschap. De doorslag hiervan hangt af van de nationaliteit van een van de ouders.

  • Territorialiteitsbeginsel: Het land waarin het kind geboren is geeft de doorslag bij de bepaling van de nationaliteit. In Nederland geldt het Nationaliteitsbeginsel.
    (Rijkswet op de Nederlanderschap)

  • Het bepalen van iemand zijn/haar nationaliteit is een publiekrechtelijke aangelegenheid.

  • Vreemdelingen  zijn bewoners en/of bezoekers die niet de nationaliteit van een staat bezitten

  • Het Nederlanderschap kan je op twee manieren verkrijgen:

    1. Door het afleggen van een schriftelijke verklaring. (optie)
    (Art.6 lid 1 Rijkswet op de Nederlanderschap)
    2. Van rechtswege
    (Art. 3, 4 en art. 5 lid 1 2 en 3 Rijkswet op de Nederlanderschap)

  • Het Nederlanderschap verlengen kan door naturalisatie bij koninklijk besluit art. 7-13 Rijkswet.

  • Nederlanderschap verliezen kan op verschillende gronden deze zijn te vinden in art. 14-16a Rijkswet.

  • Verzoek doen tot vaststelling of het ontbreken tot vaststelling van zijn/haar Nederlanderschap kan alleen door een onmiddellijk belanghebbende.

  • Er zijn twee belangrijke hoofdpunten (internationaal recht) om te bepalen welk recht er op een specifiek geval van toepassing is:

    Punt 1. De nationaliteit van de persoon in kwestie
    Punt 2. De woonplaats van de persoon in kwestie

  • Het recht van nationaliteit is bepalend voor persoonlijke- en familiebetrekkingen art. 6 sub a en b Rijkswet op de Nederlanderschap.

Hoofdstuk 4

  • Sinds 1989 mogen ouders zelf een (voor)naam kiezen voor hun kind dit staat geregeld in art. 1:5 BW. Kiezen de ouders niet, dan krijgt het kind van rechtswege een voornaam (1:9 BW).

  • Bij de keuze voor een achternaam zijn er een aantal bijkomende regels:

  1. Voor de achternaam kunnen de ouders de keuze maken uit: de achternaam van een van beide ouders.

  2. Deze gekozen naam geldt ook gelijk voor hun volgende kind(eren) art. 1:5 lid 8 BW

  3. Kiezen de ouders geen achternaam, en zijn deze gehuwd dan krijgt het kind automatisch: achternaam van de vader

  4. Is het kind geboren uit een huwelijk of geregistreerd partnerschap van twee vrouwen: dan krijgt het kind automatisch achternaam van moeder art. 1:5 lid 4 en 5 BW.

  5. Zelf naam kiezen: vanaf 16 jaar en ouder art. 1:5 lid 7.

  6. Na overlijden van vader: indien moeder hertrouwd is achternaam wordt gekozen door nieuwe man en moeder gezamenlijk.

  • Een kind met gehuwde ouders krijgt van rechtswege de naam van de vader. Een eventuele naam keuze dient door beide ouders samen gekozen te worden, maar de vader een vorm van vetorecht.

  • Geslachtsnaam vondelingen: De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt een ‘’voorlopige’’ naam op voor het kind zonder ouders/vondeling.

  • Koninklijk besluit: Een besluit van de koning en zijn ministers (zonder Staten-Generaal)

  • Wijzigen van een geslachtsnaam kan verzoek van betrokkene of wettelijke vertegenwoordiger door een koninklijk besluit

  • Wijzigen van een voornaam kan op verzoek van betrokkene of wettelijke vertegenwoordiger door de rechtbank.

  • Internationale aspecten worden geregeld door de Wet conflictenrecht

Hoofdstuk 5

  • Woonplaats: De plek waar men volgens het recht en in juridische zin aanwezig/bereikbaar is. Dit geldt ook bij afwezigheid.

  • Eigenlijke woonplaats: De plek waar men zijn/haar woning vertoeft.

  • Zelfstandige woonplaats: Het vaste adres, dit wordt in juridische termen ook wel woonstede genoemd.

  • Verlies woonstede(opgenomen in de wet): door daden waaruit men laat blijken dat deze daden beoogd waren art. 11 lid 1 en 2 BW.

  • Verlies woonstede(niet in de wet): Door het verkrijgen van een afhankelijke woonplaats of doordat iemand overlijdt.

  • Afhankelijke woonplaats: een woonplaats die afhankelijk van de woonplaats van een ander bepaald wordt met wie een persoon in een bepaalde afhankelijkheidsverhouding staat zoals: onder culturele gesteld dan woonplaats curator.

  • Beperkte afhankelijke woonplaats: Indien men zijn goederen onder bewind staan.

  • Onafhankelijke woonplaats: een woonplaats die naar eigen inzicht bepaald is.

  • Gekozen woonplaats (noodzakelijk/vrijwillig): Partijen die voor een bepaalde rechtshandeling of rechtsbetrekking in combinatie met een redelijk belang een woonplaats kiezen waar de betreffende rechtshandeling plaats zal vinden. Indien de wet de partijen dit verplicht dan spreken we van ‘’noodzakelijk’’ zo niet, dan ‘’vrijwillig’’

  • Indien men zelf geen woonplaats kiest dan wordt door de wet een woonplaats aangewezen ook wel, verplichte woonplaatskeuze in juridische zinnen.

Hoofdstuk 6

  • GBA: Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, basis gegevens van alle burgers die de overheid gebruikt voor zichzelf (voorbeeld: je adresgegevens).

  • Iedere gemeente heeft vier registers van de burgerlijke stand namelijk van, overlijden, geboorte, geregistreerd partnerschap en van huwelijken.

  • Het doel van de gemeente registers zijn de gegevens van de persoonlijke staat resulteren en soms dienen zij in bepaalde situaties als bewijs.

  • De gemeente registers worden bijgehouden door de ambtenaren van de burgerlijke stand art. 16 lid 2 BW.

  • Geboorteakte is een akte die wordt opgemaakt bij geboorte in de woonplaats waar het kind geboren of getroffen(vondelingen) wordt.

  • Een overlijdensakte wordt opgemaakt bij overlijden en in de woonplaats waar de persoon is overleden (art, 19F lid 1), deze akte wordt opgenomen in het overlijdensregister.

  • Bij de geboorte van een kind doe je aangifte hiervan bij de gemeente en de termijn hiervan is binnen 3 dagen na bevalling, moeder is hiertoe bevoegd maar de vader is juridisch verplicht om deze aangifte te doen.

  • Gesloten systeem van latere vermeldingen: Gegevens die later bijgevoegd/ingevoerd worden door o.a. gerechtelijke uitspraken of buitenlandse akten of uitspraken.

  • Let op: alleen aktes die in het buitenland zijn opgemaakt door bevoegde personen/ bevoegd gezag in het buitenland kan in de in Nederlandse registers worden ingeschreven (Den Haag). Daarnaast kan het alleen indien het gaat om aktes van personen die op het moment van het verzoek:

  • Nederlander zijn

  • Nederlander waren

  • Toegelaten vluchtelingen zijn

  • Verklaring van recht: Een verklaring die door de Nederlandse rechter wordt afgegeven waarin staat beschreven dat de voorschriften die in de akte zijn neergezet, door een bevoegde instantie is opgemaakt en daardoor toelaatbaar is om in de Nederlandse registers op te nemen.

  • Er zijn twee soorten aktes:

  1. Authentieke akte: een document die door de ambtenaar van burgerlijke stand, als regel notaris is opgemaakt en gewaarmerkt.

  2. Onderhandse akte: document die is opgemaakt zonder tussenkomst van de notaris maar wel is ondertekend.

  • Authentieke afschriften of uittreksels hebben de zelfde kracht als de originele.

  • Ambtenaren kunnen om de hierna genoemde redenen weigeren om een akte op te stellen:

  • Als er sprake is van strijd met Nederlandse openbare orde ( bijvoorbeeld als er sprake is van bigamie )

  • De wettelijk vereiste stukken kunnen niet getoond worden art. 18 lid 1 b jo. 18b lid 1

  • De ambtenaar vindt de getoonde stukken niet voldoende art. 18b lid 1 (bijvoorbeeld als er sprake is van buitenlandse akte die niet volgens plaatselijke voorschriften is opgemaakt)

  • Weigeringen worden altijd schriftelijk medegedeeld aan alle partijen van de akte en eventuele andere belanghebbende onder opgaaf van reden. In beroep gaan hiertegen is toegestaan

  • Opgemaakte aktes mogen niet eenzijdig gewijzigd worden door een ambtenaar.

  • Onvolledige akte of een akte met misslag mag wel door de rechtbank gewijzigd worden.

  • Schrijf- of spelfouten in akte mag door de ambtenaar zelf verbeterd worden art. 24a lid 2.

  • Het veranderen van de mannelijk- of vrouwelijkheid die staat opgenomen in de geboorteakte kan alleen indien er een foute vermelding van geslacht bij geboorte heeft plaatsgevonden, dit wordt geslachtsverandering door fout genoemd en gewijzigd worden via art. 24 BW.

  • Het veranderen van de mannelijk- of vrouwelijkheid die niet te wijten is aan een fout in de geboorteakte, maar in verband met het voelen of beschouwen tot een ander geslacht kan alleen via de wetgever gebeuren.

Hoofdstuk 7

  • Huwelijk: Ambtelijke/wettelijke overeenkomst/verbintenis tussen twee personen. Dit kunnen tevens twee personen van het zelfde geslacht zijn art.30 BW.

  • Een huwelijksovereenkomst is anders dan een normale overeenkomst en daarom ook wel familierechtelijke overeenkomst genoemd. Enige vergelijking met een gewone overeenkomst is dat de partijen de wil moeten verklaren het huwelijk(overeenkomst) aan te willen gaan.

  • Het verschil tussen het huwelijk met het zelfde geslacht en een huwelijk tussen man en vrouw ligt hem in de rechtsgevolgen met betrekking op de verhouding tot eventuele kinderen. Daarnaast is er weinig Internationale erkenning. Deze verschillen staan ook gelijk aan de verschillen tussen huwelijk en geregistreerd partnerschap.

  • Bewijs van huwelijk: de huwelijksakte is in beginsel het enige bewijs in geval van een Nederlands huwelijk art. 78 BW.

  • Eisen tot stand komen geldig huwelijk:

  • Absoluut inwendige eisen

  • Minimale leeftijd van 18 jaar. Indien men 16 is kan er alleen getrouwd worden met een doktersverklaring van een zwangerschap of als er een kind geboren is.

  • Toestemming van beide partijen, zij moeten beide de ‘’wil’’ hebben om te trouwen (let op wilsgebreken zoals geestelijke gestoord etc.)

  • Monogamie art. 33 en 42 BW indien er een huwelijk wordt gesloten terwijl er strijd is met deze vereisten dan kan het huwelijk nietig verklaard worden.

  • Minderjarigen en onder curatele gestelde hebben toestemming nodig van derde

  • Relatief inwendige eisen:

  • Geen huwelijk toegestaan tussen bepaalde bloedsverwanten

  • Geen huwelijk toegestaan tussen adoptie broers en zussen

  • Stuiting van het huwelijk: personen die recht hebben om zich tegen de voltrekking van het huwelijk te verzetten op bepaalde gronden.

  • Het huwelijk mag niet tot stand komen voordat de voltrekking ingetrokken is.( zowel, dan nietig )

  • Nietigheid: treedt automatisch in ‘’van rechtswege’’ de nietige rechtshandeling wordt geacht nooit rechtsgevolg te hebben gehad, de overeenkomst is nimmer rechtsgeldig.

  • Vernietigbaar: heeft terugwerkende kracht de overeenkomst is wel rechtsgeldig tot stand gekomen maar wordt teruggedraaid.

  • Ex nunc: de huidige situatie, zoals het nu is ( Tip: Ex Nunc het woordje nu)

  • Ex tunc: de situatie, zoals het toen was (TIP: ex Tunc de T van toen)

  • Wet conflictenrecht inzake het huwelijk: regels m.b.t. Internationale huwelijksaspecten.

    (let op: deze regels zijn niet van toepassing op huwelijk tussen personen van het zelfde geslacht)

Hoofdstuk 8

  • Geregistreerd partnerschap: familierechtelijke relatie en net als het huwelijk een wettelijk geregeld en erkende vorm van samenleven voor personen die niet willen trouwen. De gevolgen en voorwaarden staan grotendeels gelijk aan die van een huwelijk.

  • De verschillen:

    Huwelijk

    Geregistreerd partnerschap

    Mondelinge verklaring

    Schriftelijke verklaring

    Verdragen van toepassing

    Geen verdragen van toepassing

    Internationale erkenning

    Geen Internationale erkenning

    Er vloeien op afstamming gebaseerde betrekkingen voort met kinderen

    Er vloeien geen op afstamming gebaseerde betrekkingen voort met kinderen

    Scheiding van tafel en bed

    Geen scheiding van tafel en bed mogelijk

    Scheiding

    Geregistreerd partnerschap ontbinden

  • Beëindigen van een geregistreerd partnerschap: dit kan alleen door dood, vermissing, nieuw partnerschap of huwelijk, na een verklaring met wederzijdse goedvinding, ontbinding, of door het omzetten naar een huwelijk.
    Let op: een huwelijk kan niet worden omgezet in geregistreerd partnerschap.

Hoofdstuk 9

  • Echtgenoten zijn personen die met elkaar in het huwelijk zijn getreden.

  • Echtgenoten hebben op grond van de wet verplichtingen tegen over elkaar zoals de norm; elkaar het nodige te verschaffen en de verplichting om bij te dragen in de kosten van de huishouding.

  • Bij ontbinding van het huwelijk, of bij voortzetten van het huwelijk en er sprake is van scheiding van tafel en bed eindigen de verplichtingen jegens elkaar. (let op: dit betekent niet dat er geen ruimte is voor nieuwe verplichtingen die voortvloeien uit deze rechtshandelingen zoals alimentatie etc.)

  • Pensioen verevening is het ouderdomspensioen na een scheiding verdelen dat is opgebouwd tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • Vermogensrechtelijke rechten en plichten: geheel op geld waardeerbare rechten en/of plichten die je tegenover een ander hebt.

  • Alimentatie: een bijdrage die verplicht is voor de kosten van het levensonderhoud die na een echtscheiding of ontbinding van een geregistreerd partnerschap betaald moet worden door de meest draagkrachtige partner aan de minst draagkrachtige partner of door een ouder aan een kind wordt.

  • Huwelijksgoederenstelsel: stelsel met regels omtrent het regelen van gemeenschap van goederen

  • Huwelijkse voorwaarden: een notariële akte tussen (aanstaande) echtgenoten waarin exact beschreven staat hoe de goederen gescheiden worden. Dit is een middel om het huwelijksgoederenstelsel op een eigen manier uit te stippelen. De regels die niet in het huwelijksgoederenstelsel zijn opgenomen vind je in deze akte. Voor de vorm van de akte raadpleeg je, art. 115 BW, de inhoud is verder vormvrij 121 lid 1 BW.

  • Huwelijkse voorwaarden treden in werking op twee voorwaarden namelijk indien ze:
    1. voor het huwelijk zijn opgesteld namelijk op het moment van huwelijksvoltrekking.
    2. op een ander tijdstip zijn opgesteld dan werken ze vanaf de dag na verlening van de authentieke notariële akte art. 117 lid 2 BW

  • Huwelijkse voorwaarden werken ook jegens derde omdat ze een externe werking hebben.

  • Minderjarigen en onder curatele gestelde kunnen zelfstandige huwelijks voorwaarden maken en wijzigen maar alleen met toestemming van de persoon die ook toestemming voor het huwelijk heeft gegeven.

  • De plicht van partners of echtgenoten om noodzakelijke middelen voor elkaar ter beschikking te stellen en apart te houden voor als dit nodig is voor de algemene zaken van het huishouden noemen we fourneerplicht Art. 84 lid 2 jo. lid 1.

  • Indien men trouwt in gemeenschap van goederen dan zijn alle bezittingen en/of schulden van men samen.

  • Bestuursbevoegdheid: een echtgenoot die bevoegd is om bepaalde handelingen te verrichten met uitsluiting van de ander. De bevoegdheden zijn gelijk aan die van een eigenaar.

  • Onbevoegde bestuursbevoegdheid: levert een onrechtmatige daad op 6:162 BW.

  • Schulden: openstaande vordering jegens een ander die verplicht voldaan moet worden

  • Schulden in huwelijk: deze dienen door iedere echtgenoot door de helft gedragen te worden

  • Aansprakelijkheid: iedere echtgenoot is voor het geheel aansprakelijk voor de door hun aangegane schulden en voor de schulden voor de huishouding.

  • Reprise: een gemeenschappelijke schuld is afgelost door een privé goed.

  • Recompense: een privé schuld is afgelost door gemeenschapsgoederen.

  • Echtscheiding: het ontbinden van een huwelijk door middel van een beschikking van de rechter op de bij wet vastgelegde grond.

  • Echtscheidingsconvenant: een schriftelijke overeenkomst tussen de echtgenoten waarin alle afspraken staan die te maken hebben met de echtscheiding. Dit convenant is niet aan een vorm gebonden en kan betrekking hebben op de goederen en op de alimentatie.

  • Op grond van artikel 121 kunnen tevens alle regels van gemeenschap van goederen uitgesloten worden indien alle goederen en schulden privé blijven.

    Register goederen: Goederen die op grond van de wet ingeschreven moeten worden in het openbaar register( vliegtuigen, huizen grond schepen)

    Eigenaar register goed bij scheiding/huwelijk: regel is dat degene aan wie het registergoed geleverd is als eigenaar wordt aangemerkt. Het is niet van belang wie de goederen betaald heeft. Dit regime wordt ook wel een ‘’koude uitsluiting’’ genoemd.

  • Lastgevingsovereenkomst: een document/overeenkomst van lastgeving van vorderingen die door beide partijen wordt ondertekend.

  • Stelsel deelgenootschap: dit stelsel gaat uit van het delen van de winst, maar niet van het delen van verliezen. Hierbij gaat het om de waardevermeerdering van het vermogen van de echtgenoten. Ingevoerd in 1971 en uiteindelijk vervangen sinds 2002 voor algemene regels art. 132 t/m 143 BW.

  • Verrekenstelsels: dit stelsel is van toepassing wanneer de huwelijkse voorwaarden als doel hebben een goederenrechtelijke scheiding van beide vermogens tot stand te brengen met een verplichting om anders dan met elkaar af te rekenen dan voort zou komen uit gescheiden vermogens.

  • Onverteerde inkomsten: geld uit inkomen van de echtgenoten dat overblijft na aftrek van de kosten van de huishouding en na een verrekenbeding na afloop van het jaar verdeeld wordt tussen beide echtgenoten.

Hoofdstuk 10

  • Een huwelijk eindigt door dood, een nieuwe huwelijk, geregistreerd partnerschap, vermissen, echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed. Art. 149 BW

  • Een akte vormt dwingend bewijs bij vermissing art. 143 BW

  • Een echtscheiding is alleen mogelijk op verzoek van een van de echtgenoten of van beide echtgenoten gezamenlijk.

  • Echtscheiding is niet mogelijk indien echtgenoten al van tafel en bed zijn gescheiden art. 150 lid 1 en lid 2 BW.

  • Gronden voor een echtscheiding zijn duurzame ontwrichting van het huwelijk te vinden in art. 151 en 154 BW

  • Bij een meningsverschil over de duurzame ontwrichting is de ‘schuldvraag’ in dit geval irrelevant om de doorslag te geven.

  • De rechter oordeelt bij een geestelijk gestoorde volgens de algemene regel maar het belang is dat deze zorgvuldig in de gaten wordt gehouden.

  • Indien een echtgenoot een verzoekschrift indient voor een scheiding door een duurzaam ontwricht huwelijk moet de ander verweer voeren indien dit niet gebeurt dan wordt het verzoek automatisch toegewezen.

  • Het verweer is niet mogelijk indien de gedaagde zelf ‘’ in overwegende mate’’ schuldig is aan de duurzame ontwrichting van het huwelijk, of indien hij zelf voldoende voorzieningen kan treffen art. 153 lid 2 BW

  • Indien er tezamen een verzoek tot echtscheiding wordt ingediend wordt de scheiding uitgesproken art. 154 BW.

  • Gezag over een kind wordt altijd door de rechter bepaald daarmee houd hij rekening met de belangen van het kind.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

This content is also used in .....

Compendium personen- en familierecht van Wortmann - 11e druk

BulletPointsamenvatting bij de 11e druk van Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand

BulletPointsamenvatting bij de 11e druk van Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand


Hoofdstuk 1

  • Personenrecht ziet toe op de rechtspositie van de persoon zelf.

  • Familierecht ziet toe op de rechtsverhoudingen die ontstaan uit vormen van samenleving zoals huwelijk, geregistreerd partnerschap en rechtsverhoudingen die ontstaan uit afstamming en op de regeling van de vermogensrechtelijke gevolgen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • Het nieuwe boek van het Burgerlijk Wetboek is in 1970 in werking getreden

  • Het nieuwe echtscheidingsrecht is in 1971 in werking getreden

Hoofdstuk 2

  • Natuurlijke personen zijn mensen (van vlees en bloed) die drager zijn van rechten en plichten

  • Rechtspersonen zijn instellingen die voor de wet kunnen handelen als een mens (verenigingen stichtingen bedrijven)

  • Een natuurlijke persoon is handelingsbekwaam als deze de bevoegdheid heeft om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten op grond van art. 1:395a

  • Ieder mens is in beginsel vrij volgens art. 1:1 BW

  • De persoonlijkheid vangt aan bij geboorte en eindigt bij de dood

  • Er is een belangrijke uitzonderingen op het gestelde dat persoonlijkheid aanvangt bij de geboorte, namelijk dat van een ongeboren kind, indien het belang van het kind dit eist art. 1:2 BW.
    Voorwaarden van art. 1:2 BW; het kind moet levend geboren worden zo niet dan wordt geacht te beschouwen dat het kind nooit geboren werd.

  • Erfgenamen zijn personen die na iemand zijn dood hem in zijn rechten en plichten waarvan hij drager was opvolgen indien deze rechten en plichten na zijn dood nog voortbestaan. Dit geldt ook voor zijn vermogensrechtelijke verplichtingen.

Aanverwantschap en bloedverwantschap

  • Aanverwantschap ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap en staat gelijk aan bloedverwantschap.

  • Bloedverwantschap is de onderlinge verhouding tussen personen die van elkaar afstammen zoals vader en kind of tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader hebben.

  • Er zijn dus twee verschillende soorten bloedverwantschappen:

    1. Personen die van elkaar afstammen: Rechte linie

    2. Personen die een gemeenschappelijk stamvader hebben: Zij linie

  • Doordat bloedverwantschap ontstaat, is er een rechtsverhouding tussen de bloedverwanten en deze rechtsverhouding is de familierechtelijke betrekking.

  • Het begrip bloedverwantschap is juridisch maar gebaseerd op een biologische betrekking. Art. 1:199 BW geeft een voorbeeld waarin duidelijk naar voren komt dat juridisch en biologisch bloedverwantschap niet altijd samen vallen.

  • In art. 1:3 BW wordt nader in regels uitgewerkt hoe je de graad van bloedverwantschap kunt berekenen. Dit is van belang voor het erf- en verschoningsrecht. De graad van aanverwantschap is gelijk aan

.....read more
Access: 
Public
Boeksamenvatting bij de 11e druk van Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand

Boeksamenvatting bij de 11e druk van Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand


Let op:

Enkele wetswijzigingen zijn NIET opgenomen in deze samenvatting:

 

- Wet tot aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen en de daarbij behorende reparatiewet (aanpassing hfst 9).

- Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke kwesties,

- Wijziging in verband met de afgifte van een attestatie de vita,

- de Wet tot wijziging van Boek 1 BW

- de Wet landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen in verband met de inning van partneralimentatie

- waar nodig, de wet tot vaststelling en invoering van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek.

- Zowel bij de Tweede Kamer als bij de Eerste Kamer is belangrijke wetgeving aanhangig. Verder moet rekening worden gehouden met recente ontwikkelingen in de nationale en internationale jurisprudentie.

Hoofdstuk 1:  Inleiding

Het nieuwe boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is in werking getreden in 1970, het nieuwe echtscheidingsrecht in 1971. Sindsdien is het familierecht sterk in beweging, voornamelijk onder invloed van het EVRM (let vooral op artikel 8) en het IVBPR, maar ook steeds meer door het Verdrag inzake het Recht van het Kind. De gewijzigde opvattingen over het gezin, huwelijk, echtscheiding en dergelijke kunnen deze veranderingen in het familierecht verklaren. Deze bewegingen zijn voor een deel ook verwerkt in wetgeving, waardoor het huidige boek 1 sterk veranderd is ten opzichte van het oorspronkelijke uit 1970.

Boek 1 regelt zowel het personen- als het familierecht. Het personenrecht ziet op de rechtspositie van de persoon als zodanig en omvat onderwerpen als naam, woonplaats en begin en einde van de persoonlijkheid. Het familierecht ziet op de rechtsverhoudingen voortvloeiend uit samenlevingsvormen, zoals het geregistreerd partnerschap en huwelijk en rechtsverhoudingen die voortvloeien uit afstamming. Het omvat onderwerpen als het sluiten en ontbinden van het huwelijk, de rechtspositie van kinderen, etc. Ook de regeling van de vermogensrechtelijke gevolgen van een huwelijk/geregistreerd partnerschap (het huwelijk- en partnerschapsgoederenrecht) valt onder het familierecht.

Als er hieronder artikelen genoemd worden,

.....read more
Access: 
Public
Stampvragen bijde 11e druk van Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand

Stampvragen bijde 11e druk van Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand


Hoofdstuk 1

  1. Wat is het verschil tussen de oubliekrechtelijke kant van het jeugdrecht en de privaatrechtelijke kant?

  2. Wat verstaat men onder het familierecht?

  3. Wat verstaat men onder het personenrecht?

  4. Wat is de oorzaak van de veranderingen binnen het familierecht?

Hoofdstuk 2

  1. Wat is het verschil tussen natuurlijke- en rechtspersonen?

  2. Wat verstaat men onder het begrip erfgenamen?

  3. Geef de definitie van het begrip bloedverwantschap.

  4. Waardoor ontstaat aanverwantschap?

  5. Waarom was het door het Europese Hof gewezen Marckx-arrest van groot belang voor het Nederlandse familierecht ?

Hoofdstuk 3

  1. Wat is het verschil tussen het nationaliteitsbeginsel en het territorialiteitsbeginsel?

  2. Op welke manieren kan men van rechtswege het Nederlanderschap verkrijgen?

  3. Op welke manier vindt verlenging van het Nederlanderschap plaats?

  4. Op welke manieren vindt verlies van het Nederlanderschap plaats?

Hoofdstuk 4

  1. Leg uit op welke manier de naam van het kind wordt bepaald wanneer het gaat om een huwelijk of geregistreerd partnerschap tussen twee vrouwen.

  2. Wat gebeurd er wanneer er bij het opmaken van de geboorteakte geen ouders bekend zijn?

Hoofdstuk 5

  1. Geef de definitie van het begrip woonplaats.

  2. Wat is het verschil tussen de eigenlijke woonplaats en de gekozen woonplaats?

  3. Op welke manieren verliest men een zelfstandige woonplaats?

Hoofdstuk 6

  1. Wat is het doel van de burgerlijke stand?

  2. Iedere gemeente heeft vier registers van de burgerlijke stand. Welke registers zijn dit?

  3. Wanneer is een akte die is opgemaakt door een daartoe bevoegde ambtenaar een authentieke akte?

  4. Om welke redenen kan een ambtenaar van de burgerlijke stand weigeren een akte op te maken?

  5. De geboorteakte ten aanzien van de vermelding van het geslacht kan worden gewijzigd. Welke voorwaarden gelden hierbij?

.....read more
Access: 
Public
Click & Go to related summaries or chapters

Studiegids bij Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand

Samenvattingen en studiehulp bij Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand

Inhoudsopgave

  • Samenvatting bij het boek: Compendium Personen- en Familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand - 12e druk
  • Bullets bij het boek: Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand - 12e druk
  • TentamenTests bij het boek: Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand - 12e druk
  • Samenvatting bij het boek: Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand - 11e druk
  • Bullets bij het boek: Compendium personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand - 11e druk
  • Stampvragen  bij het boek: Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand - 11e druk
Access: 
Public
This content refers to .....
Law and public administration - Theme
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1020