Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Verschillende rechtsvormen voor de onderneming: Een onderneming is een organisatorisch verband dat is gericht op duurzame deelneming aan het economisch verkeer. De ondernemer kan kiezen welke rechtsvorm hij kiest voor zijn onderneming. De meest eenvoudige rechtsvorm is een eenmanszaak. Je kan ook kiezen voor een personenvennootschap, bijvoorbeeld als je wil samenwerken op basis van een overeenkomst. Tot slot heb je ook privaatrechtelijke rechtspersonen, waardoor de onderneming als rechtspersoon aansprakelijk is. 

Handelsregister: Het handelsregister wordt bijgehouden door de Kamer van Koophandel. Alle ondernemingen moeten zich inschrijven in het handelsregister ex. art. 5 Hrw 2007. Het doel van het handelsregister is om derden te beschermen door het geven van openbaarheid. Dat betekent dat er een sanctie is als niet of niet volledig wordt ingeschreven ex. art. 25 Hrw 2007. 

Personenvennootschappen: Kenmerkend voor de personenvennootschap is dat het een contractuele samenwerkingsvorm is. Dit wordt vrijwel geheel bepaald door regelend recht (overeenkomstenrecht). Personenvennootschappen hebben geen rechtspersoonlijkheid. De grondvorm van elke personenvennootschap is de maatschap art. 7A:1655. De bijzondere vormen van een maatschap zijn geregeld in het Wetboek van Koophandel en zijn de vennootschap onder firma (VOF) en de commanditaire vennootschap (CV). Alle vennootschappen zijn dus een maatschap. Alle personenvennootschappen voldoen dan ook aan de criteria va art. 7A:1655, maar de bijzondere maatschappen hebben nog bijkomende vereisten.

Kenmerken personenvennootschappen maatschap: Overeenkomst (obligatoire wederkerige overeenkomst), meer personen, gemeenschap en voordeel te delen. In een maatschap wordt een beroep uitgeoefend. Er bestaat een openbare maatschap, dat is een samenwerkingsverband die onder gemeenschappelijke naam naar buiten toe kenbaar is. Daarentegen bestaat er ook een stille maatschap, dat is een samenwerking die niet voor de buitenwereld kenbaar is (berdrijf en beroep). 

Vereisten die volgen uit het Dierenartsarrest:

Overeenkomst: het gaat om de persoon met wie je samenwerkt. Je hebt uitdrukkelijke of stilzwijgende wilsovereenstemming nodig. De handeling is vormvrij. Hetzelfde geldt voor het wijzigen van de overeenkomst. Voor de VOF zie art. 22 Wvk, dit is enkel bewijsrechtelijk van aard. 

Samenwerking: dit is het belangrijkste element. Het gaat om samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. 

Inbreng en voordeel: de vennoten werken samen om vermogensrechtelijk voordeel te behalen. Het moet uiteindelijk te relateren zijn in geld. Het kan gaan om winst of kostenbesparing. Alle vennoten zijn verplicht om iets in te brengen ex. art. 7A:1622. De inbreng vormt een vennootschappelijke gemeenschap ex. art. 3:166. Openbare maatschap, VOF en CV beschikken over een afgescheiden vermogen. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? 

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

De ontwikkelingen over de de modernisering van titel 9 van boek 7A.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Op het tentamen wordt gebruik gemaakt van klassieke beroepen, zodat duidelijk is of het om een maatschap of om een vennootschap onder firma gaat.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Er worden geen vragen behandeld die gesteld zouden kunnen worden op het

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Personenvennootschappen: Dit zijn geen rechtspersonen, maar een groep natuurlijke personen die een vermogen vormen voor het uitoefenen van het doel van de maatschap. 

Verhaal op het afgescheiden vermogen:

• VOF: Boeschoten/Besier
• CV: Boeschoten/Besier en Hovuma
• Openbare maatschap: Biek Holding/X c.s.

Arrest Biek Holding: Het gaat in dit arrest om een maatschap. Hoe zit het met de aansprakelijkheid uit de overeenkomt van opdracht? Bij een maatschap zijn de maten in beginsel aansprakelijkheid in gelijke delen. Wat als er iets misgaat bij het uitvoeren van de opdracht? Art. 7:407 lid 2 bepaalt dat iedere maat voor het geheel aansprakelijk is voor de tekortkoming in de nakoming. Dit is de buitenvennootschappelijke aansprakelijkheid op grond van art. 7:407 lid 2. Daarnaast kan een maat worden aangesproken op grond van art. 7A:1680. 

Commanditaire vennootschap: Er is een beperkte wettelijke regeling van toepassing op de CV (zie art. 19, 20, 21, en 30 lid 2 WvK). De commanditaire vennootschap kent twee soorten vennoten: beherende vennoten en commanditaire vennoten. Indien er meerdere beherende vennoten zijn, vormen zij een VOF zie art. 19 lid 2 WvK. De regels van de VOF gelden ook voor de beherende vennoten. Commanditaire vennoten zijn vennoten die wel de lusten willen maar niet de lasten. Deze stille vennoten brengen geld in en delen in de winst. Jegens derden is hij niet aansprakelijk voor de schulden van de CV. De commandiet mag namelijk geen beheersdaden verrichten en moet op de achtergrond blijven. Als de commandiet het beheersverbod of naamvoeringsverbod overtreedt, dan is de commanditair wel aansprakelijk. Zie hiervoor ook het arrest Lunchroom De Katterug.  

Arrest Lunchroom De Katterug: CV verkoopt de lunchroom aan X. De vennoten van de CV dragen zorg of voor de afwikkeling. De koper van de lunchroom zei dat de verkopers van de CV art. 21 WvK hadden overtreden. De ouders werden wegens de overtreding aansprakelijk op grond van art. 21 WvK. Toch cassatie in belang der wet. Heeft art. 21 WvK een punitief karakter of is het een bepaling omtrent derdenbescherming? Toch reden om geen of beperkte sanctie op te leggen indien art. 21 WvK is overtreden. De sanctie is alleen gerechtvaardigd indien en voor zover in overeenstemming van de strekking. 

Naamvoeringsverbod: Art. 20 lid 1 jo art. 30 lid 2 WvK. De commandiet is ook jegens derden verbonden, indien zijn naam in vennootschapsnaam voorkomt. Dit geldt niet wanneer de naamgevende vennoot commanditair vennoot wordt.

Gebondenheid aan derden na uittreden: Als de verbintenis ontstaat ten tijde dat je vennoot bent, dan blijf je aansprakelijk voor de verbintenis. Als de verbintenis ontstaat nadat je als vennoot bent uitgetreden, dan ben je hier niet aansprakelijk voor. In geval van een duurovereenkomst is er mededeling aan de wederpartij vereist. Zie hiervoor ook het arrest VNU Media. Enkel het uittreden en het uitschrijven uit het handelsregister is in dit geval niet voldoende. 

Gebondenheid aan derden na toetreden: Bij toetreding is altijd inbreng vereist. Een nieuw toegetreden vennoot is ook aansprakelijk voor verbintenissen die voor zijn toetreden zijn ontstaan. Dit volgt uit het arrest Carlande en geldt voor

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Organen BV/NV: Deze vennootschappen kennen een duale structuur, waardoor zij twee verplichte organen hebben. De raad van bestuur en algemene vergadering van aandeelhouders zijn verplichte organen. De raad van commissarissen en ondernemingsraad zijn optioneel.

Organen vereniging/coöperatie/owm: Ook deze rechtspersonen kennen een duale structuur. De organen raad van bestuur en algemene ledenvergadering zijn verplicht.

Orgaan stichting: Een stichting heeft maar 1 verplicht orgaan en dat is de raad van bestuur.

Taak van het bestuur: De raad van bestuur is belast met het besturen van de rechtspersoon. Het bestuur geeft onder andere leiding aan de dagelijkse gang van zaken en stippelt het beleid uit voor de toekomst.

Taak van de raad van commissarissen: Dit orgaan heeft als taak toezicht te houden op het bestuur en advies uit te brengen aan het bestuur.

RvC en het structuurregime: De raad van commissarissen is een verplicht orgaan als het gaat om een structuurvennootschap. Er is sprake van een structuurvennootschap als gedurende 3 jaar lang het geplaatst kapitaal plus reserves 16 miljoen of meer is, er een verplicht een ondernemingsraad is ingesteld en ten minste 100 werknemers in Nederland werkzaam zijn. 

One-tier board: Een two-tier board gaat ervan uit dat er een raad van bestuur en raad van commissarissen is. Een one-tier board betekent dat er een alleen raad van bestuur is die wordt opgedeeld in uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. 

Bevoegdheden aandeelhoudersvergadering: Art. 2:217 BW bepaalt dat binnen de door de wet en statuten gestelde grenzen komt aan de AVA alle bevoegdheid toe die niet aan het bestuur of anderen is toegekend.

Benoeming bestuurders: De eerste bestuurders worden genoemd in de akte van oprichting. Nieuwe bestuurders worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering. Dit geldt in het geval van een BV/NV. In het geval van de vereniging wordt het bestuur in beginsel uit de leden benoemd. De bestuurders moeten worden benoemd door de algemene ledenvergadering. De regeling omtrent bestuurders van een stichting staan in de statuten. 

Benoeming commissarissen: Bij een BV/NV worden de eerste commissarissen in de akte van oprichting genoemd. Nieuwe commissarissen worden benoemd door de algemene vergadering aandeelhouders. De commissarissen van een coöperatie worden benoemd door de algemene ledenvergadering. 

Positie bestuurder: Een bestuurder heeft een dubbele rechtsbetrekking met de vennootschap. Enerzijds bestaat dit uit een vennootschappelijke band en anderzijds uit een contractuele band (vaak arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht). 

Besluitvorming binnen en buiten vergadering: De algemene vergadering dient conform de regels bijeengeroepen te worden. dit is besluitvorming binnen vergadering. Besluitvorming is ook mogelijk buiten vergadering voor de algemene vergadering. Zie hiervoor artikelen 2:128 en 2:238.

Geldigheid besluiten: De hoofdregel art. 2:14 is dat als een besluit in strijd met de wet of statuten nietig is, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een besluit is vernietigbaar ex. art. 2:15 in de gevallen onder sub a t/m c.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het tentamen.

Welke vragen worden behandeld

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Bestuurdersaansprakelijkheid: Uitgangspunt is rechtspersoonlijkheid. Een bestuurder handelt namens de vennootschap. Dit is vertegenwoordiging. Hij bindt op deze manier de vennootschap. Dit betekent dat bestuurders in beginsel niet persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. Op dit uitgangspunt zijn uitzonderingen.

Interne aansprakelijkheid art. 2:9: De rechtspersoon houdt de bestuurder aansprakelijk voor de handeling die de bestuurder heeft verricht namens de vennootschap. Er moet worden gekeken naar art. 2:9. Hieruit volgt dat de rechtspersoon schade vergoed kan krijgen dat is veroorzaakt door onbehoorlijk bestuur. Er is sprake van onbehoorlijk bestuur als er ernstig verwijtbaar is gehandeld. Wanneer de bestuurder in strijd heeft gehandeld met een wettelijke of statutaire bepaling die de rechtspersoon beoogd te beschermen, wordt in beginsel aansprakelijkheid gevestigd (arrest Berghuizer Papierfabriek). Art. 2:9 gaat om de algemene gang van zaken en ziet op collectieve aansprakelijkheid. Hieruit volgt dat het hele bestuur hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld. De aangesproken bestuurder kan regres nemen op de andere bestuurders ex. art. 6:10. De disculpatieregeling is de tenzij-formule in art. 2:6 lid 2. Een bestuurder kan geen ernstig verwijt worden gemaakt en is hierdoor niet hoofdelijk aansprakelijk als de tekortkoming niet aan hem te wijten is en hij is niet nalatig geweest in het treffen van maatregelen. Decharge is een besluit van de AVA en betekent dat het beleid dat aan hen is gepresenteerd goed is en daarmee akkoord gaan, en daarmee doen zij afstand dat de rechtspersoon een beroep kan doen op art. 2:9. Dit strekt zich uit tot hetgeen uit de jaarrekening blijkt en wat aan de AVA als orgaan kenbaar is gemaakt (arrest Staleman/Van der Ven).

Bij iedere casus: wie stelt te vordering in? Rechtspersoon à art. 2:9 = collectieve aansprakelijkheid. Is er sprake van disculpatie/decharge?

Interne aansprakelijkheid art. 2:216: De rechtspersoon houdt de bestuurder aansprakelijk voor de handeling die de bestuurder heeft verricht namens de vennootschap. Er moet worden gekeken naar art. 2:216. Het gaat om de uitkering van dividend. Uitkering kan alleen indien de balanstest dit toestaat. Aandeelhouders besluiten tot vaststelling en bestemming van de winst. Vervolgens moeten bestuurders goedkeuring verlenen aan de uitkering. De bestuurders moeten zich afvragen of de vennootschap na de uitkering kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Als de bestuurders goedkeuring verlenen, maar de vennootschap blijkt vervolgens haar opeisbare schulden niet meer te kunnen betalen. Dan zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk jegens de vennootschap voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Hierbij is ook disculpatie en decharge mogelijk.

Externe aansprakelijkheid door curator: De curator kan ook het bestuur aansprakelijk stellen. Dit kan op grond van art. 2:9, maar vaker kiest de curator voor art. 2:248/138. Dit artikel geldt ook voor de raad van commissarissen. Dit artikel kan alleen worden ingesteld door de curator in geval van faillissement. Er is onbehoorlijk bestuurd, dat is een reden voor het faillissement en het boedeltekort wordt teruggevorderd. Er moet dus sprake zijn van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur of een bestuurder. Daarbij moet aannemelijk zijn dat deze taakvervulling een belangrijke