Casus "Hennepkwekerij"
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, zittingsplaats Amsterdam, van 1 februari 2016, in de strafzaak tegen: Ton Vermaas, geboren te Amstelveen op 26 augustus 1981.
(...)
2 Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat het Hof in strijd met een gevoerd verweer een verklaring van de verdachte bij de bewijsvoering van het onder 2 tenlastegelegde heeft betrokken. Het gaat om een verklaring die de verdachte tegenover de politie heeft afgelegd zonder dat hij voorafgaand aan het verhoor in de gelegenheid was gesteld een advocaat te raadplegen, terwijl de verdachte daar wel om had gevraagd.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
(...)
2: hij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 17 februari 2014 te Zutphen opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de Willebroekstraat 23, 93 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II (art. 11 lid 2 jo. art. 3 onder B Opiumwet)."
2.2.2.
De bewezenverklaring onder 2 steunt onder meer op de volgende bewijsmiddelen:
4. Het door Marieke Elsma en Johan Beek, agenten van politie Amsterdam-Amstelland beiden werkzaam bij drugscluster van Nieuw Sloten, opgemaakt proces- verbaal inhoudende - zakelijk weergegeven - als bevindingen van verbalisanten:
Op 10 maart 2015 werd een hennepkwekerij ontdekt aan de Diepenbeekplantsoen te Amsterdam. Nadat de kwekerij was ontdekt werd de aanwezige bewoner, Thomas Jansen, aangehouden. Hij verklaarde dat de hennepkwekerij in zijn woning van hem was en van Ton Vermaas. Ook de telefoon van Thomas Jansen werd onderzocht. Hierin stond een contact, genaamd "Ton V.". Het telefoonnummer staat in het politiesysteem, gekoppeld aan Ton Vermaas, wonende aan de
Willebroekstraat 23 te Amsterdam.
Officier van justitie, mr. Maas, gaf opdracht om Ton Vermaas buiten heterdaad aan te houden op verdenking van overtreding van de Opiumwet. Met een door de hulpofficier van justitie, J. Bordeaux, verstrekte machtiging ter aanhouding, zijn wij, verbalisanten, op 10 maart 2015, naar de woning Willebroekstraat 23 gegaan. Wij, verbalisanten, roken bij binnenkomst in de woning aan de Willebroekstraat 23 een sterke henneplucht. In de woning werd Ton Vermaas aangehouden ter zake een overtreding van de Opiumwet. Hem werd medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was. Verdachte moest zijn legitimatie ophalen van de eerste verdieping. Ik, verbalisant Johan Beek, ging met verdachte Ton Vermaas mee. Op dat moment zag ik, verbalisant Marieke Elsma, een zandspoor lopen vanaf de tuindeur naar een deur in de bijkeuken. Ik, verbalisant Marieke Elsma, kon dat zien vanuit de keuken waar ik op dat moment stond. Eveneens zag ik, Marieke Elsma, groene blaadjes liggen op de grond in de bijkeuken. Mede gezien de hennepgeur in de woning had ik, verbalisant Marieke Elsma, sterk het vermoeden dat in de bijkeuken/aanbouw een hennepkwekerij aanwezig zou zijn.
Nadat verdachte Ton Vermaas weer beneden was, deelde ik hem wederom mede dat hij niet tot antwoorden verplicht was. Ik, Marieke Elsma, vroeg aan Ton Vermaas of hij ook een hennepkwekerij in zijn woning had. Ton Vermaas antwoordde door te zeggen dat hij wel een kwekerij had gehad in de bijkeuken. Hierbij toonde hij ons een aparte ruimte in de bijkeuken. In deze ruimte was een ingerichte hennepkwekerij aanwezig. De hennepplanten waren reeds geoogst.
De kweekruimte bevond zich in een aanbouw. Deze grenst aan de bijkeuken. Een deur in de bijkeuken gaf toegang tot de kweekruimte. In de kweekruimte was een grote vierkante bak gecreëerd. Hierin lag zwart landbouwplastic op de grond. De wanden en een gedeelte van het plafond waren afgeplakt met zwart/wit plastic. De hennepplanten hadden in bloempotten gestaan. In totaal werden 93 bloempotten aangetroffen. Op de grond lagen meerdere restanten van hennepplanten. In een hoek lagen verdroogde hennepbladeren. In vuilniszakken zat potgrond met wortelrestanten. Ik, verbalisant Marieke Elsma, zag dat de restanten hennep betroffen. Eveneens trof ik in de kweekruimte één hennepplant aan. Deze is door mij, verbalisant Johan Beek, getest met een MMC-test. De test sloeg positief uit op hennep.
5. Het door Johan Beek en Marieke Elsma opgemaakt proces-verbaal inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
(...)
O: We gaan je nu horen over de kwekerij aangetroffen in jouw eigen woning aan de Willebroekstraat 23 te Amsterdam.
V: Had je in iedere pot één plant staan?
A: Ja.
V: Heb je de kwekerij zelf opgebouwd?
A: Ja.
V: Wanneer heb je je stekken in de schuur gezet?
A: Ik weet het niet precies meer, anderhalve week geleden was ik klaar.
6. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 16 januari 2015 van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland zittingsplaats Amsterdam, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte: “De verwijten kloppen. Mijn kwekerij was al ontmanteld. De bloempotten stonden er nog wel. Ik heb met Thomas Jansen een kwekerij opgebouwd aan het Diepenbeekplantsoen.”
Voordat de zaak bij het hof en de Hoge Raad is beland, is er al het nodige gebeurd. In eerste aanleg wordt de zaak behandeld door de Rechtbank Noord-Holland. Wanneer de rechters binnenlopen in de rechtszaal herkent de raadsvrouw van Ton Vermaas tot haar verbazing één van de rechters. Die rechter had als rechter-commissaris in het vooronderzoek opdracht gegeven tot de inbewaringstelling van Ton. Volgens de raadsvrouw kan deze rechter niet langer onbevooroordeeld kijken naar de zaak van Ton. Zodra de voorzitter de terechtzitting heeft geopend staat de raadsvrouw daarom op en wraakt de rechter die eerder als rechter-commissaris is opgetreden.
Vraag 8a
De wrakingskamer buigt zich over het wrakingsverzoek van de raadsvrouw. Hoe moet de wrakingskamer het wrakingsverzoek beoordelen wanneer alleen rekening wordt gehouden met de jurisprudentie van het EHRM? Besteed in uw antwoord aandacht aan zowel het toetsingskader en de daarmee samenhangende jurisprudentie van het EHRM, als aan de interpretatie van de Hoge Raad van deze jurisprudentie.
Antwoord
Op grond van alleen de jurisprudentie van het EHRM en de interpretatie daarvan door de Hoge Raad, hoeft de wrakingskamer dus geen consequenties te verbinden aan het wrakingsverzoek.
Op grond van de jurisprudentie van het EHRM moet de rechter bij de beoordeling van de onpartijdigheid van de rechter het volgende toetsingskader hanteren:
Uit Hauschildt volgt ook dat het feit dat de rechter beslissingen heeft genomen in de zaak voorafgaand aan de terechtzitting nog niet noodzakelijkerwijs met zich meebrengt dat de rechter partijdig is, tenzij er ‘special circumstances’ zijn.
De Hoge Raad heeft naar aanleiding van onder meer Hauschildt bepaald dat de beoordeling in het kader van de voorlopige hechtenis dat er sprake is van ernstige bezwaren op voldoende afstand staat van de inhoudelijke beoordeling van de zaak en dus niet de schijn van partijdigheid oproept.
Thanks! Roos Heeringa contributed on 18-02-2021 15:25
Heel chill dat je alle relevante hoofdstukken heb benoemd, ook heel fijn dat je vragen erbij hebt gedaan met relevante casusen - dit brengt alle onderwerpen in perspectief en is ook effectief qua voorbereiden voor het tentamen. Denk je dat de vragen een beetje vergelijkbaar zijn van de toets vragen van komend jaar?
Add new contribution