Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Het feilbare denken van mensen met een verstandelijke beperking - Wijnroks (2013) - Artikel

Het is de vraag of mensen met een verstandelijke beperking in sommige opzichten wel zo veel verschillen van mensen met een normale intelligentie. Volgens het tweesystemen model dat in dit artikel centraal staat hebben wij ook regelmatig moeite ons gedrag te reguleren en kunnen we hele onverstandige beslissingen nemen, vooral wanneer we mentaal overbelast raken.

Het tweesystemen model voorspelt bijvoorbeeld dat cognitieve belasting kan leiden tot meer impulsief gedrag. Ook maakt het tweesystemen model deel uit van een verzameling theorieën die veronderstelt dat wij binnenkomende informatie op twee verschillende manieren verwerken en op basis daarvan beslissingen nemen. Dit kunnen bewuste beslissingen zijn, maar meestal worden ze onbewust genomen wat ook wel Dual-process theories genoemd wordt.

Het tweesystemen model

Alle tweesystemen theorieën stellen dat onze beslissingen en acties gestuurd worden door twee regulerende systemen of processen: een systeem gericht op een snelle en geautomatiseerde respons en een secundair, reflectief systeem dat gericht is op een langzame respons.

Niet ideaal maar vanaf nu worden er twee begrippen onderscheiden in dit artikel: primair en secundair systeem. Dit geeft duidelijk het kernonderscheid tussen de twee systemen weer.

Het primaire systeem is altijd actief en reageert altijd als eerste op wat we waarnemen, terwijl het secundaire systeem trager reageert, dat doorgaans in een soort sluimerstand staat en gevoed wordt door suggesties van het primaire systeem en deze meestal ook kritiekloos overneemt.

Twee manieren van denken: een snelle en een langzame

Bij het snelle denken moeten we niet direct denken aan bewuste denkprocessen, maar aan reacties die gebaseerd zijn op bepaalde routines of heuristieken, die grotendeels onbewust zijn. Deze routines zijn ontwikkeld op basis van evolutionair gezien oude cognitieve modules in de hersenen, die zich ontwikkelt hebben dankzij jarenlange ervaringen van ‘vallen en opstaan’. Beide systemen hebben hun eigen vaardigheden, beperkingen (biases) en functies. Ze zijn autonoom, maar beïnvloeden elkaar ook, terwijl ze gebruikmaken van verschillende leerprocessen en geheugensystemen.

Wat betreft emotie wordt eveneens onderscheid gemaakt tussen twee subsystemen: een emotie genererend systeem en een emoties regulatie systeem.

Onbewust of bewust?

Het primaire en het secundaire systeem zijn relevant voor zowel sociale als niet-sociale situaties. Het tweesystemen model gaat verder dan een simpel onderscheid tussen de onbewuste, primitieve processen van het primaire systeem en de bewuste rationele processen van het secundaire systeem.

Algemene kenmerken van het primaire systeem

Het primaire systeem werkt automatisch, intuïtief en impulsief, maar is ook constant actief en kan niet worden uitgeschakeld. Het primaire systeem is fylogenetisch een oud systeem (‘old mind’) en heeft zich na duizenden jaren evolutie ontwikkeld tot een effectief systeem dat ons in staat stelt om snel en efficiënt onze aandacht te richten en te reageren op bedreigingen, waardoor onze overlevingskansen flink vergroot zijn. Omdat het systeem snel is en sterk gericht is op de wereld om ons heen, kunnen we onmiddellijk objecten herkennen, geluiden lokaliseren, stemmingen bij anderen waarnemen en ontsnappen aan dingen die ons bedreigen of angstig maken. Voor dat laatste beschikken we over het vermogen heel snel te leren wanneer we bang moeten zijn voor iets (emotioneel leren). Vaak is een enkele ervaring (one-shot learning) al voldoende om een levenslange afkeer van een bepaalde situatie te hebben. Geautomatiseerde reacties van het primaire systeem ontstaan ook door opvoeding.

Snelle oordelen van het primaire systeem

Dankzij het primaire systeem zijn we in staat om bijvoorbeeld iemands competenties te beoordelen op basis van betrekkelijk weinig informatie. In de literatuur wordt dit ook wel preconcious automatically genoemd. Het primaire systeem beschikt niet alleen over eigenschappen en functies die evolutionair bepaald zijn. Het ontwikkelt zich verder gedurende iemands leven op basis van ervaringen (via associatieve, impliciete leerprocessen, conditionering) tot een efficiënt en zeer geavanceerd systeem.

Zoeken naar samenhangen en zekerheid

Het primaire systeem is steeds opzoek naar samenhangen. Het systeem is zeer bedreven in het verzinnen van een samenhangend verhaal waarin de beschikbare feiten aan elkaar gekoppeld worden. Het systeem is ook in staat om zonder enige inspanning indrukken en gevoelens te genereren en zelfs briljante invallen voort te brengen. Het systeem trekt heel snel conclusies en deze zijn vaak nog juist ook.

Samengevat levert het primaire systeem een onbewuste interpretatie van wat er om ons heen gebeurt, koppelt het heden aan het recente verleden en formuleert het verwachtingen over de nabije toekomst en past het gedrag daarop aan. De voornaamste functie van het primaire systeem is een model van de wereld om ons heen op te bouwen, te onderhouden en bij te werken, waarin gebeurtennissen als normaal, verassend of bedreigend worden geclassificeerd. Het levert de best mogelijke interpretatie van gebeurtenissen. Het is de bron van snelle en vaak correcte intuïtieve oordelen.

Algemene kenmerken van het secundaire systeem

Het secundaire systeem wordt ook wel aangeduid met de term ‘new mind’ omdat de hersengebieden waar de subsystemen van het secundaire systeem zich bevinden behoren tot fylogenetisch jongste delen van het brein, zoals de prefrontale cortex. Het secundaire systeem krijgt bijvoorbeeld continue informatie van het primaire systeem. Het heeft tot taak om deze informatie afkomstig van het primaire systeem te controleren, maar ook de impulsen van het primaire systeem te onderdrukken.

Samenwerking tussen het primaire en secundaire systeem

Het secundaire systeem krijgt voortdurende indrukken, ingevingen, intenties en gevoelens van het primaire systeem toegespeeld, maar het kan deze ook negeren. Meestal zal het secundaire systeem de suggesties van het primaire systeem zonder meer overnemen zonder verdere aanpassing, vooral als deze aannemelijk zijn. Voorkeuren en aversies worden kritiekloos omgezet in overtuigingen en geautomatiseerde handelingen. Een van de belangrijkste taken van het secundaire systeem is de ondersteuning van het primaire systeem als deze bepaalde vragen niet kan beantwoorden. Pas als het primaire systeem in de problemen komt, wordt het secundaire systeem actief.

Als het niet nodig is zal het secundaire systeem zich niet extra inspannen. Het staat dus een groot deel van de tijd in de relax stand en doet niet meer dan strikt noodzakelijk is. Dit wordt ‘cognitief gemak’ genoemd. Of we ontspanning ervaren hangt ook af van de vraag of we de dingen duidelijk waarnemen en of we van te voren voorbereid zijn op wat er gaat komen (priming). Het herhaald blootgesteld worden aan gebeurtenissen en objecten stelt ons in staat om onveilige en veilige gebeurtenissen en objecten te onderscheiden en deze ervaringen leveren een fundamentele basis voor het aangaan van sociale banden.

Mentale inspanning en aandacht

Het secundaire systeem mag dan gemakzuchtig zijn, het is vrijwel onmogelijk, maar ook zeer vermoeiend om in het dagelijkse leven continue alert te zijn en voortdurend via reflectie in ons denken en handelen kritisch te beoordelen. Het onderdrukken van impulsen, het schakelen tussen taken en het bedenken van reacties zijn taken die allemaal inspanning vragen. Tijdsdruk is een andere veroorzaker van inspanning.

Mentale inspanning is een ander woord voor aandacht. Het controleren van aandacht gebeurt in beide systemen. Elk waarnemen, elk gevoel of elke gedachte vereist aandacht. In het primaire systeem wordt de aandacht via een gecontroleerde, maar onbewuste reflex gericht op een geluid of op een object, waarna het secundaire systeem volgt het gecontroleerde aandacht. Routinematig handelen en automatiseren zijn belangrijk, omdat naarmate we beter worden in de uitvoering van de taken de behoefte aan energie zal afnemen. Het primaire systeem is goed in eenvoudige vergelijkingen of het integreren van informatie over een ding (verschillende eigenschappen van een persoon aan elkaar koppelen), maar slecht in het vergelijken van objecten op basis van verschillende kenmerken (categoriseren), of weloverwogen keuzes maken tussen alternatieven.

Zelfregulatie

Zelfregulatie is het centrale kenmerk van het secundaire systeem. Met zelfregulatie wordt bedoeld het vermogen om dingen te bepalen en deze te plannen, vervolgens deze plannen tot uitvoer te brengen waarbij de uitvoering bewust gecontroleerd en zo nodig bijgestuurd wordt als de situatie daar om vraagt en reacties op irrelevante stimuli onderdrukt worden. Door impulsen van het primaire systeem te onderdrukken draagt het secundaire systeem bij aan ons vermogen tot zelfbeheersing. Ook wanneer we onszelf in verschillende opeenvolgende taaksituaties steeds moeten dwingen om iets te doen of juist niet te doen, zijn we minder goed in staat of bereid om de zelfbeheersing aan te houden als we een volgende taak moeten uitvoeren. Er is sprake van een soort mentale uitputting (depletie). Dit geldt voor alle varianten van vrijwillige inspanningen, cognitief, emotioneel of fysiek. Wanneer het secundaire systeem druk bezet is kan het zijn controlerende functie over het primaire systeem niet goed uitvoeren.

Emotieregulatie

Onze gevoelens, waarnemingen, interpretaties (appraisal) en acties worden gereguleerd door relatief autonomistische processen van het primaire systeem waarover we weinig bewuste controle uitoefenen. Als de situatie opnieuw geïnterpreteerd wordt door het secundaire systeem noemen we dit (reappraisal). In deze context is het secundaire systeem van emotieregulatie langzaam, reflectief en meer gevoelig voor context en strategie.

Een andere cognitieve strategie is afleiding (distraction). Door de aandacht op iets anders te richten of tot tien te tellen of aan iets positiefs te denken, kunnen we ongepaste emoties onderdrukken. Ook bewuste onderdrukking (suppression) en hulp zoeken bij de ander zijn cognitieve strategieën die ingezet kunnen worden om emoties te reguleren. Kortom, cognitieve strategieën van het secundaire systeem, zoals herinterpretatie, hulp zoeken of afleiding, minimaliseren het vervelende gevoel van angst, schaamte teleurstelling of boosheid.

Scheiding tussen het primaire en het secundaire systeem

Het primaire systeem is een systeem dat werkt met voordoordelen (biases); het komt met snelle, kant-en-klare oplossingen, die doorgaans voldoende zijn in situaties die niet al te complex zijn, maar soms leiden tot systematische fouten.

Als het secundaire systeem door andere taken belast wordt, zullen we bijna alles wat het primaire systeem ons aanbiedt voor waar aannemen. Er is minder ruimte voor twijfel. Iemand die cognitief sterk belast wordt, is minder alert en bewust van zijn omgeving en reageert trager op prikkels uit de omgeving. Zelfs het activatieniveau neemt af.

Wat zegt wetenschappelijke onderzoek?

Er bestaat in de wetenschappelijke literatuur nog steeds discussie over de vraag of cognitieve problemen van mensen met een verstandelijke beperking terug te voeren zijn tot een specifiek domeinalgemeen proces van het secundaire systeem, zoals het werkgeheugen of snelheid van informatieverwerking, of dat zij problemen ondervinden met de werking van beide systemen, waarbij voor elk individu (afhankelijk van de etiologie) geldt dat de cognitieve sub processen een eigen zwakte-sterkte profiel hebben met specifieke consequenties voor het dagelijks functioneren.

Van het primaire systeem weten we betrekkelijk weinig af, maar het is aannemelijk dat een groot deel van de leerprocessen waar het primaire systeem zich van bedient bij de meeste mensen met een verstandelijke beperking grotendeels intact is. Deze aanname wordt ondersteund door de bevinding dat de prestaties van het primaire systeem nauwelijks gecorreleerd zijn met intelligentie en dat het primaire systeem de onderliggende cognitieve processen al kort na de geboorte operationeel zijn.

Het primaire systeem en een verstandelijke beperking

Mensen met een verstandelijke beperking zullen ook continue beoordelen of situaties goed of slecht zijn en zullen snel reageren als de situatie bedreigend, akelig of vervelend is. Het leren koppelen van negatieve en positieve consequenties aan het eigen gedrag gaat bij de meeste mensen met een verstandelijke beperking relatief snel, mits de consequentie duidelijk is en onmiddellijk volgt op het gedrag. Minder goed ontwikkelt zijn de sociaalcognitieve processen, zoals Theory of Mind, waarvan de ontwikkeling voor een belangrijk deel afhankelijk is van de ontwikkeling van het secundaire systeem. Mensen met Williams Syndroom hebben bijvoorbeeld problemen met het leren van temporele relaties tussen gebeurtenissen (een impliciet leerproces horend bij het primaire systeem), terwijl mensen met Down Syndroom hier geen problemen mee hebben. Ondanks dat het primaire systeem grotendeels afhankelijk is van intelligentie, kan in individuele gevallen de toegang tot dit soort systemen vertraagd zijn door niet goed aangelegde of onvoldoende gemyeliniseerde neurale verbindingen, waardoor het systeem niet optimaal functioneert wat zichtbaar is door trage reacties op binnenkomende prikkels of moeite met integratie van verschillende informatie. Waarschijnlijk zullen mensen met een verstandelijke beperking minder gevoelig zijn voor semantische vormen van priming (bv. verbale cues) en minder goed zijn in het waarnemen van de emotionele boodschap in gesproken taal, maar wel gevoelig zijn voor de toon.

Het secundaire systeem en een verstandelijke beperking

Verschillende studies hebben aangetoond dat mensen met een verstandelijke beperking problemen hebben in alle executieve functies, maar daarbinnen laten zij specifieke sterkte en zwakte profielen zien, die specifiek kunnen zijn voor een bepaalde etiologie. Mensen met het Fragiele-X syndroom ervarend opvallend meer problemen dan andere mensen met een verstandelijke beperking wanneer de taaksituatie aan hen vraagt de aandacht te wisselen omdat de regels veranderd zijn (cognitieve flexibiliteit). Mensen met Williams Syndroom, Down Syndroom en het Fragiele-X Syndroom zijn sterk verschillend in de mate waarin beide systemen zich ontwikkeld hebben. Terwijl hun IQ ongeveer gelijk was.

Overbelasting van het secundaire systeem bij mensen met een verstandelijke beperking

Vertaald naar het Tweesystemen model is het aannemelijk dat mensen met een verstandelijke beperking een verhoogd risico lopen op overbelasting of mentale uitputting van het secundaire systeem, waardoor het systeem zijn controlerende functies over het primaire systeem onvoldoende kan uitoefenen. Blijkbaar nemen door stress niet alleen de prestaties van het secundaire systeem af, maar neemt ook de controlerende functie van het secundaire systeem over het primaire systeem af wanneer mensen met een verstandelijke beperking stress ervaren.

Routinematig handelen en automatiseren zijn belangrijk, omdat naarmate we beter worden in de uitvoering van de taken de behoefte aan energie zal afnemen. Herhaling kan bijdragen tot een gevoel van ontspanning, omdat het een aangenaam gevoel van bekendheid en vertrouwdheid geeft.

Als het secundaire systeem sterk geactiveerd wordt zal het primaire systeem trager reageren, maar zal het secundaire systeem ook veel van wat het primaire systeem aanbiedt voor waar aannemen. Iemand die cognitief sterk belast wordt, is dus minder alert en bewust van zijn omgeving en reageert trager op prikkels uit de omgeving. De persoon zal in die situatie ook eerder geneigd zijn om te reageren op basis van vooroordelen (‘je kunt niemand vertrouwen’), die zijn ingegeven door het primaire systeem.

Samengevat lopen mensen met een verstandelijke beperking door een beperking van het secundaire systeem een extra groot risico dat het systeem overbelast raakt, waardoor het zijn controlerende functie over het primaire systeem niet langer kan uitoefenen.

Drie typen oorzaken van overbelasting van het secundaire systeem

Er zijn drie typen oorzaken te bedenken die tot een overbelasting van het secundaire systeem kunnen leiden:

  1. Taak-gerelateerde factoren (keuzes, dubbel taken, tijdsdruk),

  2. Persoon gerelateerde factoren (slechte waarneming, onvoldoende ontwikkelde impliciete leerprocessen, hypergevoeligheid, traumatische ervaringen),

  3. Situatie gerelateerde factoren (onvoorspelbare, niet-controleerbare of nieuwe onbegrepen gebeurtenissen).

Zonder het altijd te beseffen leggen begeleiders vaak grote druk op mensen met een verstandelijke beperking, omdat bepaalde handelingen in korte tijd moeten gebeuren.

Verschillend onderzoek heeft laten zien dat het trainen van het secundaire systeem ertoe kan leiden dat het beter zijn controlerende functies over het primaire systeem kan uitvoeren.

Het tweesystemen model en ontwikkelingsleeftijden

Het ‘niveau-denken’ (ontwikkelingsleeftijden) wordt vooral ingezet om professionele begeleiders en ouders te helpen om zich beter af te stemmen op de cliënt.

De opvatting dat het cognitief en sociaal-emotioneel functioneren van mensen met een verstandelijke beperking vergelijkbaar zou zijn met dat van kinderen van een bepaalde leeftijd kan beter vervangen worden door een cognitief model, zoals het Tweesystemen Model, dat het menselijk gedrag beschrijft vanuit een samenspel tussen twee verschillende informatieverwerkende systemen.

Conclusie

Willen we beter begrijpen hoe mensen met een verstandelijke beperking beslissingen nemen en reageren op personen, gebeurtenissen en situaties, is meer kennis nodig van de werking van het primaire en het secundaire systeem.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting artikelen rond het thema Gehandicaptenzorg

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
974