Artikelsamenvatting bij The situated inference model: An intergrative account of the effects of primes on perception, behavior and motivation van Loersch & Payne - Chapter


 

Mensen hebben gewoonlijk het gevoel dat hun oordelen, gedragingen en motieven vrij gekozen zijn, Uit recent onderzoek is echter gebleken dat deze overtuiging niet klopt (Nisbett & Wilson, 1977). In veel gevallen zijn onze oordelen, gevoelens en gedragingen niet gedreven door actief denken en redeneren, maar zijn in plaats daarvan aangedreven door schijnbaar inconsistente en logisch irrelevante cues of primes. Dergelijke effecten omvatten vele bekende bevindingen op verschillende gebieden van de psychologie, zoals de kracht van ‘mere exposure’ om voorkeuren te beïnvloeden, het vermogen van irrelevante ''anker''-waarden om numerieke beoordelingen vorm te geven, en het vermogen van ervaringen van prime-geïnduceerde verwerkings-vloeiendheid om geheugenillusies te creëren. Naast deze effecten op basic affectieve en cognitieve processen, lijken primes ook vorm te geven aan processen op een hoger niveau, inclusief de indrukken die mensen vormen van andere individuen en sociale situaties, of complex sociaal gedrag. Zelfs de doelen die mensen nastreven, kunnen worden veroorzaakt/ beïnvloed door passieve blootstelling aan een prime. Meestal zijn mensen zich niet bewust van dit fenomeen. Hoeveel er in de literatuur veel interesse lijkt te bestaan voor dit effect, blijven theoretische mysteries bestaan. Een van de meest kritische is de vraag hoe we kunnen voorspellen welk type effect uitgaat van een enkele priming-gebeurtenis.

In dit artikel onderzoeken de auteurs bestaande literatuur met betrekking tot effecten van primes op denken en gedrag van een hogere orde, en gebruiken ze de overeenkomsten die ze waarnemen om een ​​nieuw model af te leiden van hoe priming effecten optreden. Gebaseerd op een aantal gevestigde principes vanuit deze literatuur gebruiken ze dit model om vele priming-effecten te consolideren en bieden ze een mogelijk antwoord op de vele effecten van één prime-probleem.

Wat is de Situated Inference Model?

Hoewel is aangetoond dat primes invloed hebben op een diverse reeks resultaten, waaronder sociale perceptie/constructie, oordelen, gedrag en motivatie, zijn de meeste van deze effecten gedemonstreerd met behulp van vrijwel identieke methoden. De algemene procedure omvat eerst het toegankelijk maken van een specifiek concept door woorden, teksten of afbeeldingen te presenteren die verband houden met het concept. Priming-manipulaties nemen een aantal vormen aan. In sommige gevallen, wordt de primaire informatie bewust verwerkt, zoals een reeks door elkaar gehusselde zinnen die de deelnemer decodeert, of lexicale beslissingstaken waarin een reeks letters wordt gepresenteerd en deelnemers beslissen of elke string een woord is; of gewoon een alinea proza die deelnemers lezen. In andere gevallen worden woorden heel kort gepresenteerd op een computerscherm en gemaskeerd voor een subliminale presentatie (in het artikel kan men een tabel inzien wat een overzicht biedt van de priming-taken die worden gebruikt in de beoordeelde onderzoeken en voorbeelden van stimuli). De invloed van dit toegankelijke concept op sociale perceptie, gedrag of motivatie wordt vervolgens gemeten op een tweede taak, namelijk: gepresenteerd als volledig los van de oorspronkelijke priming inductie. Het gesitueerde inferentiemodel stelt dat veel van de verschillende invloeden die door een dergelijke procedure worden geproduceerd, kunnen worden gecreëerd door een enkel proces. We noemen dit raamwerk het situated inference model van priming om te benadrukken dat de manier waarop individuen betekenis geven aan geprimede informatie afhangt van hun directe situatie. Over het algemeen is het model gebaseerd op een proces bestaande uit drie stappen:

  1. Een priming-stimulus maakt gerelateerde informatie zeer toegankelijk.
  2. Deze informatie wordt verkeerd toegeschreven aan iemands natuurlijke reactie op een object in de situatie.
  3. De verkeerd toegeschreven inhoud wordt gebruikt om antwoord te geven op de meest in het oog springende vraag van de omgeving.

Hoe wordt de literatuur georganiseerd met gebruikmaking van de Situated Inference Model?

In dit stuk bekijken we de effecten van primes op sociale perceptie, gedrag en motivatie met behulp van het gesitueerde inferentie model als organiserend raamwerk. Het eerste aandachtsgebied is onderzoek dat suggereert dat primes flexibel kunnen worden gebruikt als informatiebron. In tegenstelling tot modellen die een direct effect van priming veronderstellen, benadrukt het gesitueerde inferentie model dat priming-stimuli gerelateerde informatie toegankelijk maken voor vele mogelijke gevolgtrekkingen. Hierdoor is de manier waarop een waarnemer gebruik maakt van prime-gerelateerde informatie in staat moeten zijn om het effect van de prime drastisch te veranderen, waardoor een single prime soms tot assimilatie, contrast, of tot helemaal geen effect kan leiden. De tweede manier waarop het effect van een prime kan worden bepaald, is door verwarring van de geprimede informatie met die van de eigen reactie op het doel. Hoe groter de kans dat deze informatie verkeerd wordt toegeschreven aan iemands natuurlijke gedachten over het doelwit, hoe groter de kans dat oordelen en gedrag met de prime assimileren. Als de geprimede constructie bijzonder onderscheidend is (zoals wanneer primes extreem zijn), zal deze toegankelijke informatie waarschijnlijk opvallen in de gedachte. Hierdoor is de kans kleiner dat het wordt verward met iemands natuurlijke reactie en heeft het de neiging om een ​​effect te hebben op oordeel, gedrag of motivatie, hetzij door als vergelijkingsstandaard te dienen hetzij door een moeizame correctie teweeg te brengen. Tot slot, zelfs wanneer geprimede informatie gemakkelijk verward kan worden met iemands natuurlijke reactie op een situatie, hangt de exacte invloed van deze informatie af van metacognitieve aanwijzingen over de geldigheid van de toegankelijke informatie. Nu verkeerd toegeschreven informatie wordt gebruikt om de basisvragen (geboden door de omgeving) te beantwoorden. Slechts wanneer deze mentale inhoud als valide of diagnostisch wordt beschouwd, produceert het daadwerkelijk een priming-effect. Variabelen die ervoor zorgen dat iemand aan zijn gedachten twijfelt, moeten echter elke invloed van de prime op oordelen en gedrag elimineren.

Hoe wordt toegankelijke informatie flexibel gebruikt?

Volgens het gesitueerde inferentie model wordt informatie dat toegankelijk wordt gemaakt via priming, niet altijd een automatisch of standaardeffect. In plaats van automatische wijzigingen aan te brengen in oordeel, gedrag of motivatie, wordt deze toegankelijke mentale inhoud vaak gebruikt als informatie om tot een gevolgtrekking te komen over hoe je een ander persoon of object moet beoordelen, over hoe je gedragen, of over wat men wil. Hierdoor kan de algemene toegankelijkheid van de constructie verschillende effecten hebben. Deze zijn namelijk afhankelijk van de informatieverwerkingsstijl van een persoon, het specifieke doelwit of oordeel, of de omringende context.

Constructieve priming

Een primaire voorspelling van het gesitueerde inferentie model is dat primes vaak differentiële effecten hebben afhankelijk van de situatie en de focus van het onderwerp. Er worden in het artikel een aantal onderzoeken genoemd die deze stelling bevestigen. Ander onderzoek heeft aangetoond dat het effect ook afhangt van de cognitieve set van de waarnemer. Ten slotte heeft onderzoek naar individuele verschillen aangetoond dat persoonlijkheidskenmerken mensen verschillend vatbaar kunnen maken voor priming-effecten.

Gedrags-priming

De gedrags-priming-literatuur heeft bevindingen gedocumenteerd die vergelijkbaar zijn met die in de vorige sectie. Neem bijvoorbeeld manipulaties die het doelwit van aandacht beïnvloeden na een priming-inductie, dit kan ervoor zorgen dat een enkele prime verschillende effecten produceert. Eerder onderzoek leert ons de rol van behoefte aan cognitie in ontvankelijkheid voor priming.

Priming van het doel (goal priming)

Op het gebied van goal priming, levert onderzoek naar stereotype activering/activatie het meest directe bewijs dat geprimede constructen flexibel kunnen worden gebruikt om iemands latere motivatie af te leiden. Na een aantal onderzoeken werd geconcludeerd dat (zoals het gesitueerde inferentiemodel al had voorspeld), het afgeleide doel afhangt van de subjectieve betekenis van de informatie dat toegankelijk is gemaakt door de prime. Ook werd er gedemonstreerd dat de effecten van een goal priming-manipulatie kunnen afhangen van de context.

Een vergelijkbare flexibiliteit is waargenomen in een aantal onderzoeken over de motiverende effecten van het primen van significante anderen. Hoewel al deze onderzoeken dezelfde basis priming procedure gebruikten, demonstreert elk afzonderlijk pakket ook een uniek effect van priming met een significante ander. Zo ontdekten Fitzsimons en Bargh met name dat deelnemers automatisch de doelen overnamen die ze nastreefden wanneer ze een relatiepartner hadden. Chartrand heeft weer aangetoond dat ‘reactant’ individuen gemotiveerd raakte om een ​​doel na te streven dat tegengesteld was aan de wensen van de geprimede persoon (bijv. ‘‘Ik wil dronken worden omdat mijn moeder wil dat ik stop met drinken’’). De genoemde onderzoeken leveren bewijs voor de gesitueerde inferentie model, door aan te tonen dat ‘significant other primes’ geen enkel standaardeffect te hebben. In plaats daarvan kan de informatie die door deze primes toegankelijk wordt gemaakt, worden gebruikt om een aantal zeer verschillende motiverende gevolgtrekkingen af te leiden.

Wat is de verwarring van prime en doel informatie?

Het tweede kritische aspect van het gesitueerde inferentie model is de voorspelling dat de effecten van primes afhangen van hoe gemakkelijk de geprimede inhoud wordt verward met de eigen cognitieve reacties. Wanneer deze informatie gemakkelijk verkeerd wordt toegeschreven aan iemands eigen gedachten, wordt het moeiteloos geïntegreerd in oordelen en gebruikt om elke vraag te beantwoorden die door de huidige situatie wordt geboden. Als de prime-gerelateerde informatie echter zeer onderscheidend is, zoals wanneer men is geprimed met individuele exemplaren of zeer extreme categorieën, komt dit proces van misattributie minder voor.

Constructieve priming

Nu ze ongebruikelijke informatie toegankelijk maken, zullen extreme primes het misattributieproces, voorgesteld door de situated inference model, voorkomen. Er worden in het artikel vervolgens een aantal onderzoeken genoemd die deze stelling bevestigen/ uitwerken.

Hoewel de genoemde onderzoeken illustreren hoe verschillende eigenschappen van een prime de verwarring met iemands natuurlijke reactie op een doelwit kunnen verminderen, suggereren andere onderzoeksresultaten dat bepaalde aspecten van het doel tot vergelijkbare effecten kunnen leiden. Neem bijvoorbeeld relatief eenduidige doelen. Dergelijke doelen zullen waarschijnlijk zeer specifieke en onderscheidende gedachten oproepen wanneer ze worden overwogen voor beoordelingen. Dit heeft tot gevolg dat ze minder vatbaar zijn voor het proces van misattributie dat wordt voorgesteld door het situated inference model. Zeer dubbelzinnige doelen daarentegen, vragen niet om bepaald soort denken. Dit maakt het mogelijk om een verscheidenheid aan prime-gerelateerde mentale inhoud te laten dienen als een potentiële bron van informatie.

Op het gebied van gedrags-priming (behavior priming) is er bewijs dat ook verwarring een rol speelt.

Wat zijn de effecten van geldige aanwijzingen?

Volgens het situated inference model is de informatie dat toegankelijk is gemaakt door een prime, beïnvloedbaar op latere oordelen en gedrag door het gebruik ervan in een volgend besluitvormingsproces. In plaats van het hebben van een direct effect, stellen de auteurs dat deze prime-gerelateerde mentale inhoud vaak als informatiebron dient dat mensen later gebruiken als bewijs dat ze op een bepaalde manier moeten oordelen, zich op de een of andere manier moeten gedragen of een specifiek doel moeten aannemen. Hierdoor produceert zelfs toegankelijke informatie die zowel toepasbaar is op een veroordelend doelwit als gemakkelijk verward met iemands natuurlijke reactie op dit object, alleen een priming-effect wanneer een persoon deze inhoud en weergaven vertrouwt als een geldige informatiebron. In tegenstelling tot modellen die veronderstellen dat primes direct gedrag of doelen activeren, voorspelt het situated inference model dat metacognitieve oordelen over de betekenis en geldigheid van gedachten van cruciaal belang zijn. Als iemand zijn gedachten beschouwd als ongeldig, niet-diagnostisch of anderszins ongepast voor gebruik in het inferentieproces, dan heeft priming geen effect op het latere oordeel, gedrag of motivatie.

Hoewel niet typisch geassocieerd met de construal priming literatuur, toont ander onderzoek naar veroordelende vooroordelen bewijs dat mensen het gevoel van gemak gebruiken om te bepalen of toegankelijke informatie moet worden gebruikt in het maken van latere oordelen. Er worden in het artikel meerdere voorbeelden van onderzoeken genoemd die dit concept verder uitwerken.

De auteurs behandelen hun eigen werk dat voorlopig bewijs levert dat wijst op de relevantie van primed informatie en hoe deze gedragsuitkomsten beïnvloeden. Ze veronderstelden dat een mogelijke uitkomst van een gedragsmatige priming-manipulatie een effect heeft op de ervaring van het herinneren van prime-gerelateerde informatie. Vanwege de verspreiding van activering door semantische priming, moeten deelnemers het aanzienlijk gemakkelijker vinden om informatie met betrekking tot de prime te herinneren. Deze ervaring van gemak kan op zijn beurt dienen als ‘attributional cue signaling’ dat de opgeroepen/herinnerde informatie vooral diagnostisch is voor beslissingen over hoe te gedragen. Deze hypothese hebben de auteurs getest. En zoals voorspeld door het situated inference model, waren alleen deelnemers die de toegankelijke informatie met het subjectieve gevoel van gemak hadden geassocieerd, in staat om hun gedrag te informeren.

In latere studies toonden de auteurs aan dat het laten verschijnen van gedachten als min of meer diagnostisch, ze vergelijkbare effecten hebben als die van subjectief gemak. Als het situated inference model correct is, kan doel priming plaatsvinden via hetzelfde attributie-inferentieproces, als bij construal en gedragspriming, en zou deze ook vatbaar moeten zijn voor manipulaties.

Hoe worden andere modellen vergeleken?

Over het algemeen deelt het gemaakte model door de auteurs een basisstructuur met andere theorieën over misattributie-effecten. Het perspectief door de auteurs was gefocust op eerder werk over de invloed van stemming op oordelen. Onderzoek op dit gebied heeft aangetoond dat zowel de werking van een affectief misattributiemechanisme en het vermogen van individuen om affectieve informatie te gebruiken, wordt gebruikt om vragen van de omgeving te beantwoorden. Onderzoek naar emotie heeft vergelijkbare bevindingen opgeleverd. Er is gedemonstreerd dat een basale fysiologische toestand kan dienen als informatiebron die vervolgens wordt toegeschreven aan een emotionele toestand

Het perspectief van de auteurs deelt ook enkele overeenkomsten met recente modellen waarin primes het gedrag indirect beïnvloeden, door middel van subjectieve interpretaties. In het bijzonder is voorgesteld dat in sommige gevallen primes de perceptie vormen van iemands interactie partner, de aard van iemands huidige situatie en zelfpercepties. Deze modellen delen samen met de auteurs de nadruk op subjectieve construal als mediator van priming-effecten. Het model van de auteurs verschilt echter in de nadruk op attributieprocessen (de auteurs benadrukken dit namelijk). Hun model is ook uniek in zijn focus over de mogelijkheden van de situatie als middel waarmee een enkele prime meerdere effecten kan hebben. Andere modellen hebben aangenomen dat primes hun effecten kunnen hebben via een aantal indirecte routes; het situated inference model probeert principes te identificeren om te begrijpen wanneer elke route relevant is.

Wat is het alternatieve perspectief?

Het meest uitgebreide verslag van de ‘vele effecten van één prime'-problematiek is tot nu toe de recensie van Bargh (2006). Bargh's model stelt voor dat het primen van een concept het activeren van een complexe reeks ideeën, scripts, motivaties, actieplannen en lichamelijke reacties, die allemaal gelijktijdig en onbewust tegelijkertijd worden geactiveerd, omvat. In het dagelijks leven zijn deze inputs versmald in een enkele seriële reeks uitgangen via selectieve aandacht, die wordt gedreven door de doelen van het individu zelf.

Het model van de auteurs verschilt van dat van Bargh (2006) in ten minste twee belangrijke manieren:

  1. Het eerste verschil ligt in de manier waarop een single prime vele effecten kan hebben. Zo wordt in het model van Bargh de verscheidenheid aan effecten herleid tot een rijkheid aan en complexe voorstellingen. Daarentegen traceert het model van de auteurs, de verscheidenheid van gevolgen voor de rijkdom van de sociale omgeving. Terwijl het model van Bargh de interne complexiteit benadrukt, benadrukt het model van de auteurs de complexiteit in de wereld. Het model van Bargh is nauw gerelateerd aan belichaamde cognitiebenaderingen, waarbij cognitie is gebaseerd op lichamelijke toestanden. Het model van de auteurs is nauwer verwant aan gesitueerde cognitie benaderingen, waarbij cognitie niet alleen over de hersenen en het lichaam is verdeeld, maar ook in de omgeving in waarin het zich ontvouwt.
  2. Een tweede verschil betreft wanneer en hoe geactiveerde ideeën worden geselecteerd voor de controle van actie. In de traditie van selectieve aandachts-theorieën, is het model van Bargh verwant aan ‘late selection’-modellen. In late selectiemodellen, worden veel inputstromen parallel verwerkt tot een hoog niveau van semantische analyse, en functioneert aandacht als een poortfunctie die een van de vele volledig verwerkte stromen selecteert, om toegang te krijgen tot bewustzijn of actie. Het gesitueerde gevolgtrekkingsmodel is daarentegen verwant aan vroege selectiemodellen. In vroege selectiemodellen, krijgen onbeheerde informatie weinig verwerking, waardoor aandachts-selectie noodzakelijk is voor een stroom van informatie om tot een analyse op hoog niveau te komen. In het gesitueerde inferentiemodel richten de mogelijkheden van de omgeving de aandacht op sommige doelen boven andere, en de focus van aandacht vormt de betekenis van de geprimede inhoud in een vroeg stadium van de verwerking. Op basis van hun model maken de auteurs een aantal voorspellingen, waaronder de voorspelling dat dat de attributies die mensen maken over de bronnen van geprimede cognities de effecten van de primes zouden moeten matigen. Ook dat de invloed van toegankelijke informatie moet worden beperkt door het specifieke doel waaraan het wordt toegeschreven.
Check page access:
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
834 1
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.