Hoorcollege 4: Disruptive Behaviour Disorder (DBD)
Bij DBD is er een sterke connectie te vinden met de omgeving en lijkt in sommige opzichten op de antisociale gedragsstoornis, ofwel Conduct Disorder (CD). Ook Oppostional Defiant Disorder (ODD) is hiermee in vergelijking te trekken.
Oppositional Defiant Disorder (ODD)
Binnen ODD is er een onderscheid te maken tussen het koppige type, het irriterende type en het wraakzuchtige type. Het koppige type is hierbij vergelijkbaar met CD. Het kind zoekt (verbale) conflicten op met volwassenen en weigert aan verzoeken te voldoen. Een kind met ODD irriteert anderen bewust en geeft anderen de schuld voor hun eigen wangedrag. Het wraakzuchtige type is hiermee vergelijkbaar. Het irriterende type is echter te vergelijken met ADHD, waarbij het kind boos is en snel driftig wordt. Een kind binnen dit type is snel geïrriteerd door anderen. ODD is meer een karaktereigenschap, terwijl een kind CD kan ontwikkelen als deze niet genoeg respons krijgt op bepaalde gedragingen.
Conduct Disorder (CD)
Niet alleen de symptomen in het kind zelf brengen moeilijkheden met zich mee, maar ook de sociale last die erbij betrokken is, geeft een extra uitdaging voor de omgeving. Vaak zijn kinderen met CD agressief tegenover mens en dier, sloopt het eigendommen van anderen, stelen zij spullen en overtreedt geweldregels.
Co-morbiditeit
DBD gaat vaak samen gepaard met ADHD, academisch onderpresteren, een lage (verbale) intelligentie en problemen in taalontwikkeling. In de DSM-5 is toegevoegd dat ook leerstoornissen en taalstoornissen vaak samen kunnen gaan met DBD. Daarnaast komen stemmings- en angststoornissen ook regelmatig voor. Een ander geassocieerd probleem met DBD is dat er binnen de familie en omgeving veel problemen voorkomen.
Etiologie van CD bij volwassen beginleeftijd
In het geval van een volwassen beginleeftijd bij CD is er onder andere een grote behoefte voor autonomie. Deze personen worden minder streng gemonitord door ouders, wat kan resulteren in een betrokkenheid bij een gewelddadige peer groep. Ook experimenteren met alcohol en drugs komt bij deze personen veelvuldig voor.
Gedragsgenetica
Binnen de gedragsgenetica zijn er een aantal schattingen gemaakt wat betreft de erfelijkheid. Zo zou antisociaal gedrag voor alle leeftijden een erfelijkheidspercentage hebben van 40-50% en agressief gedrag bij driejarigen 69%. Deze genetische kwetsbaarheid is een belangrijke factor voor het vaststellen van ODD/CD op een jonge leeftijd. Ook omgevingsfactoren worden gezien als een belangrijk punt. De rol van de omgeving wordt namelijk groter wanneer het kind ouder wordt en dit heeft een grote invloed op het verloop van de verschillende afwijkingen. Hierbij moet echter wel gelet worden op het verschil in vatbaarheid bij verschillende personen en situaties.
Mentale domeinen
Er bestaan drie mentale circuits:
· Het verwerken van straf
· Het verwerken van beloning
· Cognitieve controle
Het verwerken van straf is een heel belangrijk circuit, aangezien dit onderdeel is van sociaal leren. Het heeft echter pas nut als het op een juiste manier wordt toegepast. Wanneer er sprake is van een gebrek aan angst, zal je nooit in de gaten hebben dat het uitgevoerde gedrag ongewenst.....read more
Hartstikke fijn dat de aantekeningen er zijn! :) JulitaBonita contributed on 25-10-2016 10:00
Helder en duidelijk!
Add new contribution