Over waarom je beter geen geld kunt geven aan Chinese bedelaars

1) Samen met een Duitse vriendin ben ik in de grootste boekenwinkel van Beijing. We kijken rustig rond, tot er een Chinese man van middelbare leeftijd naar ons toekomt. Hij is niet al te schoon, draagt oude kleren en met iedere zin die hij uitspreekt komt er een ongelooflijke walm uit zijn mond. Hij vertelt in niet al te slecht Engels dat hij net drie dagen met de trein onderweg is geweest van zijn thuisstad naar Beijing, omdat hij de volgende dag een belangrijk interview heeft. Dat hij tijdens die treinreis niets gegeten heeft, nu erg veel honger heeft en wil dat wij hem mee uit eten nemen.

Wij kijken elkaar vertwijfeld aan, want wie zit er nu te wachten op een wildvreemde, stinkende kerel die zegt dat je hem wel even mee uit eten kunt nemen? We willen natuurlijk nee zeggen, maar zijn ietwat verbouwereerd door zijn directheid. Hij kijkt ons allebei aan en blijft benadrukken dat hij die drie dagen in de trein een staanplaats had, niet heeft kunnen zitten en zich niet heeft kunnen wassen, en dat hij als voorbereiding op dat belangrijke interview toch echt een goede maaltijd nodig heeft. Geld daarvoor heeft hij niet, dus dat vraagt hij aan ons. Ik haal aarzelend een mueslireep uit mijn tas en bied hem die aan.

De man bekijkt de mueslireep minachtend, en stelt dat ik hem na drie dagen niet gegeten te hebben toch niet af kan schepen met een mueslireep. Drie dagen! Hij wil een warme maaltijd en kijkt ons boos aan. Wij denken echter dat als iemand echt drie dagen niets heeft gegeten, hij een mueslireep niet af zal slaan. We lopen weg, terwijl de man ons boos na blijft kijken.

2) Samen met een collega ben ik bij een Duits bedrijfje om een video te maken voor het project waar we aan werken. Het bedrijf is gevestigd in een steeds populairder wordende hutong, waar steeds meer toeristen naartoe komen en waar bedelaars zich dus ook steeds vaker laten zien. Zodra we buiten gaan filmen krijgt een bedelaar ons direct in de smiezen. Hij probeert het eerst bij mijn Chinese collega, die hem koud negeert, vervolgens bij mij, waarvan hij ook geen reactie krijgt, en tot slot spreekt hij de Duitse eigenaresse van het bedrijf aan. Hij blijft herhalen dat hij honger heeft, dat zijn vrouw honger heeft en dat hij daarom ‘money’ wil, om eten te kopen.

De eigenaresse van het bedrijf heeft die ochtend cake gehaald voor de filmcrew, en we besluiten dat we hem wel een stuk kunnen geven. Ze komt naar buiten met een groot stuk in een plastic tasje dat hij zo mee kan nemen, maar als ze hem de cake geeft kijkt hij haar verbouwereerd aan. “Zo’n beetje maar?!”, is zijn eerste reactie. Als ik zeg dat het niet een beetje is maar een groot stuk, dat zijn ergste honger en die van zijn vrouw zeker zal stillen, kijkt hij ontsteld naar de cake. “Zo’n klein beetje maar, geen geld?” herhaalt hij terwijl hij ons vragend aankijkt. Als ik zeg dat hij deze cake niet aan hòeft te nemen maar dat hij het stuk ook terug mag geven, duwt hij de cake direct in mijn handen en loopt boos weg. Op zoek naar een goedgeloviger slachtoffer.

Dit blog werd op 23 juni 2014 gepubliceerd op JudithinChina.com.

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Related topics:
Countries and regions:
Statistics
2649