Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel
- 3005 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Peter van Mill is al jaren als IT-specialist werkzaam bij een IT-onderneming. Hij heeft zijn kennis door cursussen langzaam uitgebreid. Door zijn ervaring in het bedrijf heeft hij een goed beeld gekregen van de computermarkt. Er lijkt een groot gebrek aan op maat gesneden totaaloplossingen. Hij wil klanten zowel apparatuur als de installatie en onderhoud ervan aanbieden. Op 1 januari 2008 heeft hij de BV “Computertotaalgemak” opgericht. Het maatschappelijk aandelenkapitaal bedraagt € 100.000 (100.000 aandelen van nominaal € 1). Op 1 januari stort hij € 50.000 (als aandelenkapitaal) op de bankrekening van de BV. Alle betalingen en ontvangsten worden bancair afgewikkeld, kasgeld houdt de BV in beginsel niet aan. Verder heeft de BV op 1 januari een lening opgenomen bij haar bank van € 60.000 – af te lossen in 10 jaar, interest 6% - beide te betalen aan het eind van het jaar. De inkopen voor de winkelvoorraad van € 80.000 heeft de BV voor 60% kunnen financieren met leverancierskrediet, het restant is via de bank betaald. De inventaris is eveneens op 1 januari aangeschaft en (via de bank) afgerekend voor € 50.000 (gebruiksduur 10 jaar). De BV oefent het bedrijf uit vanuit een gehuurd winkelpand (steeds maandelijks medio van de maand te betalen € 1.500). Op 1 januari heeft de BV een medewerker aangetrokken (steeds eind van de maand te betalen € 3.000). Peter kent zichzelf een (marktconform) maandsalaris toe van € 5.000 (ook steeds te betalen aan het eind van de maand).
Stel de openingsbalans op per 1 januari 2008 van BV “Computertotaalgemak” nadat alle hierboven (relevante) feiten zijn uitgevoerd. (18 pnt).
Op de balans ontbreekt de post voorzieningen. Waarom komt deze post in het algemeen niet voor op de openingsbalans? (6 pnt)
Wanneer leidt de post voorzieningen tot een verandering van het banksaldo (uitgaaf)? Geef duidelijk aan wanneer uit deze post veranderingen in het banksaldo voortvloeien. (6 pnt)
Wat is het verschil tussen voorzieningen en afschrijvingen in termen van het verschil tussen de uitgaven- en kostenmomenten? (8 pnt)
Over het eerste jaar – 2008 – doen zich de volgende feiten voor:
In 2008 is voor € 200.000 op rekening ingekocht en in totaal voor € 210.000 aan crediteuren betaald
De eindvoorraad bedraagt € 60.000
De aflossing en rentebetaling hebben conform de leningsvoorwaarden plaatsgevonden.
De huren en de lonen zijn conform planning betaald.
De omzet over het afgelopen jaar bedraagt € 400.000; hiervan is door debiteuren betaald € 395.000
In januari is in overleg met de energieleverancier het maandelijks te betalen bedrag bepaald op € 500 per maand, te betalen medio van de maand. Peter schat aan het eind van het jaar dat hij € 1.000 te veel heeft betaald
Vooruitlopend op de jaarcijfers heeft Peter (naast zijn salaris) € 15.000 dividend aan zichzelf uitgekeerd
De winst over het afgelopen jaar bedraagt € 52.400
Het laatste dagafschrift van de bank vertoont een creditsaldo van € 68.400.
Aan het eind van het jaar stelt Peter zijn balans, winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht op over 2008.
Stel op basis van alle bovenstaande gegevens de eindbalans op. (27 pnt)
Peter betaalt de huur steeds medio van de maand. Stel dat hij niet maandelijks de huur betaalt, maar aan het eind van het jaar de huur over het hele eerste jaar betaalt.
Wat zijn hiervan de gevolgen voor de balans en de winst- en verliesrekening? (8 pnt)
Welk principe schuilt er achter het probleem dat een deel van de omzet nog niet is ontvangen? (5 pnt)
De bank heeft liquiditeits- en solvabiliteitsvoorwaarden gesteld aan de lening. Peter is van mening dat beide ratio’s aan de lage kant zijn. Hij zint op maatregelen om beide te verhogen.
Noem twee maatregelen die (in het algemeen, dus niet alleen gebaseerd op deze situatie) tegelijkertijd de liquiditeit en de solvabiliteit verhogen. Leg uit waarom deze maatregelen deze ratio’s verhogen (8 pnt)
Recentelijk staat in de Corporate Governance discussie het verstrekken van opties aan managers ter discussie.
Wat is in het algemeen het doel van het verstrekken van opties? (6 pnt)
Waarom heeft het in dit geval geen zin om opties te verstrekken? (8 pnt)
Inventaris Voorraad Bank
| 50.000 80.000 28.000 158.000 | Aandelenkapitaal Lening Crediteuren | 50.000 60.000 48.000 158.000 |
Voorzieningen zijn voorwaardelijk verplichtingen die voortvloeien uit operationele activiteiten. Bij de oprichting van de onderneming hebben er nog geen operationele handelingen plaatsgevonden.
Niet bij de vorming van een voorziening, maar bij de aanwending er van, dus als de verplichtingen acuut worden; bijvoorbeeld als iemand aanspraak doet op de gegeven garanties.
Bij voorzieningen lopen kosten vooruit op uitgaven, bij afschrijvingen is dat precies omgekeerd.
Inventaris Voorraad Debiteuren Vooruitbetaalde energie Bank
| 45.000 60.000 5.000 1.000 68.400 179.400 | Aandelenkapitaal Winstreserve Lening Crediteuren | 50.000 37.400 54.000 38.000
179.400 |
Geen, het moment van betaling in het jaar waarover de winst wordt bepaald doet niet ter zake.
Het realisatieprincipe.
Uitgifte van aandelenkapitaal (VLA omhoog en EV omhoog), dus liquiditeit (want alleen VLA stijgt, en solvabiliteit stijgt (want alleen EV omhoog)
Het verkopen van vaste activa met winst (VA daalt, VLA stijgt, EV stijgt)
Het herwaarderen van vlottende activa (voorraden) (VLA stijgt en EV stijgt).
Het doel van het verstrekken van opties is het verminderen van het conflict tussen aandeelhouders en managers. Managers streven in dit geval meer het belang van aandeelhouders na (waardemaximalisatie).
Omdat Peter zowel de manager als de eigenaar is. Een belangenconflict bestaat in dit geval niet.
Controleberekeningen winstsaldo en banksaldo:
Winst- en verliesrekening
Kostprijs omzet Rentekosten Afschrijvingen Lonen Huren Energiekosten winst | 220.000 3.600 5.000 96.000 18.000 5.000 52.400 | Omzet
| 400.000
|
Kostprijs is: BV + INK – EV = 80.000 + 200.000 – 60.000 = 220.000
Winstreserve = winst – onttrekking = 52.400 – 15.000 = 37.400
Kasstroomoverzicht
Betaald aan leveranciers Betaalde rente Aflossing Betaalde lonen Betaalde huren Betaalde energie Onttrekking Bankmutatie | 210.000 3.600 6.000 96.000 18.000 6.000 15.000 40.400 | Ontvangen van afnemers
| 395.000
|
Eindstand Bank: 28.000 + 40.400 = 68.400
Deze bundel bevat oude en oefententamens bij het vak Onderneming en Recht aan de Universiteit Leiden, gedeelte Bedrijfswetenschappen
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2066 | 1 |
Add new contribution