Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3b

Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 3b

Vragen

Vraag 1

A verkoopt en levert zijn herenhuis aan B voor €300.000,-. Een week nadat de leveringshandeling heeft plaats gehad, verkoopt en levert B het herenhuis voor €320.000 aan C. C verkoopt en levert het herenhuis vervolgens weer een week later aan D een vriend van B.

Pas na de overdracht van het herenhuis door C aan D ontdekt A dat hij bij de koop door B is bedrogen.

Op vordering van A vernietigt de rechter de koopovereenkomst A-B op grond van artikel 3:44 lid 1 jo. Lid 3 (jo. 3:49 e.v. BW). Vaststaat dat C geheel onkundig is van het door B gepleegde bedrog, maar dat D door zijn vriend B volledig op de hoogte is gebracht van zijn bedrog. Wie is eigenaar van het herenhuis nadat de koopovereenkomst tussen A en B is vernietigd?

    Vraag 2

    Kasper ziet bij Sander zes boeken op het bureau liggen waarvoor hij wel belangstelling heeft. Sander die krap bij kas zit, wil deze wel alle zes aan Kasper verkopen, ook al weet Sander dat hij een van de boeken van Julia heeft geleend. Ze komen een prijs overeen voor de zes boeken en de koop wordt beklonken. Sander overhandigt de zes boeken aan Kasper. Is hier sprake van een geldige eigendomsoverdracht?

    Vraag 3a

    A is eigenaar van een fiets. B steelt de fiets van A. Nadien schenkt en levert B de fiets aan zijn vriend C. Deze verkoopt en levert de fiets aan D, die een fietsenwinkel heeft en daarbij gespecialiseerd is in de aan- en verkoop van tweedehandsfietsen. A ontdekt de fiets, twee jaren nadat de fiets hem is ontstolen, bij D en legt onder hem beslag tot afgifte. D verzet zich tegen afgifte aan A en stelt dat hij rechthebbende is met betrekking tot de fiets. Vaststaat dat D te goede trouw was op het moment dat hij de fiets van C verkreeg. Kan A de fiets revindiceren onder D?

    Vraag 3b

    Zou het antwoord op vraag a. anders zijn als D de fiets in de winkel van zijn vaste leverancier C had gekocht?

    Vraag 3c

    Stel B had de fiets niet gestolen, maar gehuurd van A. Kan A in dat geval de fiets revindiceren onder D?

    Vraag 4

    Is de regel van artikel 3:86 of artikel 3:88 BW toepasselijk op een overdracht van:

      1. Een fiets?
      2. Een schip?
      3. De vordering, die A tegen B heeft tot terugbetaling van het door A aan B uitgeleende geld?
      4. Een auto, waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven?
      5. De “Nachtwacht”?

      Vraag 5a

      Eva - een succesvolle zakenvrouw- is eigenaar van een groot zeilschip (25m), de Alera. Omdat Eva de gewoonte heeft van drankmisbruik wordt zij op 5 februari 2014 onder curatele gesteld (1:378 lid 1 sub b BW). Een dag na de ondercuratelestelling ontmoet zij op de zeilclub Fred, die zich bezighoudt met de in- en verkoop van zeilschepen. Hij zou het schip heel graag van haar willen overnemen en biedt Eva €250.000,-, hetgeen een redelijk bedrag is. Gezien haar toestand zal Eva de komende tijd niet in staat zijn pleziertochtjes te maken voor haar zeilschip. Zij besluit daarom (zonder toestemming) het schip aan Fred te verkopen voor €250.000. Op 8 februari 2014 wordt de Alera per sleepboot afgeleverd bij de loods van de heer Fred alwaar het te koop wordt aangeboden voor €275.000. Twee dagen later komt Sander op de loos van Fred en ziet de Alera liggen. Hij is erg onder de indruk van het schip en zou het graag willen hebben. Op maandag 11 februari 2014 verkoopt en levert Fred het schip aan Sander. Er is echter een probleem: het navigatiesysteem is hopeloos verouderd. Omdat Sander graag een satelliet gestuurd systeem wil hebben, spreken partijen af dat het schip nog een maand in de loods zal blijven. In de tussentijd zal Fred het gewenste navigatiesysteem inbouwen. Diezelfde week ontvangt Fred een brief van de curator van Eva waarin hij aanzegt de koopovereenkomst van 6 februari 2014 te vernietigen.

      Wie is eigenaar van het schip nadat de overeenkomst is vernietigd?

      Vraag 5b

      Verandert het antwoord op vraag a indien de Alera wel een teboekgesteld schip zou zijn? Ga bij beantwoording van deze vraag ervan uit dat alle leveringshandelingen op 8 respectievelijk 11 februari 2014 correct zijn verricht.

      Vraag 5c

      Stel dat de Alera een teboekgesteld schip is. Van drankmisbruik en curatele is geen sprake. De leveringshandeling tussen Eva en Fred wordt verricht op 8 februari 2014. Echter, de rechtbank verklaart Eva dezelfde dag failliet en benoemt mr. Van Buren tot curator. Het faillissement wordt dezelfde dag ingeschreven in het faillissementsregister. Drie weken later komt de curator erachter dat het schip op de dag van de faillietverklaring is overgedragen. Hij meent dat het schip nog steeds tot de boedel behoort. Kan de curator met succes het schip revindiceren?

      Vraag 6

      X heeft een vordering van €10.000 op L. X verkoopt en levert deze vordering aan Y. Vervolgens verkoopt en levert Y deze vordering aan Z. Achteraf blijkt de overdracht X-Y te zijn mislukt vanwege beschikkingsonbevoegdheid van X, die het gevolg is van het feit dat X de vordering op L al eerder door middel van een geregistreerde onderhandse akte “stil” had gecedeerd aan Q. Z wist dit niet en kon dit ook redelijkerwijs niet weten. Is Z schuldeiser van de vordering van €10.000 euro op L?

      Vraag 7

      Helen heeft op 1 juni 1993 het boek “De Client” van John Grisham uitgeleend aan Mia. Mia vindt het een prachtig boek, zo goed zelfs dat ze besluit het niet terug te geven aan Helen. Mia schrijft haar naam en datum (1 juni 1993) op de titelpagina en zet het boek in haar boekenkast. Ze zegt hierover niets tegen Helen en rekent erop dat Helen snel zal vergeten dat ze het boek heeft uitgeleend. Wanneer Helen in 2014 op vakantie wil gaan, herinnert ze zich opeens het boek. Ze belt Mia op en vraagt het boek terug. Mia erkent dat ze het boek heeft, maar stelt door verjaring eigenaar te zijn geworden. Ze wijst er in dit verband op dat het boek sinds 1993 bij haar in de boekenkast staat met haar naam erin. Gaat het betoog va Mia op?

      Antwoordindicatie

      Vraag 1

      A – B; verkoopt en levert herenhuis aan B voor €300.000,-. Bedrog blijkt pas na overdracht van herenhuis door C aan D. Bedrog heeft terugwerkende kracht bedrog; op grond van artikel 3:53 BW.

      B-C:  eigendomsoverdracht? art. 3:84 BW;

      • Geldige titel; koop
      • Beschikkingsbevoegd; 3:88 BW; wordt beschermd
      • Levering; ja er staat in de casus dat is geleverd aan C

      C is eigenaar geworden

      C-D; art. 3:84 BW:

      • Geldige titel; koopovereenkomst
      • Beschikkingsbevoegd; ja C is eigenaar geworden dus kan gewoon
      • Levering; ja er staat in casus dat is geleverd

      D is eigenaar.

        Vraag 2

        Artikel 3:84 BW is van toepassing;

        • Geldige titel; er is sprake van koop (art. 7:1 BW), dus aan voldaan.
        • Beschikkingsbevoegd; Sander is beschikkingsbevoegd ten aanzien van 5 boeken, maar niet ten aanzien van het boek dat hij van Julia heeft geleend. Hij heeft dit boek immers geleend en is niet de eigenaar.
        • Levering; geschiedt krachtens bezitsverschaffing, art. 3:90 BW.

        Er is sprake van beschikkingsonbevoegdheid; nu moet er gekeken worden naar artikel 3:86 BW, omdat het gaat over een roerende zaak die krachtens art. 3:90 BW is geleverd. Wil zijn voldaan aan artikel 3:86 BW dient aan de volgende vereisten te zijn voldaan;

        • Sprake van een levering van een roerende zaak, niet-registergoed, of een recht aan toonder of order. Dit is het geval, namelijk een roerende zaak, het boek.
        • De levering vindt plaats overeenkomst art. 3:90, 91 of 93 BW. In casu volgens art. 3:90 BW: bezitsverschaffing dus aan voldaan;
        • De levering geschiedt anders dan om niet; dat is het geval, er is geld betaald voor de boeken.
        • De verkrijger is ten tijde van de levering te goede trouw; dit is het geval; Kasper wist niet dat Sander een van de zes boeken van Julia had geleend.

        Dus Kasper wordt beschermd door artikel 3:86 BW, dit heft de beschikkingsonbevoegdheid op waardoor er sprake is van geldige eigendomsoverdracht.

        Vraag 3a

        A – B; Diefstal 3:84 BW;

        • Geen sprake van een geldige titel dus B is geen eigenaar geworden.

        B (steelt fiets van A) schenkt en levert de fiets aan zijn vriend C; sprake van eigendomsoverdracht?

        • Art. 3:84 lid 1 BW; geldige titel (schenking), beschikkingsbevoegd (NEE! Geen eigenaar, B heeft fiets gestolen), levering (art. 3:90 BW) 
        • Dus geen sprake van eigendomsoverdracht
        • Bescherming door art. 3:86 BW? Nee, want er is sprake van een overdracht om niet, namelijk schenking.
        • A is hier nog steeds eigenaar.

        C verkoopt en levert de fiets aan D, die een fietsenwinkel heeft. Eigendomsoverdracht?

        • Art. 3:84 lid 1 BW; geldige titel (koop), beschikkingsbevoegd (NEE! C is nooit eigenaar geworden), levering (art. 3:90 BW).
        • Dus geen sprake van eigendomsoverdracht.
        • Bescherming door art. 3:86 BW? Overdracht overeenkomstig art. 3:90 BW van een roerende zaak, anders dan om niet, verkrijger te goeder trouw;
        • Echter hier is artikel 3:86 lid 3 BW van toepassing; de eigenaar van een roerende zaak, die het bezit daarvan door diefstal heeft verloren kan deze gedurende drie jaren, te rekenen van de dag van diefstal als zijn eigendom opeisen; dus A kan revindiceren (art. 5:2 BW) 

        Vraag 3b

        Op de in artikel 3:86 lid 3 BW genomen uitzonderingen, maakt lid 3 zelf weer uitzonderingen. De door lid 1 geboden bescherming geldt namelijk wel onverkort indien:

        Sub a; de zaak door een particulier (natuurlijke persoon die niet in uitoefening van een beroep of bedrijf handelde) is gekocht in de normale handel; Dit is niet het geval, als D de fiets voor zijn winkel had gekocht van een leverancier, handelt hij in uitoefening van zijn beroep/bedrijf. Dus sub a is niet van toepassing.

        Vraag 3c

        Nee, dan zou D wel gewoon worden beschermd door artikel 3:86 BW! Er is dan sprake van levering krachtens art. 3:90 BW, anders dan om niet en te goeder trouw en de uitzondering van lid 3 is niet meer van toepassing want dit geldt slechts in geval van diefstal.

        Vraag 4

        Artikel 3:86 BW biedt alleen bescherming indien het een daarin aangegeven goed betreft:

        • Roerende-niet registerzaken;
        • Toonder- of orderrechten;
        • Krachtens art. 3:89 BW geldt artikel 3:86 BW ook voor beperkte rechten op dergelijke goederen (bijv. vestiging van een recht van vruchtgebruik op een koe door een beschikkingsonbevoegde)
        • Slechts leveringen als bedoeld in artikel 3:90, 3:91 en 3:93 BW

        Artikel 3:88 BW;

        • Levering betreft een registergoed, een recht op naam of een ander goed waarop artikel 3:86 BW niet van toepassing is
        1. Een fiets? Hier is sprake van een roerende zaak; levering geschiedt krachtens artikel 3:90 BW à dus artikel 3:86 lid 1 BW.
        2. Een schip? Hier is sprake van een roerende zaak, tenzij het gaat om een teboekstaand zee of binnenschip (art. 8:199 BW/8:790 BW) dit blijkt echter niet uit de tekst. Dus een roerende zaak, levering geschiedt krachtens 3:90 BW à dus artikel 3:86 lid 1 BW.
        3. De vordering, die A tegen B heeft tot terugbetaling van het door A aan B uitgeleende geld? Hier is sprake van een vordering op naam; er is sprake van een gewone vordering van A op B van uitgeleend geld. Vorderingen op naam worden op grond van artikel 3:94 BW geleverd; artikel 3:86 BW is slechts voor leveringen krachtens art. 3:90, 91 en 93 BW. Dus art. 3:96 BW is niet van toepassing. Dus artikel 3:88 BW is hier van toepassing; deze geldt namelijk voor de onbevoegdheid van de vervreemder van een recht op naam.
        4. Een auto, waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven? Betreft hier een roerende zaak; levering geschiedt krachtens artikel 3:90 BW à dus artikel 3:86 lid 1 BW.
        5. De “Nachtwacht”? Indien het hier de echte Nachtwacht betreft is er sprake van artikel 3:86a lid 2 BW en geldt de door lid 1 geboden bescherming niet met betrekking tot beschermde cultuurgoederen in de zin van de Wet tot behoud van cultuurbezit die, na in strijd met artikel 7 van die wet te zijn vervreemd, nog een of meer keren worden vervreemd aan kopers of een verzekeraar.

        Vraag 5a

        Ga ervan uit dat de Alera niet een teboek gesteld schip is

        • Is er sprake van een koopovereenkomst tussen Eva en Fred? Art. 3:84 BW; door curatele wordt je handelingsonbekwaam. 
        • Geldige titel; doordat de koopovereenkomst wordt vernietigd is er geen sprake meer van een geldige titel; sprake van terugwerkende kracht, art. 3:53 BW.
        • Beschikkingsbevoegd; door curatele ben je gewoon nog beschikkingsbevoegd
        • Levering; schip dat niet geregistreerd is, levering geschiedt middels art. 3:90 BW, dus bezitsverschaffing
        • Geen sprake van eigendomsoverdracht; B is nooit eigenaar geworden

        Fred – Sander ; is hier sprake van eigendomsoverdracht?

        • Art. 3:84 BW;
        • Geldige titel; koopovereenkomst 7:1 BW
        • Beschikkingsbevoegd; B is niet beschikkingsbevoegd
        • Levering; er is hier sprake van een levering C.P. op grond van artikel 3:115 sub a BW; Fred wordt houder voor de verkrijger tot er een satelliet gestuurd navigatiesysteem in zit. Echter volgt uit artikel 3:90 lid 2 BW dat indien de zaak na levering in handen van de vervreemder blijft, de levering werkt dan pas tegenover een derde die een ouder recht op de zaak heeft indien de zaak in handen van de verkrijger komt, tenzij de gerechtigde met de vervreemding heeft ingestemd; dit is niet het geval.
        • Dus nog geen sprake van een volledige eigendomsoverdracht;

        Eva blijft eigenaar van het schip en kan dus revindiceren onder Sander, art. 5:2 BW (gezien de wijze van levering).

        Vraag 5b

        Dan is er sprake van een registergoed; art. 3:199 lid 1 BW jo. 3:89 lid 1 jo. lid 4 BW. Art. 3:84 lid 1 BW; eigendomsoverdracht;

        Is er sprake van een koopovereenkomst tussen Eva en Fred; art. 3:84 BW; door curatele wordt je handelingsonbekwaam. 

        • Geldige titel; doordat de koopovereenkomst wordt vernietigd is er geen sprake meer van een geldige titel; sprake van terugwerkende kracht, art. 3:53 BW.
        • Beschikkingsbevoegd; door curatele ben je gewoon nog beschikkingsbevoegd
        • Levering; schip is nu wel geregistreerd, levering geschiedt middels art. 3:89 BW, dus bezitsverschaffing

        Geen sprake van eigendomsoverdracht; B is nooit eigenaar geworden

        B-P is hier sprake van eigendomsoverdracht? Art. 3:84 BW;

        • Geldige titel; koopovereenkomst, art. 7:1 BW
        • Beschikkingsbevoegd; Fred is niet beschikkingsbevoegd omdat hij geen eigenaar is geworden
        • Levering; er is hier sprake van art. 3:89 lid 1 jo lid 4 BW;

        Sander kan echter een beroep doen op artikel 3:88 lid 1 BW; de verkrijger (Sander) is immers te goede trouw en de onbevoegdheid vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht (De titel van de overdracht van Eva en Fred); aan voldaan.

        Er is dus ondanks de onbevoegdheid van Fred wel sprake van eigendomsoverdracht; hier zou Sander eigenaar zijn geworden.

        Vraag 5c

        Art. 23 faillissementswet; als er sprake is van faillissement dan verlies je de beschikking over je goederen vanaf de (gehele, dus ook om 09:00 ’s ochtends; werkt terug tot 00:00 nachts) dag dat het faillissement is uitgesproken. Dus door de terugwerkende kracht van de faillissementsuitspraak is Fred geen eigenaar geworden; gaat het om een faillissementscurator, dan verlies je dus wel de beschikking over je goederen!! (dit is een verschil met curatele in geval van alcohol misbruik).

        Hoe zit het nu met Sander? art. 3:84 BW:

        • Levering; Ja,
        • Beschikkingsbevoegd; Nee, kijken naar 3:88 BW à geen sprake van want Sander is wel te goede trouw echter de onbevoegdheid vloeit niet voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht.
        • Titel; Ja

        Curator kan revindiceren: art. 5:2 BW, want Sander wordt niet beschermd door artikel 3:88 BW en is dus geen eigenaar geworden van het schip.

        Vraag 6

        X – Q

        Het gaat hier om een vordering op naam; vorderingsrechten zijn overdraagbaar, art. 3:83 lid 1 BW;

        art. 3:84 BW is van toepassing;

        X geregistreerde onderhandse akte “Stil gerediceerd aan Q; hier is sprake van levering middels art. 3:94 lid 3 BW, stille cessie. Wil cessie echter ook daadwerkelijk overdracht bewerkstelligen, dan moet zij niet alleen aan de door art. 3:94 BW gestelde eisen voldaan, maar dient zij op grond van artikel 3:84 lid 1 BW ook door een beschikkingsbevoegde vervreemder op basis van een geldige titel zijn verricht.

        Op dit moment is Q de nieuwe eigenaar geworden van de vordering.

        X verkoopt en levert de vordering aan Y; art. 3:84 BW;

        • Titel; ja
        • Beschikkingsbevoegd; mislukt vanwege beschikkingsonbevoegdheid van X wegens stille cessie aan Q
        • Levering; art. 3:94 BW

        Is er sprake van bescherming? Art. 3:88 BW; alsnog geldig in dien verkrijger te goede trouw is, dit is het geval en de onbevoegdheid van de vervreemder voortvloeit uit de ongeldigheid van een overdracht die niet voortvloeit uit de ongeldigheid van de vorige vervreemder; X is beschikkingsonbevoegdheid omdat hij de vordering gewoon heeft verkocht en niet omdat er sprake is van een ongeldige vorige overdracht. Dus levering gaat niet op!

        Y is geen eigenaar geworden van de overdracht; blijft beschikkingsonbevoegd.

        Y verkoopt en levert de vordering aan Z; wist niet dat er sprake was van een stille cessie aan G.

        Art. 3:84 BW:

        • Geldige titel; koop
        • Beschikkingsbevoegd; Y is dus niet beschikkingsbevoegd
        • Levering; ja volgt uit casus;

        Art. 3:88 BW van toepassing?

        Gaat om de overdracht van een recht op naam;

        De verkrijger Z is te goede trouw;

        De onbevoegdheid van Y vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht, maar deze onbevoegdheid is het gevolg van de onbevoegdheid van x waardoor art. 3:88 BW niet Y beschermd! Geen bescherming voor Z, dus geen rechthebbende geworden op die vordering.

        Q is dus eigenaar van de vordering.

        Vraag 7

        Art. 3:99 en 3:105 BW zijn niet van toepassing want dit betreft een bezitter en Mia is detentor; dus het betoog van Mia gaat niet op. Zij kan niet zomaar zichzelf van detentor tot bezitter maken. Eens detentor altijd detentor: art. 3:111 BW.

        Image

        Access: 
        Public

        Image

        Image

         

         

        Contributions: posts

        Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

        Add new contribution

        CAPTCHA
        This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
        Image CAPTCHA
        Enter the characters shown in the image.

        Image

        Spotlight: topics

        Image

        Check how to use summaries on WorldSupporter.org

        Online access to all summaries, study notes en practice exams

        How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

        • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
        • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
        • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
        • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
        • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

        Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

        There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

        1. Use the summaries home pages for your study or field of study
        2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
        3. Use and follow your (study) organization
          • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
          • this option is only available through partner organizations
        4. Check or follow authors or other WorldSupporters
        5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
          • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

        Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

        Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

        Main summaries home pages:

        Main study fields:

        Main study fields NL:

        Follow the author: Law Supporter
        Work for WorldSupporter

        Image

        JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

        Working for JoHo as a student in Leyden

        Parttime werken voor JoHo

        Statistics
        1825