Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 1962 reads
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, in het bijzonder: erfpachtrecht, pand en hypotheek.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfpacht inhoudt. Dit is het recht op andermans onroerde zaak. Dit recht is vervreemdbaar en bezwaarbaar.
Hiernaast is het belangrijk te weten wat het onderscheid is tussen de vestiging van pand en hypotheek.
Indien men verzwijgt dat er al een ander zekerheidsrecht is gevestigd op een zaak, heet dit stellionaat.
- Wat is het verschil in vestiging bij pand en hypotheek?
Pand wordt gevestigd middels bezitsverschaffing, terwijl hypotheek zonder bezitsverschaffing plaatsvindt.
Je gedragen als belangenbehartiger van iemand anders, is de definitie van zaakwaarneming. Op redelijke grond laat je jezelf in op andermans belangen. Als je als zaakwaarnemer kosten maakt, dan kun je die kosten van de belanghebber vorderen. De actio negotiorum contraria (de actie uit zaakwaarneming). De belanghebbende kan daar als reactie een directe zaakwaarneming actie vorderen op de zaakwaarnemer (actio negotiorum directa).
Het met opzet prijsgeven van een goed, is soms niet voldoende om niet van zaakwaarneming te kunnen spreken. Er moet sprake zijn van een redelijke grond, indien men geen zaakwaarneming mag aannemen. Als je een hond ernstig hebt mishandeld en vervolgens op straat gooit, dan kun je niet zeggen dat je de kosten van de verzorging niet op jouw te verhalen zijn, omdat je de hond had prijsgegeven. (Rechtbank Groningen).
Naar Romeinen was de ongerechtvaardigde verrijking aanleiding tot de ontwikkeling van de verschillende condictiones. Een condictio is een manier hoe je procedeert. Enkele vormen van condictio (ongerechtvaardigde verrijking):
Ten eerste hadden zij de condictio indebiti (onverschuldigde betaling): dit is bijzonder, want in het Romeins Recht is onverschuldigde betaling dus een onderdeel van de ongerechtvaardigde verrijking, terwijl in het Nederlands Recht zij als aparte rechtmatige zaken worden bekeken. Je dacht dat je een bepaalde schuld had, die heb je ook betaald maar achteraf gezien blijkt dat je helemaal niet hoefde te betalen. De Romeinen eiste de vergissing, enkel als je je vergiste dan betaalde je onverschuldigd. In het Nederlands recht is dit anders, ook bewuste onverschuldigde betaling is onverschuldigd (dus naar Nederlands Recht is het niet vereist dat je je vergist). In het Romeins Recht vond men dat als je bewust onverschuldigd betaalde, dat er een schenking (donatio) plaatsvond en dus betaalde je dan niet onverschuldigd.
In bepaalde gevallen was de geldigheid van de titel niet vereist in de eigendomsoverdracht. Dat gold bijv. bij een stipulatio. Als de stipulatio niet geldig was, maar er toch werd geleverd dan ging de eigendom gewoon over. Dit gold tevens bij een damnatielegaat, de geldigheid van het legaat is niet vereist voor eigendomsoverdracht. En daarnaast gold dit ook bij de mancipatio, de overeenkomst tussen partijen gesloten was niet vereist geldig te zijn om de eigendom over te dragen. Deze abstracte rechtshandelingen vervulden in het Romeins Recht de functie van het bij ons bekende revindicatie.
Voorbeeld:
A damnatielegaat en levert schilderij aan C. Damnatielegaat is niet geldig. Maar doordat het legaat niet boeit voor de eigendomsoverdracht, is C toch eigenaar geworden. A kan niet revindicatie instellen zoals in het Nederlands recht, want hij is geen eigenaar meer, die is wel degelijk overgedragen. Dan heb je de ongerechtvaardigde verrijking, de onverschuldigde betaling, nodig om het schilderij van C terug te krijgen. Zo vervult het de rol van de naar Nederlands Recht revindicatie.
Ten tweede de innominaatscontracten (bijv. ruil, do ut des). Zo'n innominaatcontract kwam pas tot stand als je de prestatie had verricht. Indien maar één iemand de prestatie had verricht, waren er twee mogelijkheden. De nakomingactie (actio praescriptis verbis) of de eigen prestatie terugvragen omdat uw verrijkt bent (condictio causa data causa non secuta).
Ten derde de condictio ob turpem causam vanwege een onzedelijke oorzaak. Denk hierbij aan een afperser, die met geld wordt verrijkt door zijn afpersing gedrag. Dit geld kun je terugvragen als je durft door de condictio ob turpem causam. Maar als u zelf ook onzedelijk gedraagt, dan kunt u niet door uw verrichte prestatie terugvorderen op grond van ongerechtvaardigde verrijking. (dit volgt uit adagia, nemo turpitudinem suam allegans auditur: iemand die zich op zijn eigen schandelijkheid beroept kan je geen geldige actie instellen). Voorbeeld: als je iemand een ringt geeft op voorwaarde dat diegene een ander verwondt, dan kun je niet die ring terugvragen als diegene weigert om de ander te verwonden (D.12,5,8).
De condictio die behoort tot de diefstal. Een verrijkingsactie van een bestolen eigenaar. Bij diefstal is er natuurlijk geen sprake van verrijking. Je kan toch gewoon revindicatie instellen. Maar soms heb je wel behoefte aan de verrijkingsactie, bijv. als een fles port wordt gestolen en opgedronken, kun je wel de fles revindiceren maar dat is niet bevredigend. Dan is de condictio furtiva wenselijk voor de bestolen eigenaar, die krijgt dan één keer de waarde van de gestolen zaak. Het gekke is dat naar Romeins Recht de bestolen eigenaar ook een condictio furtiva kon instellen, ook al kon hij ook revindiceren! De condictio furtiva werd dus als waardig alternatief voor de revindicatie (rei vindicatio) gezien door de Romeinen. Dit is gek, want technisch gezien is een dief niet verrijkt omdat je altijd kan revindiceren, volgens Gaius was dit slechts te verklaren als haat voor de dief.
Kun je revindicatie en condictio furtiva naast elkaar instellen, cumulatief? Dit kan naar Romeins Recht niet. Omdat beide acties erop gericht zijn om uw mijn schade te laten vergoeden, en als u een schadevergoedingsactie instelt, dan kunt u die schade die u heeft geleden en vergoed gekregen, niet nogmaals tegen mij instellen. U heeft dus twee opties, u kan het niet allebei (cumulatief) doen.
De Praetor die de condictios mogelijk maakte, zei dat er gevallen overbleven die niet onder de bovengenoemde vier passen. Dit is de algemene restbak van de gevallen van ongerechtvaardigde verrijking en hij noemde dat de condictiones sine causa.
Voorbeeld:
Als een stomerij kleren is kwijtgeraakt, dan betalen zij die waarde van de kleren aan A. A vindt zijn kleren later echter voor zijn deur in een plastic tasje. De stomerij kan dan de kosten terugvorderen, omdat A nu ongerechtvaardigd is verrijkt, via de condictiones sine causa.
De Romeinen kenden verschillende feiten complexen die verschillende onrechtmatige daden oplevereden. Zij kenden dus niet maar één onrechtmatige daad, zij kenden er meerdere. Er waren dus verschillende onrechtmatige daden met verschillende acties.
De belangrijkste onrechtmatige daad was de diefstal (Furtum). De Romeinse definitie is de bedrieglijke ontvreemding van een zaak met de bedoeling om voordeel te halen. In het Nederlands Recht staat het genoteerd in art.310 Sr. Beide definities zijn goed te vergelijken. Als je ten onrechte denkt dat een zaak is prijsgegeven en je neemt die zaak mee, maar later blijkt dat de zaak helemaal niet is prijsgegeven, pleeg je dan diefstal? Zowel in het Romeins (tekst Paulus) als in het Nederlands Recht (Hoge Raad 1980) zegt men van niet. Het oogmerk van de wederrechtelijke toe- eigening (NL) / andermans zaak voordeel behalen (Romeins) ontbreekt. Als je wel wilde stelen, maar de zaak is prijsgegeven dan kan men ook niet spreken van diefstal want het moet wel gaan om een zaak van een ander. (Ulpianus / HR).
In het Romeins Recht kon je diefstal van je eigen zaak plegen. Als je bijv. eerst je ring in vuistpand geeft en vervolgens die ring terugneemt zonder het vuistpand te betalen. Naar het Nederlands Recht kan dit niet, wij hebben als vereiste dat het gestolen object echt aan een ander toebehoort (art.348 Sr.).
Diefstal geeft aanleiding tot een straffende actie, de actio furti. Daarmee vraag je een boete aan de dief als bestolene. Deze boete bedraagt twee of vier maal de waarde van de zaak. Vier maal bij heterdaad. De boete gaat dus naar de bestolene. Dit is merkwaardig, want bij ons doet de overheid/politie het, maar de Romeinen kenden dit niet, de boete kwam toe aan de bestolene. Dat kwam doordat een groot deel van ons strafrecht door Romeinen gewoon werd geregeld in het privaatrecht en er waren nog lang niet zoveel overheidsinstanties.
Je kunt poenaal optreden, dat is de actio furti, de bestraffende sanctie. De dief krijgt een boete en die komt aan uw toe. Dat heeft niks te maken met de eigendom van de bestolene. De bestraffende actie laat onbelet dat uw schade heeft. De schade kunt u op twee andere manieren verhalen ofwel door de revindicatie (rei vindicatio) of door de verrijkingsactie uit diefstal (condictio furtiva). Dit zijn rei persecutoire middelen. Kortom, je kan eerst bestraffend optreden (poenaal) en dan vervolgens ook nog je schade verhalen met persecutoire middelen.
Aan de boetes zaten natuurlijk veel mankementen, aangezien dieven vaak niet zoveel geld hebben.
De actio furti is een noxale actie. Richt zich tegen de eigenaar van de dader (=noxaal). Dit leidt tot twee interessante rechtsgevolgen.
Als eerste ontstaan er dan per definitie een facultatieve verbintenis. Als jouw slaaf steelt, dan vraagt de bestolene twee keer de waarde van de door hem gestolen zaak als boete. De eigenaar van de slaaf heeft echter de mogelijkheid om de stelende slaaf in eigendom over te dragen aan de bestolene (noxae deditio). Facultatief: één prestatie maar de mogelijkheid om iets anders te doen. Hier is het een facultatieve verbintenis die uit de wet voortvloeide. (Let op: anders dan alternatieve verbintenis daar zijn er twee mogelijke prestaties).
De noxale aansprakelijkheid volgt het hoofd (noxa caput sequitur). De aansprakelijkheid zit in de slaaf. Hij volgt de slaaf. De verzwegen noxale aansprakelijkheid bij een koopovereenkomst is een verborgen gebreken. Degene die de slaaf heeft gekregen terwijl die noxale aansprakelijkheid bezat kon dan de overeenkomst vernietigen of de actie tot prijsvermindering instellen.
De actio furti is poenaal, dat wil zeggen gericht op het straffen van de dader. Hierdoor gaat de actio niet over op de erfgenamen van de dief. De aansprakelijkheid gaat dus niet over op uw erfgenaam, tenzij u sterft voordat het tot een procesovereenkomst komt. U procedeert dan niet meer met de actio furti, maar een voorwaardelijke actie uit een vonnis en die gaat gewoon door. Het sluiten van een procesovereenkomst is dus van groot belang, want als u dat heeft afgesloten dan gaat het wel gewoon door op erfgenamen, ook al gaat u zelf dood.
DIt hoorcollege gaat over Romeins Recht: de uitwendige geschiedenis.
Hier is geen sprake van. Week 1a omvat Prota Hoofdstuk 5 verbintenissrecht V 1 t/m 4 en G 1 t/m 4 & Hoofdstuk 1 uitwendige geschiedenis (U) 7 & 8.
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Voor het tentamen is het belangrijk globaal te weten hoe de uitwendige geschiedenis van het codificeren van het Romeinse Recht heeft plaatsgevonden.
Ook is het van belang dat er geen gebruik hoeft te worden gemaakt van Latijnse woorden/zinnen op het tentamen.
- Hoe is de codificatie van het Romeinse recht begonnen?
Justiniaus (527-565) begon met het codificeren van het Romeinsrecht. De rechtsbronnen in die tijd verschilden van het ius (ook wel juristengeschriften) en leges (keizerlijke constituties). Leges kunnen weer worden opgedeeld in:
De eerste Codex Justinianus is in 529 gecodificeerd. Daarna ging het het ius te lijf. De digesten en de instituten stammen beide uit 533.
Keizer Justitianus heeft het Romeinse recht in de 6e eeuw gecodificeerd. Één van zijn Digesten is overgebleven en in de 11e eeuw ontdekt. Dit leidde tot de Universiteit van Bologna. Zo heeft het Romeinse Recht de verschillende Europese codificaties beïnvloedt. Codificatie Justitianus: Corupus Iuris Civilis betekent het lichaam van het civiele recht (het Romeinse Recht). Er waren twee rechtsbronnen:
Keizer Augustus (27 v. Chr - 14 na Chr): wilde alleenheerser zijn, maar wilde dit niet laten blijken. Daarom heet hij ook keizer. Hij bedacht het recht om in openbaar antwoorden te geven: Ius publice respondendi = als een jurist dit recht van de keizer had gekregen, dan mocht de jurist zijn adviezen presenteren in naam van de keizer. Dat wilden juristen natuurlijk, want in naam van keizer heeft veel gezag en bij een volgende advies komen ze sneller bij jou, en dat was goed voor de winst. De adviezen gingen wel in de richting van de mening die de keizer had.
Daarnaast hebben juristen commentaren geschreven in boeken, op enerzijds het wettenrecht (ius civile) en anderzijds de commentaren op het Edict van de Praetor. In Rome had je iemand die toezicht hield.....read more
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Proces recht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van. Terug te vinden in de literatuur: Prota, Hoofdstuk, Proces recht (P) 1 t/m 22.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het van belang de drie procesvormen in Rome te kunnen onderscheiden.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat waren de drie porcesvormen in Rome?
1. Legis actio - proces: in de tijd van de Wet van de Twaalf Tafelen
Dit is een zeer formeel proces waarbij in vaste formules moest worden uitgesproken. Recht en religie hingen nog sterk samen.
2. Proces per formulam
Dit is de vorm die de grootste in vloed op het Romeins Recht heeft gehad. Het geschil werd vastgelegd in een akte en de jurist zorgde voor de juiste vaste volgorde in de akte.
3. Cognitio extraordinaria
Hierbij was sprake van speciale gevallen van geschillen waar de keizer een rechter heeft benoemd die de uitspraak doet. Dit was eigenlijk een manier voor de keizers om hun eigen macht te versterken. Dit werd uiteindelijk de gewone rechtsgang.
- Waarom worden de procedures gevoerd?
Dit vanwege een executoriale titel die door het proces wordt verkregen. Zonder deze titel is er sprake van eigenrichting, dit is niet toegestaan.
Wat zijn mijn rechten? Antwoord tegenwoordig, kijk naar het materiële privaatrecht.
Romeinen dachten: kan ik een proces beginnen? Zo ja, dan kan ik over een recht beginnen.
De Romeinen procedeerden om een executoriale titel krijgen, om een stuk te hebben dat ten uitvoer wordt gebracht. Het veroordelende vonnis in het bijzonder. Zodra je een executoriale titel hebt, heb je recht van meewerking van de overheid volgens dat vonnis. Echter, er bestaat een zekere beoordelingsmarge in geval van openbare orde -> dan is de overheid niet verplicht mee te werken.
Oudste vorm executie civiel: executie op persoon die veroordeeld was. Hij verloor dan zijn juridische persoonlijkheid, deze persoon werd dan dus slaaf en die kon je verkopen op de markt en dan had je het geld. Inclusief als de schuldenaar wel vermogen had maar niet wilde betalen, dan verloor hij dat ook allemaal. Wat te doen met schuldenaar met meerdere schuldeisers? Dan schuldeisers bevoegdheid om schuldenaar in meerdere stukken te snijden. Dit moet je met een korreltje zout nemen.
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit college wordt het Romeins personen- en familierecht behandeld.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Hier is geen sprake van: Prota, hoofdstuk 3 Personen- en familierecht (PF) 1 t/m 19.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Hier is geen sprake van.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wanneer is er sprake van minderjarigheid?
Infans: betekent dat iemand onder de 7 jaar is en bijgestaan wordt door een tutor. In fari betekent dat iemand nog niet kan praten, ofterwijl nog geen juridisch relevante wil heeft. Deze rechtshandelingen zijn nietig.
Impubes: betekent dat iemand onder de 12 is en respectievelijk 14 jaar. Dit betekent dat iemand nog niet geslachtsrijp is. Er is wel sprake van een juridische wil, zij konden ook koopovereenkomsten sluiten en deze waren slechts vernietigbaar. Dus de rechtshandelingen waren niet per definitie nietig. De tutor is een voogd die de impubes bijstaat bij hun handelen in rechte.
Pubes: betekent dat het meisjes zijn vanaf 12 jaar en voor jongens vanaf 14 jaar. Deze rechtshandelingen zijn ook vernietigbaar. In dit geval is er geen sprake meer van een tutor, maar een curator.
Maior aetas: betekent dat iemand volledig handelingsbekwaam is, dit is vanaf de leeftijd van 15 jaar.
Romeinen zagen personen samen met een drager van rechten en plichten, kortom of je een vermogen kon hebben hing in verband met de persoon.
Absolute rechten: rechten tegen een ieder gelden.
Relatieve rechten: vorderingen. Indien negatieve vorderingskant, dan heb je een passieve vordering oftewel een schuld.
Als u een vermogen wilt opbouwen, doet u dat ook als u geld leent. Dus een vermogen is niet per definitie een positief saldo. Juridisch gezien is iemand die een vermogen kan hebben, een drager van rechten en plichten en zo iemand is een persoon. Persoon betekent letterlijk gezien een masker. Dan deed je mee in de juridische wereld, dan had je absolute en relatieve rechten.
Naar Romeins recht is niet ieder mens een persoon. Je status, de manier waarop je bestaat in de wereld, speelt een belangrijk rol of je een persoon bent. Er zijn drie zaken van invloed of je inderdaad een persoon bent:
Libertas. Besta je in vrijheid?
Civitas. Maak je deel uit van de civitas = de Romeinse burgerij.
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege wordt een start gemaakt met het Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen behandeld die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 1 T/M 11 van Prota van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er is geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Belangrijk voor het tentamen is te weten wat het verschil is tussen een zakelijk- en persoonlijk recht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat is het verschil tussen een zakelijk- en persoonlijk recht?
1. Zakelijke rechten zijn limitatief. Persoonlijkrechten komen daarentegen in oneindig veel vormen voor, dit komt door de contractsvrijheid.
2. Zakelijke rechten volgen de zaak, ongeacht onder wie deze is. Dit heeft tot gevolg dat zakelijke rechten tegenover een ieder in te roepen is. Persoonlijke recht slechts tegen een of enkele personen.
3. Zakelijk recht levert bij een faillissement een preferente positie op.
- Wat is het verschil tussen het genereren van vruchten als inkomst?
Naar Romeins recht verkrijg je de vruchten niet door bijvoorbeeld afscheiding of inbezitneming. Je moest daadwerkelijk de vrucht geplukt hebben om het eigendom te verkrijgen.
Persoon is drager van rechten en plichten, in dat vermogen zitten drie dingen: de absolute rechten, de relatieve rechten en de schulden.
In de tijd dat er nog geen verbintenissenrecht was, leefden volkeren naar hele andere uitgangspunten. Het ging er dan om dat de religieuze verplichting of bevoegdheid had om de andere persoon een zelfde portie leed mag toe brengen. Dus als iemand jouw been breekt, mag jij diegene zijn been ook breken. - wet op de weerbraak (lex talionis).
Romeinen laten het idee van wraak los door middel van de zogenoemde Wet van de Twaalf Tafelen (Lex Duodecim Tabularum). Het idee werd dat er niet een verplichting bestond tot het feitelijk wraak nemen, maar dat er geld moest worden betaald. Dus geen geweldpleging maar een zakje geld geven. Romeinen zagen het wel als geld, maar als debiteur niet wilde of kon betalen dan mocht u de debiteur in uw eigen kerker zetten. Er staat precies hoe zwaar de boeien/kettingen mogen zijn en hoeveel eten je de debiteur moet geven. Als niemand na 60 dagen het geld voor hem betaalde, mocht je hem aan de andere kant van de Tibor verkopen als slaaf.
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege gaat het wederom over het Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er is geen sprake van onderwerpen die niet in de literatuur worden behandeld. Hoofdstuk 4, goederenrecht (G) 12 $ 13, 15 t/m 20 uit Prota van belang. Het eigendom staat centraal.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in dit vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Het eigendom zoals we het nu kennen is eigenlijk precies hetzelfde zoals de Romeinen dit definieerden. Het gaat om het meest omvattende recht dat je kan hebben op een zaak; Eigendom = Dominium.
Voor het tentamen is het belangrijk te weten welke beperkingen kunnen worden uitgeoefend op het eigendomsrecht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Welke beperkingen kunnen worden uitgefoefend op het eigendomsrecht?
Een verbintenis is een rechtsbetrekking tussen ten minste twee personen. Er bestaan subjecten en objecten binnen een verbintenis. De subjecten zijn de deelnemers of de partijen bij de verbintenis. Het object is vaak de prestatie die moet worden verricht bij het sluiten van een verbintenis.
Het object van de verbintenis: het voorwerp, de prestatie die moet worden verricht door de schuldenaar. Dat moet bepaalbaar zijn wil het een verbintenis zijn. Hoe ver reikt dat precies? Kun je een verbintenis in het leven roepen waarbij de schuldenaar nog niet precies weet wat hij moet presteren, maar een derde wordt daar voor gevraagd. Voorbeeld: koper van een huis, verkoper van het huis maar beide komen er over de prijs niet uit, dus zij spreken af dat een derde de prijs van het huis bepaalt (de taxateur). Heb je dan geldige koopovereenkomst waar verbintenissen uit voortvloeien? Romeinen zeiden van wel. De verbintenis is niet bepaald (staat nog niet vast), maar wel bepaalbaar (snapt wel wat er uit komt) en dus een geldige verbintenis. De derde moet wel uiteindelijk de schatting maken,dan weet
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat wederom over Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er zijn geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 14 & 21 t/m 25 van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.
Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot tentamenvragen.
Het doel van verbintenissen is dat ze zo snel mogelijk tenietgaan, dus nakoming van de verbintenis. De vorderingen die je hebt wil je graag inleveren bij de schuldenaar die de prestatie wil leveren. Betaling is het nakomen van de verbintenis. Gold in het Romeins recht hetzelfde -> De term van betaling is solutio, betekent letterlijk losmaken. Je maakt de verbintenis los, de verbintenis werd als een ketting gezien door de Romeinen.
Een schuldenaar heeft altijd een redelijk termijn om te presteren. Je kunt hierdoor bijv. een betalingstermijn afspreken of afspraken maken over de opeisbaarheid (bijv. pas presteren op een nader te bepalen tijdstip in toekomst). Naar Romeins Recht moest je enorm uitkijken dat je niet te snel begon te procederen, want als je de zaak verloor dan verdween jouw vordering (schuldvernieuwing) en werd die vervangen door het vonnis van de rechter. Als die beoogde dat je niks kreeg, dan had je niks meer in rechte. Men noemde dat petitio: de eiser heeft te veel geëist. Kan men spreken van een onverschuldigde betaling als de opeisbaarheid nog niet is verstreken? Dan is er geen onverschuldigde betaling, de schuld was er namelijk wel, ook al was die nog niet rechtens afdwingbaar. Je kan dan niet het geld terugvorderen.
In beginsel zal de schuldenaar zelf moeten betalen, maar op die regel bestaat een uitzondering: in beginsel is elke derde bevoegd om de schuld van de schuldenaar te voldoen. Het resultaat van die betaling is dan dat de verbintenis tenietgaat. In de praktijk werd een schuldenaar vaak bevrijd door een betaling van een derde, die hem vrij kocht van de crediteur. Als de schuldenaar niet betaalde nam de crediteur hem namelijk in gevang.
Waarom zou een derde betalen voor de schuldenaar? Kan vrijgevend zijn, dan is het een schenking, is niet vaak
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van odnerwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4 Prota, Goederenrecht paragraaf 12 en 13, 15 t/m 20 van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelignen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten dat het begrip "traditio" tweeslachtig is. Je kunt er allereerst mee bedoel; "overdracht". Er moet dan sprake zijn van titel, beschikkingsbevoegdheid en levering (3:84 BW). De tweede betekenis is bezitsverschaffing (levering). Voor bezitsverschaffing moet het bezit dan dus ook worden verschaft.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Hoe kun je in het Romeinsrecht bezit verkrijgen?
Het verschil tussen beide is dat bij bezitsverschaffing het verzit van een anders krijgt, indien je het zelf doet is er sprake van inbezitneming. Bezitsoverdracht is een term die Romeinen niet kende. Het ging om een feitelijke handeling.
- Wat is het verschil in Nederlands recht en Romeins recht voor de verkrijging van het bezit van onroerende zaken?
Voor het Nederlands recht is een akte voor bezitsverschaffing van onroerende zaken wél vereist, voor het Romeins recht niet.
De Romeinen keken waar het economisch belang van het contract lag. Als je iets in bruikleen krijgt, dan ligt het belang van het contract bij de gebruiker. Dit betekende dat van hem een hoge zorgplicht werd verwacht. Hij was sneller aansprakelijk als hij het niet teruggaf of dergelijke. Als je iets in bewaarleen krijgt, bijvoorbeeld je geeft je jas af bij een concert, dan ligt het belang van het contract bij de bewaargever; diens jas wordt gratis bewaakt. Hier is het niet de debiteur die het belang heeft, maar de gever.
Indien de nakoming onmogelijk is geworden, dan is van belang waar het belang van het contract ligt want bij diegene ligt logischerwijs ook de meeste zorgplicht. De debiteur is sneller aansprakelijk. Behalve bij bewaargeving, dan was je later aansprakelijk omdat je dan als crediteur handelt. Zie in ons huidige BW, art.6:27.
Indien de nakoming nog mogelijk is, dan krijgt men eerst nog een tweede kans om als nog na te komen. De crediteur heeft pas recht op vervangende schadevergoeding als de debiteur in verzuim is. (In het Romeins, mora genoemd).
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege gaat het wederom over het Romeins Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet terug te vinden zijn in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota is van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Op het tentamen wordt vaak gevraagd welke vorm van schenking niet geldig is.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Welke vorm van schenking is niet mogelijk?
Dit is geval van schenking in een huwelijk gedaan. Deze schenkingen aan elkaar als echte lieden is nietig. Eigendom van de gegeven zaak kan dus niet over zijn gegaan, er is geen objectieve geldige titel.
Voor iedere overeenkomst in het Romeinse Recht is consensus vereist. Dit is de wilsovereenstemming bij de overeenkomst. In het Nederlands Recht is dit anders, bij ons komt er soms toch nog een overeenkomst tot stand ondanks een gebrekkige wilsovereenstemming (derdenbescherming) . In het Romeinse Recht moet er consensus zijn. Indien er dissensus over de overeenkomst is, dan komt er geen overeenkomst tot stand. Indien dissensus over het object, dan komt er tevens geen overeenkomst. In het Nederlands recht kom je in zo'n geval dan bij art.3:35 BW.
In het Nederlandse recht hebben we dwaling. In het Romeinse Recht werd dit niet beschouwd als wilsgebrek, maar ze vonden het een toepassing van de regel van consensus. Als de consensus ontbrak, dan was er geen overeenkomst tot stand gekomen. Het Romeins Recht kende alleen de tweezijdige dwaling. Het moet gaan om dezelfde zaak maar allebei moeten ze een onjuiste voorstelling van zaken hebben.
Een voorbeeld. Beide partijen hebben het over een fles rode wijn. Deze wijn is echter verzuurd. Is er dan sprake van dwaling? Volgens de Romeinen niet, want er zit wel degelijk rode wijn in alleen is de zuurgraag anders. Dat was onvoldoende voor dwaling bij de Romeinen en de koper heeft in zo'n geval pech. Als er bijvoorbeeld in plaats van wijn, azijn in de fles zat dan was er wel sprake van dwaling.
In het Ius Civile gold het volgende. 'Deceptus tamen volui' - ik ben misleid, maar ik heb wel gewild.
Als het gaat om een overeenkomst die nog niet is uitgevoerd dan geldt exceptio doli: oftewel vernietiging. Gaat het
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Deze week gaat over het Romeins Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er is geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten voor verkrijgende verjaring te kennen.
Voor het tentamen is het van belang het verschil in redenatie te weten met betrekking tot "goede trouw" in het huidige recht en het Romeinse recht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat zijn de vereisten voor verkrijgende verjaring?
Gedurende de wet van de twaalf tafelen, waren dit er slechts twee. Er moest sprake zijn van bezit en dit bezit had een termijn van 1 jaar voor roerende zaken en 2 jaar voor onroerende zaken. Hier kwam echter commentaar op omdat het nu wel heel makkelijk was om onder overdracht uit te komen. Nu zijn de eisen dat het niet mocht gaan om een gestolen zaak. Er moet sprake zijn van een titel en goede trouw en tot slot moet er sprake zijn van bezit en voldaan zijn aan de verjaringstermijn.
- Wanneer was er in het Romeinse recht sprake van goede trouw?
Naar Romeins recht was het geen vereiste dat je moest hebben gedacht eigenaar te zijn geworden. Je kon eigendom verkrijgen ook al wist je dat de levering onjuist was, voldoende voor verjaring was instemming van de eigenaar. Het ging om het uitgangspunt dat de bezitter van die zaak goede trouw moet hebben gehad op het moment dat hij het goed in bezit krijgt, voor de rest van het verjaringstermijn doet het er niet meer toe.
- Wat was de nieuwe verjaringstermijn?
Eerst 1 jaar voor roerende zaken; deze werd veranderd in 3 jaar. Eerst 2 jaar voor onroerende zaken en dit werd veranderd in 10 jaar voor onroerende zaken in dezelfde provincie en 20 jaar voor onroerende zaken in een andere provincie.
Een verbintenis is een rechtsbetrekking die kan voortkomen uit een overeenkomst, maar dat hoeft niet het kan ook uit iets anders. Bijvoorbeeld een onrechtmatige daad.
Omgekeerd, is het ook niet zo dat elke overeenkomst een verbintenis ten gevolge heeft.
Er zijn overeenkomsten die verbintenissen tot gevolg hebben, dit zijn
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, specifiek de Beperkte rechten.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkeling in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfdienstbaarheid betekent. Het houdt in dat er sprake is van een heersend erf en een lijdend erf. Er dienen hiervoor 2 erven en 2 verschillende eigenaren te zijn. Erfdienstbaarheden kunnen een dulden of niet-doen inhouden. Verder stelden de Romeinen 3 voorwaarden:
- Vicinitas (naburigheid): de romeinen namelijk een ruim begrip voor naburigheid, namelijk zolang het gebruik van het ene erf maar in het belang is voor het andere erf.
- Utilitas (nut): de erfdienstbaarheid moet te maken hebben met normaal gebruik heersend erf.
- Causa perpetua: niet door uitoefening tenietgaan.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.
- Hoe wordt een erfdienstbaarheid gevestigd?
Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt in:
a. Landelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om dulden
b. Stedelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om nalaten; werd gevestigd door een overdracht in rechten door middel van een schijnproces.
- Hoe gaat een erfdienstbaarheid teniet?
Een erfdienstbaarheid kan tenietgaan door het tenietgaan van het heersend of lijdend erf. Ook kan het tenietgaan door afstand; wanneer de eigenaar van het heersend erf eenzijdig afstand doet van zijn recht en tot slot door vermenging van eigendom van het heersend en het lijdend erf.
De enkele consensus bindt. In het Romeinse Recht is dit niet per definitie genoeg om een contractuele band tot stand te brengen. De gedachte dat consensus bindt is christelijk, het komt uit bijbel teksten.
Desondanks waren de belangrijkste Romeinse overeenkomsten toch consensueel. De belangrijkste vieren waren de koop/verkoop (emptio venditio), de huur/verhuur (locatio conductio), de maatschap (societas) en de lastgeving (mandatum). Dit zijn overeenkomsten die naar Romeins Recht ontstaan door de enkele wilsovereenstemming. Er zijn twee gemeenschappelijke trekken, namelijk 1) je kunt ze afsluiten onder afwezigen (dit in tegenstelling tot bijv. de stipulatio) en 2) ze zijn allemaal wederkerige overeenkomsten, bonae fide.
Is koop een vorm van ruil tegen geld? De Romeinen zeiden van niet. Koop is een eigensoortig contract dat je niet kon zien als ruil. Ruil is een innominaatcontract en koop kun je daar absoluut niet tot
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, in het bijzonder: erfpachtrecht, pand en hypotheek.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfpacht inhoudt. Dit is het recht op andermans onroerde zaak. Dit recht is vervreemdbaar en bezwaarbaar.
Hiernaast is het belangrijk te weten wat het onderscheid is tussen de vestiging van pand en hypotheek.
Indien men verzwijgt dat er al een ander zekerheidsrecht is gevestigd op een zaak, heet dit stellionaat.
- Wat is het verschil in vestiging bij pand en hypotheek?
Pand wordt gevestigd middels bezitsverschaffing, terwijl hypotheek zonder bezitsverschaffing plaatsvindt.
Je gedragen als belangenbehartiger van iemand anders, is de definitie van zaakwaarneming. Op redelijke grond laat je jezelf in op andermans belangen. Als je als zaakwaarnemer kosten maakt, dan kun je die kosten van de belanghebber vorderen. De actio negotiorum contraria (de actie uit zaakwaarneming). De belanghebbende kan daar als reactie een directe zaakwaarneming actie vorderen op de zaakwaarnemer (actio negotiorum directa).
Het met opzet prijsgeven van een goed, is soms niet voldoende om niet van zaakwaarneming te kunnen spreken. Er moet sprake zijn van een redelijke grond, indien men geen zaakwaarneming mag aannemen. Als je een hond ernstig hebt mishandeld en vervolgens op straat gooit, dan kun je niet zeggen dat je de kosten van de verzorging niet op jouw te verhalen zijn, omdat je de hond had prijsgegeven. (Rechtbank Groningen).
Naar Romeinen was de ongerechtvaardigde verrijking aanleiding tot de ontwikkeling van de verschillende condictiones. Een condictio is een manier hoe je procedeert. Enkele vormen van condictio (ongerechtvaardigde verrijking):
Ten eerste hadden zij de condictio indebiti (onverschuldigde betaling): dit is bijzonder, want in het Romeins Recht is onverschuldigde betaling dus een onderdeel van de ongerechtvaardigde verrijking, terwijl in het Nederlands Recht zij als aparte rechtmatige zaken worden bekeken. Je dacht dat je een bepaalde schuld had, die heb je ook betaald maar achteraf gezien blijkt dat je helemaal niet hoefde te betalen. De Romeinen eiste de vergissing, enkel als je je vergiste dan betaalde
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van erfopvolging te kennen:
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe kan iemand worden onterft?
Wat gebeurt er met iemands vermogen na zijn overlijden? Hoe gaat het vermogen van de overledene over op zijn opvolgers? Het gaat om de vermogensovergang. Bij de Romeinen ging het om het volledige vermogen, zowel de zaken, de rechten als de schulden. Zei kenden dit als de opvolging onder algemene titel. Dit zit vast aan het begrip vermogen: absolute rechten (eigendom), de relatieve rechten (persoonlijke vorderingsrechten, tegen één bepaalde persoon) en de schulden. Het feit dat een volledig vermogen in één keer overgaat, is een bijzonder geval. Dit kent men enkel in bepaalde gevallen, namelijk in het meest belangrijke erfrecht.
Naar Romeins recht gaat het al fout bij de relatieve rechten, zij kenden namelijk geen cessie dus die vorderingsrechten kun je niet overdragen (in het Nederlandse Recht kennen we wel cessie dus zou kunnen). Daarnaast kun je geen schulden overdragen. Enkel de absolute rechten zou kunnen, maar ook niet alle bijv. vruchtgebruik niet. Kortom, je kunt tijdens het leven niet je volledige
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
De testamen waarin kinderen werden onterft konden worden aangevocht bij een speciale rachtbank. Deze rechtbank heette "centumviri". Deze bestond uit 100 vaste rechters en was opgedeeld in kamers van 10 mannen. Deze rechtbank ontwikkelde jurisprudentie.
Indien iemand zijn kinderen onterft, werd krankzinnig verklaard. Indien dit gebeurde was het testament dus ongeldig. Deze schenkingen werd bij het vermogen opgeteld en de legitieme portie wordt over dit vermogen berekend.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe worden de verschillende bestanddelen van een nalatenschap verdeeld?
- Vorderingen; worden van rechtswege verdeeld. Zoveel nieuwe vorderingen als er erfgenamen zijn worden in verhouding verdeeld tot hun erfdeel. Dit geldt tevens voor schulden.
Men kan op twee manieren aangewezen zijn op een nalatenschap. Op grond van de wet en op grond van een testament. Indien er geen testament is, dan wijst de wet een erfgenaam aan. Indien er wel een testament is, dan wordt die natuurlijk uitgevoerd. Maar een belangrijke vraag is op welk moment verkrijgt de erfgenaam een nalatenschap? Dat hing er van af wat voor soort erfgenaam je was, kortom van de status van de erfgenaam.
De Romeinen onderscheidden twee typen erfgenamen:
Sui of necessarii : de eigen of noodzakelijke erfgenamen. Diegene die zelf pater familias worden als hun pater familias komt te overlijden. De plichten werden onmiddellijk overgenomen door de nieuwe pater familias. Romeinen deden aan voorouders cultes: voor de voorouders nagedachtenis zorgen. Die taak was van de pater familias, dus die taak moest onmiddellijk worden voortgezet. Kortom, de nieuwe pater familias is er onmiddellijk als de oude overlijdt. Die moet deze taak meteen overnemen. Daarnaast verwierf je ook direct het vermogen van de pater familias. Dus je nam direct de plichten en het vermogen op. Kern: je erft van rechtswege. Deze groep erfgenamen wordt niet gevraagd wat ze er van vinden, ze worden automatisch erfgenaam.
Voluntarii, de vrijwillige erfgenamen: die moeten hun wil bepalen, zij moeten zeggen of ze al dan niet de erfenis willen verkrijgen. Als ze dat willen, dan aanvaarden ze de erfenis en krijgen ze die
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Men kan in twee opzichten een onverdeeld aandeel hebben in de boedel. Dit heeft te maken met de gehele boedel; dit is een abstract aandeel die afhangt van de verdeling die nog moet plaatsvinden. Ook kunnen er afzonderlijke bestanddelen van de boedel zijn. Je moet toestemming vragen om te mogen beschikking over jouw aandeel in de afzonderlijke bestanddelen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat houdt een legaat in?
Dit zijn één of meer bepaalde rechten die aan bepaalde personen per testament toekomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een legaat waarin iets wordt gegeven en een legaat waarin een ander wordt gedwongen iets te doen.
In elke nalatenschap zit een onverdeelde boedel. De boedel is het geheel van absolute rechten naar Romeins recht. Hier golden andere regels voor. De absolute rechten op zaken in de nalatenschap gaan gemeenschappelijk over op erfgenamen, die worden gezamenlijk mede eigenaar in alles wat in boedel zit. De boedel is anders dan het vermogen, de boedel betreft het geheel aan absolute rechten dat onverdeeld blijft. Simpel gezegd, de eigendommen (huis, antiek, juwelen). Naar huidig recht zitten de vorderingen ook in de boedel, maar naar Romeins enkel absolute rechten.
Wat zit er in de helft van een boedel? Dan ben je mede eigenaar van de boedel als geheel, zo te heten een onverdeeld aandeel in de boedel als geheel. Wat kun je ermee? Je hebt dan recht op de helft van de boedel, afzonderlijk zijn de erfgenamen beschikkingsonbevoegd. Je kunt niet beschikken over het huis, want je hebt maar recht op de helft van dat huis, alleen gezamenlijk kun je bijv. een hypotheek op huis vestigen.
Rechten op afzonderlijke bestanddelen? Kun je daarover beschikken? Je hebt ook een aandeel in afzonderlijke bestanddelen, recht op de helft van het huis, de auto, de klok etc. Hier geldt hetzelfde voor als voor een aandeel in het geheel. Je hebt toestemming nodig van je mede eigenaar in ons huidige recht. In het Romeins recht gold dit niet, daar kon je vrij over
.....read moreIn deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution