Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

 

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org

Bundle items:
Crossroads: activities
Crossroad: goals
This content is used in bundle:

Romeins Recht - RUG - B2 - Oefenmaterialen

Romeins recht - RUG - Oefententamen I

Romeins recht - RUG - Oefententamen I


Vragen

Casus 1

Apius geeft Blasius, zijn zaakwaarnemer en vertegenwoordiger, de opdracht om een uniek sieraad te kopen van Markus. Daarbij hoeft Blasius niet de naam van Apius gebruiken. Markus verkoopt het sieraad aan Blasius en levert het dezelfde dag nog aan hem. Een aantal dagen na de levering wordt Blasius helaas failliet verklaard. Het sieraad is dan nog niet door Blasius aan Apius geleverd. De crediteuren stellen dat het unieke en zeer waardevolle sieraad tot de failliete boedel van Blasius behoort. Apius stelt echter dat het sieraad van hem is.

Vraag 1

Hoe bepaalt men volgens het Romeinse recht wie in deze situatie de eigenaar is geworden van het sieraad?

Casus 2

Aulus is bezig om door middel van verkrijgende verjaring (usucapio) eigenaar te worden van een bestekset dat eigendom is van Brutus. Aulus verkoopt en levert de set, nog voordat de verjaringstermijn is verstreken, aan Cassius. Cassius weet dondersgoed dat de bestekset ooit eigendom was van Brutus. Cassius concludeert echter dan Aulus doormiddel van verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van de set. Cassius leent de bestekset direct na de levering van Aulus de set aan Didius. Hij vertelt direct het hele verhaal over de herkomst van de kostbare set en vertrekt weer. Didius neemt de set mee naar huis en schrijft, daar aangekomen, een brief aan Brutus waarin hij deze meedeelt de set voortaan voor hem (Brutus) onder zich te zullen houden. Een paar dagen nadien is de verjaringstermijn verstreken na ommekomst waarvan de set eigendom zou zijn geworden van Aulus.

Vraag 2

Wordt de wettelijke verjaring belet door de levering aan Cassius? Beantwoord de vraag aan de hand van Romeins recht.

Vraag 3

Het Romeinse recht en het canonieke recht kijken verschillend naar het leerstuk van goede trouw. Waarin zit dit verschil?

Vraag 4

Indien de verjaringstermijn is verstreken, wie is dan naar Romeins recht de eigenaar van de unieke bestekset?

Casus 3

Atus geeft aan Boxus te kennen dat hij tot over z’n oren verliefd is op de slavin Shiloh. Hij beweegt Boxus met een vooraf afgesproken geldbedrag hem er dan ook toe om haar vrij te laten. Atus overhandigt Boxus het geld bedrag, echter na enige tijd bedenkt Atus zich en nog voordat Boxus Shiloh heeft vrijgelaten, verzoekt hij Boxus om het door hem betaalde geldbedrag terug te geven.

Vraag 5

Benoem de tussen Atus en Boxus gesloten overeenkomst. Hoe wordt deze gekwalificeerd?

Vraag 6

Welke actie staat Atus tot zijn beschikking wanneer Boxus weigert het geldbedrag terug te geven?

Casus 4

Asus heeft een vordering van 11.000 asses (een Romeinse munteenheid), deze vordering bestaat uit een hypotheekrecht die gevestigd is op het aan Balbus toebehorende huis. Asus komt overeen met Catalya dat de vordering die hij op Balbus heeft aan Catalya geleverd zal worden. Gezamenlijk verzoeken zij

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen II

Romeins recht - RUG - Oefententamen II


Vragen

Casus 1

De canoniekrechtelijke rechtsbronnenleer, zoals die onder meer in het Decretum van Gratianus tot uitdrukking komt, heeft in heel West Europa een grote invloed gehad op de rechtskracht van het gewoonterecht als autonome rechtsbron.

Vraag 1

Hoe ziet het cannonieke recht de rechtskracht van het gewoonterecht?

Vraag 2

Wat bedoelt men met het interdictum?

Casus 2

Atrus is eigenaar van een koe en is tevens bezitter van het dier. De koe verhuurt hij voor enige tijd aan Bassus, deze krijgt het dier ook in zijn bezit. Atrus weet dat Bassus een boerderij heeft en het dier zal gebruiken voor de melkproductie, met het bijkomende aspect van doorverhuren aan derden.

Bassus verkoopt het door hem aan CIaudius verhuurde koe aan Didius. Didius is in de veronderstelling dat Bassus eigenaar is van het dier. De levering van de koe geschiedt door middel van een constitutum possesorium. Enige tijd nadien is de verhuurtermijn verstreken en verzoekt Atrus, Bassus hem de koe terug te geven. Bassus verklaart dat hij de koe aan Didius heeft verkocht en geleverd. Atrus, die weet dat Bassus geen verhaal biedt omdat hij nagenoeg failliet is, bezint zich op zijn zakenrechtelijke (of, zo men wil, goederenrechtelijke) positie.

Vraag 3

Wat is in casu de goederenrechtelijke positie van Atrus nadat Bassus het door hem van Atrus gehuurde koe aan Claudius heeft verhuurd?

Vraag 4

Wat is in casu de goederenrechtelijke positie van D nadat B de koeaan hem heeft verkocht en door middel van een constitutum possessorium geleverd?

Casus 3

Aulus verkoopt, met de bijbehorende inboedel, zijn winkelpand aan Blasius. Blasius betaalt een koopprijs en maakt een lijst met daarop de in het pand gevonden roerende goederen. Hij concludeert aan de hand van de lijst door Aulus te zijn bedrogen. Als gevolg van die constatering vordert hij, met succes, vernietiging van de overeenkomst van koop en verkoop. Een aantal maanden later wordt Aulus failliet verklaard. Blasius bezit op dat moment nog steeds de inboedel van de winkel. De curator is van mening dat de inboedel toekomt aan Aulus.

Vraag 5

Wie is volgens Romeins recht de rechtmatige eigenaar van de inboedel?

Casus 4

Titius heeft al jaar en dag een groot en majestueus schip. Hij heeft Stichtus in dienst genomen als kapitein van het schip. Titius geeft Stichtus een volmacht om namens hem voor het behoud van het schip, noodzakelijke rechtshandelingen te verrichten.

Tijdens een woeste storm loopt het schip ernstige schade op en moet noodgedwongen gerepareerd worden in een nabij gelegen haven. Stichus geeft opdracht om de nodige herstelwerkzaamheden te laten verrichten en doet dit op zijn eigen naam, dat wil zeggen zonder aan de haven kenbaar te maken dat hij voor rekening van een ander handelt. Stichus beschikt echter niet over de financiële middelen om de reparaties te bekostigen en

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen III

Romeins recht - RUG - Oefententamen III


Vragen

Casus 1

Aulus geeft opdracht aan zijn zaakwaarnemer en vertegenwoordiger (procurator) Blasius om voor hem (zonder overigens zijn naam te mogen gebruiken) een kostbaar schilderij te kopen van Caius. Caius verkoopt en levert het schilderij inderdaad aan Blasius. Kort na de levering wordt Blasius failliet verklaard; het schilderij is nog niet door Blasius aan Aulus afgegeven. De crediteuren van Blasius beweren dat het schilderij tot diens failliete boedel behoort; Aulus daarentegen beweert dat het zijn eigendom is.

Vraag 1

Wat is naar Romeins recht van doorslaggevend belang voor de beantwoording van de vraag wie van beiden (Aulus of Blasius) eigenaar is geworden van het schilderij?

Casus 2

Appius is bezig om door middel van verkrijgende verjaring (usucapio) eigenaar te worden van een boek dat eigendom is van Bavius. Nog voordat de verjaringsterrnijn is verstreken, verkoopt en levert hij (Appius) het boek aan Cassius die weet dat het boek ooit eigendom was van Bavius, maar van mening is dat Appius daarvan inmiddels door middel van verkrijgende verjaring eigenaar is geworden. Cassius leent het boek direct nadat het door Appius aan hem is geleverd uit aan Didius aan wie hij het hele verhaal over de herkomst van het kostbare manuscript vertelt. Didius neemt het boek mee naar huis en schrijft, daar aangekomen, een brief aan Bavius waarin hij deze meedeelt het boek voortaan voor hem (Bavius) onder zich te zullen houden. Een paar dagen nadien is de verjaringstermijn verstreken na ommekomst waarvan het boek de eigendom zou zijn geworden van Appius.

Vraag 2

Wordt de verjaring naar Romeins recht gestuit door de levering aan Cassius?

Vraag 3

Ten aanzien van de goede trouw die voor de verkrijgende verjaring (usucapio) was vereist. bestond in de gemeenrechtelijke traditie verschil van mening omdat het Romeinse recht daaromtrent iets anders leerde dan het canonieke recht. Waaruit bestond dit verschil?

Vraag 4

Wie is naar Romeins recht eigenaar van het boek nadat de verjaringstermijn is verstreken?

Casus 3

Avienus geeft een geldbedrag aan Bibulus opdat deze de slavin Ceia, op wie Avienus verliefd is, vrijlaat. Na enige tijd, doch vóórdat Bibulus is overgegaan tot de vrijlating van zijn slavin, bedenkt Avienus zich en wel omdat hij inmiddels door de liefde voor een andere dame is gegrepen. Hij verzoekt daarom aan Bibulus het door hem betaalde bedrag te retourneren omdat hij geen prijs meer stelt op de vrijlating van Ceia.

Vraag 5

Hoe werd een overeenkomst als die welke tussen Avienus en Bibulus werd gesloten gekwalificeerd?

Vraag 6

Welke rechtsvordering stelt Avienus in dit geval tegen Bibulus in wanneer deze weigert het aan hem door Avienus betaalde geldbedrag te retourneren?

Casus 4

Ammianus heeft een vordering van 10.000 asses (een Romeinse munteenheid) op Balbus tot zekerheid waarvan hij een hypotheek (hypotheca) heeft gevestigd op een aan Balbus toebehorend huis. Ammianus

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen IV

Romeins recht - RUG - Oefententamen IV


Vragen

Vraag 1

De canoniekrechtelijke rechtsbronnenleer, zoals die onder meer in het Decretum van Gratianus tot uitdrukking komt, heeft in heel West-Europa en in het bijzonder in Engeland grote invloed gehad op de rechtskracht van het gewoonterecht als autonome rechtsbron.

Welke was het standpunt van het canonieke recht ten aanzien van de rechtskracht van het gewoonterecht?

Vraag 2

Wat dient men te verstaan onder een zogenaamd interdictum?

Casus 1

A(ulus) is eigenaar en bezitter van een paard. Hij besluit dit paard voor enige tijd te verhuren aan B(lasius) en verschaft daarom aan deze de feitelijke heerschappij. A(ulus) weet dat B(lasius), die een stalhouderij drijft, het door hem verhuurde paard onder meer zal gebruiken door het aan derden te verhuren.

Korte tijd nadien verhuurt B(lasius) het paard inderdaad op zijn beurt aan C(laudius), die het in zijn rijschool stalt en niet op de hoogte is van het feit dat B(lasius) het paard heeft gehuurd van A(uIus).

B(lasius) verkoopt het door hem aan C(Iaudius) verhuurde paard aan D(idius), die denkt dat B(lasius) eigenaar van het dier is. De levering van het paard geschiedt door middel van een constitutum possesorium. Enige tijd nadien is de termijn verstreken waarvoor A(ulus) zijn paard aan B(lasius) had verhuurd en hij verzoekt B(lasius) hem dat paard terug te geven. B(lasius) verklaart nu het paard aan D(idius) te hebben verkocht en geleverd. A(uIus), die weet dat B(lasius) geen verhaal biedt omdat hij nagenoeg failliet is, bezint zich op zijn zakenrechtelijke (of, zo men wil, goederenrechtelijke) positie.

Vraag 3

Welke is naar het gerecipieerde Romeinse recht de zakenrechtelijke (of zo men wil, goederenrechtelijke) positie van A nadat B het door hem van A gehuurde paard op zijn beurt aan C heeft verhuurd?

Vraag 4

Welke is naar het gerecipieerde Romeinse recht de zakenrechtelijke (of zo men wil, goederenrechtelijke) positie van D nadat B het paard aan hem heeft verkocht en door middel van een constitutum possessorium geleverd?

Casus 2

A(ulus) verkoopt aan B(lasius) een winkelpand met de daarbij behorende inboedel en geeft aan B(lasius) toestemming zich in het bezit te stellen van de zich daarin bevindende roerende goederen. B(lasius) betaalt de koopprijs en maakt een inventaris op van de zich in het pand bevindende roerende goederen.

Hij komt daarbij tot de conclusie door A(uIus) te zijn bedrogen. Hij vordert daarom met succes vernietiging van de overeenkomst van koop en verkoop.

Korte tijd nadien wordt A(ulus) failliet verklaard. B(lasius) bevindt zich dan nog steeds in het bezit van de inboedel van de winkel. Tussen de curator in het faillissement van A(ulus) en B(lasius) ontstaat een meningsverschil omtrent de eigendom van de zich in het winkelpand bevindende roerende goederen.

Vraag 5

Wie is naar het gerecipieerde Romeinse recht eigenaar van de zich in het winkelpand bevindende roerende goederen?

Casus 3

Lucius Titius heeft Stichus

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen V

Romeins recht - RUG - Oefententamen V


Vragen

Vraag 1

Het gegeven dat het klassieke Romeinse recht een gesloten stelsel van overeenkomsten en delicten kende, pleegt te worden verklaard door een eigenaardigheid van het Romeinse procesrecht

Welke was die eigenaardigheid?

Casus 1

A is eigenaar en bezitter van een paard dat hij verkoopt aan B. Enige tijd nadien verkoopt hij het paard nogmaals, dit keer aan C, die niet op de hoogte is van de eerdere verkoop aan B. Het paard wordt tegelijkertijd ter uitvoering van de overeenkomst door middel van een consititum possessorium door A aan C geleverd.

Vraag 2

Welke is naar het gemeenrechtelijke Romeinse recht de zaken- (of, zo men wil, goederen-) rechtelijke positie van A na het sluiten van de overeenkomst van koop en verkoop met B?

Vraag 3

Welke is naar het gemeenrechtelijke Romeinse recht de zaken- (of zo men wil, goederen-) rechtelijke positie van C?

Casus 2

A vervoegt zich bij C, de zoon en enige erfgenaam van B, een handelaar in bedrijfswagens. A deelt aan C mede dat één van zijn employé's een wagen van diens vader heeft gekocht en betaald en dat die dus aan hem moet worden afgeleverd. C, die weet dat zijn vader regelmatig zaken deed met A en geen reden heeft om aan de goede trouw van A te twijfelen, levert een door A aangewezen bedrijfswagen aan A. Na een paar dagen komt C er achter dat de door hem aan A geleverde wagen nimmer door zijn vader B aan één van de werknemers van A is verkocht en stelt daarvan A op de hoogte. A onderzoekt daarop de zaak en komt er achter dat hij door één zijner werknemers is bedrogen: deze is er met het hem door A ter beschikking gestelde geld vandoor gegaan en heeft nimmer het contract met B gesloten dat A hem had opgedragen te sluiten.

De vraag luidt nu over welk rechtsmiddel (of rechtsmiddelen) C beschikt teneinde de door hem aan A geleverde wagen terug te krijgen.

Vraag 4

Hoe luidt het antwoord op deze vraag naar de onder het gemeenrechtelijke Romeinse recht heersende leer?

Casus 3

A heeft een kostbare hond verkocht aan B. Ondanks herhaalde aanmaningen blijft A in gebreke aan zijn verplichtingen te voldoen. B stelt uiteindelijk A in gebreke en sommeert hem binnen tien dagen aan zijn verplichtingen te voldoen. Veertien dagen nadien besluit A toch maar na te komen en gaat met het dier op pad naar het huis van B. Onderweg wordt A aangereden door C, die onder de invloed van alcohol zijn paard en wagen dusdanig onzorgvuldig bestuurt dat hij zwaar lichamelijke letsel toebrengt aan A en de hond onder de wielen van de wagen geraakt en dientengevolge sterft.

Vraag 5

Beschikt B naar Romeins recht over de mogelijkheid om met vrucht een rechtsmiddel in te

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen VI

Romeins recht - RUG - Oefententamen VI


Vragen

Vraag 1

In het Romeinse recht placht men het ius honoradum te plaatsen tegenover het ius civile.

  1. Wat dient men te verstaan onder het zogenaamde ius civile?

  2. Wat dient men te verstaan onder het zogenaamde ius honorarium?

Vraag 2

Noem twee belangrijke kenmerken van het formula-proces.

Casus I

(naar aanleiding van D. 41,.1, 21, 1 (Pomponius))

Aulus heeft een kostbaar manuscript (een res nec mancipi) geleend van Blasius dat hij, zonder daarvoor de toestemming van Blasius te hebben verkregen, verkoopt en levert aan Gaius die denkt dat Aulus de eigenaar van het manuscript is. Enige tijd nadien verzoekt Aulus aan Blasius, die van de vervreemding door Aulus niet op de hoogte is, het manuscript aan hem te verkopen en te leveren. Blasius gaat op dit aanbod in.

Vraag 3

Is Blasius naar Romeins recht in staat het manuscript aan Aulus in eigendom over te dragen en zo ja op welke wijze?

Vraag 4

Welke is naar Romeins recht de rechtspositie van Gaius ten aanzien van het door hem van Aulus gekochte manuscript?

Casus II

(naar aanleiding van C. 2, 3, 20 en 3, 32, 15 pr.)

Arruns verkoopt een schilderij aan Bavius; de levering vindt plaats door middel van een zogenaamd constitutum possessorium. Korte tijd nadien verkoopt Arruns hetzelfde schilderij nogmaals, dit keer aan Claudius die van de eerdere vervreemding niet op de hoogte is; de levering vindt nu plaats door middel van een feitelijke bezitsverschaffing.

Vraag 5

Wie is naar het Romeinse recht eigenaar geworden van het schilderij?

Casus III

(C. 4, 7, 2)

Longinus is verwikkeld in een slepende juridische procedure met zijn buurman Avienus. Teneinde de afloop van de procedure enigszins te bespoedigen doet hij rechter Eutropius die over de zaak moet oordelen het voorstel om aan de rechter zijn huis te Baiae (een res mancipi) te schenken; de rechter, een verworden sujet, gaat op dit voorstel in en laat zich de eigendom van het huis door middel van mancipatio overdragen. Enige tijd later wijst Eutropius vonnis ten gunste van Avienus. De in zijn verwachtingen teleurgestelde Longinus vordert nu in rechte van Eutropius teruggave van het huis en wel omdat de aan de eigendomsoverdracht als titel ten grondslag liggende overeenkomst nietig, want in strijd met de goede zeden, is.

Vraag 6

Welke rechtsvordering wordt door Longinus tegen Eutropius ingesteld?

Vraag 7

Heeft die rechtsvordering kans van slagen?

Casus IV

(D. 19,1, 40 (Pomponius))

Ammianus is eigenaar van een boerderij, waartoe ook een boomgaard behoort. Enkele van de zich daarin bevindende bomen zijn kostbaar en worden gekocht door de bomenkweker Baronius. Baronius betaalt de overeengekomen koopprijs en Ammianus levert hem terstond daarop de nog in de boomgaard staande bomen door middel van mancipatio. De bomen blijven echter nog enige tijd in de boomgaard van

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen VII

Romeins recht - RUG - Oefententamen VII


Vragen

Vraag 1

Tot zekerheid voor de terugbetaling van een geldlening heeft Aegeus aan Bogus een kostbare zilveren vaas in pand gegeven. Vervolgens steelt Coronis deze vaas bij Bogus. Acht maanden later is Bogus bij Coronis op bezoek en ziet daar de vaas staan. Bogus verstopt bij het weggaan de vaas onder zijn jas en neemt die mee.

Welke van onderstaande alternatieven is juist?

  1. Indien een bezitsactie wordt ingesteld, zal de rechter het bezit aan Coronis toekennen. Het interdictum utrubi (bezitsactie roerend goed) merkt als bezitter aan diegene der beide partijen, die gedurende het jaar voorafgaande aan de uitvaardiging van het interdict de zaak langer voor zichzelf heeft gehouden dan de wederpartij.

  2. Coronis kan het interdictum utrubi (bezitsactie roerend goed) tegen Bogus instellen. Bogus kan dan echter een beroep doen op de exceptio vitiosae possessionis (exceptie van het gebrekkig bezit).

  3. Bogus hoefde de vaas niet mee te nemen omdat hij deze ook had kunnen terugkrijgen door de vaas van Coronis op te vorderen met de hem ter beschikking staande bijzondere bezitsactie, de actio Publiciana.

  4. Als Bogus de vaas niet meegenomen zou hebben, had alleen Aegeus met een bezitsbeschermingsactie het bezit van zijn eigendom van Coronis kunnen opvorderen.

Vraag 2

Ter zake van erfopvolging kan worden gesteld dat:

  1. het tot de nalatenschap geroepen zijn, delatio, niet zelden mede gebaseerd was op een overeenkomst.

  2. het beginsel, neergelegd in de zinspreuk “niemand kan ten dele met testament, ten dele bij vesterf overlijden” (nemo pro parte testatus, pro parte intestatus decedere potest), met zich meebracht dat de Romeinse juristen elk testament waarin slechts ten dele over een nalatenschap was beschikt, voor nietig hielden.

  3. de delatio, het geroepen zijn tot de erfopvolging, alleen maar gold voor de noodzakelijke erfgenamen.

  4. de praetor soms het bezit van de nalatenschap (bonorum possessio) toekende aan personen die naar civiel recht geen recht op de nalatenschap hadden.

Vraag 3

Wijnhandelaar Bacchus heeft een vordering van 300 sestertiën (een Romeinse munteenheid) op Aulus. Aulus wil zijn schuld wel betalen, maar dan in drie gelijke gedeelten: iedere maand 100 sestertiën. Terecht accepteert Bacchus een betaling in gedeelten niet, omdat zulks niet is afgesproken. Prompt sterft Aulus - geheel ontdaan -, met achterlating van zijn twee mooie dochters, Clara en Anna, die zijn enige erfgenamen zijn.

Welke van onderstaande beweringen is juist?

  1. Tengevolge van Aulus' dood is er een pluraliteit van schuldenaren ontstaan.

  2. Bacchus kan Clara en Anna hoofdelijk aanspreken voor de schuld die Aulus aan hem had.

  3. Aulus' schuld is van rechtswege vervangen door een schuld van Clara aan Bacchus èn een schuld van Anna aan Bacchus.

  4. Zowel a, b, als c.

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen VIII

Romeins recht - RUG - Oefententamen VIII


Vragen

Vraag 1

Aulus is, omdat Caesar is vermoord, bang dat er woelige tijden zullen uitbreken en dat hij daarbij zijn stuk grond aan de rand van de stad Rome weleens zou kunnen verliezen, temeer daar hij ingevolge een oproep voor enige tijd als militair bevelhebber aan de buitengrenzen van het land zal moeten vertoeven. Hij draagt daarom dit stuk grond door mancipatio over aan zijn machtige vriend Brutus met de afspraak, een pactum adiectum, dat hij de grond terugkrijgt als de roerige tijden voorbij zijn en Aulus weer zelf de zaak in het oog kan houden. Na negen maanden keert Aulus terug.

Welke van onderstaande uitspraken is juist?

  1. Als Brutus het stuk grond niet terug wil leveren, kan Aulus de eigendom terugvorderen uit de actio reivindicatio.

  2. De grond valt aan Aulus terug zodra er sprake is van een daarop gerichte wilsverklaring en bezitsoverdracht door Brutus aan Aulus.

  3. Als Brutus de grond weer in eigendom aan Aulus wil overdragen, moet hij dit door middel van mancipatio doen.

  4. Als Brutus onwillig blijft de grond te leveren, kan Aulus zichzelf met een beroep op het pacta adiecta in het bezit van de grond stellen.

Vraag 2

Tot zekerheid voor de terugbetaling van een geldlening heeft Aegeus aan Bogus een kostbare zilveren vaas in pand gegeven. Vervolgens steelt Coronis deze vaas bij Bogus. Acht maanden later is Bogus bij Coronis op bezoek en ziet daar de vaas staan. Bogus verstopt bij het weggaan de vaas onder zijn jas en neemt die mee.

Welke van onderstaande alternatieven is juist?

  1. Indien en bezitsactie wordt ingesteld, zal de rechter het bezit aan Coronis toekennen. Het interdictum utrubi (bezitsactie roerend goed) merkt als bezitter aan diegene der beide partijen, die gedurende het jaar voorafgaande aan de uitvaardiging van het interdict de zaak langer voor zichzelf heeft gehouden dan de wederpartij.

  2. Coronis kan het interdictum utrubi (bezitsactie roerend goed) tegen Bogus instellen. Bogus kan dan echter een beroep doen op de exceptio vitiosae possessionis (exceptie van het gebrekkig bezit).

  3. Bogus hoefde de vaas niet mee te nemen omdat hij deze ook had kunnen terugkrijgen door de vaas van Coronis op te vorderen met de hem ter beschikking staande bijzondere bezitsactie, de actio Publiciana.

  4. Als Bogus de vaas niet meegenomen zou hebben, had alleen Aegeus met een bezitsbeschermingsactie het bezit van zijn eigendom van Coronis kunnen opvorderen.

Vraag 3

Titius heeft aan Ortinus een blok marmer ter beschikking gesteld. Ortinus moet uit dit blok een poort vervaardigen, en die vervolgens als toegangspoort op het terrein van Titius plaatsen. Ortinus bevestigt de poort op de fundering, die hij per vergissing gemaakt heeft op het terrein van Pauper, de buurman van Titius.

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen IX

Romeins recht - RUG - Oefententamen IX


Vragen

Vraag 1

Aulus houdt een zuil voor Blasius. Crassus komt op bezoek bij Aulus en is erg onder de indruk van de zuil. Crassus vraagt aan Blasius of hij bezitter kan worden van de zuil totdat Aulus hem weer terugvraagd. Kan dat?

Vraag 2

Bij de koopovereenkomst was het niet noodzakelijk een bepaalde exceptie op te nemen. Bij andere overeenkomsten moest die exceptie wel genoemd worden. Om welke exceptie gaat het hier?

Vraag 3

Romulus bezit een kar, een res nec manicpi, waar Aeneas de eigenaar van is. Janus is wel geïnteresseerd in de kar en vraagt of hij hem mag huren. Romulus was eigenlijk van plan om door verkrijgende verjaring eigenaar van de kar te worden. Hij weet namelijk dat Aeneas nogal slordig is op dit punt. Op het moment dat Janus om de kar vraagt, is Romulus nog 6 maanden verwijderd van de eigendom van de kar. Romulus wil de kar alleen aan Janus verhuren wanneer hij er zeker van is dat de verjaring niet wordt gestuit. Romulus komt naar u toe om raad. Wat is uw advies?

Vraag 4

Uw cliënt heeft een vaas van een vriend gekocht op het moment dat de vaas al gestolen was. Had deze eigendomsoverdracht wel plaats kunnen vinden?

Vraag 5

Onder welke titel verkrijgt iemand een goed op grond van een legaat (algemeen of bijzonder)?

Vraag 6

Julius heeft een schuld van 10.000 sestertiën bij Marcus en Claudius, die beide hoofdelijk schuldeiser zijn. Marcus overlijdt nog voordat hij zijn schuld heeft kunnen innen. Zijn vier zonen zijn allemaal voor gelijke delen erfgenaam. Alle zonen aanvaarden de nalatenschap. Aan wie moet Julius zijn schuld nu betalen?

Vraag 7

Geef de juridische betekenis van ‘superficies solo cedit’

Vraag 8

Fredericus en Lucia, echtgenoten, krijgen van Leander, op grond van een stipulatie, een krediet toegezegd van 50.000 sestertiën. Beide echtgenoten hebben het recht om het gehele krediet op te vragen. Niet lang daarna gaat Lucia vreemd. Fredericus is zo teleurgesteld dat hij besluit Lucia te onterven. Een paar maanden later sterft Fredericus van verdriet, zijn enige zoon Marcus als erfgenaam achterlatend. Marcus aanvaardt de erfenis. Hij geeft Leander te kennen het krediet niet aan Lucia te verstrekken, want hij heeft haar haar slippertje nog niet vergeven. Kan Marcus wel voorkomen dat zijn moeder het geld krijgt?

Vraag 9

Crassus wil er zeker van zijn dat zijn vrouw Claudia niet op een houtje hoeft te bijten wanneer hij komt te overlijden. Claudia heeft een gat in haar hand en dus zoekt Crassus naar een oplossing waarbij zijn vrouw maandelijkse uitkeringen krijgt tot haar dood. Daarom sluit hij een stipulatieovereenkomst met Blasius op grond waarvan Crassus elk jaar 1000 sestertiën aan Blasius betaald en Blasius na Crassus’ dood elke maand een uitkering doet aan Claudia. Crassus overlijdt al

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen X

Romeins recht - RUG - Oefententamen X


Vragen

Vraag 1

De praetor heeft beslist dat de inboedel van Marcus door middel van een missio in bona zal worden geëxecuteerd. Marcus heeft een boerderij die 15.000 sestertiën waard is en de waarde van zijn boedel bedraagt 10.000 sestertiën. Zijn twee schuldeisers hebben een vordering van 7.500 sestertiën. Hoe verloopt deze executie?

Vraag 2

Aulus wil graag een slaaf kopen van Janus. Aulus leent 20.000 sestertiën van Didius. Didius vertrouwt Aulus niet helemaal en daarom stelt Janus zich hoofdelijk aansprakelijk. Janus overlijdt. Erfgenaam zijn zijn twee zonen. Aulus wil de nog niet geleverde slaaf geleverd krijgen en Didius wil dat de schuld bij hem wordt voldaan. Wie moeten zij aanspreken?

Vraag 3

Lucius heeft een schuld bij Fredericus van 250 sestertiën. Fredericus heeft op zijn beurt een schuld van 250 sestertiën bij Paulus. Lucius heeft het geld inmiddels bij elkaar en denkt efficiënt te kunnen zijn door 250 sestertiën te betalen aan Paulus, zonder Fredericus hiervan op de hoogte te stellen. Tot zijn verbazing komt Fredericus een paar maanden later zijn geld innen. Lucius vindt dit erg onrechtvaardig. Kan hij weigeren te betalen?

Vraag 4

(vervolg op vraag 3). Fredericus had inmiddels al betaald aan Paulus, die het geld van Lucius toen al had. Kan Fredericus zijn geld terugeisen van Paulus?

Vraag 5

Marcus leent geld uit aan zijn zoon Janus. Wanneer Marcus overlijdt is de schuld nog niet terugbetaald. Brutus, de andere zoon, vordert het gehele bedrag van zijn broer terug. Zal zijn actie slagen?

Vraag 6

Julius heeft een stuk grond geërfd en wil daar graag een boerderij op beginnen. Bouwen is niet zijn sterkste kant en daarom huurt hij Aurelius in om de boerderij te bouwen. Aurelius gaat naar zijn broer toe en vraagt hem om een partij hout waar zijn zoontjes mee kunnen spelen. In werkelijkheid gebruikt hij het hout voor de boerderij van Julius. De broer van Aurelius ontdekt dit en gaat naar Julius om zijn hout terug te eisen. Slaagt hij hierin?

Vraag 7

De tienjarige Philippus koopt een mooie vaas voor zijn moeder bij Sextus. Sextus bedenkt later dat zijn eigen moeder de vaas ook heel mooi zou vinden. Hij besluit de vaas terug te gaan eisen, omdat Philippus minderjarig was op het moment van de koop. Kan de moeder van Sextus een mooi cadeau tegemoetzien?

Vraag 8

Wat is een adrogatio?

Vraag 9

Aulus koopt een schilderij van Blasius. Op de levering na is alles volgens de regels verlopen. Wanneer Aulus twee maanden later wil leveren blijkt Blasius krankzinnig te zijn geworden. Aulus wil eindelijk van het onooglijke schilderij af en drukt het Blasius snel in de handen. Is er geldig geleverd?

Vraag 10

Vergilius heeft in zijn testament de helft van zijn vermogen nagelaten aan zijn neef Aeneas. Met de broers van Aeneas

.....read more
Access: 
Public
Romeins recht - RUG - Oefententamen XI

Romeins recht - RUG - Oefententamen XI


Vragen

Vraag 1

Durzo is pater familias. Hij heeft één zoon, Jarl, die helaas is overleden. Jarl was zonder manus getrouwd met Anna en had één dochter, Julia. Anna is opnieuw getrouwd met Clemens. Zij hebben één zoon: Quintus. Durzo sterft. Wie wordt of wie worden door zijn dood 'van eigen recht', sui iuris? Leg uit waarom.

Vraag 2

Wijnboer Venuleius heeft zijn wijngaard in vruchtgebruik gegeven aan zijn vriend Alexander. Een dag nadat hij de wijngaard in vruchtgebruik heeft gegeven sterft Venuleius aan een hartaanval. Hij laat een zoon, Picus, als enig erfgenaam na, die de wijnstokken onmiddellijk omhakt.

Kan Alexander met succes een actie (acties) tegen Picus instellen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Fabius steelt een wiel van de beroemde renwagen van Alexander en monteert dit aan zijn eigen renwagen. Vervolgens verkoopt hij (Fabius) zijn renwagen aan Severus die niets weet van de diefstal. Als Severus in het Circus aan een wedstrijd deelneemt, bevindt Alexander zich onder het publiek en herkent hij onmiddellijk het van hem gestolen wiel. Alexander hoort van Severus dat deze de wagen van Fabius heeft gekocht en hij besluit zowel Severus als Fabius voor de rechter te dagen.

a. Kan Alexander met succes een actie (acties) instellen tegen Severus? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

b. Kan Alexander met succes een actie (acties) instellen tegen Fabius? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Marcus en Pomponius zijn wijnboeren die al jaren ruzie met elkaar hebben. Pomponius heeft elk jaar de beste druivenoogst en schept hier altijd over op. Marcus bedenkt een plan om dit een keer te voorkomen. Hij gaat ’s nachts met wat vrienden op pad om zoveel mogelijk druiven weg te snijden uit Pomponius' wijngaard. Zijn plan slaagt volkomen: Marcus komt met vele kilo’s druiven thuis en maakt daar de heerlijkste wijn van. Marcus is zeer gelukkig, maar dat duurt niet lang. Hij neemt te veel van de wijn en overlijdt in zijn slaap. Zijn enige erfgenaam is zijn dochtertje Antonia. Kort daarna komt Pomponius erachter wat er gebeurd is en spreekt hij Antonia aan. Wie is eigenaar van de wijn? Leg uit.

Vraag 5

Primus heeft in zijn testament Quintus tot enig erfgenaam benoemd. Verder heeft hij een tafel (res nec mancipi) per damnationem gelegateerd aan Sextus. Na aanvaarding van de nalatenschap levert Quintus de tafel aan Sextus. Vijf jaar later wordt onverwacht een jonger testament gevonden, waarin Quintus wederom tot enig erfgenaam is benoemd. De tafel is in dit testament evenwel per vindicationem gelegateerd aan Varus. Wie is eigenaar van de tafel? Leg uit.

Vraag 6

Uit welke vier onderdelen bestaat de wetgeving van Justinianus, het zogenoemde Corpus Iuris Civilis?

Vraag 7

De winkelier Bassus heeft dringend financiering nodig voor zijn slechtlopende zaak. Na veel gesprekken

.....read more
Access: 
Public
Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org

Samenvattingen en studiehulp voor Rechten Bachelor 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Bestuursrecht: Besluitvorming: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Bestuursrecht: Besluitvorming: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Bestuursrecht: Besluitvorming voor de opleiding Rechtsgeleerdheid jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare artikel- en arrestsamenvattingen maak je gebruik van de zoekfunctie

Strafrecht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Strafrecht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Strafrecht 2 voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar2  aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Burgerlijk Recht 2 voor de opleiding Rechten jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je gebruik van de zoekfunctie. Zoek bijvoorbeeld naar de dit jaar voorgeschreven arresten of nieuw gedeelde boeksamenvattingen.

Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org

Bestuursrecht - rechtsbescherming: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Handelsrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Handelsrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Handelsrecht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen

College: Uitwendige geschiedenis

College: Uitwendige geschiedenis


Sheetnotes 18/19

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

DIt hoorcollege gaat over Romeins Recht: de uitwendige geschiedenis.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen

Hier is geen sprake van. Week 1a omvat Prota Hoofdstuk 5 verbintenissrecht V 1 t/m 4 en G 1 t/m 4 & Hoofdstuk 1 uitwendige geschiedenis (U) 7 & 8. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken

Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk globaal te weten hoe de uitwendige geschiedenis van het codificeren van het Romeinse Recht heeft plaatsgevonden. 

Ook is het van belang dat er geen gebruik hoeft te worden gemaakt van Latijnse woorden/zinnen op het tentamen.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

- Hoe is de codificatie van het Romeinse recht begonnen?

Justiniaus (527-565) begon met het codificeren van het Romeinsrecht. De rechtsbronnen in die tijd verschilden van het ius (ook wel juristengeschriften) en leges (keizerlijke constituties). Leges kunnen weer worden opgedeeld in: 

  • Edicata = algemene regels
  • Rescripta = beschkkingen
  • Decreta = beslissingen van de keizer als rechter 
  • Manadata = ambtsinstructies voor de ambtenaren van de keizer 

De eerste Codex Justinianus is in 529 gecodificeerd. Daarna ging het het ius te lijf. De digesten en de instituten stammen beide uit 533. 

Collegeaantekeningen 16/17

Keizer Justitianus heeft het Romeinse recht in de 6e eeuw gecodificeerd. Één van zijn Digesten is overgebleven en in de 11e eeuw ontdekt. Dit leidde tot de Universiteit van Bologna. Zo heeft het Romeinse Recht de verschillende Europese codificaties beïnvloedt. Codificatie Justitianus: Corupus Iuris Civilis betekent het lichaam van het civiele recht (het Romeinse Recht). Er waren twee rechtsbronnen:

Ius: juristen recht

Keizer Augustus (27 v. Chr - 14 na Chr): wilde alleenheerser zijn, maar wilde dit niet laten blijken. Daarom heet hij ook keizer. Hij bedacht het recht om in openbaar antwoorden te geven: Ius publice respondendi = als een jurist dit recht van de keizer had gekregen, dan mocht de jurist zijn adviezen presenteren in naam van de keizer. Dat wilden juristen natuurlijk, want in naam van keizer heeft veel gezag en bij een volgende advies komen ze sneller bij jou, en dat was goed voor de winst. De adviezen gingen wel in de richting van de mening die de keizer had.

De Praetor

Daarnaast hebben juristen commentaren geschreven in boeken, op enerzijds het wettenrecht (ius civile) en anderzijds de commentaren op het Edict.....read more

Access: 
Public
College: Procesvormen

College: Procesvormen


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Proces recht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Geen sprake van. Terug te vinden in de literatuur: Prota, Hoofdstuk, Proces recht (P) 1 t/m 22.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het van belang de drie procesvormen in Rome te kunnen onderscheiden. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat waren de drie porcesvormen in Rome?

1. Legis actio - proces: in de tijd van de Wet van de Twaalf Tafelen 

Dit is een zeer formeel proces waarbij in vaste formules moest worden uitgesproken. Recht en religie hingen nog sterk samen.

2. Proces per formulam

 Dit is de vorm die de grootste in vloed op het Romeins Recht heeft gehad. Het geschil werd vastgelegd in een akte en de jurist zorgde voor de juiste vaste volgorde in de akte.

3. Cognitio extraordinaria 

Hierbij was sprake van speciale gevallen van geschillen waar de keizer een rechter heeft benoemd die de uitspraak doet. Dit was eigenlijk een manier voor de keizers om hun eigen macht te versterken. Dit werd uiteindelijk de gewone rechtsgang. 

 - Waarom worden de procedures gevoerd?

Dit vanwege een executoriale titel die door het proces wordt verkregen. Zonder deze titel is er sprake van eigenrichting, dit is niet toegestaan. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Wat zijn mijn rechten? Antwoord tegenwoordig, kijk naar het materiële privaatrecht.

Romeinen dachten: kan ik een proces beginnen? Zo ja, dan kan ik over een recht beginnen.

Executoriale titel

De Romeinen procedeerden om een executoriale titel krijgen, om een stuk te hebben dat ten uitvoer wordt gebracht. Het veroordelende vonnis in het bijzonder. Zodra je een executoriale titel hebt, heb je recht van meewerking van de overheid volgens dat vonnis. Echter, er bestaat een zekere beoordelingsmarge in geval van openbare orde -> dan is de overheid niet verplicht mee te werken.

Oudste vorm executie civiel: executie op persoon die veroordeeld was. Hij verloor dan zijn juridische persoonlijkheid, deze persoon werd dan dus slaaf en die kon je verkopen op de markt en dan had je het geld. Inclusief als de schuldenaar wel vermogen had maar niet wilde betalen, dan verloor hij dat ook allemaal. Wat te doen met schuldenaar met meerdere schuldeisers? Dan schuldeisers bevoegdheid om schuldenaar in meerdere

.....read more
Access: 
Public
College: Personen -en familierecht

College: Personen -en familierecht


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

​​​​​​Dit college wordt het Romeins personen- en familierecht behandeld.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Hier is geen sprake van: Prota, hoofdstuk 3 Personen- en familierecht (PF) 1 t/m 19.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Hier is geen sprake van.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wanneer is er sprake van minderjarigheid? 

Infans: betekent dat iemand onder de 7 jaar is en bijgestaan wordt door een tutor. In fari betekent dat iemand nog niet kan praten, ofterwijl nog geen juridisch relevante wil heeft. Deze rechtshandelingen zijn nietig. 

Impubes: betekent dat iemand onder de 12 is en respectievelijk 14 jaar. Dit betekent dat iemand nog niet geslachtsrijp is. Er is wel sprake van een juridische wil, zij konden ook koopovereenkomsten sluiten en deze waren slechts vernietigbaar. Dus de rechtshandelingen waren niet per definitie nietig. De tutor is een voogd die de impubes bijstaat bij hun handelen in rechte.

Pubes: betekent dat het meisjes zijn vanaf 12 jaar en voor jongens vanaf 14 jaar. Deze rechtshandelingen zijn ook vernietigbaar. In dit geval is er geen sprake meer van een tutor, maar een curator.

Maior aetas: betekent dat iemand volledig handelingsbekwaam is, dit is vanaf de leeftijd van 15 jaar. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Romeinen zagen personen samen met een drager van rechten en plichten, kortom of je een vermogen kon hebben hing in verband met de persoon.

Absolute rechten: rechten tegen een ieder gelden.

Relatieve rechten: vorderingen. Indien negatieve vorderingskant, dan heb je een passieve vordering oftewel een schuld.

Als u een vermogen wilt opbouwen, doet u dat ook als u geld leent. Dus een vermogen is niet per definitie een positief saldo. Juridisch gezien is iemand die een vermogen kan hebben, een drager van rechten en plichten en zo iemand is een persoon. Persoon betekent letterlijk gezien een masker. Dan deed je mee in de juridische wereld, dan had je absolute en relatieve rechten.

Naar Romeins recht is niet ieder mens een persoon. Je status, de manier waarop je bestaat in de wereld, speelt een belangrijk rol of je een persoon bent. Er zijn drie zaken van invloed of je inderdaad een persoon bent:

  • Libertas. Besta je in vrijheid?

  • Civitas.

.....read more
Access: 
Public
College: Type verbintenissen

College: Type verbintenissen


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

In dit hoorcollege wordt een start gemaakt met het Goederenrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er worden geen onderwerpen behandeld die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 1 T/M 11 van Prota van belang. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er is geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Belangrijk voor het tentamen is te weten wat het verschil is tussen een zakelijk- en persoonlijk recht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat is het verschil tussen een zakelijk- en persoonlijk recht?

1. Zakelijke rechten zijn limitatief. Persoonlijkrechten komen daarentegen in oneindig veel vormen voor, dit komt door de contractsvrijheid.

2. Zakelijke rechten volgen de zaak, ongeacht onder wie deze is. Dit heeft tot gevolg dat zakelijke rechten tegenover een ieder in te roepen is. Persoonlijke recht slechts tegen een of enkele personen.

3. Zakelijk recht levert bij een faillissement een preferente positie op. 

- Wat is het verschil tussen het genereren van vruchten als inkomst? 

Naar Romeins recht verkrijg je de vruchten niet door bijvoorbeeld afscheiding of inbezitneming. Je moest daadwerkelijk de vrucht geplukt hebben om het eigendom te verkrijgen. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Persoon is drager van rechten en plichten, in dat vermogen zitten drie dingen: de absolute rechten, de relatieve rechten en de schulden.

In de tijd dat er nog geen verbintenissenrecht was, leefden volkeren naar hele andere uitgangspunten. Het ging er dan om dat de religieuze verplichting of bevoegdheid had om de andere persoon een zelfde portie leed mag toe brengen. Dus als iemand jouw been breekt, mag jij diegene zijn been ook breken. - wet op de weerbraak (lex talionis).

Lex Duodecim Tabularum

Romeinen laten het idee van wraak los door middel van de zogenoemde Wet van de Twaalf Tafelen (Lex Duodecim Tabularum). Het idee werd dat er niet een verplichting bestond tot het feitelijk wraak nemen, maar dat er geld moest worden betaald. Dus geen geweldpleging maar een zakje geld geven. Romeinen zagen het wel als geld, maar als debiteur niet wilde of kon betalen dan mocht u de debiteur in uw eigen kerker zetten. Er staat precies hoe zwaar de boeien/kettingen mogen zijn en hoeveel eten je de debiteur moet geven. Als niemand na 60 dagen het geld voor hem betaalde, mocht je

.....read more
Access: 
Public
College: Overmacht, hoofdelijkheid en deelbaarheid

College: Overmacht, hoofdelijkheid en deelbaarheid


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

In dit hoorcollege gaat het wederom over het Goederenrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet in de literatuur worden behandeld. Hoofdstuk 4, goederenrecht (G) 12 $ 13, 15 t/m 20 uit Prota van belang. Het eigendom staat centraal. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen in dit vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Het eigendom zoals we het nu kennen is eigenlijk precies hetzelfde zoals de Romeinen dit definieerden. Het gaat om het meest omvattende recht dat je kan hebben op een zaak; Eigendom = Dominium. ​​​​​​​

Voor het tentamen is het belangrijk te weten welke beperkingen kunnen worden uitgeoefend op het eigendomsrecht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Welke beperkingen kunnen worden uitgefoefend op het eigendomsrecht?

  • Burenrecht: een wettelijk beperktrecht. Cautio damni infecti bij de praetor, indien je buurman zijn perceel niet goed onderhield. Dit was ter zekerheid dat indien er schade zou ontstaan ten gevolge van dit slechte onderhoud deze schade vergoed zou kunnen worden en zelfs eventuel in bezit kon komen van de personen die de schade had moeten ondergaan. 
  • Onrechtmatige daad/misbruik als ongeschreven recht
  • Ook zijn er nog vrijwille beperking zoals de erfdienstbaarheid en vruchtgebruik. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

De verbintenis

Een verbintenis is een rechtsbetrekking tussen ten minste twee personen. Er bestaan subjecten en objecten binnen een verbintenis. De subjecten zijn de deelnemers of de partijen bij de verbintenis. Het object is vaak de prestatie die moet worden verricht bij het sluiten van een verbintenis.

De bepaalbaarheid

Het object van de verbintenis: het voorwerp, de prestatie die moet worden verricht door de schuldenaar. Dat moet bepaalbaar zijn wil het een verbintenis zijn. Hoe ver reikt dat precies? Kun je een verbintenis in het leven roepen waarbij de schuldenaar nog niet precies weet wat hij moet presteren, maar een derde wordt daar voor gevraagd. Voorbeeld: koper van een huis, verkoper van het huis maar beide komen er over de prijs niet uit, dus zij spreken af dat een derde de prijs van het huis bepaalt (de taxateur). Heb je dan geldige koopovereenkomst waar verbintenissen uit voortvloeien? Romeinen zeiden van wel. De verbintenis is niet bepaald (staat nog niet vast), maar wel bepaalbaar (snapt wel wat er uit komt) en dus een

.....read more
Access: 
Public
College: Tenietgaan verbintenissen, crediteursverzuim en overmacht

College: Tenietgaan verbintenissen, crediteursverzuim en overmacht


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat wederom over Goederenrecht.  

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er zijn geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 14 & 21 t/m 25 van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.

Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot tentamenvragen.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Tenietgaan van verbintenissen

Het doel van verbintenissen is dat ze zo snel mogelijk tenietgaan, dus nakoming van de verbintenis. De vorderingen die je hebt wil je graag inleveren bij de schuldenaar die de prestatie wil leveren. Betaling is het nakomen van de verbintenis. Gold in het Romeins recht hetzelfde -> De term van betaling is solutio, betekent letterlijk losmaken. Je maakt de verbintenis los, de verbintenis werd als een ketting gezien door de Romeinen.

Wanneer moet er worden betaalt?

Een schuldenaar heeft altijd een redelijk termijn om te presteren. Je kunt hierdoor bijv. een betalingstermijn afspreken of afspraken maken over de opeisbaarheid (bijv. pas presteren op een nader te bepalen tijdstip in toekomst). Naar Romeins Recht moest je enorm uitkijken dat je niet te snel begon te procederen, want als je de zaak verloor dan verdween jouw vordering (schuldvernieuwing) en werd die vervangen door het vonnis van de rechter. Als die beoogde dat je niks kreeg, dan had je niks meer in rechte. Men noemde dat petitio: de eiser heeft te veel geëist. Kan men spreken van een onverschuldigde betaling als de opeisbaarheid nog niet is verstreken? Dan is er geen onverschuldigde betaling, de schuld was er namelijk wel, ook al was die nog niet rechtens afdwingbaar. Je kan dan niet het geld terugvorderen.

Een derde betaalt voor de schuldenaar

In beginsel zal de schuldenaar zelf moeten betalen, maar op die regel bestaat een uitzondering: in beginsel is elke derde bevoegd om de schuld van de schuldenaar te voldoen. Het resultaat van die betaling is dan dat de verbintenis tenietgaat. In de praktijk werd een schuldenaar vaak bevrijd door een betaling van een derde, die hem vrij kocht van de crediteur. Als de schuldenaar niet betaalde nam de crediteur hem namelijk in gevang.

Waarom zou een derde betalen voor de schuldenaar?

.....read more
Access: 
Public
College: Nakoming, inbetalinggeving, schuldvernieuwing en kwijtschelding

College: Nakoming, inbetalinggeving, schuldvernieuwing en kwijtschelding


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over Goederenrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Geen sprake van odnerwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4 Prota, Goederenrecht paragraaf 12 en 13, 15 t/m 20 van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelignen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk te weten dat het begrip "traditio" tweeslachtig is. Je kunt er allereerst mee bedoel; "overdracht". Er moet dan sprake zijn van titel, beschikkingsbevoegdheid en levering (3:84 BW). De tweede betekenis is bezitsverschaffing (levering). Voor bezitsverschaffing moet het bezit dan dus ook worden verschaft. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​​​​​​​​- Hoe kun je in het Romeinsrecht bezit verkrijgen?

  1. middels bezitsverschaffing (traditio); OF
  2. middels inbezitneming

Het verschil tussen beide is dat bij bezitsverschaffing het verzit van een anders krijgt, indien je het zelf doet is er sprake van inbezitneming. Bezitsoverdracht is een term die Romeinen niet kende. Het ging om een feitelijke handeling. 

- Wat is het verschil in Nederlands recht en Romeins recht voor de verkrijging van het bezit van onroerende zaken?

Voor het Nederlands recht is een akte voor bezitsverschaffing van onroerende zaken wél vereist, voor het Romeins recht niet.

Collegeaantekeningen 2016/2017

De Romeinen keken waar het economisch belang van het contract lag. Als je iets in bruikleen krijgt, dan ligt het belang van het contract bij de gebruiker. Dit betekende dat van hem een hoge zorgplicht werd verwacht. Hij was sneller aansprakelijk als hij het niet teruggaf of dergelijke. Als je iets in bewaarleen krijgt, bijvoorbeeld je geeft je jas af bij een concert, dan ligt het belang van het contract bij de bewaargever; diens jas wordt gratis bewaakt. Hier is het niet de debiteur die het belang heeft, maar de gever.

Nakoming onmogelijk

Indien de nakoming onmogelijk is geworden, dan is van belang waar het belang van het contract ligt want bij diegene ligt logischerwijs ook de meeste zorgplicht. De debiteur is sneller aansprakelijk. Behalve bij bewaargeving, dan was je later aansprakelijk omdat je dan als crediteur handelt. Zie in ons huidige BW, art.6:27.

Nakoming nog mogelijk

Indien de nakoming nog mogelijk is, dan krijgt men eerst nog een tweede kans om als nog na te komen. De crediteur heeft pas recht op vervangende schadevergoeding

.....read more
Access: 
Public
College: Consensus, dwaling, bedrog en dwang

College: Consensus, dwaling, bedrog en dwang


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

In dit hoorcollege gaat het wederom over het Romeins Goederenrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er worden geen onderwerpen besproken die niet terug te vinden zijn in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota is van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Op het tentamen wordt vaak gevraagd welke vorm van schenking niet geldig is. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

- Welke vorm van schenking is niet mogelijk?

Dit is geval van schenking in een huwelijk gedaan. Deze schenkingen aan elkaar als echte lieden is nietig. Eigendom van de gegeven zaak kan dus niet over zijn gegaan, er is geen objectieve geldige titel. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Consensus

Voor iedere overeenkomst in het Romeinse Recht is consensus vereist. Dit is de wilsovereenstemming bij de overeenkomst. In het Nederlands Recht is dit anders, bij ons komt er soms toch nog een overeenkomst tot stand ondanks een gebrekkige wilsovereenstemming (derdenbescherming) . In het Romeinse Recht moet er consensus zijn. Indien er dissensus over de overeenkomst is, dan komt er geen overeenkomst tot stand. Indien dissensus over het object, dan komt er tevens geen overeenkomst. In het Nederlands recht kom je in zo'n geval dan bij art.3:35 BW.

Dwaling

In het Nederlandse recht hebben we dwaling. In het Romeinse Recht werd dit niet beschouwd als wilsgebrek, maar ze vonden het een toepassing van de regel van consensus. Als de consensus ontbrak, dan was er geen overeenkomst tot stand gekomen. Het Romeins Recht kende alleen de tweezijdige dwaling. Het moet gaan om dezelfde zaak maar allebei moeten ze een onjuiste voorstelling van zaken hebben.

Een voorbeeld. Beide partijen hebben het over een fles rode wijn. Deze wijn is echter verzuurd. Is er dan sprake van dwaling? Volgens de Romeinen niet, want er zit wel degelijk rode wijn in alleen is de zuurgraag anders. Dat was onvoldoende voor dwaling bij de Romeinen en de koper heeft in zo'n geval pech. Als er bijvoorbeeld in plaats van wijn, azijn in de fles zat dan was er wel sprake van dwaling.

Bedrog

In het Ius Civile gold het volgende. 'Deceptus tamen volui' - ik ben misleid, maar ik heb wel gewild.

Ratihabitio / praetorische rechtsmiddelen

Als het gaat om een overeenkomst die nog

.....read more
Access: 
Public
College: Soorten overeenkomsten en contracten

College: Soorten overeenkomsten en contracten


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Deze week gaat over het Romeins Goederenrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota van belang.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er is geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten voor verkrijgende verjaring te kennen. 

Voor het tentamen is het van belang het verschil in redenatie te weten met betrekking tot "goede trouw" in het huidige recht en het Romeinse recht. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat zijn de vereisten voor verkrijgende verjaring?

Gedurende de wet van de twaalf tafelen, waren dit er slechts twee. Er moest sprake zijn van bezit en dit bezit had een termijn van 1 jaar voor roerende zaken en 2 jaar voor onroerende zaken. Hier kwam echter commentaar op omdat het nu wel heel makkelijk was om onder overdracht uit te komen. Nu zijn de eisen dat het niet mocht gaan om een gestolen zaak. Er moet sprake zijn van een titel en goede trouw en tot slot moet er sprake zijn van bezit en voldaan zijn aan de verjaringstermijn. 

- Wanneer was er in het Romeinse recht sprake van goede trouw?

Naar Romeins recht was het geen vereiste dat je moest hebben gedacht eigenaar te zijn geworden. Je kon eigendom verkrijgen ook al wist je dat de levering onjuist was, voldoende voor verjaring was instemming van de eigenaar. Het ging om het uitgangspunt dat de bezitter van die zaak goede trouw moet hebben gehad op het moment dat hij het goed in bezit krijgt, voor de rest van het verjaringstermijn doet het er niet meer toe.

- Wat was de nieuwe verjaringstermijn?

Eerst 1 jaar voor roerende zaken; deze werd veranderd in 3 jaar. Eerst 2 jaar voor onroerende zaken en dit werd veranderd in 10 jaar voor onroerende zaken in dezelfde provincie en 20 jaar voor onroerende zaken in een andere provincie.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Overeenkomst vs. verbintenis

Een verbintenis is een rechtsbetrekking die kan voortkomen uit een overeenkomst, maar dat hoeft niet het kan ook uit iets anders. Bijvoorbeeld een onrechtmatige daad.

Omgekeerd, is het ook niet zo dat elke overeenkomst een verbintenis ten gevolge heeft.

Verschillende

.....read more
Access: 
Public
College: Beperkte rechten

College: Beperkte rechten


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, specifiek de Beperkte rechten. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkeling in het vakgebied. 

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfdienstbaarheid betekent. Het houdt in dat er sprake is van een heersend erf en een lijdend erf. Er dienen hiervoor 2 erven en 2 verschillende eigenaren te zijn. Erfdienstbaarheden kunnen een dulden of niet-doen inhouden. Verder stelden de Romeinen 3 voorwaarden: 

- Vicinitas (naburigheid): de romeinen namelijk een ruim begrip voor naburigheid, namelijk zolang het gebruik van het ene erf maar in het belang is voor het andere erf.

- Utilitas (nut): de erfdienstbaarheid moet te maken hebben met normaal gebruik heersend erf. 

- Causa perpetua: niet door uitoefening tenietgaan.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.

​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​- Hoe wordt een erfdienstbaarheid gevestigd? 

Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt in:

a. Landelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om dulden

b. Stedelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om nalaten; werd gevestigd door een overdracht in rechten door middel van een schijnproces.

- Hoe gaat een erfdienstbaarheid teniet?

Een erfdienstbaarheid kan tenietgaan door het tenietgaan van het heersend of lijdend erf. Ook kan het tenietgaan door afstand; wanneer de eigenaar van het heersend erf eenzijdig afstand doet van zijn recht en tot slot door vermenging van eigendom van het heersend en het lijdend erf.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Consensuele overeenkomsten

De enkele consensus bindt. In het Romeinse Recht is dit niet per definitie genoeg om een contractuele band tot stand te brengen. De gedachte dat consensus bindt is christelijk, het komt uit bijbel teksten.

Desondanks waren de belangrijkste Romeinse overeenkomsten toch consensueel. De belangrijkste vieren waren de koop/verkoop (emptio venditio), de huur/verhuur (locatio conductio), de maatschap (societas) en de lastgeving (mandatum). Dit zijn overeenkomsten die naar Romeins Recht ontstaan door de enkele wilsovereenstemming. Er zijn twee gemeenschappelijke trekken, namelijk 1) je kunt ze afsluiten onder afwezigen (dit in tegenstelling tot bijv. de stipulatio) en 2) ze zijn allemaal wederkerige overeenkomsten, bonae fide.

Emptio venditio.

Is koop een vorm van ruil tegen geld? De Romeinen zeiden van niet. Koop is een eigensoortig contract dat je niet kon zien als ruil. Ruil

.....read more
Access: 
Public
College: Rechtmatige- en onrechtmatige daden

College: Rechtmatige- en onrechtmatige daden


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, in het bijzonder: erfpachtrecht, pand en hypotheek. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied. 

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfpacht inhoudt. Dit is het recht op andermans onroerde zaak. Dit recht is vervreemdbaar en bezwaarbaar.

Hiernaast is het belangrijk te weten wat het onderscheid is tussen de vestiging van pand en hypotheek. 

Indien men verzwijgt dat er al een ander zekerheidsrecht is gevestigd op een zaak, heet dit stellionaat.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​- Wat is het verschil in vestiging bij pand en hypotheek?

Pand wordt gevestigd middels bezitsverschaffing, terwijl hypotheek zonder bezitsverschaffing plaatsvindt. 

Collegeaantekeningen 2016/2017

Andere bronnen van verbintenissen. De rechtmatige en onrechtmatige daden

De rechtmatige daden

Zaakwaarneming (negotiorum gestio)

Je gedragen als belangenbehartiger van iemand anders, is de definitie van zaakwaarneming. Op redelijke grond laat je jezelf in op andermans belangen. Als je als zaakwaarnemer kosten maakt, dan kun je die kosten van de belanghebber vorderen. De actio negotiorum contraria (de actie uit zaakwaarneming). De belanghebbende kan daar als reactie een directe zaakwaarneming actie vorderen op de zaakwaarnemer (actio negotiorum directa).

Het met opzet prijsgeven van een goed, is soms niet voldoende om niet van zaakwaarneming te kunnen spreken. Er moet sprake zijn van een redelijke grond, indien men geen zaakwaarneming mag aannemen. Als je een hond ernstig hebt mishandeld en vervolgens op straat gooit, dan kun je niet zeggen dat je de kosten van de verzorging niet op jouw te verhalen zijn, omdat je de hond had prijsgegeven. (Rechtbank Groningen).

Ongerechtvaardigde verrijking

Naar Romeinen was de ongerechtvaardigde verrijking aanleiding tot de ontwikkeling van de verschillende condictiones. Een condictio is een manier hoe je procedeert. Enkele vormen van condictio (ongerechtvaardigde verrijking):

Condictio indebiti

Ten eerste hadden zij de condictio indebiti (onverschuldigde betaling): dit is bijzonder, want in het Romeins Recht is onverschuldigde betaling dus een onderdeel van de ongerechtvaardigde verrijking, terwijl in het Nederlands Recht zij als aparte rechtmatige zaken worden bekeken. Je dacht dat je een bepaalde schuld had, die heb je ook betaald maar achteraf gezien blijkt dat je helemaal niet hoefde te betalen. De

.....read more
Access: 
Public
College: Vermogensovergang, erfopvolging, erfstelling en onterving

College: Vermogensovergang, erfopvolging, erfstelling en onterving


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van erfopvolging te kennen:

  • De erflater dient dood te zijn; (slaven hebben geen eigen vermogen, ondanks hun dood kunnen zij geen erflater zijn).
  • De erflater dient bekwaam te zijn.
  • De erfgenaam dient in leven te zijn; een kind kan als reeds geboren worden beschouwd. Hiervoor kenden de Romeinen een curator ventris die over de belangen van het kind waakte.
  • De erfgenaam dient bekwaam te zijn; er was in het Romeinse recht sprake van onbekwaamheid als de erfgenaam geen Romeinse burger was. Oplossing waren fideicommissen, een romein werd dan als erfgenaam ingesteld en deze werd dan vezocht het aan de niet-romein af te staan.
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​Hoe kan iemand worden onterft?

  • Formele regels waren het benoemen van degene die je onterft met naam en toenaam.
  • Materiële regel die te maken hadden met de opbouw van de familie. Je moet degene die bijdragen aan de opbouw van je vermogen een legitieme portie geven.

Collegeaantekeningen 2016/2017

De heer Boomgaard - vermogensovergang

Wat gebeurt er met iemands vermogen na zijn overlijden? Hoe gaat het vermogen van de overledene over op zijn opvolgers? Het gaat om de vermogensovergang. Bij de Romeinen ging het om het volledige vermogen, zowel de zaken, de rechten als de schulden. Zei kenden dit als de opvolging onder algemene titel. Dit zit vast aan het begrip vermogen: absolute rechten (eigendom), de relatieve rechten (persoonlijke vorderingsrechten, tegen één bepaalde persoon) en de schulden. Het feit dat een volledig vermogen in één keer overgaat, is een bijzonder geval. Dit kent men enkel in bepaalde gevallen, namelijk in het meest belangrijke erfrecht.

Kan men een geheel vermogen overdragen indien men nog levend is?

Naar Romeins recht gaat het al fout bij de relatieve rechten, zij kenden namelijk geen cessie dus die vorderingsrechten kun je niet overdragen (in het Nederlandse Recht kennen we wel cessie dus zou kunnen). Daarnaast kun je geen schulden overdragen. Enkel de absolute rechten zou kunnen, maar ook niet alle bijv.

.....read more
Access: 
Public
College: Nalatenschap

College: Nalatenschap


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht. 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​De testamen waarin kinderen werden onterft konden worden aangevocht bij een speciale rachtbank. Deze rechtbank heette "centumviri". Deze bestond uit 100 vaste rechters en was opgedeeld in kamers van 10 mannen. Deze rechtbank ontwikkelde jurisprudentie. 

Indien iemand zijn kinderen onterft, werd krankzinnig verklaard. Indien dit gebeurde was het testament dus ongeldig. Deze schenkingen werd bij het vermogen opgeteld en de legitieme portie wordt over dit vermogen berekend.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​Hoe worden de verschillende bestanddelen van een nalatenschap verdeeld? 

- Vorderingen; worden van rechtswege verdeeld. Zoveel nieuwe vorderingen als er erfgenamen zijn worden in verhouding verdeeld tot hun erfdeel. Dit geldt tevens voor schulden.

Collegeaantekeningen 2016/2017

De nalatenschap

Men kan op twee manieren aangewezen zijn op een nalatenschap. Op grond van de wet en op grond van een testament. Indien er geen testament is, dan wijst de wet een erfgenaam aan. Indien er wel een testament is, dan wordt die natuurlijk uitgevoerd. Maar een belangrijke vraag is op welk moment verkrijgt de erfgenaam een nalatenschap? Dat hing er van af wat voor soort erfgenaam je was, kortom van de status van de erfgenaam.

De Romeinen onderscheidden twee typen erfgenamen:

  • Sui of necessarii : de eigen of noodzakelijke erfgenamen. Diegene die zelf pater familias worden als hun pater familias komt te overlijden. De plichten werden onmiddellijk overgenomen door de nieuwe pater familias. Romeinen deden aan voorouders cultes: voor de voorouders nagedachtenis zorgen. Die taak was van de pater familias, dus die taak moest onmiddellijk worden voortgezet. Kortom, de nieuwe pater familias is er onmiddellijk als de oude overlijdt. Die moet deze taak meteen overnemen. Daarnaast verwierf je ook direct het vermogen van de pater familias. Dus je nam direct de plichten en het vermogen op. Kern: je erft van rechtswege. Deze groep erfgenamen wordt niet gevraagd wat ze er van vinden, ze worden automatisch erfgenaam.

  • Voluntarii, de vrijwillige erfgenamen: die moeten hun wil bepalen, zij moeten zeggen of ze al dan niet de erfenis willen verkrijgen. Als ze

.....read more
Access: 
Public
College: Nalatenschap, schending en deling

College: Nalatenschap, schending en deling


Sheetnotes 2018/2019

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied. 

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Men kan in twee opzichten een onverdeeld aandeel hebben in de boedel. Dit heeft te maken met de gehele boedel; dit is een abstract aandeel die afhangt van de verdeling die nog moet plaatsvinden. Ook kunnen er afzonderlijke bestanddelen van de boedel zijn. Je moet toestemming vragen om te mogen beschikking over jouw aandeel in de afzonderlijke bestanddelen. 

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

- Wat houdt een legaat in?

Dit zijn één of meer bepaalde rechten die aan bepaalde personen per testament toekomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een legaat waarin iets wordt gegeven en een legaat waarin een ander wordt gedwongen iets te doen.

Collegeaantekeningen 2016/2017

Absolute rechten

In elke nalatenschap zit een onverdeelde boedel. De boedel is het geheel van absolute rechten naar Romeins recht. Hier golden andere regels voor. De absolute rechten op zaken in de nalatenschap gaan gemeenschappelijk over op erfgenamen, die worden gezamenlijk mede eigenaar in alles wat in boedel zit. De boedel is anders dan het vermogen, de boedel betreft het geheel aan absolute rechten dat onverdeeld blijft. Simpel gezegd, de eigendommen (huis, antiek, juwelen). Naar huidig recht zitten de vorderingen ook in de boedel, maar naar Romeins enkel absolute rechten.

Situatie voor deling van de nalatenschap

Wat zit er in de helft van een boedel? Dan ben je mede eigenaar van de boedel als geheel, zo te heten een onverdeeld aandeel in de boedel als geheel. Wat kun je ermee? Je hebt dan recht op de helft van de boedel, afzonderlijk zijn de erfgenamen beschikkingsonbevoegd. Je kunt niet beschikken over het huis, want je hebt maar recht op de helft van dat huis, alleen gezamenlijk kun je bijv. een hypotheek op huis vestigen.

Rechten op afzonderlijke bestanddelen? Kun je daarover beschikken? Je hebt ook een aandeel in afzonderlijke bestanddelen, recht op de helft van het huis, de auto, de klok etc. Hier geldt hetzelfde voor als voor een aandeel in het geheel. Je hebt toestemming nodig van je mede eigenaar in ons huidige recht. In

.....read more
Access: 
Public
Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Romeins Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org

Follow the author: Law Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1780 1