Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 1962 reads
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van erfopvolging te kennen:
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe kan iemand worden onterft?
Wat gebeurt er met iemands vermogen na zijn overlijden? Hoe gaat het vermogen van de overledene over op zijn opvolgers? Het gaat om de vermogensovergang. Bij de Romeinen ging het om het volledige vermogen, zowel de zaken, de rechten als de schulden. Zei kenden dit als de opvolging onder algemene titel. Dit zit vast aan het begrip vermogen: absolute rechten (eigendom), de relatieve rechten (persoonlijke vorderingsrechten, tegen één bepaalde persoon) en de schulden. Het feit dat een volledig vermogen in één keer overgaat, is een bijzonder geval. Dit kent men enkel in bepaalde gevallen, namelijk in het meest belangrijke erfrecht.
Naar Romeins recht gaat het al fout bij de relatieve rechten, zij kenden namelijk geen cessie dus die vorderingsrechten kun je niet overdragen (in het Nederlandse Recht kennen we wel cessie dus zou kunnen). Daarnaast kun je geen schulden overdragen. Enkel de absolute rechten zou kunnen, maar ook niet alle bijv. vruchtgebruik niet. Kortom, je kunt tijdens het leven niet je volledige vermogen overdragen aan een ander. Het enige wat er is, is de opvolging onder algemene titel die de wet kent. De belangrijkste is daarin het erfrecht.
Daarnaast kennen we het huwelijk zonder voorwaarden, in het Nederlands Recht erkend. Bij de Romeinen is er één geval denkbaar, het sluiten van een Manus Huwelijk met een vrouw die al sui iuris was, en dus een eigen vermogen had, dan ontstond er een macht van de echtgenoot en ging het vermogen van de vrouw over in het vermogen van de man. Maar op den duur werd zo'n huwelijk zo veel mogelijk vermeden en gebeurde er niks met vermogens.
De Romeinen kenden verder nog de adrogatie, dat brengt ook opvolging onder algemene titel mee. Speciale vorm van adoptie. Een kind dat sui iuris is wordt geadopteerd en komt terecht onder de familievader waardoor het kind de eigen juridische zelfstandigheid en zijn eigen vermogen verliest. Bij adrogatie moest de volksvertegenwoordiging stemmen, want er verdween dan een heel familie vermogen (als dat kind bijv. al de familievader was). Tot slot is een vorm nog ontbinding van vereniging, daar gaat het vermogen van vereniging over op de leden onder algemene titel.
Maar het erfrecht gaat niet alleen onder opvolging onder algemene titel. Het erfrecht kent tevens de opvolging onder bijzondere titel. Hier gaat het om de verkrijging van één of meer bepaalde rechten. Denk hierbij aan legaten.
Hoe vindt een verkrijging onder erfenis plaats? De verkrijging (acquisitio) van een nalatenschap veronderstelt de geroepenheid. Wat zijn de gronden van geroepenheid (delatio) tot een nalatenschap? Hoe word je erfgenaam? Dit kan ofwel op grond van de wet of op grond van het testament.
Krachtens de wet, dan spreekt men van het intestaat erfrecht. Dat is iemand die geen testament heeft gemaakt, en dan treedt de wet in werking.
Krachtens testament. Het testamentaire erfrecht, dat zijn de regels die bepalen wat er gebeurt als er een testament is gemaakt. Het testament is een uiterste wilsbeschikking, dus je kan het op ieder moment nog wijzigen.
De Romeinen zeiden dat een overeenkomst over de erfenis nietig was, dus als iemand belooft dat een ander erfgenaam zou worden is op geen enkele manier verbonden. Zij achtten dit in strijd met de goede zeden. Het is logisch dat zij het in strijd met de goede zeden beschouwden, want mensen kunnen elkaar gaan omleggen zodat zij eerder de erfenis verkrijgen. Dat wil men natuurlijk niet.
In de twaalf tafelen (450 v. Chr) stond het testament al. Wat daarvoor gold weten we niet. Maar men gokt dat het oudste recht intestaat erfrecht is, en dat men daarna kwam met de testamentaire mogelijkheden. Dit is echter niet zeker. Een beetje Romein zorgde ervoor dat je een testament had, als je geen testament had werd je als het ware beschouwd als een loser.
De voorkeur voor het testament van Romeinen is wel van belang. Indien men slechts de helft van zijn nalatenschap heeft geregeld in het testament, wat met de andere helft? Ofwel de wet of het testament uitleggen. In ons huidige recht zouden we de wet toepassen op de andere helft waarover niks is geregeld. Dit gold echter niet in het Romeins Recht, zij hadden namelijk de voorkeur voor het testament,. Ook al was het testament gemaakt voor de helft van de erfenis, dan werd alsnog het testament toegepast voor de andere helft. Adagia: nemo pro parte testatus, pro parte intestatus decedere potest: op een nalatenschap kan men niet tegelijk het testamentaire en het intestaat erfrecht toepassing, je moet kiezen bij de Romeinen.
De reden dat dit anders is in het Nederlands recht is doordat wij op een andere manier op het testament zijn gekomen. Ons testament heeft Germaanse achtergrond. De Germanen kenden geen testament, elke erfenis ging volgens vaste regels over op familieleden. Dit gold tot de Middeleeuwen, door het canonieke recht kwam het testament toch weer naar boven. Men ging biechten voor je overlijden. Ze stelden dan voor om een deel van hun vermogen aan de kerk af te staan. De kerk kreeg er belang bij om dit soort laatste wilsverklaringen in rechte te kunnen afdwingen. Dat ging men doen in de kerkelijke rechtbank. De kerk van Rome leefde naar Romeins recht, daar waar men geen canonieke regeling had paste men het Romeinse recht toe. Dus hier paste men het Romeinse testament recht toe. Daardoor hebben wij twee soorten testament recht naast elkaar, het testamentaire recht komt van de Romeinen.
Ten eerste moet de erflater dood zijn. Ligt voor de hand, maar wat nu te doen als iemand is vermist? Je hebt het vermoeden dat diegene is overleden, maar je kunt dit niet aantonen. Er kwamen regels waardoor juridisch wordt vastgesteld dat er geacht wordt dat iemand is overleden, naar Nederlands Recht is dat vijf jaar.
Ten tweede moet een erflater bekwaam zijn om erfgenaam te hebben. Dit ziet er vooral op dat je een vermogen moet hebben. In het Romeins recht werd een grote groep uitgesloten, namelijk de slaven want zij hadden geen vermogen dus zij konden niks nalaten. Kinderen, dus sui alieni kunnen wel erfenissen ontvangen, dat gaat echter wel op in het vermogen van de patra familias, tenzij de vader erft naar zijn kinderen dan worden zij natuurlijk sui iuris. De kinderen (sui alieni) konden over hun handgeld een eigen testament opnemen. Naar huidig recht kennen we dit onderscheid niet meer, iedereen kan nalaten (ook alleen schulden). Echter kunnen in ons huidige recht rechtspersonen geen erfgenamen hebben, want rechtspersonen overlijden niet. Zij kunnen wel opvolgers onder algemene titel hebben, maar dat heeft niks met erfgenamen te maken.
Ten derde moet de erfgenaam in leven zijn. Wat te doen met een kind dat is verwerkt maar nog niet is geboren ten tijde van overlijden erflater? Conceptus pro iam nato habetur, het verwekte kind wordt voor reeds geboren gehouden. Dit artikel staat letterlijk in ons recht. Voorwaarde is wel dat het kind levend ter wereld komt. Al met al kan het kind dus erfgenaam zijn van de overleden erflater. Het kind kan deze geërfde belangen nog niet waarnemen, dus wordt er opgetreden voor de belangen van het kind door middel van de curator (curator ventris: curator van de buik). Die waakt over de belangen van het kind dat wel aanwezig is maar nog niet geboren is.
Ten slotte moet een erfgenaam bekwaam zijn. Dit hield in dat men een Romeins burger moest zijn. Een Romeinse erfenis ging enkel over op andere Romeinen. In praktijk kwamen er echter steeds meer niet Romeinen in het Rijk. Er werd via een omweg mogelijk om aan niet Romeinen te erven.
De onbevoegdheid ziet op bepaalde personen die onder bepaalde omstandigheden die geen erfgenaam mogen zijn (iets anders dan onbekwaamheid). Bijvoorbeeld een arts die iemand heeft behandeld tijdens zijn ziekte bed.
Men laat zijn erfenis na aan een derde in plaats van zijn kinderen. Dan is het vermogen bij de kinderen, maar komt toe aan de derde. De erfgenaam moet de bevoegdheid krijgen om het vermogen op te eisen. Juridisch kan de erfgenaam gewoon dat vermogen opeisen onder revindicatie, aangezien hij eigenaar is geworden van dat vermogen. Desondanks deze mogelijkheid, hebben Romeinen een speciale actie gemaakt voor erfgenamen, omdat men anders elk afzonderlijke zaak moet revindiceren, met een hoge bewijslast. Het risico dat dit mis gaat, voornamelijk met bewijzen, is vrij groot. Daarom draaiden de Romeinen het om met een speciale actie (heriditatis petitio), je hoeft enkel te bewijzen dat je erfgenaam bent en dan worden alle zaken van die erflater geacht in jouw eigendom te vallen, tenzij een ander kan bewijzen dat diegene eigenaar is van de zaak. Men wijst alles toe aan de erfgenaam, tenzij iemand anders kan bewijzen dat diegene eigenaar was. de Hereditatis petitio.
Enkele opmerking is dat het bestond. Romeinen kenden eigen wettelijke regels terwijl onze uit de inheemse aard kwamen. Deze wijken zoveel van elkaar af, dat het geen zin heeft om het met elkaar te vergelijken.
Dit brengt ons bij het centrale begrip testament. De wil van de erflater bepaalt hoe de zaken overgaan bij zijn overlijden: de uiterste wilsverklaring. Het gaat om de laatste wilsverklaring van de erflater. Wat is bepalend daarbij? Zijn laatste wilsverklaring. Oftewel een herroepelijke wilsverklaring van datgene dat iemand wil wat er na zijn dood met zijn vermogen gebeurt. Je kunt een testament herroepen, als je niet tevreden bent kun je het veranderen. Het laatste testament is het enige geldige testament. Dit is een regel die geldt ongeacht de inhoud van het testament. Tenzij je kunt aantonen dat de erflater wilsonbekwaam was ten tijde van het maken van het laatste testament (bijv. krankzinnig), in dat geval is het testament nietig. Juridisch gezien bestaat dat testament dus niet, en geldt dan het testament wat daarvoor bestond, aangenomen dat men toen wel bekwaam was. Indien men toen ook niet bekwaam was, en er geen meer testamenten waren gemaakt, dan golden de regels via de wet.
In Nederland moet je altijd melden bij een notaris dat je een testament hebt gemaakt. De notaris maakt daarvan weer een melding in het centraal testamentenregister. Zodat er altijd een instantie is die weet wat het laatste testament is. Naar Romeins recht was dit anders, de vormvereisten zagen vooral op hoe iemand een testament maakte. In beginsel kon je volledig op jezelf een testament maken, en dat testament bewaarde je ergens in huis. Indien je een nieuwe wilde, maakte je een nieuwe. Cruciaal is natuurlijk de datum. Dit was natuurlijk ongeorganiseerd, want de één vond testament één terwijl de ander pas na een jaar testament twee vindt. Het eerst gevonden testament wordt uitgevoerd, terwijl die achteraf dus nietig blijkt. Want het laatste testament geldt, dus het tweede testament. Het laatst gemaakte testament is de enige die juridische rechtskracht heeft, ook al weet niemand daarvan. Daar moet je naar kijken en uitvoeren.
Degene die het testament maakt, de testator, moet wel bekwaam zijn, je moet natuurlijk een vermogen hebben. Er waren Romeinen die alieni waren maar toch belang hadden bij een testament, bijvoorbeeld de soldaten. Die wisten natuurlijk nooit zeker of zij terugkeerden en zij kregen een soldaatvermogen. De soldaten werden de dag voor de slag in linie gezet en zei moesten dan zeggen aan wie zij hun vermogen achterlieten mochten zij het niet overleven (vormloos testament). Dit gold tevens voor het handgeld van een sui alieni, dat was feitelijk van jouw, niet juridisch want behoort tot patra familia. Maar je kon er wel een apart testament voor opstellen.
Wil een Romeins testament geldig zijn dan moet er een erfstelling (erfgenaam) zijn opgenomen. Sterker nog het testament moest beginnen met het benoemen van je erfgenaam. Anders was het niet geldig. Maakte je een testament alleen met legaten, dan is dat ongeldig naar Romeins Recht, want je moest beginnen met erfgenaam. Indien men eerst legaten opnam en daarna erfgenamen, dan werd alles voor de erfgenamen niet gelezen en werd ook niet uitgevoerd, dat werd alsnog als nietig beschouwd. Erg strenge houvast bij de Romeinen aan het beginnen met erfgenamen. In het Nederlands recht geldt dit niet. Het is bij ons heel gebruikelijk om enkel legaten achter te laten. Dit komt door de oorsprong van ons testament in het canonieke recht.
Je kon een erfgenaam alleen benoemen onder opschortende voorwaarden, bijv. je wordt pas erfgenaam als je jouw eindexamen hebt gehaald. Haalde hij het examen, dan werd hij erfgenaam. Het was niet mogelijk om een erfgenaam onder ontbindende voorwaarden te hebben. Eens een erfgenaam, altijd een erfgenaam. (naar ons huidige recht is dit wel mogelijk).
Onmogelijke voorwaarde, is een voorwaarde waar je niet aan kunt voldoen, bijv. je wordt erfgenaam als je jouw vinger tegen de maan aanraakt. Hoe pak je dat aan? Men laat de voorwaarde vervallen, en de beschikking wordt dan onvoorwaardelijk waardoor het testament toch geldig is.
Onzedelijke voorwaarden, zijn voorwaarden die niet deugen. Bijvoorbeeld dat je vrouw de erfgenaam wordt, tenzij zij opnieuw in het huwelijk treedt. Dat kon ook niet, dan werd die voorwaarde ook geschrapt. En het testament werd onvoorwaardelijk en geldig.
Mag een erflater doen en laten wat hij wil? Of zijn daar grenzen. In het oudste Romeinse recht kon de erflater (pater familias) doen wat hij wil. Op dat moment was de pater familias het belangrijkste en het machtigst. Daarna kwamen er formele regels, als men wil onterven moet men dat bij naam en toenaam doen. Voldoe je niet aan de vormvereisten, dan worden zij alsnog erfgenaam. Vervolgens kwamen er ook materiële vereisten, die de mogelijkheid om erfgenamen te onterven beperkten. Dit had te maken met de opbouw van de Romeinse familie. Als er een oude pater familias was dan hadden de kinderen grotendeels bijgedragen aan het vermogen, men kon dan altijd een deel opeisen aangezien men het onredelijk vond dat de kinderen volledig werden onterft -------> de legitieme portie.
De erfenissen werden in zo'n geval aan een speciale rechtszaak voorgedragen, de rechtbank centumviri. Als een kind was gepasseerd bij het testament van de erflater, dan kon hij de klacht van het liefdeloze testament instellen. Redenering was dat de erflater krankzinnig was, want wie onterfde nou zijn eigen kinderen? Color insaniae. Hierdoor werd het testament niet geldig, nietig verklaard en had hij nooit bestaan. Erfenis via de wet werd dan uitgevoerd, en dan kregen kinderen altijd een deel. Dit kon alleen gaan om intestaat erfgenamen.
Naar Romeins recht had je recht op de quarta legitima. Het vierde deel van datgene wat je zou hebben gekregen als er geen testament zou zijn geweest. Je intestaatdeel moet je dus delen door vier, en dat is wat je kan erven door de legitieme portie. A laat 24.000 na, en heeft drie kinderen XYZ. X krijgt dus 8.000 (intestaatdeel)/ 4 = 2.000 (legitieme portie).
Indien je te weinig kreeg kon je naar de rechter, als die het dan nietig verklaarde dan kon je via gewone regeling van de wet 8.000 eisen. Vonden ze wat te gek dus Justitianus paste de aanvullingsactie toe. Dan werd de legitieme portie met iets aangevuld, meestal erg weinig.
DIt hoorcollege gaat over Romeins Recht: de uitwendige geschiedenis.
Hier is geen sprake van. Week 1a omvat Prota Hoofdstuk 5 verbintenissrecht V 1 t/m 4 en G 1 t/m 4 & Hoofdstuk 1 uitwendige geschiedenis (U) 7 & 8.
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Voor het tentamen is het belangrijk globaal te weten hoe de uitwendige geschiedenis van het codificeren van het Romeinse Recht heeft plaatsgevonden.
Ook is het van belang dat er geen gebruik hoeft te worden gemaakt van Latijnse woorden/zinnen op het tentamen.
- Hoe is de codificatie van het Romeinse recht begonnen?
Justiniaus (527-565) begon met het codificeren van het Romeinsrecht. De rechtsbronnen in die tijd verschilden van het ius (ook wel juristengeschriften) en leges (keizerlijke constituties). Leges kunnen weer worden opgedeeld in:
De eerste Codex Justinianus is in 529 gecodificeerd. Daarna ging het het ius te lijf. De digesten en de instituten stammen beide uit 533.
Keizer Justitianus heeft het Romeinse recht in de 6e eeuw gecodificeerd. Één van zijn Digesten is overgebleven en in de 11e eeuw ontdekt. Dit leidde tot de Universiteit van Bologna. Zo heeft het Romeinse Recht de verschillende Europese codificaties beïnvloedt. Codificatie Justitianus: Corupus Iuris Civilis betekent het lichaam van het civiele recht (het Romeinse Recht). Er waren twee rechtsbronnen:
Keizer Augustus (27 v. Chr - 14 na Chr): wilde alleenheerser zijn, maar wilde dit niet laten blijken. Daarom heet hij ook keizer. Hij bedacht het recht om in openbaar antwoorden te geven: Ius publice respondendi = als een jurist dit recht van de keizer had gekregen, dan mocht de jurist zijn adviezen presenteren in naam van de keizer. Dat wilden juristen natuurlijk, want in naam van keizer heeft veel gezag en bij een volgende advies komen ze sneller bij jou, en dat was goed voor de winst. De adviezen gingen wel in de richting van de mening die de keizer had.
Daarnaast hebben juristen commentaren geschreven in boeken, op enerzijds het wettenrecht (ius civile) en anderzijds de commentaren op het Edict van de Praetor. In Rome had je iemand die toezicht hield.....read more
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Proces recht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van. Terug te vinden in de literatuur: Prota, Hoofdstuk, Proces recht (P) 1 t/m 22.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het van belang de drie procesvormen in Rome te kunnen onderscheiden.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat waren de drie porcesvormen in Rome?
1. Legis actio - proces: in de tijd van de Wet van de Twaalf Tafelen
Dit is een zeer formeel proces waarbij in vaste formules moest worden uitgesproken. Recht en religie hingen nog sterk samen.
2. Proces per formulam
Dit is de vorm die de grootste in vloed op het Romeins Recht heeft gehad. Het geschil werd vastgelegd in een akte en de jurist zorgde voor de juiste vaste volgorde in de akte.
3. Cognitio extraordinaria
Hierbij was sprake van speciale gevallen van geschillen waar de keizer een rechter heeft benoemd die de uitspraak doet. Dit was eigenlijk een manier voor de keizers om hun eigen macht te versterken. Dit werd uiteindelijk de gewone rechtsgang.
- Waarom worden de procedures gevoerd?
Dit vanwege een executoriale titel die door het proces wordt verkregen. Zonder deze titel is er sprake van eigenrichting, dit is niet toegestaan.
Wat zijn mijn rechten? Antwoord tegenwoordig, kijk naar het materiële privaatrecht.
Romeinen dachten: kan ik een proces beginnen? Zo ja, dan kan ik over een recht beginnen.
De Romeinen procedeerden om een executoriale titel krijgen, om een stuk te hebben dat ten uitvoer wordt gebracht. Het veroordelende vonnis in het bijzonder. Zodra je een executoriale titel hebt, heb je recht van meewerking van de overheid volgens dat vonnis. Echter, er bestaat een zekere beoordelingsmarge in geval van openbare orde -> dan is de overheid niet verplicht mee te werken.
Oudste vorm executie civiel: executie op persoon die veroordeeld was. Hij verloor dan zijn juridische persoonlijkheid, deze persoon werd dan dus slaaf en die kon je verkopen op de markt en dan had je het geld. Inclusief als de schuldenaar wel vermogen had maar niet wilde betalen, dan verloor hij dat ook allemaal. Wat te doen met schuldenaar met meerdere schuldeisers? Dan schuldeisers bevoegdheid om schuldenaar in meerdere stukken te snijden. Dit moet je met een korreltje zout nemen.
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit college wordt het Romeins personen- en familierecht behandeld.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Hier is geen sprake van: Prota, hoofdstuk 3 Personen- en familierecht (PF) 1 t/m 19.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Hier is geen sprake van.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wanneer is er sprake van minderjarigheid?
Infans: betekent dat iemand onder de 7 jaar is en bijgestaan wordt door een tutor. In fari betekent dat iemand nog niet kan praten, ofterwijl nog geen juridisch relevante wil heeft. Deze rechtshandelingen zijn nietig.
Impubes: betekent dat iemand onder de 12 is en respectievelijk 14 jaar. Dit betekent dat iemand nog niet geslachtsrijp is. Er is wel sprake van een juridische wil, zij konden ook koopovereenkomsten sluiten en deze waren slechts vernietigbaar. Dus de rechtshandelingen waren niet per definitie nietig. De tutor is een voogd die de impubes bijstaat bij hun handelen in rechte.
Pubes: betekent dat het meisjes zijn vanaf 12 jaar en voor jongens vanaf 14 jaar. Deze rechtshandelingen zijn ook vernietigbaar. In dit geval is er geen sprake meer van een tutor, maar een curator.
Maior aetas: betekent dat iemand volledig handelingsbekwaam is, dit is vanaf de leeftijd van 15 jaar.
Romeinen zagen personen samen met een drager van rechten en plichten, kortom of je een vermogen kon hebben hing in verband met de persoon.
Absolute rechten: rechten tegen een ieder gelden.
Relatieve rechten: vorderingen. Indien negatieve vorderingskant, dan heb je een passieve vordering oftewel een schuld.
Als u een vermogen wilt opbouwen, doet u dat ook als u geld leent. Dus een vermogen is niet per definitie een positief saldo. Juridisch gezien is iemand die een vermogen kan hebben, een drager van rechten en plichten en zo iemand is een persoon. Persoon betekent letterlijk gezien een masker. Dan deed je mee in de juridische wereld, dan had je absolute en relatieve rechten.
Naar Romeins recht is niet ieder mens een persoon. Je status, de manier waarop je bestaat in de wereld, speelt een belangrijk rol of je een persoon bent. Er zijn drie zaken van invloed of je inderdaad een persoon bent:
Libertas. Besta je in vrijheid?
Civitas. Maak je deel uit van de civitas = de Romeinse burgerij.
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege wordt een start gemaakt met het Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen behandeld die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 1 T/M 11 van Prota van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er is geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Belangrijk voor het tentamen is te weten wat het verschil is tussen een zakelijk- en persoonlijk recht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat is het verschil tussen een zakelijk- en persoonlijk recht?
1. Zakelijke rechten zijn limitatief. Persoonlijkrechten komen daarentegen in oneindig veel vormen voor, dit komt door de contractsvrijheid.
2. Zakelijke rechten volgen de zaak, ongeacht onder wie deze is. Dit heeft tot gevolg dat zakelijke rechten tegenover een ieder in te roepen is. Persoonlijke recht slechts tegen een of enkele personen.
3. Zakelijk recht levert bij een faillissement een preferente positie op.
- Wat is het verschil tussen het genereren van vruchten als inkomst?
Naar Romeins recht verkrijg je de vruchten niet door bijvoorbeeld afscheiding of inbezitneming. Je moest daadwerkelijk de vrucht geplukt hebben om het eigendom te verkrijgen.
Persoon is drager van rechten en plichten, in dat vermogen zitten drie dingen: de absolute rechten, de relatieve rechten en de schulden.
In de tijd dat er nog geen verbintenissenrecht was, leefden volkeren naar hele andere uitgangspunten. Het ging er dan om dat de religieuze verplichting of bevoegdheid had om de andere persoon een zelfde portie leed mag toe brengen. Dus als iemand jouw been breekt, mag jij diegene zijn been ook breken. - wet op de weerbraak (lex talionis).
Romeinen laten het idee van wraak los door middel van de zogenoemde Wet van de Twaalf Tafelen (Lex Duodecim Tabularum). Het idee werd dat er niet een verplichting bestond tot het feitelijk wraak nemen, maar dat er geld moest worden betaald. Dus geen geweldpleging maar een zakje geld geven. Romeinen zagen het wel als geld, maar als debiteur niet wilde of kon betalen dan mocht u de debiteur in uw eigen kerker zetten. Er staat precies hoe zwaar de boeien/kettingen mogen zijn en hoeveel eten je de debiteur moet geven. Als niemand na 60 dagen het geld voor hem betaalde, mocht je hem aan de andere kant van de Tibor verkopen als slaaf.
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege gaat het wederom over het Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er is geen sprake van onderwerpen die niet in de literatuur worden behandeld. Hoofdstuk 4, goederenrecht (G) 12 $ 13, 15 t/m 20 uit Prota van belang. Het eigendom staat centraal.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in dit vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Het eigendom zoals we het nu kennen is eigenlijk precies hetzelfde zoals de Romeinen dit definieerden. Het gaat om het meest omvattende recht dat je kan hebben op een zaak; Eigendom = Dominium.
Voor het tentamen is het belangrijk te weten welke beperkingen kunnen worden uitgeoefend op het eigendomsrecht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Welke beperkingen kunnen worden uitgefoefend op het eigendomsrecht?
Een verbintenis is een rechtsbetrekking tussen ten minste twee personen. Er bestaan subjecten en objecten binnen een verbintenis. De subjecten zijn de deelnemers of de partijen bij de verbintenis. Het object is vaak de prestatie die moet worden verricht bij het sluiten van een verbintenis.
Het object van de verbintenis: het voorwerp, de prestatie die moet worden verricht door de schuldenaar. Dat moet bepaalbaar zijn wil het een verbintenis zijn. Hoe ver reikt dat precies? Kun je een verbintenis in het leven roepen waarbij de schuldenaar nog niet precies weet wat hij moet presteren, maar een derde wordt daar voor gevraagd. Voorbeeld: koper van een huis, verkoper van het huis maar beide komen er over de prijs niet uit, dus zij spreken af dat een derde de prijs van het huis bepaalt (de taxateur). Heb je dan geldige koopovereenkomst waar verbintenissen uit voortvloeien? Romeinen zeiden van wel. De verbintenis is niet bepaald (staat nog niet vast), maar wel bepaalbaar (snapt wel wat er uit komt) en dus een geldige verbintenis. De derde moet wel uiteindelijk de schatting maken,dan weet
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat wederom over Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er zijn geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4, Goederenrecht (G) 14 & 21 t/m 25 van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.
Geen opmerkingen specifiek met betrekking tot tentamenvragen.
Het doel van verbintenissen is dat ze zo snel mogelijk tenietgaan, dus nakoming van de verbintenis. De vorderingen die je hebt wil je graag inleveren bij de schuldenaar die de prestatie wil leveren. Betaling is het nakomen van de verbintenis. Gold in het Romeins recht hetzelfde -> De term van betaling is solutio, betekent letterlijk losmaken. Je maakt de verbintenis los, de verbintenis werd als een ketting gezien door de Romeinen.
Een schuldenaar heeft altijd een redelijk termijn om te presteren. Je kunt hierdoor bijv. een betalingstermijn afspreken of afspraken maken over de opeisbaarheid (bijv. pas presteren op een nader te bepalen tijdstip in toekomst). Naar Romeins Recht moest je enorm uitkijken dat je niet te snel begon te procederen, want als je de zaak verloor dan verdween jouw vordering (schuldvernieuwing) en werd die vervangen door het vonnis van de rechter. Als die beoogde dat je niks kreeg, dan had je niks meer in rechte. Men noemde dat petitio: de eiser heeft te veel geëist. Kan men spreken van een onverschuldigde betaling als de opeisbaarheid nog niet is verstreken? Dan is er geen onverschuldigde betaling, de schuld was er namelijk wel, ook al was die nog niet rechtens afdwingbaar. Je kan dan niet het geld terugvorderen.
In beginsel zal de schuldenaar zelf moeten betalen, maar op die regel bestaat een uitzondering: in beginsel is elke derde bevoegd om de schuld van de schuldenaar te voldoen. Het resultaat van die betaling is dan dat de verbintenis tenietgaat. In de praktijk werd een schuldenaar vaak bevrijd door een betaling van een derde, die hem vrij kocht van de crediteur. Als de schuldenaar niet betaalde nam de crediteur hem namelijk in gevang.
Waarom zou een derde betalen voor de schuldenaar? Kan vrijgevend zijn, dan is het een schenking, is niet vaak
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van odnerwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 4 Prota, Goederenrecht paragraaf 12 en 13, 15 t/m 20 van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelignen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten dat het begrip "traditio" tweeslachtig is. Je kunt er allereerst mee bedoel; "overdracht". Er moet dan sprake zijn van titel, beschikkingsbevoegdheid en levering (3:84 BW). De tweede betekenis is bezitsverschaffing (levering). Voor bezitsverschaffing moet het bezit dan dus ook worden verschaft.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Hoe kun je in het Romeinsrecht bezit verkrijgen?
Het verschil tussen beide is dat bij bezitsverschaffing het verzit van een anders krijgt, indien je het zelf doet is er sprake van inbezitneming. Bezitsoverdracht is een term die Romeinen niet kende. Het ging om een feitelijke handeling.
- Wat is het verschil in Nederlands recht en Romeins recht voor de verkrijging van het bezit van onroerende zaken?
Voor het Nederlands recht is een akte voor bezitsverschaffing van onroerende zaken wél vereist, voor het Romeins recht niet.
De Romeinen keken waar het economisch belang van het contract lag. Als je iets in bruikleen krijgt, dan ligt het belang van het contract bij de gebruiker. Dit betekende dat van hem een hoge zorgplicht werd verwacht. Hij was sneller aansprakelijk als hij het niet teruggaf of dergelijke. Als je iets in bewaarleen krijgt, bijvoorbeeld je geeft je jas af bij een concert, dan ligt het belang van het contract bij de bewaargever; diens jas wordt gratis bewaakt. Hier is het niet de debiteur die het belang heeft, maar de gever.
Indien de nakoming onmogelijk is geworden, dan is van belang waar het belang van het contract ligt want bij diegene ligt logischerwijs ook de meeste zorgplicht. De debiteur is sneller aansprakelijk. Behalve bij bewaargeving, dan was je later aansprakelijk omdat je dan als crediteur handelt. Zie in ons huidige BW, art.6:27.
Indien de nakoming nog mogelijk is, dan krijgt men eerst nog een tweede kans om als nog na te komen. De crediteur heeft pas recht op vervangende schadevergoeding als de debiteur in verzuim is. (In het Romeins, mora genoemd).
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
In dit hoorcollege gaat het wederom over het Romeins Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet terug te vinden zijn in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota is van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Op het tentamen wordt vaak gevraagd welke vorm van schenking niet geldig is.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Welke vorm van schenking is niet mogelijk?
Dit is geval van schenking in een huwelijk gedaan. Deze schenkingen aan elkaar als echte lieden is nietig. Eigendom van de gegeven zaak kan dus niet over zijn gegaan, er is geen objectieve geldige titel.
Voor iedere overeenkomst in het Romeinse Recht is consensus vereist. Dit is de wilsovereenstemming bij de overeenkomst. In het Nederlands Recht is dit anders, bij ons komt er soms toch nog een overeenkomst tot stand ondanks een gebrekkige wilsovereenstemming (derdenbescherming) . In het Romeinse Recht moet er consensus zijn. Indien er dissensus over de overeenkomst is, dan komt er geen overeenkomst tot stand. Indien dissensus over het object, dan komt er tevens geen overeenkomst. In het Nederlands recht kom je in zo'n geval dan bij art.3:35 BW.
In het Nederlandse recht hebben we dwaling. In het Romeinse Recht werd dit niet beschouwd als wilsgebrek, maar ze vonden het een toepassing van de regel van consensus. Als de consensus ontbrak, dan was er geen overeenkomst tot stand gekomen. Het Romeins Recht kende alleen de tweezijdige dwaling. Het moet gaan om dezelfde zaak maar allebei moeten ze een onjuiste voorstelling van zaken hebben.
Een voorbeeld. Beide partijen hebben het over een fles rode wijn. Deze wijn is echter verzuurd. Is er dan sprake van dwaling? Volgens de Romeinen niet, want er zit wel degelijk rode wijn in alleen is de zuurgraag anders. Dat was onvoldoende voor dwaling bij de Romeinen en de koper heeft in zo'n geval pech. Als er bijvoorbeeld in plaats van wijn, azijn in de fles zat dan was er wel sprake van dwaling.
In het Ius Civile gold het volgende. 'Deceptus tamen volui' - ik ben misleid, maar ik heb wel gewild.
Als het gaat om een overeenkomst die nog niet is uitgevoerd dan geldt exceptio doli: oftewel vernietiging. Gaat het
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Deze week gaat over het Romeins Goederenrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. Hoofdstuk 5 van Prota van belang.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er is geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten voor verkrijgende verjaring te kennen.
Voor het tentamen is het van belang het verschil in redenatie te weten met betrekking tot "goede trouw" in het huidige recht en het Romeinse recht.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat zijn de vereisten voor verkrijgende verjaring?
Gedurende de wet van de twaalf tafelen, waren dit er slechts twee. Er moest sprake zijn van bezit en dit bezit had een termijn van 1 jaar voor roerende zaken en 2 jaar voor onroerende zaken. Hier kwam echter commentaar op omdat het nu wel heel makkelijk was om onder overdracht uit te komen. Nu zijn de eisen dat het niet mocht gaan om een gestolen zaak. Er moet sprake zijn van een titel en goede trouw en tot slot moet er sprake zijn van bezit en voldaan zijn aan de verjaringstermijn.
- Wanneer was er in het Romeinse recht sprake van goede trouw?
Naar Romeins recht was het geen vereiste dat je moest hebben gedacht eigenaar te zijn geworden. Je kon eigendom verkrijgen ook al wist je dat de levering onjuist was, voldoende voor verjaring was instemming van de eigenaar. Het ging om het uitgangspunt dat de bezitter van die zaak goede trouw moet hebben gehad op het moment dat hij het goed in bezit krijgt, voor de rest van het verjaringstermijn doet het er niet meer toe.
- Wat was de nieuwe verjaringstermijn?
Eerst 1 jaar voor roerende zaken; deze werd veranderd in 3 jaar. Eerst 2 jaar voor onroerende zaken en dit werd veranderd in 10 jaar voor onroerende zaken in dezelfde provincie en 20 jaar voor onroerende zaken in een andere provincie.
Een verbintenis is een rechtsbetrekking die kan voortkomen uit een overeenkomst, maar dat hoeft niet het kan ook uit iets anders. Bijvoorbeeld een onrechtmatige daad.
Omgekeerd, is het ook niet zo dat elke overeenkomst een verbintenis ten gevolge heeft.
Er zijn overeenkomsten die verbintenissen tot gevolg hebben, dit zijn
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, specifiek de Beperkte rechten.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkeling in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfdienstbaarheid betekent. Het houdt in dat er sprake is van een heersend erf en een lijdend erf. Er dienen hiervoor 2 erven en 2 verschillende eigenaren te zijn. Erfdienstbaarheden kunnen een dulden of niet-doen inhouden. Verder stelden de Romeinen 3 voorwaarden:
- Vicinitas (naburigheid): de romeinen namelijk een ruim begrip voor naburigheid, namelijk zolang het gebruik van het ene erf maar in het belang is voor het andere erf.
- Utilitas (nut): de erfdienstbaarheid moet te maken hebben met normaal gebruik heersend erf.
- Causa perpetua: niet door uitoefening tenietgaan.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord.
- Hoe wordt een erfdienstbaarheid gevestigd?
Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt in:
a. Landelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om dulden
b. Stedelijke erfdienstbaarheid; hierbij gaat het om nalaten; werd gevestigd door een overdracht in rechten door middel van een schijnproces.
- Hoe gaat een erfdienstbaarheid teniet?
Een erfdienstbaarheid kan tenietgaan door het tenietgaan van het heersend of lijdend erf. Ook kan het tenietgaan door afstand; wanneer de eigenaar van het heersend erf eenzijdig afstand doet van zijn recht en tot slot door vermenging van eigendom van het heersend en het lijdend erf.
De enkele consensus bindt. In het Romeinse Recht is dit niet per definitie genoeg om een contractuele band tot stand te brengen. De gedachte dat consensus bindt is christelijk, het komt uit bijbel teksten.
Desondanks waren de belangrijkste Romeinse overeenkomsten toch consensueel. De belangrijkste vieren waren de koop/verkoop (emptio venditio), de huur/verhuur (locatio conductio), de maatschap (societas) en de lastgeving (mandatum). Dit zijn overeenkomsten die naar Romeins Recht ontstaan door de enkele wilsovereenstemming. Er zijn twee gemeenschappelijke trekken, namelijk 1) je kunt ze afsluiten onder afwezigen (dit in tegenstelling tot bijv. de stipulatio) en 2) ze zijn allemaal wederkerige overeenkomsten, bonae fide.
Is koop een vorm van ruil tegen geld? De Romeinen zeiden van niet. Koop is een eigensoortig contract dat je niet kon zien als ruil. Ruil is een innominaatcontract en koop kun je daar absoluut niet tot
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege betreft het Goederenrecht, in het bijzonder: erfpachtrecht, pand en hypotheek.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat erfpacht inhoudt. Dit is het recht op andermans onroerde zaak. Dit recht is vervreemdbaar en bezwaarbaar.
Hiernaast is het belangrijk te weten wat het onderscheid is tussen de vestiging van pand en hypotheek.
Indien men verzwijgt dat er al een ander zekerheidsrecht is gevestigd op een zaak, heet dit stellionaat.
- Wat is het verschil in vestiging bij pand en hypotheek?
Pand wordt gevestigd middels bezitsverschaffing, terwijl hypotheek zonder bezitsverschaffing plaatsvindt.
Je gedragen als belangenbehartiger van iemand anders, is de definitie van zaakwaarneming. Op redelijke grond laat je jezelf in op andermans belangen. Als je als zaakwaarnemer kosten maakt, dan kun je die kosten van de belanghebber vorderen. De actio negotiorum contraria (de actie uit zaakwaarneming). De belanghebbende kan daar als reactie een directe zaakwaarneming actie vorderen op de zaakwaarnemer (actio negotiorum directa).
Het met opzet prijsgeven van een goed, is soms niet voldoende om niet van zaakwaarneming te kunnen spreken. Er moet sprake zijn van een redelijke grond, indien men geen zaakwaarneming mag aannemen. Als je een hond ernstig hebt mishandeld en vervolgens op straat gooit, dan kun je niet zeggen dat je de kosten van de verzorging niet op jouw te verhalen zijn, omdat je de hond had prijsgegeven. (Rechtbank Groningen).
Naar Romeinen was de ongerechtvaardigde verrijking aanleiding tot de ontwikkeling van de verschillende condictiones. Een condictio is een manier hoe je procedeert. Enkele vormen van condictio (ongerechtvaardigde verrijking):
Ten eerste hadden zij de condictio indebiti (onverschuldigde betaling): dit is bijzonder, want in het Romeins Recht is onverschuldigde betaling dus een onderdeel van de ongerechtvaardigde verrijking, terwijl in het Nederlands Recht zij als aparte rechtmatige zaken worden bekeken. Je dacht dat je een bepaalde schuld had, die heb je ook betaald maar achteraf gezien blijkt dat je helemaal niet hoefde te betalen. De Romeinen eiste de vergissing, enkel als je je vergiste dan betaalde
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van erfopvolging te kennen:
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe kan iemand worden onterft?
Wat gebeurt er met iemands vermogen na zijn overlijden? Hoe gaat het vermogen van de overledene over op zijn opvolgers? Het gaat om de vermogensovergang. Bij de Romeinen ging het om het volledige vermogen, zowel de zaken, de rechten als de schulden. Zei kenden dit als de opvolging onder algemene titel. Dit zit vast aan het begrip vermogen: absolute rechten (eigendom), de relatieve rechten (persoonlijke vorderingsrechten, tegen één bepaalde persoon) en de schulden. Het feit dat een volledig vermogen in één keer overgaat, is een bijzonder geval. Dit kent men enkel in bepaalde gevallen, namelijk in het meest belangrijke erfrecht.
Naar Romeins recht gaat het al fout bij de relatieve rechten, zij kenden namelijk geen cessie dus die vorderingsrechten kun je niet overdragen (in het Nederlandse Recht kennen we wel cessie dus zou kunnen). Daarnaast kun je geen schulden overdragen. Enkel de absolute rechten zou kunnen, maar ook niet alle bijv. vruchtgebruik niet. Kortom, je kunt tijdens het leven niet je volledige
.....read moreWelke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
De testamen waarin kinderen werden onterft konden worden aangevocht bij een speciale rachtbank. Deze rechtbank heette "centumviri". Deze bestond uit 100 vaste rechters en was opgedeeld in kamers van 10 mannen. Deze rechtbank ontwikkelde jurisprudentie.
Indien iemand zijn kinderen onterft, werd krankzinnig verklaard. Indien dit gebeurde was het testament dus ongeldig. Deze schenkingen werd bij het vermogen opgeteld en de legitieme portie wordt over dit vermogen berekend.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe worden de verschillende bestanddelen van een nalatenschap verdeeld?
- Vorderingen; worden van rechtswege verdeeld. Zoveel nieuwe vorderingen als er erfgenamen zijn worden in verhouding verdeeld tot hun erfdeel. Dit geldt tevens voor schulden.
Men kan op twee manieren aangewezen zijn op een nalatenschap. Op grond van de wet en op grond van een testament. Indien er geen testament is, dan wijst de wet een erfgenaam aan. Indien er wel een testament is, dan wordt die natuurlijk uitgevoerd. Maar een belangrijke vraag is op welk moment verkrijgt de erfgenaam een nalatenschap? Dat hing er van af wat voor soort erfgenaam je was, kortom van de status van de erfgenaam.
De Romeinen onderscheidden twee typen erfgenamen:
Sui of necessarii : de eigen of noodzakelijke erfgenamen. Diegene die zelf pater familias worden als hun pater familias komt te overlijden. De plichten werden onmiddellijk overgenomen door de nieuwe pater familias. Romeinen deden aan voorouders cultes: voor de voorouders nagedachtenis zorgen. Die taak was van de pater familias, dus die taak moest onmiddellijk worden voortgezet. Kortom, de nieuwe pater familias is er onmiddellijk als de oude overlijdt. Die moet deze taak meteen overnemen. Daarnaast verwierf je ook direct het vermogen van de pater familias. Dus je nam direct de plichten en het vermogen op. Kern: je erft van rechtswege. Deze groep erfgenamen wordt niet gevraagd wat ze er van vinden, ze worden automatisch erfgenaam.
Voluntarii, de vrijwillige erfgenamen: die moeten hun wil bepalen, zij moeten zeggen of ze al dan niet de erfenis willen verkrijgen. Als ze dat willen, dan aanvaarden ze de erfenis en krijgen ze die
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Men kan in twee opzichten een onverdeeld aandeel hebben in de boedel. Dit heeft te maken met de gehele boedel; dit is een abstract aandeel die afhangt van de verdeling die nog moet plaatsvinden. Ook kunnen er afzonderlijke bestanddelen van de boedel zijn. Je moet toestemming vragen om te mogen beschikking over jouw aandeel in de afzonderlijke bestanddelen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat houdt een legaat in?
Dit zijn één of meer bepaalde rechten die aan bepaalde personen per testament toekomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een legaat waarin iets wordt gegeven en een legaat waarin een ander wordt gedwongen iets te doen.
In elke nalatenschap zit een onverdeelde boedel. De boedel is het geheel van absolute rechten naar Romeins recht. Hier golden andere regels voor. De absolute rechten op zaken in de nalatenschap gaan gemeenschappelijk over op erfgenamen, die worden gezamenlijk mede eigenaar in alles wat in boedel zit. De boedel is anders dan het vermogen, de boedel betreft het geheel aan absolute rechten dat onverdeeld blijft. Simpel gezegd, de eigendommen (huis, antiek, juwelen). Naar huidig recht zitten de vorderingen ook in de boedel, maar naar Romeins enkel absolute rechten.
Wat zit er in de helft van een boedel? Dan ben je mede eigenaar van de boedel als geheel, zo te heten een onverdeeld aandeel in de boedel als geheel. Wat kun je ermee? Je hebt dan recht op de helft van de boedel, afzonderlijk zijn de erfgenamen beschikkingsonbevoegd. Je kunt niet beschikken over het huis, want je hebt maar recht op de helft van dat huis, alleen gezamenlijk kun je bijv. een hypotheek op huis vestigen.
Rechten op afzonderlijke bestanddelen? Kun je daarover beschikken? Je hebt ook een aandeel in afzonderlijke bestanddelen, recht op de helft van het huis, de auto, de klok etc. Hier geldt hetzelfde voor als voor een aandeel in het geheel. Je hebt toestemming nodig van je mede eigenaar in ons huidige recht. In het Romeins recht gold dit niet, daar kon je vrij over
.....read moreIn deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor het vak Romeins Recht ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten RUG B2 op JoHo.org
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution