Romeins recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 2054 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit hoorcollege gaat over het Erfrecht.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn geen recente ontwikkelingen in het vakgebied.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van erfopvolging te kennen:
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
Hoe kan iemand worden onterft?
Wat gebeurt er met iemands vermogen na zijn overlijden? Hoe gaat het vermogen van de overledene over op zijn opvolgers? Het gaat om de vermogensovergang. Bij de Romeinen ging het om het volledige vermogen, zowel de zaken, de rechten als de schulden. Zei kenden dit als de opvolging onder algemene titel. Dit zit vast aan het begrip vermogen: absolute rechten (eigendom), de relatieve rechten (persoonlijke vorderingsrechten, tegen één bepaalde persoon) en de schulden. Het feit dat een volledig vermogen in één keer overgaat, is een bijzonder geval. Dit kent men enkel in bepaalde gevallen, namelijk in het meest belangrijke erfrecht.
Naar Romeins recht gaat het al fout bij de relatieve rechten, zij kenden namelijk geen cessie dus die vorderingsrechten kun je niet overdragen (in het Nederlandse Recht kennen we wel cessie dus zou kunnen). Daarnaast kun je geen schulden overdragen. Enkel de absolute rechten zou kunnen, maar ook niet alle bijv. vruchtgebruik niet. Kortom, je kunt tijdens het leven niet je volledige vermogen overdragen aan een ander. Het enige wat er is, is de opvolging onder algemene titel die de wet kent. De belangrijkste is daarin het erfrecht.
Daarnaast kennen we het huwelijk zonder voorwaarden, in het Nederlands Recht erkend. Bij de Romeinen is er één geval denkbaar, het sluiten van een Manus Huwelijk met een vrouw die al sui iuris was, en dus een eigen vermogen had, dan ontstond er een macht van de echtgenoot en ging het vermogen van de vrouw over in het vermogen van de man. Maar op den duur werd zo'n huwelijk zo veel mogelijk vermeden en gebeurde er niks met vermogens.
De Romeinen kenden verder nog de adrogatie, dat brengt ook opvolging onder algemene titel mee. Speciale vorm van adoptie. Een kind dat sui iuris is wordt geadopteerd en komt terecht onder de familievader waardoor het kind de eigen juridische zelfstandigheid en zijn eigen vermogen verliest. Bij adrogatie moest de volksvertegenwoordiging stemmen, want er verdween dan een heel familie vermogen (als dat kind bijv. al de familievader was). Tot slot is een vorm nog ontbinding van vereniging, daar gaat het vermogen van vereniging over op de leden onder algemene titel.
Maar het erfrecht gaat niet alleen onder opvolging onder algemene titel. Het erfrecht kent tevens de opvolging onder bijzondere titel. Hier gaat het om de verkrijging van één of meer bepaalde rechten. Denk hierbij aan legaten.
Hoe vindt een verkrijging onder erfenis plaats? De verkrijging (acquisitio) van een nalatenschap veronderstelt de geroepenheid. Wat zijn de gronden van geroepenheid (delatio) tot een nalatenschap? Hoe word je erfgenaam? Dit kan ofwel op grond van de wet of op grond van het testament.
Krachtens de wet, dan spreekt men van het intestaat erfrecht. Dat is iemand die geen testament heeft gemaakt, en dan treedt de wet in werking.
Krachtens testament. Het testamentaire erfrecht, dat zijn de regels die bepalen wat er gebeurt als er een testament is gemaakt. Het testament is een uiterste wilsbeschikking, dus je kan het op ieder moment nog wijzigen.
De Romeinen zeiden dat een overeenkomst over de erfenis nietig was, dus als iemand belooft dat een ander erfgenaam zou worden is op geen enkele manier verbonden. Zij achtten dit in strijd met de goede zeden. Het is logisch dat zij het in strijd met de goede zeden beschouwden, want mensen kunnen elkaar gaan omleggen zodat zij eerder de erfenis verkrijgen. Dat wil men natuurlijk niet.
In de twaalf tafelen (450 v. Chr) stond het testament al. Wat daarvoor gold weten we niet. Maar men gokt dat het oudste recht intestaat erfrecht is, en dat men daarna kwam met de testamentaire mogelijkheden. Dit is echter niet zeker. Een beetje Romein zorgde ervoor dat je een testament had, als je geen testament had werd je als het ware beschouwd als een loser.
De voorkeur voor het testament van Romeinen is wel van belang. Indien men slechts de helft van zijn nalatenschap heeft geregeld in het testament, wat met de andere helft? Ofwel de wet of het testament uitleggen. In ons huidige recht zouden we de wet toepassen op de andere helft waarover niks is geregeld. Dit gold echter niet in het Romeins Recht, zij hadden namelijk de voorkeur voor het testament,. Ook al was het testament gemaakt voor de helft van de erfenis, dan werd alsnog het testament toegepast voor de andere helft. Adagia: nemo pro parte testatus, pro parte intestatus decedere potest: op een nalatenschap kan men niet tegelijk het testamentaire en het intestaat erfrecht toepassing, je moet kiezen bij de Romeinen.
De reden dat dit anders is in het Nederlands recht is doordat wij op een andere manier op het testament zijn gekomen. Ons testament heeft Germaanse achtergrond. De Germanen kenden geen testament, elke erfenis ging volgens vaste regels over op familieleden. Dit gold tot de Middeleeuwen, door het canonieke recht kwam het testament toch weer naar boven. Men ging biechten voor je overlijden. Ze stelden dan voor om een deel van hun vermogen aan de kerk af te staan. De kerk kreeg er belang bij om dit soort laatste wilsverklaringen in rechte te kunnen afdwingen. Dat ging men doen in de kerkelijke rechtbank. De kerk van Rome leefde naar Romeins recht, daar waar men geen canonieke regeling had paste men het Romeinse recht toe. Dus hier paste men het Romeinse testament recht toe. Daardoor hebben wij twee soorten testament recht naast elkaar, het testamentaire recht komt van de Romeinen.
Ten eerste moet de erflater dood zijn. Ligt voor de hand, maar wat nu te doen als iemand is vermist? Je hebt het vermoeden dat diegene is overleden, maar je kunt dit niet aantonen. Er kwamen regels waardoor juridisch wordt vastgesteld dat er geacht wordt dat iemand is overleden, naar Nederlands Recht is dat vijf jaar.
Ten tweede moet een erflater bekwaam zijn om erfgenaam te hebben. Dit ziet er vooral op dat je een vermogen moet hebben. In het Romeins recht werd een grote groep uitgesloten, namelijk de slaven want zij hadden geen vermogen dus zij konden niks nalaten. Kinderen, dus sui alieni kunnen wel erfenissen ontvangen, dat gaat echter wel op in het vermogen van de patra familias, tenzij de vader erft naar zijn kinderen dan worden zij natuurlijk sui iuris. De kinderen (sui alieni) konden over hun handgeld een eigen testament opnemen. Naar huidig recht kennen we dit onderscheid niet meer, iedereen kan nalaten (ook alleen schulden). Echter kunnen in ons huidige recht rechtspersonen geen erfgenamen hebben, want rechtspersonen overlijden niet. Zij kunnen wel opvolgers onder algemene titel hebben, maar dat heeft niks met erfgenamen te maken.
Ten derde moet de erfgenaam in leven zijn. Wat te doen met een kind dat is verwerkt maar nog niet is geboren ten tijde van overlijden erflater? Conceptus pro iam nato habetur, het verwekte kind wordt voor reeds geboren gehouden. Dit artikel staat letterlijk in ons recht. Voorwaarde is wel dat het kind levend ter wereld komt. Al met al kan het kind dus erfgenaam zijn van de overleden erflater. Het kind kan deze geërfde belangen nog niet waarnemen, dus wordt er opgetreden voor de belangen van het kind door middel van de curator (curator ventris: curator van de buik). Die waakt over de belangen van het kind dat wel aanwezig is maar nog niet geboren is.
Ten slotte moet een erfgenaam bekwaam zijn. Dit hield in dat men een Romeins burger moest zijn. Een Romeinse erfenis ging enkel over op andere Romeinen. In praktijk kwamen er echter steeds meer niet Romeinen in het Rijk. Er werd via een omweg mogelijk om aan niet Romeinen te erven.
De onbevoegdheid ziet op bepaalde personen die onder bepaalde omstandigheden die geen erfgenaam mogen zijn (iets anders dan onbekwaamheid). Bijvoorbeeld een arts die iemand heeft behandeld tijdens zijn ziekte bed.
Men laat zijn erfenis na aan een derde in plaats van zijn kinderen. Dan is het vermogen bij de kinderen, maar komt toe aan de derde. De erfgenaam moet de bevoegdheid krijgen om het vermogen op te eisen. Juridisch kan de erfgenaam gewoon dat vermogen opeisen onder revindicatie, aangezien hij eigenaar is geworden van dat vermogen. Desondanks deze mogelijkheid, hebben Romeinen een speciale actie gemaakt voor erfgenamen, omdat men anders elk afzonderlijke zaak moet revindiceren, met een hoge bewijslast. Het risico dat dit mis gaat, voornamelijk met bewijzen, is vrij groot. Daarom draaiden de Romeinen het om met een speciale actie (heriditatis petitio), je hoeft enkel te bewijzen dat je erfgenaam bent en dan worden alle zaken van die erflater geacht in jouw eigendom te vallen, tenzij een ander kan bewijzen dat diegene eigenaar is van de zaak. Men wijst alles toe aan de erfgenaam, tenzij iemand anders kan bewijzen dat diegene eigenaar was. de Hereditatis petitio.
Enkele opmerking is dat het bestond. Romeinen kenden eigen wettelijke regels terwijl onze uit de inheemse aard kwamen. Deze wijken zoveel van elkaar af, dat het geen zin heeft om het met elkaar te vergelijken.
Dit brengt ons bij het centrale begrip testament. De wil van de erflater bepaalt hoe de zaken overgaan bij zijn overlijden: de uiterste wilsverklaring. Het gaat om de laatste wilsverklaring van de erflater. Wat is bepalend daarbij? Zijn laatste wilsverklaring. Oftewel een herroepelijke wilsverklaring van datgene dat iemand wil wat er na zijn dood met zijn vermogen gebeurt. Je kunt een testament herroepen, als je niet tevreden bent kun je het veranderen. Het laatste testament is het enige geldige testament. Dit is een regel die geldt ongeacht de inhoud van het testament. Tenzij je kunt aantonen dat de erflater wilsonbekwaam was ten tijde van het maken van het laatste testament (bijv. krankzinnig), in dat geval is het testament nietig. Juridisch gezien bestaat dat testament dus niet, en geldt dan het testament wat daarvoor bestond, aangenomen dat men toen wel bekwaam was. Indien men toen ook niet bekwaam was, en er geen meer testamenten waren gemaakt, dan golden de regels via de wet.
In Nederland moet je altijd melden bij een notaris dat je een testament hebt gemaakt. De notaris maakt daarvan weer een melding in het centraal testamentenregister. Zodat er altijd een instantie is die weet wat het laatste testament is. Naar Romeins recht was dit anders, de vormvereisten zagen vooral op hoe iemand een testament maakte. In beginsel kon je volledig op jezelf een testament maken, en dat testament bewaarde je ergens in huis. Indien je een nieuwe wilde, maakte je een nieuwe. Cruciaal is natuurlijk de datum. Dit was natuurlijk ongeorganiseerd, want de één vond testament één terwijl de ander pas na een jaar testament twee vindt. Het eerst gevonden testament wordt uitgevoerd, terwijl die achteraf dus nietig blijkt. Want het laatste testament geldt, dus het tweede testament. Het laatst gemaakte testament is de enige die juridische rechtskracht heeft, ook al weet niemand daarvan. Daar moet je naar kijken en uitvoeren.
Degene die het testament maakt, de testator, moet wel bekwaam zijn, je moet natuurlijk een vermogen hebben. Er waren Romeinen die alieni waren maar toch belang hadden bij een testament, bijvoorbeeld de soldaten. Die wisten natuurlijk nooit zeker of zij terugkeerden en zij kregen een soldaatvermogen. De soldaten werden de dag voor de slag in linie gezet en zei moesten dan zeggen aan wie zij hun vermogen achterlieten mochten zij het niet overleven (vormloos testament). Dit gold tevens voor het handgeld van een sui alieni, dat was feitelijk van jouw, niet juridisch want behoort tot patra familia. Maar je kon er wel een apart testament voor opstellen.
Wil een Romeins testament geldig zijn dan moet er een erfstelling (erfgenaam) zijn opgenomen. Sterker nog het testament moest beginnen met het benoemen van je erfgenaam. Anders was het niet geldig. Maakte je een testament alleen met legaten, dan is dat ongeldig naar Romeins Recht, want je moest beginnen met erfgenaam. Indien men eerst legaten opnam en daarna erfgenamen, dan werd alles voor de erfgenamen niet gelezen en werd ook niet uitgevoerd, dat werd alsnog als nietig beschouwd. Erg strenge houvast bij de Romeinen aan het beginnen met erfgenamen. In het Nederlands recht geldt dit niet. Het is bij ons heel gebruikelijk om enkel legaten achter te laten. Dit komt door de oorsprong van ons testament in het canonieke recht.
Je kon een erfgenaam alleen benoemen onder opschortende voorwaarden, bijv. je wordt pas erfgenaam als je jouw eindexamen hebt gehaald. Haalde hij het examen, dan werd hij erfgenaam. Het was niet mogelijk om een erfgenaam onder ontbindende voorwaarden te hebben. Eens een erfgenaam, altijd een erfgenaam. (naar ons huidige recht is dit wel mogelijk).
Onmogelijke voorwaarde, is een voorwaarde waar je niet aan kunt voldoen, bijv. je wordt erfgenaam als je jouw vinger tegen de maan aanraakt. Hoe pak je dat aan? Men laat de voorwaarde vervallen, en de beschikking wordt dan onvoorwaardelijk waardoor het testament toch geldig is.
Onzedelijke voorwaarden, zijn voorwaarden die niet deugen. Bijvoorbeeld dat je vrouw de erfgenaam wordt, tenzij zij opnieuw in het huwelijk treedt. Dat kon ook niet, dan werd die voorwaarde ook geschrapt. En het testament werd onvoorwaardelijk en geldig.
Mag een erflater doen en laten wat hij wil? Of zijn daar grenzen. In het oudste Romeinse recht kon de erflater (pater familias) doen wat hij wil. Op dat moment was de pater familias het belangrijkste en het machtigst. Daarna kwamen er formele regels, als men wil onterven moet men dat bij naam en toenaam doen. Voldoe je niet aan de vormvereisten, dan worden zij alsnog erfgenaam. Vervolgens kwamen er ook materiële vereisten, die de mogelijkheid om erfgenamen te onterven beperkten. Dit had te maken met de opbouw van de Romeinse familie. Als er een oude pater familias was dan hadden de kinderen grotendeels bijgedragen aan het vermogen, men kon dan altijd een deel opeisen aangezien men het onredelijk vond dat de kinderen volledig werden onterft -------> de legitieme portie.
De erfenissen werden in zo'n geval aan een speciale rechtszaak voorgedragen, de rechtbank centumviri. Als een kind was gepasseerd bij het testament van de erflater, dan kon hij de klacht van het liefdeloze testament instellen. Redenering was dat de erflater krankzinnig was, want wie onterfde nou zijn eigen kinderen? Color insaniae. Hierdoor werd het testament niet geldig, nietig verklaard en had hij nooit bestaan. Erfenis via de wet werd dan uitgevoerd, en dan kregen kinderen altijd een deel. Dit kon alleen gaan om intestaat erfgenamen.
Naar Romeins recht had je recht op de quarta legitima. Het vierde deel van datgene wat je zou hebben gekregen als er geen testament zou zijn geweest. Je intestaatdeel moet je dus delen door vier, en dat is wat je kan erven door de legitieme portie. A laat 24.000 na, en heeft drie kinderen XYZ. X krijgt dus 8.000 (intestaatdeel)/ 4 = 2.000 (legitieme portie).
Indien je te weinig kreeg kon je naar de rechter, als die het dan nietig verklaarde dan kon je via gewone regeling van de wet 8.000 eisen. Vonden ze wat te gek dus Justitianus paste de aanvullingsactie toe. Dan werd de legitieme portie met iets aangevuld, meestal erg weinig.
In deze bundel worden collegeaantekeningen uit het verleden met recentere updates in de vorm van sheetnotes gedeeld voor het vak Romeins Recht voor de opleiding Rechten, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1755 |
Add new contribution