SPOC 1: Gezondheidseconomie
Introductie
De afgelopen decennia zijn de kosten van de Nederlandse gezondheidszorg flink gestegen. Er zijn 13 mogelijke maatregelen om de zorgkosten minder te laten stijgen, weergegeven van hoog draagvlak naar laag draagvlak:
- Voorkomen van overbehandeling
- Lonen en prijzen beter in de hand houden
- Meer behandelingen door de huisarts
- Niet alle zorg in elk ziekenhuis
- Meer zorg in de aanvullende verzekering
- Eigen bijdragen voor meer behandelingen
- Minder zorg in de basisverzekering
- Meer zorg door mantelzorgers
- Eigen bijdrage voor de huisarts
- Eigen bijdrage voor verblijf in het ziekenhuis
- Hogere eigen bijdragen
- Verplicht eigen risico
- Hogere premie voor de zorgverzekering
Gezondheidseconomie is nodig om zorgkosten te beperken, bijv. door te stoppen met te dure zorg. Ook moet er goed gekeken worden naar of het basispakket z’n geld waard is, aangezien het in Nederland verplicht is.
Kosten
In de gezondheidszorg kosten met name de psychische aandoeningen veel geld → zijn langdurige behandelingen.
Economische perspectieven
Er zijn verschillende economische perspectieven waarbij wordt gekeken naar zorgkosten:
- Gezondheidszorg perspectief
- De primaire interventie
- Complementaire zorg en substitutie
- Veranderingen die direct samenhangen met de primaire interventie
- Indirecte medische kosten
- De zorgkosten in gewonnen levensjaren
- Heeft een indirecte samenhang met de primaire interventie
- Maatschappelijk perspectief
- Omvat het gezondheidszorg perspectief
- Zowel medische als niet-medische kosten
- Kosten van patiënten en de familie
- Reis- en tijdkosten van de patiënt, out-of-pocket uitgaven en mantelzorg
- Kosten in andere sectoren
- Onderwijs, justitie, vrijwilligers en consumptie
- Productiviteitsverliezen
- Arbeidsongeschiktheid
- Absenteïsme
- Presenteïsme
- Onbetaalde arbeid
- Omvat het gezondheidszorg perspectief
- Andere perspectieven
- Ziekenhuis
- Verzekeraar
- Maatschappij
- Patiënt
Volgens de Nederlandse richtlijn wordt het maatschappelijk perspectief gevolgd. Dit is bepaald door het Zorginstituut Nederland (ZIN) → alle kosten, inclusief indirecte en niet-medische kosten, worden meegenomen. Besparing elders in de samenleving kunnen namelijk worden ingezet in de gezondheidszorg. Echter zitten hier discriminerende aspecten in, omdat de productiviteitskosten kunnen verschillen. De Britse richtlijn heeft een gezondheidszorg perspectief om dit te voorkomen.
Economische analyses
Er zijn verschillende typen economische analyses om economische perspectieven te analyseren:
- Kosten van ziekte studies (COL)
- Kijkt naar de extra kosten als gevolg van een diagnose
- Geeft geen vergelijking van alternatieve beslissingen
- Kosten-minimalisatie studies (KMA)
- Kijkt naar welk beleid het goedkoopst is
- Kijkt niet naar de effectiviteit voor de patiënt
- Maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA)
- Kijkt naar kosten en andere maatschappelijke impact
- Geeft een evaluatie van het overheidsbeleid
- Kosten-effectiviteitsanalyse (KEA)
- Kijkt naar welk beleid het beste waar voor z’n geld geeft
- Geschikt voor vergelijking van beleid binnen 1 sector, maar minder geschikt voor vergelijking over verschillende sectoren
- Borstkanker screening versus knieklachten kunnen niet vergeleken worden
- Verschillende uitkomsten worden expliciet met elkaar vergeleken
- Kosten kunnen goedkoper of duurder worden, effecten kunnen slechter of beter worden → er ontstaan 4 mogelijkheden
- Slechter en duurder
- Beter en goedkoper
- Beter maar duurder
- Slechter maar goedkoper
- Bepaalt de kosten-effectiviteitsratio → extra kosten/extra effectiviteit → prijs-kwaliteit verhouding
- Kosten-utiliteitsanalyse (KUA)
- Een speciaal geval van een KEA waarin de effectiviteit wordt uitgedrukt in QALY’s
- Is breed toepasbaar en vergelijkbaar in verschillende sectoren → geschikt als economische toetsingskader
QALY’s
QALY’s zijn “Quality Adjusted Life Years”. De QALY is opgebouwd uit het idee dat de ziektelast een combinatie is van 2 onderdelen:
- Lengte van leven
- Kwaliteit van leven
De gezonde levensverwachting (HLY) was de eerste aanzet tot zo’n uitkomstmaat:
- Levensverwachting zonder (chronische) ziekte
- Is relatief eenvoudig, op basis van prevalenties
- Weegt elke ziekte even zwaar als sterfte
Hierna ontstonden de QALY’s:
- De voor kwaliteit van leven gecorrigeerde levensverwachting → een waardering van de kwaliteit en lengte van leven
- Wordt gewogen met utiliteit → de waardering voor de kwaliteit van leven op een bepaald moment
- Op een schaal van 0% (even slecht als dood) tot 100% (helemaal gezond)
- De oppervlakte onder de utiliteitscurve zijn de QALY’s
- Het aantal verloren kwalitatieve levensjaren wordt berekend door het gemiddeld aantal procent utilitietsverlies te vermenigvuldigen met de tijdsduur
De QALY ontstaat dus als de utiliteit wordt gecombineerd met de lengte van leven. 1 QALY is equivalent met 1 100% gezond levensjaar, of met 2 50% gezonde levensjaren.
Voordelen en nadelen
Een QALY heeft echter voor- en nadelen:
- Nadelen:
- De QALY is een schrale maat voor “het goede leven”
- De QALY meet enkel gezondheidsuitkomsten
- Hecht geen waarde aan het zorgproces, ethiek, relaties, prognose, wetenschap, publieke opinie, zingeving en individuele overwegingen
- Het is lastig om utiliteit te meten
- Een waarde is lastig in 1 uitkomstmaat te vervangen
- QALY’s kunnen discriminatie in de hand werken
- Ouderen hebben minder lang baat van verbetering van de kwaliteit van leven
- Er is minder QALY winst door eenzelfde kwaliteit van leven verbeterde interventie
- Minder gezonden hebben minder baat van een langer leven
- Er is minder QALY winst door eenzelfde levensreddende interventie
- Ouderen hebben minder lang baat van verbetering van de kwaliteit van leven
- Voordelen → de QALY is vaak toch de gouden standaard voor economische evaluaties
- Er is een gebrek aan een beter alternatief
- De gezondheid van de patiënt is wat telt
- De patiënt staat centraal
- Zowel de lengte als kwaliteit van leven wordt meegenomen
- QALY’s zijn generiek toepasbaar en vergelijkbaar
- QALY’s zijn geschikt als economische toetsingskader
Meten van utiliteit
Utiliteit is de waardering voor kwaliteit van leven → is per definitie een subjectief begrip. Hierdoor wordt het ingewikkeld wie de utiliteit gaan waarderen:
- Patiënten → zijn goed geïnformeerd
- Algemene bevolking → betalen de premie
Meestal schatten patiënten een bepaalde aandoening gunstiger in dan de algemene bevolking. In Nederland wordt vaak de algemene bevolking gebruikt.
Utiliteit kan met verschillende meetinstrumenten gemeten worden:
- Visueel analoge schaal (VAS)
- Een schaal waarin men zijn gezondheid kan waarderen door een kruisje ergens tussen 0 en 100 te zetten
- Voordelen
- Relatief eenvoudig → er is geen interviewer nodig
- Nadelen
- Het kruisje dat wordt gezet is minder valide
- Geeft alleen een waardering van de patiënt
- “Time Trade-Off” (TTO)
- Tijd wordt afgewogen tegen kwaliteit → “Hoeveel jaar gezond is equivalent aan hoeveel jaar met een ziekte?”
- Als 15 jaar gezond equivalent is aan 50 jaar met een depressie, is de utiliteit 15/50 = 30%
- Als de utiliteit van een ziekte 30% is, is 50 x 30% = 15 jaar
- Hoe erger de ziekte, hoe meer jaren men bereid is in te leveren
- Voordelen
- Past goed bij het QALY model
- Is meer valide dan de VAS
- Past goed bij het QALY model
- Nadelen
- Is lastiger dan de VAS → er is een interviewer i.p.v. een vragenlijst nodig
- Geeft alleen een waardering van de patiënt
- Tijd wordt afgewogen tegen kwaliteit → “Hoeveel jaar gezond is equivalent aan hoeveel jaar met een ziekte?”
- Vragenlijsten zoals EQ-5D
- De patiënt geeft een beschrijving van het profiel, dat wordt gewaardeerd door de algemene bevolking → beschrijving en waardering worden uit elkaar getrokken
- Mobiliteit
- Zelfzorg
- Dagelijkse activiteiten
- Pijn/klachten
- Stemming
- Voordelen
- Er is geen interviewer nodig
- Past m.b.v. een TTO bij het QALY-model
- Geeft een waardering van de algemene bevolking
- De patiënt geeft een beschrijving van het profiel, dat wordt gewaardeerd door de algemene bevolking → beschrijving en waardering worden uit elkaar getrokken
De geprefereerde methode om utiliteiten te meten is de EQ-5D.
Disconteren
Bij disconteren wordt minder gewicht gegeven aan de toekomst → dingen die op korte termijn gebeuren zijn belangrijker dan dingen die op lange termijn gebeuren. Zo kan bijv. ieder volgende jaar 4% minder waard zijn → een probleem over 20 jaar is half zo belangrijk als in het heden. Volgens de Nederlandse richtlijnen worden kosten en effectiviteit beide verdisconteerd. Het specifieke percentage is discussieerbaar.
Disconteren is ongunstig voor preventieve interventies:
- Kosten nu tellen helemaal mee
- Baten later tellen minder mee
DALY’s
DALY’s zijn “Disability-Adjusted Life Years” en hebben overeenkomsten en verschillen met QALY’s:
- QALY’s
- Weging van levensjaren met:
- Kwaliteit van leven bepaald door patiënten of bevolking
- Tijd
- Heeft via disconteren minder gewicht voor de toekomst
- Veelal een indicator voor specifieke behandelingen en patiënten
- Weging van levensjaren met:
- DALY’s
- Weging van levensjaren met:
- Kwaliteit van leven bepaald door experts → op basis van functionele disability
- Tijd
- Heeft via disconteren minder gewicht voor de toekomst
- Leeftijd → gezondheid rond een leeftijd van 25 jaar telt zwaarder
- Veelal een indicator voor gezondheidszorg van landen
- Gedefinieerd als verlies t.o.v. een norm
- Weging van levensjaren met:
Kosten per QALY
Bij een middel dat beter maar duurder is moet de kosten-utiliteitsratio (KUR), ofwel de prijs-kwaliteit verhouding, berekend worden. De kosten-utiliteitsratio is een speciaal soort kosten-effectiviteitsratio, namelijk met het verschil in QALY’s:
- Kosten-utiliteitsratio = (kosten behandeling 1 – kosten behandeling 2)/(QALY behandeling 1 – QALY behandeling 2)
Het kan zijn dat de KUR voor zowel ouderen als jongeren ongunstiger is dan voor een middengroep:
- Ouderen hebben een lagere levensverwachting → leeftijdsdiscriminatie
- Jongeren hebben vaak een lagere incidentie, lastigere diagnostiek en minder effectieve behandeling
Om deze reden kunnen jongeren of ouderen niet opgenomen worden in een bevolkingsonderzoek.
Richtlijnen
Hoeveel een QALY mag kosten kan bijv. afhangen van het inkomen van een land → een ontwikkelingsland kan vaak minder betalen dan een land zoals Nederland. Acceptabele kosten-utiliteitsratio’s staan op verschillende manieren vastgelegd:
- WHO
- Een QALY is erg kosten-effectief als het <1x het bruto binnenlands product per persoon is
- Een QALY is kosten-effectief als het <3x het bruto binnenlands product per persoon is
- In Nederland bijv. 46.000 euro en in Gambia 1.100 euro
- Internationale literatuur
- 1 QALY van <100.000 euro is acceptabel
- “National Institute for Health and Clinical Excellence” in het VK
- <20.000-30.000 euro per QALY is acceptabel
- Een hogere grenswaarde is acceptabel voor “end-of-life” care
- Zorginstituut Nederland
- Zeker acceptabel: <20.000 euro/QALY bij lage ziektelast of screening
- Acceptabel: <50.000 euro/QALY
- Mogelijk acceptabel: <80.000 euro/QALY bij hoge ziektelast
Literatuur Health Economics
Economische evaluatie is zeer belangrijk bij het nemen van medische beslissingen. Hierbij moeten de kosten en effectiviteit van interventies gemeten en geanalyseerd worden. Twee typen kosten-analyse die geen alternatieve keuzes vergelijken zijn:
- Cost-price analysis: schat de kosten van een bepaalde interventie in
- Cost-illness analysis: schat de kosten t.g.v. een ziekte of aandoening in
Omdat er geen alternatieve mogelijkheden worden vergeleken, zijn deze maten irrelevant bij het maken van een keuze. De volgende analyses zijn relevanter bij het maken van medische beslissingen:
- Cost-minimization analysis (CMA): kijkt naar welk alternatief het minst duur is → effectiviteit wordt niet in acht genomen
- Is alleen toepasbaar als de effectiviteit van alle mogelijkheden gelijk is
- Cost-consequence analysis (CCA): kijkt naar de kosten en uitkomsten van de effectiviteit, zonder deze uitkomsten te combineren
- Degene die de keuze maakt, moet zelf het oordeel bepalen
- Cost-effectiveness analysis (CEA): combineert kosten en effectiviteit door effectiviteit in fysieke eenheden te meten
- Bijv. de kosten per geïdentificeerde kankerpatiënt → kosten per voorkomen sterfgeval of gewonnen levensjaar
- Cost-benefit analysis (CBA): combineert kosten en effectiviteit door effectiviteit in geldelijke waarde te meten
- Bijv. door patiënten te vragen hoeveel ze willen betalen voor een bepaald effect
- Cost-utility analysis (CUA): combineert kosten en effectiviteit door effectiviteit met QALY’s te meten
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Vraagstukken Kijken, Denken, Doen
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 1: Sociale Geneeskunde
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 2: Gezondheidseconomie
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 3: Het Oog
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 4: Endocrinologie
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 5: de Huid
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen thema 6: Ethiek & Recht
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 7: Integratie
Contributions: posts
Spotlight: topics
Vraagstukken Kijken, Denken, Doen
Deze bundel bevat aantekeningen van alle hoorcolleges en patiëntdemonstraties van het blok Vraagstukken Kijken, Denken, Doen. Dit blok behoort tot het 3e jaar van de bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Leiden, 2021/2022.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1940 |
Add new contribution