HC38: Symposium Zon
Fysiologisch vitamine D
Vitamine D is een vetoplosbaar steroïd hormoon dat receptoren op afstand activeert. Echter wordt het niet geproduceerd door een endocriene klier, waardoor het geen echt hormoon is. Daarnaast kan het de novo wordt gesynthetiseerd, waardoor het ook geen echt vitamine is.
Metabolisme
Actief vitamine D wordt als volgt gevormd:
- Vitamine D wordt gevorm vanuit cholesterol of vitamine D2 kan via de voeding binnen komen
- Cholesterol wordt o.i.v. zonlicht omgezet worden in vitamine D3 → wordt cholecalciferol
- Vitamine D2 en cholecalciferol worden in de lever omgezet tot 25-OHD
- 25-OHD wordt in de nier omgezet tot de actieve vorm → 1,24 OHD
Er dus zijn verschillende vormen van vitamine D:
- Vitamine D2/ergocalciferol
- Zit in groente, noten en vitamine supplementen
- Vitamine D3/cholecalciferol
- Ontstaat door UVB fotoconversie van 7-dehydrocholesterol
- Zit ook in vette vis, levertraan en ei
- 25-OH vitamine D3/calcifiol
- Wordt gesynthetiseerd uit vitamine D2 en vitamine D3
- De biologisch actieve vorm
De biologisch actieve vorm kan vrijwel niet bepaald worden in het bloed, dus vitamine D wordt vooral gemeten op basis van 25OH vitamine D.
Vitamine D feedback loop
Vitamine D is alleen direct op de darm werkzaam. Hier verhoogt vitamine D de opname van calcium en fosfaat. Vitamine D staat in een regelkring met PTH, waardoor de calciumspiegel nog meer stijgt. Langdurige vitamine D deficiëntie kan leiden tot hyperparathyreoïdie.
Bij lage calciumspiegels stimuleert 1,25 DHD de regulatie van parathyreoïd proliferatie, PTH genexpressie en PTH secretie.
Vitamine D deficiëntie
Vitamine D deficiëntie wordt veroorzaakt door:
- Verminderde expositie aan zonlicht
- Seizoen
- Cultuur, sociale en individuele omstandigheden
- Leeftijd-gerelateerde chronische ziekten
- Leeftijd
- Met het stijgen van de leeftijd wordt er minder vitamine D per dosis aangemaakt
De ultraviolet blootstelling voor een gezonde vitamine D status kan berekend worden. De streef is 1000 IU vitamine D.
Kenmerken
Klinische kenmerken van een vitamine D deficiëntie zijn:
- Botpijn
- Spierzwakte
- Moeizaam lopen
- Deformiteiten
- Vallen en breuken
- In geval van osteoporose
- Symptomen van hypocalciëmie
- Teken van Trousseau → hand trekt samen bij het oppompen van de bloeddrukmeter
Hiervan zijn echter meer meta-analyses dan adequate studies.
Definitie
De definitie van een vitamine D deficiëntie is:
- Vitamine D insufficiëntie: 25-50 nmol/L
- Vitamine D deficiëntie: <25 nmol/L
- Ernstige vitamine D deficiëntie: <12,5 nmol/L
Postmenopauzale vrouwen
Een vitamine D tekort komt over het algemeen voor bij post-menopauzale vrouwen:
- De vorming en omzetting is verstoord
- De blootstelling aan zonlicht i ste weinig
- Zijn inconsistentie qua compliance van de suplletie
Vitamine D is essentieel voor de calcium absorptie, preventie van secundaire hyperparathyreoïdie en bijbehorend botverlies.
Preventie
Preventie van vitamine D deficiëntie bestaat uit:
- Primaire preventie: het aanvullen van vitamine D bij mensen die nog geen deficiëntie hebben
- Heeft geen voordelen → voorkomt fracturen niet en leidt niet tot een verlaagd risico op kanker en cardiovasculaire events
- Secundaire preventie: het aanvullen van vitamine D bij mensen die een deficiëntie hebben
- Voorkomt secundaire hyperparathyreoïdie, osteomalacie en val- en fractuurrisico bij osteoporose
In het geval van suppletie moet colecalciferol gegeven worden → de standaard. Bij nierproblemen moet alfacalcidol gegeven worden omdat dit reeds door de nier is gemetaboliseerd. Bij nier- en leverfalen wordt calcitriol gegeven omdat dit reeds door de lever en nier is gemetaboliseerd.
Rachitis
Rachitis is een stoornis van de botvorming bij kinderen. Rachitis was bijna verdwenen, maar in de jaren ’80 kwam er een terugkeer. Dit was vooral bij kinderen van een niet-Westerse achtergrond. Zij leidden aan een vitamine D tekort, omdat in hun land van afkomst de zon veel feller en vaker scheen.
Etnische groepen
Een vitamine D tekort komt het meeste voor bij Hindostaanse, Creeoise en Turkse groepen. Het komt het minste voor bij autochtone Nederlanders, gevolgd door Sub-Sahara Afrikaanse groepen. Dit omdat mensen uit Sub-Sahara Afrika veel vette vis eten, wat essentieel is voor de opname van vitamine D.
Determinanten
Beïnvloedbare determinanten voor vitamine D zijn:
- Bij multi-etnische volwassenen
- Vette vis
- Vitamine D suppletie
- Oppervlakte van de onbedekte huid
- Zonnebank
- Margarine
- Voorkeur voor zon
- Bij volwassenen van Chinese afkomst
- Vitamine D suppletie
- Lichamelijke activiteit
- 6 jarigen
- Voedingskwaliteit
- Sedentair gedrag
- Buiten spelen
Alleen mensen met voldoende zonlichtblootstelling hoeven geen vitamine D supplementen te gebruiken. De rest moet allemaal extra vitamine innemen.
Interventiekeuze
Het advies is om in het algemeen vitamine D suppletie te nemen. Dit is lastig te operationaliseren omdat de supplementen nogal verschillen in concentratie, met name de multivitamines. Vooral bij huidtypen II t/m IV is het moeilijk in te schatten hoeveel vitamine D ze nodig hebben. Dit is geen standaard onderwerp bij behandelend artsen.
Ook is het niet bekend op welke concentratie vitamine D precies gezond is:
- Internationaal: >50 nmol/L
- Nationaal: >30 nmol/L en bij >50 jaar >50 nmol/
De implementatie van het gezondheidsraad advies uit 2012 blijft een punt van aandacht:
- De jeugdgezondheidszorg speelt een belangrijke rol in de advisering aan kinderen en hun ouders
- Huisarts is verantwoordelijk voor signaleren en adviezen
- Scholing over hoe huitypen correct worden inschat is mogelijk nodig
Zonlicht en huid
UV straling
Er zijn 3 soorten UV straling:
- UVC
- UVB
- UVA
Met name UVB komen op de huid terecht. UVC wordt grotendeels door de atmosfeer geabsorbeerd. UVB is energierijker dan UVA en wordt opgenomen in de epidermis. UVA penetreert veel dieper en kan reiken tot de subcutis.
UVA en UVB hebben verschillende effecten:
- UVB
- Directe pigmentatie
- Huidveroudering
- Immuunsuppressie
- UV carcinogenese
- UVB
- Erytheem
- Zonnebrand
- Directe en vertraagde pigmentatie
- Verdikking van de epidermis en dermis
- Geeft bescherming tegen huidkanker en zonverbranding
- Vitamine D synthese
- UV carcinogenese
- Immuunsuppressie
- Huidveroudering
Er zijn veel factoren die de UV-kracht kunnen beïnvloeden:
- Hoek van de zonnelengte
- Seizoen
- Dikte van de ozonlaag
- Moleculaire absorptie en verspreiding
- Aerosol absorptie
- Weerspiegeling op de grond
- Wolken
- Schaduw door omliggende objecten
- Zeeniveau
Er zijn verschillende zonkrachten vastgesteld door het KNMI. Vanaf zonkracht 3 moet uitgekeken worden voor de blootstelling aan UV licht.
Advies gezondheidsraad
Bij de voedingsnormen wordt onder voldoende blootstelling aan zonlicht verstaan dat men in de Nederlandse situatie van maart tot november dagelijks een kwartier tot half uur in een hoog staande zon, dus tussen 11 en 15 uur ’s middags, staat met bijvoorbeeld het hoofd en de handen ontbloot bij alledaagse activiteiten. Vitamine D wordt namelijk vooral aangemaakt op tijdstippen waarop de schaduw korter is dan de lichaamslengte. Vooral jonge kinderen, ouderen, mensen met een getinte huidskleur, mensen die weinig buiten komen en zwangere vrouwen krijgen het advies om extra vitamine D te nemen.
Huidkanker
Er zijn verschillende soorten kanker gerelateerd aan de zon:
- Basaalcelcarcinoom
- Het meest voorkomend
- 70% in het hoofd/hals gebied
- Nodulair basaalcelcacinoom
- Door chronische onexpositie
- Verhoogd risico bij buitenberoepen
- Associatie met aktinische keratose en lentigines
- 20% in de romp
- Superficieel basaalcelcarcinoom
- Door recreatieve of intermitterende zonexpositie <20 jaar
- Verlaagd risico bij zonnebrand gebruik
- Associatie met aktinische keratose en lentigines
- Bij huidtype I
- Jongere leeftijd bij een eerste basaalcelcarcinoom
- Bij een hoge sociaaleconomische status
- Plaveiselcelcarcinoom
- Met name bij mensen >70 jaar
- Associatie met cumulatieve UV expositie
- Met name bij buitenberoepen
- Anatomische locatie direct gerelateerd aan de zonexpositie
- Hoofd, oren, onderlip, hals en handruggen
- Melanoom
- De meest dodelijke vorm
- Verschillende soorten
- Superficieel spreidend melanoom
- Nodulair melanoom
- Lentigo maligna melanoom
- Acrolentigineus melanoom
Risicofactoren
Risicofactoren voor een melanoom zijn:
- Genetisch
- Familiair
- CDKN2A
- CDK4
- POT1
- ACD
- TERF2IP
- TERT
- Sporadisch
- MC1R
- Er tussenin
- MITF
- BAP1
- Familiair
- Fenotypische risicofactoren
- Ephelyden
- Blauwe of groene ogen
- Rood of blond haar
- Huidtypen
- Huidtype I of II
- Aantal moedervlekken
- 101 tot 120 op het gehele lichaam
- 11 tot 15 op de armen
- Atypische naevi
- Actinische schade
- Actinische keratosen
- Lentigines solares
- UV rimpels
Preventie
Onder primaire preventie vallen activiteiten die voorkomen dat gezonde mensen een ziekte krijgen. Primaire preventie voor huidkanker bestaat uit:
- Zon mijden tussen 11 en 15 uur
- Zonwerende kleding en een UV-werende zonnebril dragen
- Zonnebrandcrème van factor 30 met een UVA en UVB straling
- Door regelmatig met zonnebrand te smeren, kunnen in risicopopulaties 10% van de melanoom-gevallen worden voorkomen
- Geen gebruik van de zonnebank maken
De kosten van huidkanker zijn enorm. Primaire preventie zou dus heel veel geld kunnen besparen.
HC39: Symposium Stress
Relatie tussen stress en armoede
In de sociale geneeskunde wordt het volgende proces gevolgd om de relatie tussen stress en armoede te bekijken:
- Epidemiologische analyse
- Determinanten analyse
- Ontwikkeling van de interventie
- Implementatie
- Evaluatie
Verhoogd risico
Groepen met een verhoogd armoederisico zijn:
- Mensen met een uitkering
- Zelfstandigen
- Eenoudergezinnen met minderjarige kinderen
- Niet-westerse allochtonen
Definitie
De definitie van een lage sociaal economische positie kan verschillen. Vaak is dit een combinatie van:
- Lage opleiding
- Laag gewaardeerde baan
- Laag inkomen
- Voor alleenstaanden 1080 euro
- Voor een gezin 2090 euro
Mannen en vrouwen
Aan het einde van het leven is er een verschil van 300.000 euro tussen het inkomen van mannen en vrouwen. Dit verschil is lastig te bepalen omdat het CBS het armoederisico van huishoudens en personen aan de hand van de lage-inkomensgrens meet, dus niet op basis van het individuele inkomen van een man of vrouw.
Leeftijd
De leeftijdsgroep met de grootste kans op armoede is de groep van 21 tot 55 jaar.
Stress
Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een laag inkomen relatief hogere cortisolniveaus hebben over de dag heen. Dit valt ook te zien in de haren, waarin cortisol te zien is. Armoede draagt als volgt mee aan stress:
- Verschil in hiërarchie tussen groepen → groepen laag in de hiërarchie hebben onvoldoende controle over hun eigen leven, gevoelens van minderwaardigheid, wantrouwen en minder mogelijkheden tot participatie
- Cognitieve gijzeling: groepen met schaarste moeten continu nadenken en onderhandelen over de mogelijkheden
- Leidt tot onverstandige beslissingen zoals een ongezonde leefstijl en verkeerd met schulden omgaan
- Aangeleerde hulpeloosheid: een mogelijke uitweg niet meer oppaken
- Mensen beseffen niet meer dat ze ergens aan kunnen ontsnappen → ze laten het maar zitten
Kinderen van moeders met chronische stress tijdens de zwangerschap krijgen blijvende neurofysiologische en fysieke gevolgen → epigenetische veranderingen. Later ontstaan er meer emotionele en gedragsproblemen zoals ADHD en een lager IQ.
Conclusie
Een lage sociaaleconomische status leidt via lage gezondheidsvaardigheden, materiële en psychosociale factoren tot problemen met de gezondheid. Armoede is intersectioneel. Door kennis en begrip te vergroten kunnen artsen beter in gesprek gaan met patiënten die in armoede leven → moet upstream denken.
Er is dus een causale keten tussen stress en sociaaleconomische gezondheidsverschillen:
- Directe fysieke gezondheidseffecten
- Indirecte gezondheidseffecten
- Transgenerationele overdracht
Stress en cortisol
Stress is een aanpassingsreactie als iets bijna boven de macht is. Dit is goed, tenzij het te lang duurt of de reactie te sterk is. Bij stress worden 2 systemen actief:
- Sympathicus
- Adrenaline zorgt voor een snelle respons
- Hypofyse-bijnier as
- Cortisol zorgt voor een trager respons
Cortisol zorgt voor verhoogde activatie van:
- Metabolisme
- Immuniteit
- Cardiovasculaire functie
Bij het geven van een acute stressor verandert de activiteit in bepaalde hersengebieden → sommige connecties worden sterker, andere worden minder sterk.
Trier social stress
De “Trier social stress test” bestaat uit experiment waarbij een spreker wordt afgewezen door het publiek. Sociale uitsluiting is een hele hoge stressor:
- De hartslag gaat omhoog
- ACTH gaat omhoog
- Cortisol gaat omhoog
Bij mensen met chronische stress ontwikkelt deze reactie veel trager. De reactie kan zowel door fysieke als psychische stress in gang gezet worden → gaat om hetzelfde systeem.
Psychische stress
Er zijn 2 belangrijke aspecten bij psychische stress die leiden tot een minder hoge stressrespons:
- Voorspelbaarheid
- Controle
Cortisolpieken
Cortisol heeft niet alleen een circadiaan ritme, maar ook een ultradiaan ritme → er zijn ook cortisolpieken. Om deze reden zijn enkele cortisolmetingen heel kwetsbaar.
Cortisol in haar
Cortisol in haar is geschikt als een lange termijn monitor voor cortisol. Hierdoor kan de cortisolsecretie over maanden tot jaren gemeten worden.
Receptoren
Er zijn 2 manieren om over cortisol te praten
- Maat voor stress → activiteit van de hypothalamus en hypofyse
- Functioneel modulerend hormoon → aanpassing aan stressoren
Er zijn 2 type kernreceptoren voor cortisol:
- Mineralocorticoïd receptor
- Heeft een hoge affiniteit
- Ook de receptor voor aldosteron
- Is bij hele lage cortisolconcentraties al verzadigd
- Glucocorticoïd receptor
- Heeft een lage affiniteit
- Agonisten zijn ontstekingsremmend
- De sensor voor het circadiaan ritme
- Veroorzaakt de meeste ongunstige effecten van cortisol
De effecten van deze receptoren zijn afhankelijk van de celtoestand. De receptoren zijn intracellulair en verhuizen naar de celkern als ze door steroïden geactiveerd zijn. Ze zijn eigenlijk aanwezig in alle weefsels.
Obesitas
Cortisol kan obesitas veroorzaken doordat het glucose en VLDL’s vrijmaakt. Indien deze energie niet wordt verbruikt, wordt het weer opnieuw ingezet in vet, wat leidt tot gewichtstoename.
Stress en oogklachten
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie ontstaat vanaf 50 jaar. Het leidt tot schade aan de gele vlek en degeneratieve veranderingen. Leeftijdsgebonden maculadegeneratie wordt gekenmerkt door:
- Drusen
- Bij droge maculadegeneratie
- Bloedingen
- Bij natte maculadegeneratie
- Leidt tot ernstige littekens
De behandeling bestaat uit:
- Advisering over de leefstijl
- Niet roken
- Gezonde voeding
- Voedingssupplementen
- Intravitreale anti-VEGF injecties
- Alleen bij natte maculadegeneratie
Er zijn geen andere behandelingen die bewezen effectief zijn.
Centrale sereuze chorioretinopathie
Centrale sereuze chorioretinopathie heet ook wel niet-leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Hierbij is er vocht onder het netvlies gekomen → er is een donkere vlek zichtbaar op een scan. Waarschijnlijk leiden afwijkingen in de choroïdea tot schade aan de pigmentlaag → er gaat vocht door de choroïdea en pigmentlaag heen en komt onder de retina.
Klachten zijn vergelijkbaar met die van leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Het is een veelvoorkomende ziekte en met name jonge mensen, met name mannen, lopen risico. De exacte oorzaak is onbekend, maar er is een relatie met stress. Mogelijke oorzaken zijn:
- Steroïdgebruik leidt tot een 37x verhoogd risico op serosa
- Exogeen gebruik van steroïden komt voor bij 52% van de serosapatiënten
- Er is een relatie met endogeen hypercortisolisme
- Het syndroom van Cushing
- Gestresste persoonlijkheid
- Mensen met een type A persoonlijkheid hebben een hoger risico op serosa
- Vaak zijn dit workaholics die veel deadlines voor zichzelf stellen
- Mensen met een type A persoonlijkheid hebben een hoger risico op serosa
Een mogelijke hypothese is dat corticosteroïden leidt tot hyperpermeabiliteit van het choroïd.
Prednisonbehandeling
Systemische bijwerkingen van een langdurige behandeling met prednison zijn:
- Syndroom van Cushing
- Osteoporose
- Glaucoom
- Cataract
- Remming van de lengtegroei
- Leveraandoeningen
- Afwijkende foetus
Als het mogelijk is moet prednisonbehandeling afgebouwd of gestopt worden. Dit kan gedaan worden door:
- Optimaliseren met calcium en vitamine D
- Anticonceptiepillen bij postmenopauzale vrouwen
- Bisfosfonaten
Steroïd geïnduceerde diabetes
Een exces van glucocorticoïden remt de insulinesecretie. Door de combinatie met obesitas leidt tot dit insulineresistentie.
Tertiaire bijnierinsufficiëntie
Corticosteroïden kunnen leiden tot tertiaire bijnierinsufficiëntie. Het risico hierop is afhankelijk van:
- Soort steroïd
- Hydrocortison is een zwak steroïd, dexamethason is een sterk steroïd
- Dosering
- Toedieningsweg
- Topische toediening heeft een laag risico, intraveneus een hoog risico
Afbouwen
Het is dus belangrijk corticosteroïden af te bouwen. Soms kunnen patiënten na een dosisreductie erg ziek worden:
- Opvlamming van de onderliggende ziekte
- Bijnierinsufficiëntie
- Corticosteroïd onthoudingssyndroom
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Vraagstukken Kijken, Denken, Doen
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 1: Sociale Geneeskunde
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 2: Gezondheidseconomie
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 3: Het Oog
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 4: Endocrinologie
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 5: de Huid
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen thema 6: Ethiek & Recht
- Vraagstukken Kijken, Denken, Doen Thema 7: Integratie
Contributions: posts
Spotlight: topics
Vraagstukken Kijken, Denken, Doen
Deze bundel bevat aantekeningen van alle hoorcolleges en patiëntdemonstraties van het blok Vraagstukken Kijken, Denken, Doen. Dit blok behoort tot het 3e jaar van de bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Leiden, 2021/2022.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2096 |
Add new contribution