Idealen op drift - San, Sieckelinck, Winter - Artikel


Tegenwoordig wordt de radicalisatie van jonge mensen bovenal gezien als een veiligheidsrisico. Het fenomeen wordt meestal bekeken vanuit een criminologisch of sociaal-psychologisch perspectief, terwijl het soms verstandiger kan zijn om het vanuit een pedagogisch perspectief te bekijken. De auteurs hebben de rol onderzocht van docenten, sociale werkers en opvoeders met betrekking tot de problemen die ze tegenkomen als ze te maken hebben met jonge mensen met extreme idealen. Dit artikel doet dus een poging om inzicht te krijgen in de pedagogische condities met betrekking tot de ontwikkeling van extreme idealen. Vanuit een criminologisch perspectief wordt radicalisatie dus gezien als iets slechts dat voorkomen en bestreden moet worden (het veiligheidsperspectief), terwijl een open houding mogelijk beter kan zijn om tot effectieve oplossingen te komen. Twee vragen die hieruit voortkomen zijn:

  1. of de radicale ideeën van jonge mensen altijd iets is dat veroordeeld moet worden.
  2. of de angst voor radicale ideeën ervoor kan zorgen dat de mensen met deze ideeën in een hoekje worden gedrukt, waar het logisch is dat ze steeds meer beïnvloed worden door extreme tijdgenoten.

Het huidige onderzoek heeft betrekking op jonge mensen met extreme idealen, zoals extremistische moslims, neo-nazis en dierenrechtenactivisten. Dit artikel is gebaseerd op het idee dat de ontwikkeling van sterke idealen begrepen kan worden in termen van de “normale” ontwikkeling van politieke ideeën aan de ene kant en de interacties gedurende het opgroeien (internet en op school) aan de andere kant.

Conclusie

Ondanks het grote verschil in de inhoud van de idealen van de respondenten, was er toch een gelijkwaardig ontwikkeingsproces. Zo waren er overeenkomsten in de volgende zaken: hunkering naar idealen, het belang van deze idealen in hun leven en de reactie van ouders en schoolpersoneel op deze idealismen. Ouders van jonge extremisten vinden het over het algemeen lastig om om te gaan met de gedragsveranderingen die hun kinderen laten zien. Pubers denken vaak in tegenstellingen (zij is mooi en zij is lelijk). Wanneer deze tegenstellingen politiek van aard zijn, vinden ouders het lastig om ermee om te gaan. Ook zijn adolescenten makkelijker te beïnvloeden door een gebeurtenis, confrontatie, video of bericht. Hierdoor ontwikkelen ze een passie voor een ideaal. Dit nieuwgevonden idealisme verschilt van gebruikelijke puberproblemen, omdat al het gedrag ondergeschikt wordt aan het idealisme.

Er zijn een aantal mogelijke verklaringen voor het gebrek aan reactie van ouders:

  • het is aannemelijk dat de jonge radicalen zwijgen over wat er in hun hoofd omgaat.
  • Sommige ouders zijn zich er niet van bewust, ontkennen het, of zijn niet bereid om het serieus te nemen.
  • Het is ook aannemlijk dat de ouders wel van de situatie afweten, maar niet weten hoe ze ermee om moeten gaan.

Sommige ouders ondernemen actie en zoeken hulp. Een aantal zei dat de gezochte hulp niet geboden werd, omdat de sociale werker niet wist hoe hij/zij met dit soort problemen om moest gaan. De meerderheid van de ouders reageren vanuit een relativistisch oogpunt. Ze denken dat het wel goed komt. De auteurs lijkt dit geen goede reactie, omdat er discussie en voortdurende aandacht nodig is voor dit probleem. Een gebrek aan reactie heeft grote gevolgen voor de ouderlijke invloed in een later stadium. Als de idealen van de jonge mensen uit de hand lopen, dan komt dit vaak door een gebrek aan reactie of de verkeerde reactie uit de omgeving. Het heeft minder te maken met de jonge radicalen zelf, omdat het gebruikelijk is voor een adolescent om behoefte te hebben aan een helder doel/identiteit/ideologie.

Ouders zouden de belangrijkste rol moeten spelen in de reactie van de omgeving op het gedrag van het kind. Maar school is ook belangrijk. Schoolpersoneel pikt vaak signalen op, maar ze nemen dan vaak geen contact op met ouders. School is vaak niet in staat om ondersteuning te geven aan de radicale studenten en ze hebben ook vaak angst voor de reputatie. De adolescenten met extreme idealen krijgen niet de kans om hun mening te geven en worden daardoor afgezonderd van de rest. Deze marginalisatie kan er juist voor zorgen dat de studenten zich tegen de school gaan keren en bijstand gaan zoeken in internetgroepen. Het zou beter zijn als de school wel ruimte geeft voor hun meningen/discussie. De rol van het internet in het proces van radicalisering is groot en doorslaggevend. Het vormt een bron van informatie, maar ook een plek waar jonge mensen elkaar ontmoeten en gemeenschappen vormen. Een pedagogische aanpak zou zich zeker moeten richten op het internet om het probleem van radicalisering op te lossen. Vanuit een pedagogisch perspectief moet het hebben van extreme idealen in de pubertijd niet meteen gezien worden als een gevaarlijke hersenstoornis. Er moeten verzorgers in de buurt van de radicale studenten zijn die oprecht geïnteresseerd zijn, die alternatieve perspectieven aan de pubers geven en die grenzen stellen. Ouders moeten genoeg informatie en ondersteuning krijgen.

Ons theoretische kader is dat idealen een essentieel onderdeel vormen van de identiteitvorming tijdens de pubertijd. Het discussiëren hierover zou daarom eigenlijk een verplicht onderdeel van het lessenpakket moeten zijn. Angst voor radicalisering staat deze discussies in de weg, maar dat zorgt er juist voor dat de jongeren met extreme idealen worden afgezonderd. Het vertrouwen moet terugkomen door goed ouderschap en goed ontworpen educatie en juist niet door grootschalige preventieprojecten. De pedagogische aanpak kan het beste voor de criminologische beveiligingsprogramma's ingevoerd worden. In een democratie zouden adolescenten met sterke idealen ten eerste behandeld moeten worden als burgers met een interesse voor politiek. Ook het idee dat elke generatie beter zal accommoderen naar de dominante cultuur, lijkt niet te worden ondersteund door onderzoek. Elke generatie vormen een verschillende ‘ethische’ of algemene houding naar scholing en opwaartse mobiliteit. Onderzoeken waarschuwen ons dat veranderingen in situaties van migratie niet eenvoudig omvangen kan worden als een proces dat altijd in dezelfde richting beweegt, dat is in de richting van een betere adaptatie naar de hoofdcultuur die eventueel ook leidt naar meer welzijn. In plaats daarvan kan de verandering gevarieerd zijn over tijd, afhankelijk van de specifieke relatie met de hoofdcultuur.

Een ander problematisch aspect is dat culturele systemen die geconfronteerd zijn grotendeels intact blijven en niet fundamenteel beïnvloed worden door hun confrontatie. Het model van Berry is daar een voorbeeld van. Acculturatie beschrijft hoe immigranten adapteren aan hun nieuwe samenleving. Berry ontwierp een typologie waarin de mate waarin migranten participeren in de nieuwe cultuur, en de mate waarin ze vasthouden aan hun oorspronkelijke cultuur. Deze taxonomie maakt onderscheid tussen assimilatie, separatie, integratie en marginalisatie. In dit model kunnen immigranten worden als de hoofdcultuur en als hun oude cultuur, variërend in de mate. Berry’s recentere model erkent de complexiteit van het proces door te erkennen dat (1) immigranten zowel vast kunnen houden aan bepaalde aspecten van hun eigen cultuur en op hetzelfde moment nieuwe waarden en praktijken aanneemt, (2) acculturatie is multivarierend en modulair, (3) en acculturatie zich kan ontwikkelen op een verschillende manier, in verschillende mate voor verschillende domeinen, afhankelijk van de natuur van het contact met de hoofdcultuur.

De zelf wordt gevormd door het proces van interactie met anderen, verschillende krachten opereren samen in de formatie van de nieuwe identiteit, identiteiten zijn beslist veelvoudig en hybride. De zelf en de ander zijn dus veelvoudig. Het idee van cultural translation kan helpen om te begrijpen wat er gebeurt wanneer culturen van verschillende origine elkaar ontmoeten en ontwikkelen. Het idee van cultural translation betrekt de benadering tussen twee visies op language translation. Aan de ene kant is er het idee dat de meeste intieme ideeën in een taal nooit getoond kunnen worden in een andere taal. Aan de andere kant is er het idee dat betekenissen universeel zijn en dat daarom corresponderende ideeën tussen verschillende talen gevonden kunnen worden.

Transformatie in onderzoeken van opvoeden als gerelateerd aan migratie

Culturele afstand in opvoedingstradities als input voor het verliezen van controle

Voor het contrast tussen de opvoedingstradities tussen het land van origine van de immigrantengroep en het gastland, hebben veel onderzoeken zicht gericht op de stresservaringen van ouders, hun verlies van status, en hun onvermogen om effectieve opvoedingsstrategieën te ontwikkelen in de nieuwe setting. De culturele afstanden die in de onderzoeken (zie voorbeelden pagina 381) worden beschreven, worden vaak gezien als de reden voor stagnatie in opvoedingspraktijken, als evident in het verlies van machtsposities in de familie of het onvermogen om geschikte oplossingen in de nieuwe setting te vinden.

Volgens veel onderzoeken verandert opvoeden na migratie in vorm. De transformatie naar de nieuwe vormen van opvoeden is geassocieerd met een verandering van een traditioneel of premodern model van opvoeden, naar een modern model van kindertijd. Met een modern model wordt het concept van de kindertijd dat geleidelijk aan is ontwikkeld in het Westen in de achttiende en negentiende eeuw. Het ontstaan van dit model heeft zijn basis in de economische en sociale ontwikkelingen, zoals het afnemen van de gezinsgrootte en toenemende investeringen in onderwijs voor kinderen door formele scholing, maar ook in de principes dat volwassenen zorgvuldig om moeten gaan met de ontwikkeling van kinderen, en dat kinderen vrij moeten zijn van werk en volwassen verantwoordelijkheden. Een consequentie daarvan is gerelateerd aan autoriteitsrelaties tussen ouders en kinderen. In het traditionele model garandeerde gehoorzaamheid en afhankelijkheid voor familie loyaliteit van het kind. In het moderne (urbane) model zijn egalitaire relaties en onafhankelijkheid van het kind meer adaptief. Onderzoeken die opvoedingspraktijken van immigranten die van vanuit niet-westerse landen naar westerse landen immigreerden, beschrijven, tonen aan dat na migratie steunrelaties in de familie gereorganiseerd zijn. Ook worden ze meer aangepast in de richting van kindersteun in plaats van richting afhankelijkheid en wederkerigheid tussen generaties (Zie voorbeelden Mexicaanse immigranten en Marokkaanse immigranten op pagina 382/383).

De migratiesetting als een katalysator van verandering

De uitkomst van geconfronteerd worden met gemoderniseerde vormen van opvoeden resulteert niet altijd in een glad proces van overnemen. (Zie het voorbeeld van immigranten uit Ecuador op pagina 383). Kinderen moeten bijvoorbeeld ook omgaan met de afwezigheid van hun vader en moeten voldoen aan de hoge verwachtingen van hun vader. De moderne kindertijd die ontwikkeld is in zo’n migratiezone, is niet een kopie van kindertijd zoals het in de praktijk is in het Westerse land waarnaar geïmmigreerd is. De kinderen komen in contact met beide vormen van kindertijd (dus ook uit land van origine). Volgens sommige onderzoeken is opvoeden, dat een voortduren van het traditionele opvoeden lijkt, in feiten een reactie op geconfronteerd zijn met een andere omgeving. Andere onderzoeken hebben explicieter aandacht besteed aan hoe nieuwe, hybride vormen van opvoedingspraktijken ontwikkelen van leven tussen verschillende culturele praktijken van opvoeding in. Uit die onderzoeken bleek dat materiele onderlinge afhankelijkheid in de familie afnam in de urbane setting, maar dat emotionele en psychologische onderlinge afhankelijkheid bleef (Zie het voorbeeld van Vietnamese immigranten op pagina 384).

Achtergrond en methode

De onderzoekers van het model hebben een lange termijn relatie met een multie-etnische school in een van de grote steden van Nederland en waren observeerders in klassen en namen deel in leraar-ouder ontmoetingen van 1999 tot 2004. Dit onderzoek is gebaseerd op interviews uit 2003 en 2004 tijdens huisbezoeken waaraan 28 immigrante families deelnamen, die minstens één kind hadden in groep 7 of groep 8. Een groot deel bestond uit Marokkaanse gezinnen. Veel opvoedingsgeloven zijn gebaseerd op de Islam, zoals de aql. Dat betekent geest en sociale verantwoordelijkheid, en dat is een leidend concept voor de ontwikkeling van kinderen. Het verwijst naar het vermogen van kinderen om hun impulsen onder controle te houden en sociale verstand te laten zien. De interviews richtten zich op hoe ouders hun rol als onderwijzers ervaarden, welke mogelijke transformaties hun opvoeden ondergaan had sinds migratie, en hoe zij hun eigen opvoeden zagen tegenover andere opvoedingspraktijken.

Resultaten

Bijna alle ouders gaven aan dat er enig proces van verandering te zien was in hun rol als een ouder over tijd. Op de vraag hoe ouders hun eigen opvoeden zagen tegenover andere opvoedingspraktijken, beschreven ouders over het algemeen de verschillen tussen het opvoeden in hun eigen gemeenschap en het Nederlandse opvoeden. Er wordt in het onderzoek naar opvoeden gekeken naar twee domeinen: steun en monitoren door de Marokkaanse moeder, en disciplineren en autoriteitsrelaties door de Marokkaanse vader. (Zie tabel 1 op pagina 387). Wanneer ouders discipline als een gebied van verschil zagen, karakteriseerden ze discipline als strikter in hun thuisland in vergelijking tot disciplinerende praktijken in Nederland, waarin kinderen meer vrijheid krijgen. De autoriteit van de ouder was in het land van origine strikter, terwijl autoriteitsfiguren in Nederland vaak uitgedaagd worden door hun kinderen. Ouders ervaarden grote afstand tussen wat zij zagen als goede discipline en wat ze vonden van Nederlandse discipline. (Zie het voorbeeld van de Marokkaanse vader op pagina 368). Uit het gesprek met de Marokkaanse vader blijkt dat het resultaat van de confrontatie tussen de diverse opvoedingspraktijken niet een voortduren van de traditionele praktijk van discipline is, maar ook niet het overnemen van nieuwe ervaringen. De traditionele, harde disciplinerende en strikte autoriteitsrelaties zijn instabiel geworden door de confrontatie met het meer kind-centrale model die deze immigrante families ontmoeten door hun kinderen.

Ook gaven ouders aan dat in het oude land, monitoren veel intensiever was in vergelijking tot het gastland. Ouders gaven aan dat er meer ogen en oren waren, buiten op de straat, om een oog op hun kinderen te houden en om hen op het rechte pad te houden. Er was dus sprake van sociale controle. Ouders gaven echter ook aan, dat ze in het nieuwe land een nieuwe vorm van monitoren hadden ontwikkeld, als reactie op de behoeften van hun migratiesetting. (Zie het voorbeeld van de Marokkaanse moeder op pagina 390-393).

Vrouwen mogen niet vaak zelf het huis uit, terwijl de mannen weg zijn. Als de kinderen dan wel naar buiten gaan, hebben de moeders geen controle meer over hun kinderen, aan gezien er in Nederland geen sprake is van sociale controle zoals in Marokko. De moeder houdt haar kinderen daardoor binnen als gevolg. Het is in de visie van de moeder namelijk nodig om dichtbij je kinderen te staan en geïnformeerd te zijn over de behoeften van de kinderen om hun morele begeleiding te geven, zodat ze op het rechte pad blijven. Dit wordt ‘closeness for moral guidance’ genoemd. Deze overbruggende strategie tussen twee culturen, lijkt van beiden wetten te verbreken. De vrouw is namelijk niet vrij om te onderwijzen (Nederlandse wet verbreken) en ze gebruikt een individualistische manier van opvoeden (Marokkaanse wet verbreken).

Discussie

Door de confrontatie tussen de cultuur van origine en de gastcultuur, zijn beide kaders veranderd zodat hun resultaat per definitie geen perfecte vertaling is, maar eigenlijk een herformulering van beide kaders. Omdat beide kaders niet volledig begrepen kunnen worden in elkaars termen, blijven ‘residues’ bestaan. Residues zijn de delen die buiten de actie van vertaling vallen, veroorzaakt door een gebrek aan gedeelde taal, regels en visies om de verschillen te overbruggen. Deze residue kan in een geïsoleerde ruimte veranderen en door zijn benadering, de energie voor nieuwe confrontaties en vertalingen zorgen.

In plaats van het modernisatie paradigma, zoals beschreven in de introductie, waarin het traditionele geleidelijk verandert in het moderne, is wat we zien een kwalitatief andere traditie die ontstaat uit de confrontatie. Het model van ‘cultural translation’ bevat belangrijke elementen van het veranderingsproces, het conceptualiseert vooral wat er gebeurt wanneer twee verschillende systemen of praktijken met elkaar geconfronteerd worden. Het richt zich bijvoorbeeld nauwelijks op de rol van de deelnemers. Nieuwe opvoedingspraktijken zijn ook gedefinieerd door de richtingen die gekozen worden, maar ook door de nieuw ervoeren problemen en behoeften. Immigranten kunnen bovendien ook de meerderheid beïnvloeden door hun opvattingen.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting bij artikelen Culturele diversiteit in opvoeding en onderwijs

Verzameling samenvattingen van wetenschappelijke artikelen rond het thema 'Culturele diversiteit in opvoeding en onderwijs' zoals eerder voorgeschreven bij bachelor 2 vak bij de studie Pedagogische wetenschappen - Universiteit Utrecht - 2017/2018.

Summaries and supporting content: 
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
934