Artikelsamenvatting bij The prevalence of child sexual abuse in out-of-home care van Euser e.a. - 2013

In dit artikel wordt de prevalentie van seksueel misbruik bij kinderen (CSA) in pleeggezinnen en instellingen vergeleken met de prevalentie in de algemene populatie.

Kinderen in een pleeggezin groeien in een stabielere situatie op dan kinderen in instellingen, waar de samenstelling van de groep en verzorgers vaker verandert. Het meerdere malen verhuizen, mogelijke eerdere ervaringen met kindermishandeling en de niet-biologische relatie tussen de verzorger en het kind verhoogt het risico op CSA voor kinderen die buitenshuis wonen. Vergeleken met kinderen in pleeggezinnen, hebben kinderen in instellingen een grotere kans op misbruik, omdat een verzorger gemiddeld meer kinderen onder zijn hoede heeft en er meerdere kwetsbare leeftijdsgenoten in de directe omgeving zijn, die anderen kunnen misbruiken.

Seksueel misbruik bij kinderen

Seksueel misbruik (CSA) is elke vorm van seksuele interactie met een kind tussen de 0 en 17 jaar tegen de wil van het kind of zonder dat het kind de interactie kon weigeren. De lifetime prevalentie van CSA is 4 op de 1000 bij informantenstudies en 127 op de 1000 bij zelfrapportage. De prevalentie is het totale aantal misbruikte kinderen, de incidentie is het aantal nieuwe gevallen in een bepaalde periode. In deze studie gaat het om de prevalentie. De jaarprevalentie van CSA is in Nederland bij informantenstudies 0,8 op de 1000 kinderen en bij zelfrapportage 58 op de 1000 kinderen. Als gevolg van seksueel misbruik kunnen kinderen externaliserend of internaliserend probleemgedrag vertonen, hebben ze een grotere kans om vaker misbruikt te worden en door hun ouders verwaarloosd of mishandeld te worden. Daarom hebben misbruikte kinderen bescherming nodig.

Pleeggezinnen en instellingen

Kinderen die opgroeien in pleeggezinnen of instellingen, hebben een grotere kans op een onaangepaste ontwikkeling, zoals een verminderd cognitief functioneren en sociaaleconomische problemen. Pleeggezinnen worden gezien als een relatief stabiele omgeving, terwijl instellingen gezien worden als instabiel. Aangenomen wordt dat kinderen in pleeggezinnen en instellingen een grotere kans op CSA hebben. Daar zijn verschillende verklaringen voor. In de eerste plaats wordt gedacht dat kinderen die uit huis zijn vaker mishandeling meegemaakt hebben en vaak gedragsproblemen of emotionele problemen vertonen, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor het uitlokken van meer mishandeling. In de tweede plaats zorgt de niet-biologische relatie tussen de verzorger en het kind ervoor dat er een verhoogd risico is op seksueel misbruik.

In de derde plaats worden kinderen met ernstige gedragsproblemen in instellingen vaak in één groep geplaatst, wat bij onvoldoende toezicht seksueel misbruik door leeftijdsgenoten kan triggeren. Kinderen in instellingen hebben meer negatieve ontwikkelingsuitkomsten dan kinderen in pleeggezinnen. Ook hebben kinderen uit instellingen een verhoogde kans op delinquent gedrag vergeleken met kinderen uit pleeggezinnen.

Deze studie

Er is nog nooit gekeken naar het verschil in prevalentie van seksueel misbruik tussen kinderen uit pleeggezinnen of uit instellingen. In deze studie werd zowel gebruikgemaakt van zelfrapportage als van informanten. De onderzoeksvragen waren als volgt:

  1. Wat is de jaarprevalentie van seksueel misbruik in 2010 in pleeggezinnen en instellingen samen?

  2. Verschilt de jaarprevalentie van seksueel misbruik in instellingen van de jaarprevalentie in pleeggezinnen?

  3. Verschilt de schatting in deze prevalentiestudie van de Nederlandse populatie (volgens de NPM-2010)?

  4. Wat zijn de kenmerken van de daders en slachtoffers van seksueel misbruik in deze populaties?

Methode

Participanten

Zowel de informanten als de adolescenten kwamen uit vier soorten instellingen: Gewone instellingen, gesloten instellingen, justitiële jeugdinrichtingen en pleeggezinnen. De informanten waren mensen die direct met de kinderen in de instelling werkten of pleegouders. In totaal deden er 411 informanten mee. De adolescenten waren tussen de 12 en 19 jaar oud, woonden in 2010 in een pleeggezin of instelling en hadden geen verstandelijke handicap. Er deden 329 adolescenten mee aan deze studie.

Uitvoering

Aan de informanten werd gevraagd in hoeverre men verwachtte dat de kinderen seksueel misbruik, emotionele of fysieke mishandeling of emotionele of fysieke verwaarlozing hadden meegemaakt in de pleeggezinnen of instellingen in 2010. Daarbij werd zowel gevraagd naar de bewezen als naar de niet-bewezen gevallen.

Wanneer bij de zelfrapportage vragenlijst bevestigend werd geantwoord op vragen over seksueel misbruik, werden er aanvullende vragen gesteld over de dader, de plaats, de tijdsperiode en de frequentie van het misbruik.

De antwoorden uit de informanten studie en zelfrapportage werden ingedeeld in vijf categorieën: Seksueel misbruik met penetratie, seksueel misbruik met genitaal contact (zonder penetratie), seksueel misbruik met fysiek contact (zonder genitaal contact en/of penetratie), seksueel misbruik zonder fysiek contact en overig seksueel misbruik.

Resultaten

Informantenstudie

161 kinderen waren het slachtoffer van seksueel misbruik in pleeggezinnen of instellingen, waarbij het grootste gedeelte van de informanten seksueel misbruik met fysiek contact rapporteerde. Bij pleeggezinnen waren 49 kinderen het slachtoffer van seksueel misbruik (2 op de 1000) en in instellingen 112 kinderen (5 op de 1000). Kinderen in pleeggezinnen waren gemiddeld jonger dan kinderen in instellingen. Wanneer gecorrigeerd werd voor leeftijd, werd er geen significant verschil meer gevonden in de prevalentie van CSA tussen jongeren in instellingen en in pleeggezinnen (5 op de 1000). Op basis van informantenstudies is eerder al aangetoond dat CSA in de algemene populatie bij 0,8 op de 1000 kinderen voorkomt. Het verblijf in een pleeggezin of instelling verhoogt de kans op seksueel misbruik met factor 5.

De meeste misbruikte kinderen waren 12 jaar of ouder en het waren voornamelijk meisjes. In twee derde van de gevallen was er sprake van slechts één dader. Bij pleeggezinnen was de dader in meer dan de helft van de gevallen de pleegouder of een andere volwassene in het pleeggezin. Bij instellingen was de dader in de helft van de gevallen een andere adolescent die in dezelfde instelling verbleef. Van de daders was 91% mannelijk en 53% van de daders was 21 jaar of ouder.

Zelfrapportage studie

78 jongeren rapporteerden tenminste één vorm van seksueel misbruik. Net zoals bij de informantenstudie was seksueel misbruik met fysiek contact de meest gerapporteerde vorm. Meer dan de helft van de jongeren verbleef in een instelling, meer dan een derde in een pleeggezin en 14% verbleef in beide in 2010. De jaarprevalentie van 2010 van CSA was in pleeggezinnen 168 op de 1000, in instellingen 280 op de 1000 en voor jongeren die in 2010 in beiden verbleven, 341 op de 1000. Het verschil tussen de prevalentie in pleeggezinnen, instellingen en beiden was significant. Het verschil tussen instellingen en beiden was niet significant.

Wanneer gecorrigeerd werd voor opleiding en etniciteit, kwam naar voren dat in pleeggezinnen minder kinderen misbruikt worden dan in de algemene populatie (55 op de 1000 ten opzichte van 74 op de 1000).

Meisjes rapporteerden meer misbruik dan jongens. Er werden geen verschillen gevonden in leeftijd en etniciteit met betrekking tot het rapporteren van CSA. Bijna de helft van de adolescenten wilde niet rapporteren wie de dader was. De meeste daders waren mannelijk.

Discussie

Seksueel misbruik, zoals gerapporteerd door informanten, lijkt vaker voor te komen in instellingen en pleeggezinnen dan in de algemene populatie. De prevalentie van CSA in instellingen en pleeggezinnen verschilt niet significant van elkaar. In tegenstelling tot de informantenstudie, komt uit zelfrapportage naar voren dat seksueel misbruik vaker voorkomt in instellingen vergeleken met de algemene populatie en pleeggezinnen. De hypothese dat niet-biologische relaties het risico op CSA kunnen verhogen, kan dus verworpen worden. In instellingen is vaker sprake van ‘structurele verwaarlozing’, wat het moeilijker maakt voor verzorgers en kinderen om een stabiele relatie met elkaar te hebben. Ook leven kinderen in instellingen in grotere groepen met kinderen met gedragsproblemen, wat het risico op seksueel misbruik kan verhogen (de helft van de daders in instellingen is een leeftijdsgenoot).

Hieruit blijkt dat niet alleen de relatie van de verzorger met het kind belangrijk is, maar dat ook het toezicht op de groep van belang is. Zowel bij de informantenstudie als bij zelfrapportage werd meer misbruik bij meisjes gerapporteerd. Over het algemeen wordt er meer CSA gerapporteerd bij zelfrapportagestudies dan bij informantenstudies. Een verklaring daarvoor is dat informanten alleen de gevallen van misbruik rapporteren waarvan zij het weten. Dat omvat niet alle gevallen, omdat niet alle kinderen vertellen over hun misbruik. De gevallen van seksueel misbruik zoals gerapporteerd door informanten zijn slechts het topje van de ijsberg. De prevalentie die gebaseerd is op zelfrapportage kan zowel een overschatting als een onderschatting zijn, omdat de jongeren de vragen over het type misbruik anders kunnen interpreteren dan de onderzoekers bedoeld hadden. Gelet moet worden op het feit dat in deze studie de jaarprevalentie is geschat en niet de lifetime prevalentie. De lifetime prevalentie is echter altijd hoger.

In deze studie waren echter verschillende beperkingen. In de eerste plaats werkten instellingen niet direct mee, waardoor de tijdsperiode van rapportage korter werd, wat waarschijnlijk heeft geleid tot een onderschatting van de prevalentie van seksueel misbruik. Slechts de helft van de gevraagde deelnemers deed mee aan de zelfrapportage vragenlijst.

Dit kan ook voor een onderschatting van de werkelijke prevalentie gezorgd hebben, doordat jongeren die misbruikt zijn vaker niet mee wilden doen aan dit onderzoek. In de tweede plaats zijn er problemen met de meetmethode in deze studie. Zo weten informanten niet alle gevallen van misbruik en hebben zelfrapportage studies een verminderde validiteit en betrouwbaarheid.

Het is voor het eerst dat de prevalentie in instellingen en pleeggezinnen met elkaar vergeleken is, waardoor we voorzichtig moeten zijn in het trekken van conclusies. De bevindingen moeten eerst systematisch gerepliceerd worden voordat we er een uitspraak over kunnen doen. Als laatste is niet bekend wat de redenen zijn dat er in instellingen een verhoogde kans op CSA is. Bovendien worden kinderen niet random in instellingen of pleeggezinnen geplaatst en kan het verschil in prevalentie te wijten zijn aan kenmerken van het kind. Dit is echter wel moeilijk te meten, omdat er veel instabiliteit is in instellingen en pleeggezinnen.

Het verblijf in een instelling werd vaak geprefereerd boven het verblijf in een pleeggezin, maar met het oog op de verhoogde prevalentie van seksueel misbruik in instellingen is het de moeite waard om dit te herzien. Gezien het grote aantal minderjarige daders wordt wel gepleit voor minder kinderen per verzorger in instellingen om de supervisie in groepen te kunnen verbeteren. Ook moeten er vraagtekens gezet worden bij het verblijf in instellingen, omdat kinderen die toch al kwetsbaar zijn, daardoor meer kans hebben om misbruikt te worden.

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Kindermishandeling & Jeugdzorg: samenvattingen van de beste wetenschappelijke artikelen

Of je nu meer wil weten over de forensisch-medische aspecten van kindermishandeling, of benieuwd bent naar hoe desinformatie in het geheugen geplant kan worden - bij de top 40 van samenvattingen van de wetenschappelijke artikelen over kindermishandeling wordt kindermishandeling en jeugdzorg vanuit een breed spectrum bestudeerd en behandeld.

Kindermishandeling & Jeugdzorg: een selectie van ongeveer 40 samenvattingen van de beste wetenschappelijke artikelen (alfabetische volgorde), gebaseerd op diverse vakken rond dit thema zoals aangeboden aan de Universiteiten van Leiden, Utrecht en Groningen voor de studies Pedagogiek en Psychologie.

De opgesomde titels zijn in de meeste gevallen vrije vertalingen van de originele Engelstalige titels:

  • Begrijpen van de adolescentie als een periode van sociale en affectieve betrokkenheid en flexibiliteit wat betreft doelen - Crone, Dahl
  • Behandeling voor chronische depressie met een schema therapie - Renner et al
  • Bijwerkingen van jeugdervaringen in het leven van vrouwelijke zedendelinquenten - Levenson
  • Consequenties van kindermishandeling in landen met hoge inkomens - Gilbert et al
  • De cumulatieve effecten van de risico- en beschermende factoren van moeders op storend gedrag van hun dochters - van der Molen et al
  • De ontwikkeling van de communicatieve en narratieve vaardigheden bij peuters en kleuters: lessen van forensische interviews over kindermishandeling - Hershkowitz
  • DNA-methylatie, Gedrag en tegenspoed in Early Life - Szyf
  • Einstein op de bank? Gebrek aan wetenschappelijk bewijs om rechtszaken van kindermishandeling te kunnen beoordelen - Moreno
  • Emotiemodulatie bij PTSD: klinisch en neurobiologisch bewijs voor een dissociatief subtype - Lanius et al
  • Forensisch-medische aspecten van kindermishandeling - Kemp
  • Genetische gevoeligheid voor het milieu - Caspi et al
  • Geriatrische forensische evaluees: een studie - Lewis et al
  • Gezondheidseffecten van kindermishandeling - Kendall-Tackett
  • Het geheugen van kinderen als ooggetuigen: de invloed van cognitieve en sociaal-emotionele factoren - Goodman et al
  • Het probleem met kinderartsen - Williams
  • Het seksueel welzijn van vrouwen die seksueel misbruik hebben ervaren - Lemieux et al
  • Jeugd stress heeft aanhoudende effecten op het functioneren van de amygdala en de ontwikkeling van muizen en mensen - Cohen et al
  • Jeugdige en volwassen zedendelinquenten - Hendriks, Bijleveld
  • Kindermishandeling en DSM-VI mentale stoornissen van volwassenen - Scott et al
  • Kindermishandeling voorspelt een ongunstig depressiebeloop en ongunstige behandeluitkomsten bij depressieve mensen: een meta-analyse - Nanni et al
  • Meta-analyse van psychologische behandelingen voor PTSS bij volwassenslachtoffers van kindermishandeling - Ehring et al
  • Neurobiologische en psychiatrische consequenties van kindermishandeling en verwaarlozing - Heim et al
  • Neurologische kijk op kindermishandeling: een kritische review - Hart, Rubia
  • Onthullingen van seksueel misbruik van kinderen - London et al
  • Onvoorspelbaarheid van vroege ervaringen op mentale stoornissen - Baram et al
  • Openbaarmaking van seksueel misbruik bij kinderen: een model - Goodman-Brown et al
  • Overtreding onder ouderen - Curtice et al
  • Scheidingservaringen in de kindertijd voorspellen hormonale respons van de HPA as in late volwassenheid - Pesonen et al
  • Seksueel misbruik bij kinderen en zwangerschap tijdens de adolescentie - Noll et al
  • Seksueel misbruik bij kinderen, een case study - Leander et al
  • Seksuele problemen en PTSS na seksueel trauma: Een meta-analyse - O'Driscoll et al
  • Telomeren en tegenspoed:
.......read more
Summaries and supporting content: 
Access: 
Public

Criminology and Criminal behavior: the best scientific articles summarized

Study guide with articles for Criminology and Criminal behavior

Summaries and study assistance with articles for Criminology and Criminal behavior

  • for 50+ summaries with articles for Criminology and Criminal behavior, see the supporting content of this study guide

Related summaries and study assistance

Summaries and supporting content: 
Access: 
Public
This content refers to .....
Psychology and behavorial sciences - Theme
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1114 2