Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Artikelsamenvatting bij Interactie van Colijn - 2010

Wanneer twee mensen van dezelfde cultuur met elkaar in contact zijn is de culturele invloed vaak niet zichtbaar. Deze invloed is pas te zien wanneer culturen verschillen. Tot in de jaren zeventig was men cultuurblind, culturele verschillen werden genegeerd. Pas in de jaren negentig begon het belang van cultuur door te dringen, echter er bestaat nog weinig onderzoek naar de invloed van cultuur op behandelrelatie. Het is belangrijk om te kijken naar de invloed van cultuur op cognitieve fouten, attitudes en communicatie. De invloed van deze drie verschijnselen, ook wel condition humaine genoemd, moet worden beperkt. Bij het bespreken van culturele hulpverlening staan de begrippen interculturele competentie en culturele sensitiviteit centraal.

Wat zijn denk- en waarnemingsfouten?

Perceptie en cognitie wordt beïnvloed door cognitieve fouten, dit is verraderlijk bij het denken over onszelf -en anderen wat betreft culturele verschillen. Soms zijn deze denkfouten in onze taal verankerd, op die manier wordt ook de perceptie van de werkelijkheid beïnvloed. Er zijn verschillende oorzaken voor cognitieve fouten:

  1. Cognitieve bias gaat om systematische fouten als gevolg van de beperkingen van ons informatieverwerkingssysteem.

  2. Bij Motivationele bias zijn de fouten het gevolg van het bevredigen van onze eigen behoeften.

In de culturele psychologie is het belangrijk bewust te zijn van denkfouten en kritisch te reflecteren op onze eigen denkfouten, deze vervolgens te herkennen en te begrijpen. Shiraev en Levi (2007) noemen een aantal cognitieve fouten op waarbij cross-cultureel en interpersoonlijk contact belangrijk is.

  • De assimilatiebias komt voort uit de neiging tot categoriseren, classificeren en systematiseren. Wanneer nieuwe informatie wordt gepresenteerd die niet overeenkomt met bestaande categorieën zijn er twee mogelijke reacties: (1) accommodatie, aanpassing van schema (2) assimilatie, aanpassing van informatie.

  • Bij Dichotoom denken worden continue verschijnselen als dichotoom gezien. Ze worden gesimplificeerd, bijvoorbeeld iemand hoort bij onze groep (wij, ‘ons soort mensen’) of bij anderen (zij, ‘cultureel anderen’).

  • De gelijkheid-verschilparadox betekent vaak wordt een overeenkomst of een verschil als uitgangspunt genomen, niet allebei.

  • De representativiteitsbias gaat ervanuit dat we een vergelijking maken van nieuwe input met een bestaand schema. Pas wanneer informatie niet in een categorie past, wordt er gezocht naar een nieuwe categorisatie. Hierdoor worden belangrijke details gemist of is er sprake van over-generalisatie.

  • De beschikbaarheidsbias is de vertekening dat wanneer iets gemakkelijk wordt herinnerd het vaker voorkomt.  

  • De fundamentele attributiefout is wanneer reacties van anderen worden toegeschreven aan karakter, terwijl dit ook een culturele, contextuele of situationele oorzaak kan hebben.

  • Een selffulfilling prophecy komt voor wanneer attitudes en ideeën tegenover een ander invloed hebben op het gedrag van die persoon.

  • Het zien van correlatie als bewijs voor causaliteit is een bias die leidt tot bijgeloof. Crimineel gedrag komt bijvoorbeeld meer voor in groep A dan in groep B. Vervolgens concluderen veel mensen dat criminaliteit veroorzaakt wordt door het horen bij een groep, waarbij sociaaleconomische factoren over het hoofd worden gezien.

  • Het verwarren van bidirectionaliteit (of circulariteit) en unidirectionaliteit is wanneer wisselwerking (bidirectioneel of circulair) tussen twee factoren wordt gezien als een singulaire relatie (unidirectioneel).

  • De naturalistische valkuil is het verwarren van waarneming en wat wenselijk is. Het is een fout in de redenatie die bepaald worden door frequentie: ‘wat normaal is, is goed, omdat iedereen het doet’.

  • Het belief perseverence effect houdt in dat een aanval op eigen voorkeuren en ideeën wordt gezien als een aanval op onszelf. Daarom worden nieuwe feiten in strijd met eigen voorkeuren en ideeën vaak ontkent of genegeerd.

Uit onderzoek is gebleken dat cognitieve fouten altijd een rol spelen en niet te vermijden zijn. Door inzicht te hebben in ons denken en waarnemen kan de vicieuze cirkel worden doorbroken volgens Shiraev en Levy (2007). De taak voor een hulpverlener is de bias onder ogen te zien en door middel van meta-denken de invloed van cognitieve fouten te verminderen.

Wat is de invloed van attitudes?

Cognitieve -en waarnemingsfouten krijgen een plaats in ons wereldbeeld en bepalen mede onze houding tegenover andere mensen. Samen met culturele omgeving wordt inhoud gegeven aan oordelen, overtuigingen en attitudes. Een attitude is een voorspelbare en consistente manier hoe een persoon denkt, voelt en zich gedraagt. De functie van attitudes is het ordenen van de chaos om ons heen en maken die begrijpelijk, daarnaast worden ze gebruikt bij zelfevaluatie. Attitudes komen vaak voort uit diens culturele achtergrond. Hofstede (1991) heeft verschillende cultuurfenomenen beschreven.

  • Individualisme of collectivisme. Bij individualisme wordt gedrag gemotiveerd door zorg voor jezelf, bij collectivisme wordt dit gedaan door zorg voor anderen samen met gemeenschappelijke tradities en waarden.

  • Machtsafstand geeft de mate van acceptatie van macht in organisaties en instituties weer. In samenlevingen met een grotere machtsafstand wordt autoriteit en hiërarchie makkelijker geaccepteerd.

  • Masculien of feminien. In een masculiene samenleving staat werkgerichtheid en prestatie centraal. Bij een feminiene samenleving is dit consensus en zachtaardigheid.

  • Omgaan met onzekerheid is een manier voor het omgaan met onvoorspelbare situaties. Er zijn culturen waarbij een non-conformistische houding, creativiteit en ongebruikelijke ideeën hoog in het aanzien staan en culturen waarbij zekerheid, stabiliteit en conformisme hoog aanzien hebben.

Volgens Hofstede (1991) konden culturen getypeerd worden op basis van bovenstaande dimensies. Hierbij stonden Westerse en Niet-Westerse landen tegenover elkaar. Schwartz (2002) deed verder onderzoek en kwam tot drie typerende continua:

  1. Conservatisme versus autonomie. Hierbij staat traditie, familie en sociale rangorde centraal.  

  2. Hierarchie versus egalitarianisme. Ongelijke verdeling van macht en sociale rollen wordt gerechtvaardigd of niet.  

  3. Beheersing (mastery) versus harmonie. De mate van aanmoediging de maatschappij en natuurlijke hulpbronnen te controleren.

Stereotypering wordt veroorzaakt door de complexiteit van interactie. Mensen zijn niet in staat de nuances en complexiteit van informatie zorgvuldig te beoordelen. In plaats daarvan wordt er gecategoriseerd en gegeneraliseerd.

Wat betekent cross-culturele interactie en communicatie?

Het omgaan met discrepantie tussen culturen wordt beschreven door Heider (1994) en Festinger (1957). De cognitieve-balans theorie is dat mensen graag consistentie ervaren in attitudes. Hierdoor is iemand geneigd de mening aan te nemen die hem aanstaat. Cultuurverschillen hebben invloed op non-verbale en verbale communicatie. Bij conflicten geven oost-Aziaten de voorkeur aan bemiddelingsstrategieën en aanpassing terwijl een andere groep directe en confronterende strategieën hanteert. 

Wat is interculturele competentie -en sensitiviteit?

Interculturele competentie wordt omschreven als het hebben van een attitude, kennis en vaardigheden om met culturele diversiteit in contacten om te gaan. Flesekrud (2007) stelt dat hierbij drie gebieden belangrijk zijn:

  1. Culturele kennis

  2. Groepssamenwerking

  3. Culturele sensitiviteit

Eerst moet kennis vergaard worden over bijvoorbeeld migratiegeschiedenis, taal en politiek van de culturele groep. Vervolgens moet in een gesprek de visie op de maatschappij vastgesteld worden om samen te werken aan het doel van de behandeling. Ten slotte is culturele sensitiviteit, het ontwikkelen van het aanvoelen van culturele invloeden in het hulpverleningsproces. Daarnaast worden hiermee de vaardigheden bedoeld om er succesvol mee om te gaan. Een cultureel-sensitieve houding kan als volgt worden opgebouwd:

  1. Besef van eigen culturele bepaaldheid. Bij contact met andere culturen blijken zaken van toepassing van de eigen cultuur betwijfelbaar in een andere cultuur.

  2. Besef dat de hulpverlener vaak behoord tot een dominante cultuurgroep. Veel hulpverleners in de westerse samenleving komen uit de upper middle class.

  3. Besef van relativiteit en beperktheid van de eigen behandelvisie.

  4. Besef van het feit dat de patiënt meestal een andere behandelvisie heeft.

  5. Ontmoeting tussen twee behandelvisies, de behandelvisie moet gemodificeerd worden afhankelijk van de culturele achtergrond van de patiënt.

Wat is de invloed van cultuurverschillen op behandelresultaat?

Een positief behandelresultaat is het beste te voorspellen aan de hand van de therapeutische relatie. Patiënten geven meestal de voorkeur aan een behandelaar van dezelfde etnische groep, maar volgens de meeste onderzoeken is er geen aanwijsbaar effect. Wanneer er matching wordt toegepast waarbij ook rekening gehouden wordt met cultuurverschillen, de beste resultaten worden behaald. De invloed cultuurverschil is het groots in de fase van engagement waar de bouwstenen van de psychologische relatie gelegd wordt.

Wat betekent overdracht en tegenoverdracht?

De vertekende waarneming van de patiënt en de therapeut staat centraal bij behandeling. De patiënt moet zich bewust worden van de vertekening van reacties op situaties uit het verleden, oftewel overdracht. Gebeurt het bij een therapeut wordt het tegenoverdracht genoemd.  Een voorbeeld hiervan is the clinical anthropologist syndrome waarbij de (culturele) verschillen tussen behandelaar en patiënt benadrukt worden door tegenoverdracht. Er moet rekening worden gehouden met de fenomenen van (tegen)overdracht, anders kan er vertekening optreden in de waarnemingen, cognities en attitudes.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Psychology and behavorial sciences - Theme
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area: