Aantekeningen college Infancy en childhood: Sociale ontwikkeling I, Sociale cognitie en communicatie - Universiteit Utrecht 22/23

Hoorcollege 7 aantekeningen

Theory of mind: representatie van de mentale processen van anderen

  • Hun aandacht
  • motivatie/intenties
  • emoties
  • Overtuigingen/perspectieven

3-5 jaar tot false beliefs

2-3 jaar voor verlangens

 

Wanneer komen kinderen erachter dat anderen mensen kijken, dat dat is om iets te zien?

  • Je kijkt achter een barrière en je kijkt verrast, weten ze of je iets ziet. 
  • Controleproef: naar de kant van de barrière kijken die de kinderen wel kunnen zien.
  • Bij 12 maanden gaan kinderen soms al achter de barrière kijken.
  • Bij 18 maanden al een stuk verder.
  • Dit kunnen mensapen ook.
  • Dit is de visuele representatie

Intenties begrijpen.

  • Bij de proefopstelling kan de onderzoeker niet bij het speeltje, bij de ander wel.
  • Als het de onderzoeker simpelweg niet lukt, dan blijft de aap rustig.
  • Wanneer de onderzoeker de druif echt wegtrekt , wordt de aap echt ongeduldig.

Ontwikkeling en emoties

  • 4 maanden: reageren anders op positieve vs negatieve emoties
  • 6-7 maanden: gebruiken het gezicht als het geheel. Herkennen het affect (gevoel), bijvoorbeeld in gezichtsuitdrukkingen
  • 9-12 maanden: social referencing ontstaat. Social referencing, je komt iets nieuws tegen en diegene reageert of heel positief of heel negatief. Dat bepaalt jouw oordeel dan.
  • 18 maanden: snappen wanneer zij zelf het onderwerp van het gevoel van anderen zijn. Snappen wanneer anderen door hen geïrriteerd raken.

False beliefs: snappen dat iemand anders iets verkeerd denkt Werd gezien als de mijlpaal: dit is de theory of mind. 

  • Wanneer snappen kinderen dat anderen iets kunnen denken dat niet klopt.
  • De Sally-Ann test. Wordt correct uitgevoerd tussen 4 en 5 jaar.
  • Blokje is verplaatst en ander poppetje heeft dat niet gezien. 
  • Onderzoeker vraagt: waar denkt Sally dat het blokje zit?

Waarom is dit überhaupt belangrijk?

  • Bijvoorbeeld klinisch → kinderen met Autisme vinden dit soort representaties vaak moeilijk.
  • Kinderen moeten verschillende perspectieven kunnen begrijpen 
  • Kinderen moeten het verschil tussen perspectief en realiteit begrijpe
  • Wij zijn daar, maar als je daar bent, ben je hier. Het is dus afhankelijk van perspectief, dat is lastig voor een kind.
  • Vanaf 3 kunnen ze het perspectief van anderen nemen, maar perspectieven coördineren is nog moeilijk, zeker verbaal.
  • Sally-Ann test is lastig, omdat ze het verbaal moeten uitleggen. Daarom dat pas tussen 4 en 5 jaar.

True en false belief

  • 15 maanden anticipatory looking: aap slaat verzorger.
  • Verzorger wil de aap pakken en verstopt zich daarna.
  • Zowel bij kinderen als bij apen: meer kijken naar waar de persoon zou denken dat het object/man in apenpak is.

Maar wat betekent kijken precies?

  • Jonge kinderen reageren op mentale processen zonder dat ze precies begrijpen hoe het werkt.

Metacognitie: Denken over eigen psychologie

  • Waarom heb ik een probleem op een bepaalde manier opgelost
  • Hoe zeker ben ik van mijn zaak als ik een beslissing neem?
  • De ene puzzal is makkelijk → kleine beloning
  • De andere puzzel is moeilijk → grote beloning

Het is niet uniek menselijk.

  • Rond 3 jaar beginnen kinderen woorden te gebruiken over hun mentale processen.
  • Daarvoor ook al aanwijzingen: misschien al vanaf 12-18 maanden.

Hoe verhouden onze mentale processen zich tot die van anderen?

  • We moeten wel weten dat we het over hetzelfde hebben. We moeten convergeren om samen te werken of om te praten.
  • We kunnen een stap verder gaan. Ik kan de conclusie trekken, maar ik kan ook de conclusie trekken dat jij hetzelfde denkt.
  • Dit is gedeelde/collectieve cognitie.
  • Het representeren van een wij. Wij weten kan betekenen, ik weet en jij weet, maar ook wij weten dat we allebei weten.

Wanneer heeft communicatie betekenis?

  • Ik wil dat jij weet dat ik slaap.
  • Informatieve intentie: Ik wil dat jij dit weet. De docent weet niet of ik dat doe om te laten weten dat ik slaap, of omdat ik echt slaap.
  • Als ik hem aankijk en dan gaap, dan weet hij dat ik het ook aan hem wil aangeven.
  • Dit is een ostensief signaal → duidelijk maken dat je aan het communiceren bent.
  • Communicatief oogcontact is een ostensief signaal.
  • Een tweede intentie in communicatie.
  • Communicatieve intentie: jij wil dat ik weet dat jij me iets duidelijk probeert te maken.

 

Dit is bij de uitspraak als je met drie dingen aan het spelen bent: ‘’Kan je hem even aangeven?’’ Tussen mensen ontstaat kennis, een common ground, waarnaar we kunnen refereren. Inside jokes zijn alleen grappig voor de mensen die hem begrijpen, voor de rest heeft hij geen betekenis.

Rond 2 maanden: proto-conversatie

  • Turn-taking, omstebeurt, maar nog niet echte woorden
  • Het delen van affect

Communicatieve ontwikkeling:

  • Het volgen van de ogen:
  • 2 maanden → globaal dezelfde kant op kijken
  • 6 maanden → globaal de blik volgen (maar ze stoppen bij het eerste dat ze tegenkomen).
  • Dit komt ook voor bij mensapen.
  • Mensen zijn gevoelig voor het volgen van ogen.
  • Apen volgen de hoofdrichting.
  • 7-9 maanden → dan krijg je joint attention!
  • Het delen van aandacht. Je weet van elkaar ook dat je naar hetzelfde aan het kijken bent.
  • Waar kijken we samen naar? Dat beginnen we consequent te zien na ongeveer 7 maanden.

Wijzen

Het reiken naar dingen die ver weg zijn, dat is iets sociaals. Ze doen het vaker als er iemand bij is, het reiken, ook al kunnen ze er echt niet bij. Waarschijnlijk om te laten zien dat ze het willen.

  • Wijzen komt van aanraken. DIngen proberen aan te raken. In de wijsvinger zitten veel zenuwuiteinden.
  • Eerst oppervlakte verkennen door aanraken met wijsvinger
  • Ouders reageren hierop (door er een woord aan te geven)
  • Kind leert dat handhouding communicatief is
  • Heet vgm ritualisatie

Geritualiseerd aanraken:

  • Na 18 maanden:
  • Aanraken en wijzen hebben in het begin heel veel met elkaar te maken.
  • Daarom draaien ze hun rechterhand helemaal bij een ding op de zijkant van de doos.

Waarom wijzen kinderen?

  1. Imperatief (dit wil ik)
  2. Declaratief (kijk eens!)
  3. Informatief (daar is het)

Imperatief wijzen

  • Als ze willen wat daar lag, maar wat er nu niet meer is, dan wijzen ze daar nog steeds naar. Dat zien we rond de 12 maanden al.
  • Zowel kinderen (12 maanden) als mensapen wijzen imperatief naar dingen om te laten zien dat ze er meer van willen.

Decleratief wijzen

  • In de joint attention conditie, stopten kinderen minder vaak met wijzen
  • Als ze joint attention kregen stopten ze ook weer sneller omdat ze tevreden waren met de reactie. Deze vind ik contrasterend en snap ik niet.
  • Bij decleratief wijzen willen ze joint attention creëren, ze willen samen aandacht naar een object delen. Dit is speciaal bij mensen, dit zien we niet bij mensapen. Het delen om te weten.

Informatief wijzen

  • Vroege versie van helpen.
  • Social reaching (8 maanden)
  • Wijzen (9-12 maanden).

Nog 1 categorie gebaren: iconische gebaren.

  • Gebaren waarbij je nadoet wat je wilt dat er gebeurt of wat iemand anders doet.
  • Vanaf 2 jaar begrijpen kinderen iconische gebaren en beginnen ze deze zelf te produceren.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Hugo
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1290