Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2017-2018

Rechtsvorming

Vragen

Vraag 1

Jan, woonachtig te Groningen, is in dienst van het bedrijf Snel Schoon B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. Hij krijgt van zijn werkgever de opdracht om de ramen te wassen van het huis van Kees, die in Haren woont. Omdat Jan ruzie heeft met Kees laat hij tijdens zijn werkzaamheden expres de ladder tegen de splinternieuwe Lamborghini van Kees vallen. De schade is enorm (ca. € 26.000).

  1. Wie is/zijn aansprakelijk jegens Kees om de schade te vergoeden? (3 pnt)
  2. Wie is uiteindelijk draagplichtig ten aanzien van de schade? (2 pnt)

Vraag 2

Twintig Maastrichtse wijnboeren willen gezamenlijk een organisatie oprichten. De bedoeling is dat zij jaarlijks hun druiven aan die organisatie leveren, die daar dan superieure wijn van maakt. De organisatie zal de wijn vervolgens onder de naam Chateau Maastricht verkopen en de winst onder de leden van de organisatie verdelen.

  1. Welke juridische vorm past het beste bij de door wijnboeren gewenste organisatie? (2 1/2 pnt)
  2. Op welk(e) vermogen(s) kunnen de crediteuren van de organisatie hun vorderingen verhalen? (2 1/2 pnt)

Vraag 3

Lees de considerans van de Regeling bloed- en urineonderzoek.

  1. Is deze regeling een algemene maatregel van bestuur?
  2. Is deze regeling op grond van een geattribueerde dan wel gedelegeerde bevoegdheid tot stand gebracht

Vraag 4

  1. Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Ontslag op staande voet’ (HR 27 september 1996, NJ 1997, 42 ;ook wel geheten OSV Brinkman/Theelen)? (3 pnt)
  2. Welk rechtsmiddel staat open voor de werknemer die het niet eens is met een ‘ontslag op staande voet’? (2 pnt)

Vraag 5

Noem twee verschillen tussen het Europese Hof van de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de Europese Unie ten aanzien van de rechtsmacht. (5 punten).

Vraag 6

Axel M. heeft in januari 2010 in het schuurtje bij zijn woning in Leeuwarden een stiletto gemaakt.Door opsporingsonderzoek van de politie komt dit kort daarna aan het licht, maar de zaak blijft een tijd op de plank liggen. De officier van justitie brengt pas in november 2017 de volgende dagvaarding uit tegen Axel M.:
‘(...) dat hij, Axel M., in januari 2012 te Groningen een wapen van categorie 1 van de Wet wapens en munitie heeft vervaardigd, te weten een stiletto (art. 2 lid 1 sub 1 jo. 13 lid 1 Wwm).’ Tijdens het onderzoek ter terechtzitting verweert Axel M. zich door te stellen dat hij het wapen onder dreiging heeft vervaardigd. De rechter vindt zijn beroep op psychische overmacht geloofwaardig. Bespreek alle formele vragen in het licht van deze casus (de materiële vragen komen bij vraag 9 aan bod).

Vraag 7

(Vervolg op de vorige vraag). Bespreek alle materiële vragen in het licht van de gegeven casus.

Vraag 8

In een op schrift gesteld noodbevel in de zin van art. 175 Gemeentewet verbiedt de burgemeester aan Karel Willem om een rampgebied te betreden. Betreft dit een Awb-besluit? Zo ja, welk soort?

Vraag 9

Pablo, die de Spaanse nationaliteit heeft, heeft een arbeidsovereenkomst gesloten met het energiebedrijf INICA, gevestigd te België. België meent dat de baan van Pablo beter door een Belg kan worden vervuld en weigert een verblijfsvergunning te verlenen aan Pablo.

  1. Op welke bepaling van vrij verkeer kan Pablo zich beroepen? (2 1/2 pnt)
  2. Bij welke rechter moet Pablo zijn zaak tegen België aanhangig maken? (2 1/2 pnt)

Vraag 10

Op de hoorcolleges over Europees Recht is aandacht besteed aan de vraag wie lidstaten van de Europese Unie zijn en kunnen zijn.

  1. Hoeveel lidstaten heeft de EU op dit moment? U hoeft dit antwoord niet toe te lichten. (1 punt)
  2. Waaraan dient een aspirant-lidstaat te voldoen om lid te worden van de EU? (4 punten)

Vraag 11

Aan welke vier voorwaarden moet volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep worden voldaan voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel?

Vraag 12

Pieter P., die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, wordt ervan verdacht schuldig te zijn aan deelname aan vechterij met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg (art. 306 sub 1 Sr).
Kan de rechter-commissaris een bevel tot bewaring geven ten aanzien van Pieter P?

Vraag 13

Provinciale staten van Groningen besluiten tot invoering van een provinciale belasting op grond van artikel 220 Provinciewet. Gerard Doel, woonachtig te Groningen, wil tegen deze verordening opkomen bij de rechter. Hij is principieel van mening dat alleen de Rijksoverheid mag overgaan tot belastingheffing. Bovendien vreest hij dat zijn schade veroorzaakt door de verordening meer dan €30.000,- zal zijn.
Bij welke sector van de rechtbank Noord-Nederland kan hij beroep instellen tegen deze belastingverordening van de provincie Groningen?

Rechtsvinding

Vragen bij:

  • HR 22 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:456, JIN 2016/90, m.nt. M. van Kuilenburg.
  • R. ter Haar & G.H. Meijer, ‘Het overzichtsarrest van de Hoge Raad inzake noodweer nader beschouwd (ECLI:NL:HR:2016:456)’, Tijdschrift Praktijkwijzer Strafrecht (TPWS) 2016/49.

Vraag 1

De Hoge Raad verwerpt alle vier de cassatiemiddelen. Betekent dit dan ook dat de Hoge Raad het arrest van het hof niet casseert? Waarom wel/niet? (5 pnt)

Vraag 2

Annotator Van Kuilenburg stelt dat de verdachte weinig concreets heeft gemeld over de angst die de aanranding bij hem zou hebben veroorzaakt. De verdachte had er wijs aan gedaan om – indien mogelijk – hier meer concreets over te melden. Leg uit waarom. (5 pnt)

Vraag 3

  1. Welke proportionaliteitsmaatstaf heeft het Hof volgens de A-G wel juist geformuleerd maar niet juist toegepast? (2,5 pnt)
  2. Waarom heeft het Hof deze maatstaf niet goed toegepast volgens de A-G? (2,5 pnt)

Vraag 4

Volgens annotator Van Kuilenburg formuleert de Hoge Raad de proportionaliteitseis op een omgekeerd negatieve wijze.

  1. Hoe luidt die formulering (ga voor het antwoord te rade bij de annotatie van Van Kuilenburg)? (1,5 pnt)
  2. Lijkt A-G Vellinga (althans volgens annotator Van Kuilenburg) de proportionaliteitseis die de Hoge Raad formuleert te streng of juist niet streng genoeg te vinden? Leg uit. (3,5 pnt)

Vraag 5

  1. Is het volgens het Openbaar Ministerie in casu van belang dat verdachte een dealer is in verdovende middelen die zich in het drugscircuit heeft begeven? Waarom wel/niet? (2,5 pnt)
  2. Hoe denkt het hof over de hierboven bedoelde opvatting van het Openbaar Ministerie in dezen? (2,5 pnt)

Vraag 6

Onderschrijven Ter Haar en Meijer het oordeel van de Hoge Raad? Waarom wel/niet? (5 pnt)

Vraag 7

  1. Waarom is de Hoge Raad met dit overzichtsarrest gekomen? (2,5 pnt)
  2. Waarom is het volgens Ter Haar en Meijer opvallend dat de Hoge Raad juist dit arrest heeft aangegrepen om een overzichtsarrest te wijzen? (2,5 pnt)

Antwoordindicatie

Rechtsvorming

Vraag 1

Zie voor de uitwerking van deze vraag, Verheugt, m.n. § 6.2, p. 344 e.v.

  1. Zowel Pieter als De Grote Schoonmaak b.v. zijn beide aansprakelijk (1 punt), want:

Pieter is aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW (1 punt) en op grond van die onrechtmatige daad van Pieter is óók De Grote Schoonmaak aansprakelijk: de wetgever heeft namelijk deze aansprakelijkheid uitgebreid naar de werkgever in art. 6:170 lid 1 BW (1 punt, totaal 3 punten).

  1. Omdat Pieter met opzet handelde, is hij draagplichtig (1 punt), op grond van art. 6:170 lid 3 BW (1 punt, totaal 2 punten).

N.B. Een aantal studenten maakte geen onderscheid tussen aansprakelijkheid en draagplicht, zie hierover ook de hierboven genoemde paragraaf van Verheugt.

Vraag 2

  1. Het moest dus gaan om een ondernemingsvorm waarbij de winst onder de leden kon worden verdeeld. Dit is de coöperatie (1 punt), regeling in art. 2:53 BW (1 punt), omdat dit een aparte vereniging is om een bedrijf uit te oefenen/winst uit te keren (1/2 punt, totaal 21⁄2 punt).

N.B. een gewone vereniging mag op grond van de wet geen winst uitkeren aan haar leden. Een aantal studenten ging ten onrechte niet in op het aspect ‘lidmaatschap’.

  1. Crediteuren kunnen in beginsel alleen de coöperatie aanspreken (1 punt), want de coöperatie is een rechtspersoon met een eigen vermogen (1⁄2 punt), zie artikel 2:3 BW (1 punt, totaal 21⁄2 punt). Zie in dit verband ook het schema op p. 222 van het werkboek.

Vraag 3

  1. Nee, hier is geen sprake van een algemene maatregel van bestuur, want:
  • het begint niet met ‘Wij Beatrix’, evt. is niet ondertekend door ons staatshoofd (1 punt)
  • de Raad van State is niet gehoord (1 punt)
  • afkomstig van minister / naam ‘regeling’ (Verheugt, p. 65) (1 punt, totaal 3 punten)
  1. Het moet hier wel gaan om een gedelegeerde bevoegdheid (1 punt), die verkregen is op grond van de in de considerans genoemde artikelen, bijv. art. 163 lid WVW (1 punt, totaal 2 punten)

Vraag 4

  1. Ontslag op staande voet moet onverwijld worden medegedeeld, anders is het niet geldig; De HR besliste dat ontslag na 3 weken niet langer ‘onverwijld’ is; ook besliste de HR dat het niet afgeven van het door de werknemer geïnde geld aan de werkgever een dringende reden voor ontslag op staande voet kan zijn (3 pnt)
  2. Hij kan vernietiging vragen bij de kantonrechter; art. 7: 681 lid 1 sub a BW, via art. 671 lid 1 sub c BW (2 pnt)

Vraag 5

  1. EHRM gaat (alleen) over uitleg/schending van EVRM en de bijbehorende protocollen, ECJ (alleen) over uitleg Europese regelgeving. 32 EVRM, 258-259 VwEU, 19 lid 3 VEU (2 1⁄2 punten).
  2. Bij EHRM kunnen burgers lidstaten voor de rechter dagen, bij ECJ kan dat niet (alleen door Europese commissie of door een lidstaat) art. 33-34 EVRM & 258-259 VwEU (2 1⁄2 punten).

Vraag 6

1ste FV: feitsomschrijving, plaats, tijd + artikel in tll, dus geldig; 261 Sv (1 punt).
2e FV: misdrijf zie art. 55 lid 1 jo 56 Wwm dus inderdaad Rb sector straf; art. 45 RO jo. 382 Sv (1 punt), bovendien is Groningen volgens de tll locus delicti (=plaats delict), dus Noord-Nederland bevoegd, art. 2 Sv (1/2 punt).
3e FV: geen verjaring, er is meer dan zeven jaar verstreken (januari 2010-november 2017), dus delict lijkt verjaard (art. 70 lid 1 sub 2 Sr, misdrijf met gevangenisstraf van niet meer dan 3 jaren verjaart na 6 jaren. Op dit delict staat een gevangenisstraf van maximaal 9 maanden, zie art. 55 lid 1 Wwm); maar: tenlastelegging ander jaar (2012), en op grond daarvan is het niet verjaard en het proces wordt gevoerd op grondslag van de tlll. (2 punten)
4e FV, geen reden voor schorsing vervolging (1/2 punt)

Vraag 7

350 SV: 1ste MV: plaatsen tijd in casus en tll komen niet overeen, dus kunnen de feiten in de tll niet
worden bewezen (1 punt), volgt vrijspraak (1 punt).
2e MV: alle bestanddelen zijn opgenomen in de tll (het gaat slechts om ‘vervaardigen’ en ‘een wapen van categorie 1’); dus kwalificatie mogelijk en geen OVAR wegens niet kwalificeerbaarheid feit. Aan deze vraag komt de rechter echter niet toe, omdat bij de eerste materiele vraag tot een vrijspraak gekomen moet worden (1 punt).
3e MV: De verdachte beroept zich op de schulduitsluitingsgrond psychische overmacht (niet: rechtvaardigingsgrond), dat beroep komt bij de derde materiële vraag aan de orde en zou indien toegewezen tot een OVAR wegens niet strafbaarheid van de dader kunnen leiden. Aan deze vraag komt de rechter echter niet toe, omdat bij de eerste materiele vraag tot een vrijspraak gekomen moet worden (1 1⁄2 punt).
4e MV: De rechter zal niet toekomen aan het opleggen van een straf of maatregel, omdat de verdachte vrijgesproken moet worden (1/2 punt).

Vraag 8

Expliciet theorie toepassen op de casus, onvoldoende als slechts voorwaarden in 1:3 lid 1 Awb zijn opgesomd!
1:3 lid 1 Awb:

  • Schriftelijke beslissing: is gegeven (1 pnt)
  • Van een bestuursorgaan: ja, burgemeester is een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon, te weten de gemeente (0,5), omdat hij op vele plekken als zelfstandig handelend orgaan wordt genoemd dan wel uit de wet blijkt dat hij over een voldoende zelfstandige positie beschikt. Art. 1:1 lid 1 onder a AWB jo. 2:1 BW jo bijv. art 6 Gemeentewet (andere wetsartikelen die op burgemeester zien ook goed gerekend) (1,5). Totaal: uitleg + correcte en volledige wetsartikelen = 2 punten
  • publiekrechtelijke rechtshandeling: exclusieve bevoegdheid van de burgemeester gericht op verandering in wereld van het recht voor de burger (0,5), te weten de plicht om rampgebied niet te betreden (0,5). Totaal 1 pnt.

Ja, Awb-besluit, namelijk een beschikking want in casu staat er dat de burgemeester aan Peter Barends een verbod geeft dus gaat het om een besluit gericht op en aanwijsbaar persoon (0,5) en noemen art. 1:3 lid 2 Awb (0,5). Totaal 1 pnt.

Vraag 9

  1. art. 45 VwE: vrij verkeer van werknemers (2 1/2 pnt); vrij verkeer van personen is te vaag/breed
  2. Bij de nationale rechter waar het conflict zich afspeelt, dus Belgische rechter (2 1/2 pnt)

Vraag 10

  1. 28 (1 punt)
  2. Op de powerpoint van het hoorcollege is art. 49 VEU (2 punten) genoemd. Ook zijn genoemd de zogeheten Kopenhagen-criteria (1 punt). Deze vergen onder meer van de aspirant-lidstaat dat deze stabiele instellingen heeft die de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten waarborgen, een goed draaiende markteconomie heeft en en het ‘aquis communautaire’ overneemt en implementeert (hiervan ten minste één noemen: 1 punt).

Vraag 11

Voor de voorwaarden die horen bij een geslaagd beroep op het bestuursrechtelijke vertrouwensbeginsel, zie de letterlijke bewoordingen in Verheugt, p. 176:

  • Een tot beslissen bevoegd orgaan moet (0,5)
  • ten aanzien van de aanvrager (0,5)
  • uitdrukkelijke (expliciet), ondubbelzinnige (duidelijk) en ongeclausuleerde (onvoorwaardelijke)toezeggingen hebben gedaan (2)
  • die bij betrokkene gerechtvaardigde verwachtingen hebben gewekt. (2)

NB: Niet te verwarren met de privaatrechtelijke wilsvertrouwensleer ex 3:35 en 3:11 BW!

Vraag 12

  • Bewaring is een vorm van voorlopige hechtenis bevolen door de rechter-commissaris, art. 63 Sv (1 punt)
  • art. 67 lid 1 sub a & b Sv hoofdregel: alleen bij misdrijven waarop 4 jr of meer staat, dus daar valt 306 sub 1 Sr niet onder (max 2 jr) en ook niet expliciet genoemd in sub b (1 punt)
  • maar er kan van de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland worden vastgesteld dan is voorlopige hechtenis mogelijk bij een misdrijf waarop gevangenisstraf is gesteld, art. 67 lid 2 Sv (1 punt)

Er moet dan wel aan de volgende 2 voorwaarden zijn voldaan:

  1. mits ernstig gevaar voor vlucht, art. 67a lid 1 Sv (1 punt)
  2. en ernstige bezwaren tegen verdachte, art. 76 lid 3 Sr (1 punt)

Vraag 13

Absolute competentie:

  • Er is sprake van een besluit in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb, immers schriftelijk, publiekrechtelijke rechtshandeling en provinciale staten is bestuursorgaan, want hij wordt genoemd in art. 125 Gw. Deze belastingverordening is meer in het bijzonder een algemeen verbindend voorschrift (een voor herhaalde toepassing vatbare zelfstandige norm die algemeen is naar persoon) (1 punt)
  • Tegen dit type Awb-besluit staat geen beroep open bij de bestuursrechter, zie artikel 8:3 lid 1 sub a Awb (2 punten; in samenhang met eerste deel van het antwoord), dus is de bevoegde rechter voor deze vordering uit onrechtmatige wetgeving de Rechtbank sector civiel, art. 42 RO jo. 93 Rv, niet kanton want meer dan €25.000 (2 punten)

Rechtsvinding

Vraag 1

Ondanks dat de Hoge Raad alle cassatiemiddelen verwerpt, vernietigt (casseert) hij echter wel het arrest van het hof (1 pnt). De Hoge Raad beoordeelt de bestreden uitspraak ambtshalve (1 pnt) en concludeert dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden (1 pnt) nu de Hoge Raad uitspraak doet nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Om die reden vermindert de Hoge Raad de duur van de opgelegde gevangenisstraf (vier jaren) met twee maanden (1 pnt).
→ regelnummers 119-134 (1 pnt)

Vraag 2

Omdat de kans dan groter was geweest dat het beroep op noodweerexces in de zin van artikel 41 lid 2 Sr (1 pnt) zou slagen (2 pnt), aangezien dan eerder kan worden aangenomen dat de aanranding heeft geleid tot een hevige gemoedsbeweging die de verdachte ertoe heeft gebracht zestien keer op het slachtoffer in te steken (2 pnt).

Vraag 3

  1. De bedoeld proportionaliteitsmaatstaf is: verdachtes handelswijze moet in redelijke verhouding staan tot de ernst van de aanranding (2 pnt). → regelnummers 151-159 (0,5 pnt)
  2. Omdat het Hof verdachtes handelswijze niet heeft afgewogen tegen de ernst van de aanranding, maar in plaats daarvan heeft het beoordeeld of de gekozen wijze van verdediging noodzakelijk was (2 pnt). → regelnummers 151-159 (0,5 pnt)

Vraag 4

  1. De gedraging als verdedigingsmiddel mag niet in onredelijke verhouding staan tot de ernst van de aanranding. (1 pnt) → regelnummers 182-189 (0,5 pnt)
  2. A-G Vellinga lijkt de eis die de Hoge Raad formuleert niet streng genoeg te vinden, en wel om twee redenen (1 pnt):
    1. omdat – zoals ook Keulen stelt – straffeloosheid met deze formulering ook mogelijk is wanneer de gekozen verdediging ingrijpender consequenties voor de aanrander heeft gehad of had kunnen hebben dan de aangerande zelf had te vrezen (1 pnt).
    2. omdat – zoals Buruma stelt – voor een succesvol beroep op noodweer met deze formulering niet vereist is dat de noodzaak van de gekozen wijze van verdediging hoeft komen vast te staan (1 pnt).

→ regelnummers 189-201 (0,5 pnt)

Vraag 5

  1. Ja, dat is volgens het Openbaar Ministerie wel van belang aangezien dat volgens haar een omstandigheid is die aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) in de weg staat (2 pnt). → regelnummers 56-59 (0,5 pnt)
  2. Die opvatting vindt volgens het hof geen steun in het recht. Met andere woorden: het hof is niet van oordeel dat die omstandigheid in de weg staat aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) (2 pnt). → regelnummers 56-59 (0,5 pnt)

Vraag 6

Ja, zij zeggen dat het oordeel uiteindelijk te billijken is (2 pnt) nu de verdachte een sterke positie kreeg door het mes te bemachtigen (1 pnt), en dat verdachte door vervolgens maar liefst zestien keer te steken zich zodanig excessief heeft gedragen dat het gerechtvaardigd is dat het beroep op zowel noodweer als noodweerexces is verworpen door het hof en de Hoge Raad. (1 pnt) → regelnummers 247-256 (1 pnt)

Vraag 7

  1. De Hoge Raad is met dit overzichtsarrest gekomen omdat – zo zegt de Hoge Raad - de strafuitsluitingsgronden noodweer en noodweerexces in de praktijk soms aanleiding geven tot moeilijkheden. (2 pnt) → regelnummers 235-241 (zie ook overweging 3.1.1 van de Hoge Raad) (0,5 pnt)
  2. Omdat de Hoge Raad in dit specifieke geval het oordeel van het hof (voor zover het gaat om noodweer(exces)) volledig in stand laat. (2 pnt) → regelnummers 237-239 (0,5 pnt)

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
3429 2