HC17: Statistiek Einthoven Science Project
Algemene informatie
- Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
- In dit college wordt verder ingegaan op statistiek, waarvan de basis tijdens het blok AWV is gelegd
- Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
- Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
- Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
- Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
- Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
- Er zijn geen mogelijke vragen behandeld
Onderzoeksvolgorde
De normale volgorde bij onderzoek is als volgt:
- Vraagstelling/hypothese
- Studieopzet om de vraagstelling te beantwoorden
- Dataverzameling
- Data-analyse
- Resultaten interpretatie
- Conclusies trekken
- Artikel schrijven/voordracht geven
Onderzoeksmogelijkheden
In het Einthoven Science Project is het design al bepaald en is de data al verzameld. Er moet enkel nog een vraag bedacht en beantwoord worden. Mogelijkheden voor onderzoek zijn hierbij:
- Normaalwaarden/referentiewaarden bepalen
- Normaalwaarden die van andere variabelen afhangen bepalen
- Verschillen tussen groepen bekijken
- Bijv. het verschil in hartslag tussen mannen en vrouwen
- Kijken of er correlatie tussen bepaalde variabelen is
- Bijv. of langere mensen een hogere hartslag hebben
Normaalwaarden en referentie-intervallen
Normaalwaarden zijn zeer belangrijk in de medische wereld: artsen willen weten wanneer iets afwijkend en wanneer iets normaal is. Er is echter vaak overlap tussen ziek en gezond:
- 95% van de normale bevolking zit tussen de referentie-intervallen
- De grenswaarden worden bepaald door m+/- 1,96 x sof door het 2,5e en 97,5e percentiel
Regressielijnen
Een regressielijn kan aan de hand van een lineaire vergelijking worden voorgesteld:
- Constante a
- Richtingscoëfficiënt b
- Algemene formule: y = a+ bx
- y is de afhankelijke variabele (dependent)
- x is de onafhankelijke variabele (independent)
Deze punten spreiden rondom de regressielijn. Dit omdat voor een persoon "i" geldt:
- yi= ai+ bxi+ ei
- e is de "error": de afwijking van de regressielijn van deze persoon
- De error is normaal verdeeld met m=0 en een bepaalde srondom de lijn
SPSS:
De regressielijn kan door SPSS geschat worden met de commando's:
- Analyse
- Regression
- Linear
Als uitvoer verschijnt er een tabel waaruit de constante en richtingscoëfficiënt gehaald kunnen worden. Door de standaarddeviatie rond de regressielijn te schatten en vervolgens de formule voor de grenswaarden toe te passen kunnen de normaalwaarden bepaald worden. Ook is het mogelijk het 95% referentie-interval te bepalen.
SPSS kan ook afbeeldingen maken met de commando's:
- Graphs
- Legacy Dialogs
- Scatter/Dots
Het plotscherm kan via Simple Scatter → Define ingevuld worden.
Aan de hand van de richtingscoëfficiënt kan bepaald worden of er samenhang tussen twee variabelen is:
- Nulhypothese: er is geen relatie → RC = 0
- Alternatieve hypothese: er is wel een relatie → RC ≠ 0
Als de P-waarde kleiner dan 0,05 is, is er een significant verschil tussen de twee variabelen.
Correlatiecoëfficiënt
De correlatiecoëfficiënt (r) meet de samenhang tussen twee variabelen. De correlatiecoëfficiënt lijkt op de standaarddeviatie, maar x wordt vermenigvuldigd met y. Er wordt dus gemeten met of x en y tegelijk afhangen van hun gemiddelden:
- r ligt altijd tussen -1 en 1
- r > 0 → er is positieve correlatie
- r < 0 → er is negatieve correlatie
- r = 0 → er is geen correlatie
- r = (-)1 → er is perfecte correlatie
SPSS:
SPSS geeft de correlatiecoëfficiënt met de commando's:
- Analyse
- Correlate
- Bivariate
Het onderzoek
De belangrijkste punten voor het onderzoek zijn:
- De onderzoeksvraag moet duidelijk en specifiek zijn
- Met de data moet de onderzoeksvraag beantwoord worden
- Hierbij kan gebruik gemaakt worden van beschrijvende statistiek en afbeeldingen
Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de toetskeuzetabel van het blok AWV. De meeste onderzoeken zullen gebaseerd zijn op ongepaarde groepen.
Logaritmen
Scheve verdelingen komen vaak voor bij variabelen die niet negatief kunnen zijn. Dit kan opgelost worden door de variabelen met logaritmen om te zetten:
- Transformeer naar log(FEVmax)
- Via transform → compute wordt een nieuwe variabele uitgerekend
Het maakt niet uit welke logaritme er wordt gebruikt.
Logaritmeregels:
- log(ab) = log(a) + log(b)
- log(1) = 0
- log(10) = 1
- log(100) = 2
- Inverse: log(a) = b → a = 10b
Een logaritme verandert dus een vermenigvuldiging in een optelling.
Add new contribution