Oefententamens Burgerlijk Recht 1 - RUG
- 3840 reads
Anja en Pavel zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Hun huwelijk gaat niet goed. Anja dient eenzijdig een echtscheidingsverzoek in bij de rechtbank. Nog vóór de echtscheiding is uitgesproken, overlijdt de oma van Anja en erft ze € 100.000. Ten aanzien van deze verkrijging is in het testament van de oma niets nader bepaald. Pavel maakt nu aanspraak op de helft van dit bedrag. Anja is het er niet mee eens.
a. Wie heeft gelijk?
b. Tot de gemeenschap van Anja en Pavel behoort een schuld van € 40.000. Deze is een jaar geleden aangegaan door Pavel voor de aankoop van een nieuwe auto en nog niet afbetaald. Wie is na ontbinding van de gemeenschap aansprakelijk voor deze schuld, wie is draagplichtig en op welke goederen kan de schuldeiser zich verhalen?
Sportiva BV drijft een sportschool in Leeuwarden. Om de fitnessruimte uit te breiden, sluit Sportiva BV bij Radobank NV een lening ter hoogte van € 100.000 af. Ter verzekering van de terugbetaling van deze lening, vestigen de partijen een hypotheekrecht op het pand van Sportiva BV. Omdat Radobank NV in financiële moeilijkheden verkeert, verkoopt zij haar vordering op Sportiva BV aan IOH Bank NV. Radobank NV en IOH Bank NV maken een tot levering bestemde akte op en registreren deze akte. Vijf maanden later raakt ook Sportiva BV ineens in financiële nood en kan ze haar aflossingsverplich-ting niet meer voldoen. IOH Bank NV wil het hypotheekrecht uitoefenen en het pand van Sportiva BV verkopen. Sportiva BV beweert dat zij niets wist van de verkoop van de vordering, laat staan van de overgang van het hypotheekrecht.
a. Heeft IOH Bank NV een vordering op Sportiva BV?
b. Is IOH Bank NV de rechthebbende van het hypotheekrecht?
Andrew leent op 1 maart 2016 zijn wetboek uit aan Maria. Omdat Maria krap bij kas zit, verkoopt hij het wetboek op 2 maart 2016 aan Bella. Maria en Bella spreken af dat het wetboek vanafdie datum eigendom is van Bella, maar dat Maria het wetboek mag blijven gebruiken totdat Bella het 6 maart 2016 komt ophalen. Maria heeft namelijk op 4 maart 2016 nog een tentamen waarvoor hij het wet-boek nodig heeft. Op 5 maart 2016 hoort Bella van een vriend van Maria, dat Maria het wetboek had geleend van Andrew. Bella was hier eerder niet van op de hoogte en zij had ten tijde van de koop ook geen reden om te twijfelen aan de oprechtheid van Maria. Op 6 maart 2016 haalt Bella het wetboek op bij Maria.
a.Wie is op 3 maart 2016 eigenaar van het wetboek?
b.Wie is op 6 maart 2016 eigenaar van het wetboek?
Robin en Anne zijn op 27 april 2012 aan het klootschieten in het bos, met een drankje en een muziekje. Na een uur besluiten ze te pauzeren. Tijdens de pauze merkt Robin een vreemde vorm in het bos op, een soort heuveltje van aarde, dat wat kunstmatig met bladeren bedekt lijkt. Klaarblijkelijk is daar kort geleden iets begraven. Robin en Anne beginnen te graven en vinden een jutezak. In de jutezak zitten enkele juwelen, waaronder een trouwring met een inscriptie uit 1917. Anne roept 'een schat! die mogen we houden'. Robin twijfelt. Voor de zekerheid melden ze hun vondst op 28 april 2012 bij de gemeente. Die staat hun toe de juwelen onder zich te houden, maar voorlopig slechts als bewaarnemers voor de onbekende eigenaar. Zo gezegd zo gedaan. Nadien horen Robin en Anne niets meer van de gemeente. Evenmin heeft een eigenaar zich bij hun gemeld.
Zijn Robin en Anne op 1 mei 2017 eigenaar van de juwelen?
De heer Krijt en mevrouw De Vliet zijn buren. Op het perceel van de heer Krijt staat een fraaie appelboom op een afstand van drie meter van de erfgrens. Het betreft een hoogstam van het ras Groninger Kroon. Enkele takken hangen over het perceel van mevrouw De Vliet, recht boven haar terras. Zij maant de heer Krijt aan om de takken te verwijderen, maar hij doet dat niet. Daarom pakt mevrouw De Vliet zelf een zaagje en zaagt zij een deel van de overhangende takken af. De weggenomen takken legt mevrouw De Vliet te drogen voor haar houtkachel en de appels, die aan die takken hingen, legt zij in de keuken om er later een appeltaart mee te bakken. Dan komt de heer Krijt langs om de weggenomen takken en de appels op te halen.
Wie is eigenaar van de weggenomen takken en de appels die afkomstig zijn van die takken?
Een aannemer zendt op 14 december 2015 een factuur aan een opdrachtgever voor een bedrag van € 400.000. De factuur betreft een aanneemsom voor uitgevoerd werk. Omdat betaling van de factuur uitblijft, stuurt de aannemer een aanmaning. Daarop reageert de opdrachtgever telefonisch met de mededeling dat hij de aanneemsom al betaald heeft. Na onderzoek constateren partijen dat de opdrachtgever op 4 januari 2016 een andere factuur heeft ontvangen dan de aannemer heeft verzonden. Kennelijk zijn partijen slachtoffer geworden van fraude, waarbij Julius van den Berg de door de aannemer verzonden factuur heeft onderschept en heeft vervangen door een brief met een andere factuur. Julius van den Berg meldt in de brief dat de vordering van de aannemer aan hem is verkocht en overgedragen. Volgens de aangehechte factuur dient de opdrachtgever € 400.000 over te maken op een rekeningnummer t.n.v. Julius van den Berg. De opdrachtgever heeft hier gehoor aan gegeven door op 21 januari 2016 € 400.000 op de rekening van Julius van den Berg over te maken. Julius van den Berg blijkt bekend te zijn bij de politie en wordt verdacht van het leeghalen van straatbrievenbussen.
a. Heeft de aannemer op 1 februari 2016 nog steeds € 400.000 te vorderen van de opdrachtgever?
b. Heeft de aannemer of de opdrachtgever een vordering van € 400.000 op Julius van den Berg? Zo ja, wat is dan de grondslag van die vordering?
Patricia en Friso wandelen met hun zesjarige dochtertje Hannah in een recreatiegebied waar kunstmatige heuvels zijn aangebracht. Als zij over een vijf meter hoge loopbrug wandelen, loopt Hannah naar het hek van de brug om naar beneden te kunnen kijken. De spijlen van het hek zijn echter op dusdanig grote afstand van elkaar geplaatst dat Hannah er tussendoor glipt, naar beneden valt en komt te overlijden.
a. Is de bezitter van het recreatiepark aansprakelijk jegens de ouders van Hannah?
b. Stel dat de bezitter van het park aansprakelijk is jegens de ouders van Hannah. Hebben die ouders dan recht op vergoeding van immateriële schade?
Bij wijze van vriendendienst helpt Mathijs zijn huisgenoot Mark om de binnenband van zijn fiets te vervangen. De fiets van Mark staat daarom op de kop in de gang van het studentenhuis. Terwijl Mathijs bezig is met het verwijderen van versnellingskabels, schiet een van die kabels los. Als reactie deinst hij naar achteren en slaat hij per ongeluk met een stuk gereedschap tegen het gezicht van Mark. Mark moet daardoor een oog missen.
Is Mathijs aansprakelijk voor de schade van Mark?
Jasper is advocaat bij een advocatenkantoor. Enkele maanden geleden heeft hij een racefiets gekocht om in de weekenden op te fietsen. Vanwege zijn drukke baan moet hij in de weekenden echter vaak overwerken, zodat de fiets bijna ongebruikt in de schuur blijft staan. Hij besluit de fiets daarom te koop te zetten op Tweedekans.nl. Op het moment dat hij bezig is met het maken van de advertentie, komt zijn secretaresse gehaast zijn kantoor binnen met de boodschap dat er een boze cliënt bij de ingang staat die hem onmiddellijk wenst te spreken. Geïrriteerd rondt Jasper snel de advertentie af en plaatst deze online. In alle haast heeft hij echter een 0 te weinig gebruikt bij het vermelden van de vraagprijs. De advertentie noemt een prijs van € 50 in plaats van € 500 voor de nog vrijwel nieuwe fiets. Anne ziet de advertentie en kan haar ogen niet geloven. Ze stuurt Jasper terstond een e-mail dat ze de fiets wil kopen. Als Jasper terugkomt van de bespreking met zijn cliënt, ziet hij de fout die hij gemaakt heeft en stuurt hij Anne een e-mail dat het aankoopbedrag € 500 dient te zijn. Anne stelt zich op het standpunt dat er reeds een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat Jasper verplicht is de fiets te leveren voor €50.
Heeft Anne gelijk?
a. Anja heeft gelijk. Door het indienen van het echtscheidingsverzoek, is de gemeenschap van goederen namelijk ontbonden. Dat betekent dat alles wat de echtgenoten daarna nog ontvangen niet in de gemeenschap van goederen valt (art. 1:99 lid 1 sub b BW).
b. Pavel is aansprakelijk. Hij is de schuld aangegaan (art 1:102). Op grond van deze bepaling is echter ook Anja (hoofdelijk) aansprakelijk. De schuld valt in de ontbonden gemeenschap en daarom zijn beiden draagplichtig. De schuldeiser kan zich op grond van art. 1:102 BW nu verhalen op de goederen van Pavel, op de gemeenschap (voor zover nog niet verdeeld, art. 1:100 lid 2 BW) en op hetgeen Anja uit hoofde van de verdeling van de gemeenschap heeft verkregen (art. 1:102, tweede zin BW).
a. In de casus is niet gegeven dat Sportiva BV en Radobank NV de overdraagbaarheid van de vordering van Radobank BV hebben uitgesloten in de zin van artikel 3:83 lid 2 BW. Als voldaan is aan de eisen van artikel 3:84 BW, is de vordering dus overgedragen. Een geldige titel –de koopovereenkomst –en beschikkingsbevoegdheid zijn aanwezig. Ook de levering is in orde. Een vordering kan volgens 3:94 lid 3 BW stil worden gecedeerd door middel van een geregistreerde onderhandse akte. Hieraan is in deze casus voldaan. Niet relevant is of Sportiva BV van de stille cessie op de hoogte was. De overdracht van de vordering is dus geslaagd; IOH Bank NV is schuldeiser.
b. Het hypotheekrecht is zodanig verbonden aan de vordering ter verzekering waarvan het hypotheek-recht is gevestigd, dat het niet zonder die vordering kan bestaan. Het is een afhankelijk recht in de zin van de artikelen 3:7 en 3:82 BW. Dit impliceert dat bij overgang van de vordering tot terugbetaling van de lening, het hypotheekrecht van rechtswege mee overgaat op de verkrijger van de vordering. (Dat bij overgang van de vordering de nieuwe schuldeiser tevens het hypotheekrecht verkrijgt, volgt ook uit artikel 6:142 BW.) IOH Bank is dus rechthebbende van het hypotheekrecht als de vordering op Sportiva BV aan haar is overgedragen, m.a.w. als zij schuldeiser is geworden van de vorde-ring tot terugbetaling van de lening. Dat is het geval. IOH Bank NV is daarom rechthebbende van het hypotheekrecht.
a. Andrew. Bella is geen eigenaar geworden, omdat niet aan de eisen van artikel 3:84 BW is voldaan. Er was wel een geldige titel (de koopovereenkomst), maar er was geen geldige levering. De poging tot cp-levering (artikel 3: 115 sub a BW) is mislukt. Alleen een bezitter kan cp leveren. Maria was geen bezitter van het wetboek, maar detentor voor Andrew. (Hij kon zich overigens zich zelf niet van detentor tot bezit-ter maken, vanwege de artikelen 3:110 en 3:111 BW )De goede trouw van Bella is irrelevant, omdat artikel 3:86 alleen bescherming biedt tegen beschikkings-onbevoegdheid, niet tegen een ongeldige levering.
b. Nog steeds Andrew. Bella is geen eigenaar, omdat nog steeds niet voldaan is aan de vereisten van artikel 3:84 BW. Er was wel een geldige titel (de koopovereenkomst). En ook een geldige levering. Bella werd bezitter toen ze het boek ophaalde, zodat er sprake was van bezitsverschaffing in de zin van artikel 3:90 BW. Maria was echter ten tijde van de levering op 6 maart niet beschikkingsbevoegd. Zij wordt niet beschermd door artikel 3:86 BW omdat de peildatum voor goede trouw het moment van levering is en die vond hier pas plaats op 6 maart 2016. Bella was op 5 maart 2016 al op de hoogte gebracht van de werkelijke stand van zaken
Omdat Robin en Anne aangifte deden van hun vondst bij de gemeente, verkregen zij op 28 april 2013 de eigendom. De eigenaar heeft zich niet binnen 1 jaar na de aangifte gemeld. (zie de artikelen 5:5 BW en 5:6 BW).
NB: Als de juwelen zo lang in de grond hadden gezeten in het bos dat de eigenaar daardoor niet meer kon worden opgespoord, zouden de juwelen als schat in de zin van artikel 5: 13 lid 2 BW kunnen worden gekwalificeerd. De schat zou dan o.g.v. artikel 5:13 lid 1 BW voor gelijke delen toekomen aan degenen die hem hebben ontdekt en aan de eigenaar van de onroerende zaak (het bos) waarin de schat is aangetroffen. Deze mogelijkheid is hier echter uitgesloten, omdat de juwelen klaarblijkelijk kort voor het aantreffen ervan begraven waren in het bos. Eigendomsverwerving op grond van artikel 5:4 BW is evenmin aan de orde. Robin en Anne hielden de juwelen voorlopig niet voor zich zelf onder zich. Zij hebben de juwelen dus niet in bezit genomen. Bezit is het houden van een goed voor zich zelf. Zie artikel 3:107 lid 1 BW. (Inbezitneming zou bovendien slechts tot eigendomsverkrijging hebben geleid als de zaken aan niemand toebehoorden. Alhoewel de persoon die volgens de inscriptie in 1917 getrouwd is, niet meer zal leven, zullen de juwelen hoogstwaarschijnlijk wel aan iemand toebehoren, bijvoorbeeld door vererving.) Omdat Robin en Anne de juwelen niet als bezitter onder zich namen, maar als detentor voor een onbekende eigenaar, is eigendomsverwerving door verjaring op grond van artikel 3:99 BW niet aan de orde.
Mevrouw De Vliet. Zie artikel 5:44 lid 1 BW, dat luidt: Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toe-eigenen. Zie ook Pitlo/Reehuis (over burenrecht nr. 568, opgenomen in de Rechtspraakklapper), waarin nog uitdrukkelijk wordt vermeld dat toe-eigening van de afgesneden takken ook geldt als de afgesneden takken vrucht dragen.
a. Ja. Julius van den Berg was niet de schuldeiser en was evenmin inningsbevoegd. Betaling aan een ander dan de schuldeiser (of degene die naast hem, met hem of in plaats van hem inningsbevoegd is), werkt als regel niet bevrijdend. Er is in dit geval geen sprake van een van de uitzonderingen (de artikelen 6:32 en 6:34 BW) op die regel. Van goede trouw in de zin van artikel 6:34 (juncto 3:11 BW) is geen sprake. De opdrachtgever had na ontvangst van het bericht van Julius van den Berg kunnen verlangen dat hem bewijsstukken van de overdracht van de vordering ter hand werden gesteld (artikel 3:94 lid 4 BW).
Betaling aan Julius van den Berg werkte dus niet bevrijdend. De vordering van de aannemer op de opdrachtgever is nog niet door betaling teniet gegaan.
b. De opdrachtgever heeft Julius van den Berg zonder rechtsgrond een geldsom betaald. Hij is op grond van artikel 6:203 BW (onverschuldigde betaling) gerechtigd € 400.000 terug te vorderen.
NB 1. Een student die vraag a fout had, kan toch het volledig aantal (te behalen) punten op vraag b verdienen. Dit geldt voor de student die op vraag b antwoordt dat de aannemer op grond van artikel 3:36 BW een recht van verhaal heeft op Julius van den Berg nadat hij op vraag a geantwoord heeft dat de betaling wel bevrijdend was, omdat de opdrachtgever te goeder trouw heeft aangenomen dat Julius van den Berg gerechtigd was tot ontvangst en derhalve op grond van artikel 6:34 BW in vraag a tot de conclusie kwam dat de aannemer de opdrachtgever niet meer kon aanspreken.
NB 2. Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) komt eventueel ook als grondslag in aanmerking.
a. De brug is een opstal in de zin van artikel 6:174 lid 4 BW. De vraag is of de loopbrug als een gebrekkige opstal valt aan te merken (art.6:174 BW). Gegeven het feit dat de brug zich bevindt in een recreatiegebied waar ouders met kleine kinderen lopen, moet rekening worden gehouden met ongelukken als deze.
b. Nee, het limitatieve stPatriciael van art. 6:108 BW staat daaraan in de weg.
NB: In zeer uitzonderlijke situaties kan de redenering van het Taxibusje-arrest worden gevolgd. Als bij een ouder door het waarnemen van het ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan een hevige emotionele shock teweeggebracht is, waaruit geestelijk letsel voortvloeit, komt de daardoor ontstane immateriële schade voor vergoeding in aanmerking. De desbetreffende ouder moet dan wel in zijn persoon zijn aangetast in de zin van art.6:106 lid 1 sub b, hetgeen pas kan worden aangetoond als er sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Echter ook in die uitzonderlijke situatie komt affectie schade niet voor vergoeding in aanmerking. Het gaat dan slechts om vergoeding van de immateriële schade door de shock.
Nee. Het enkele feit dat door een gedraging ernstig letsel ontstaat, maakt dat gedrag nog niet onrechtmatig. Gevaar scheppend gedrag is slechts onrechtmatig, indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden. Dat is hier niet het geval. De schade is ontstaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden in de privésfeer. Vergelijk het arrest Zusjes Jansen. Het gedrag van Mark zal niet als onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 BW worden beschouwd.
Anne heeft geen gelijk. De advertentie van Jasper niet aan te merken is als een aanbod in de zin van artikel 6:217 BW waarop een eenvoudige ‘ja’ een overeenkomst tot stand brengt. De Hoge Raad oordeelde in het arrest Hofland/Hennis ‘dat een advertentie, waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden, zich in beginsel niet ertoe leent door eventuele gegadigden anders te worden opgevat dan als een uitnodiging om in onderhandeling te treden, waarbij niet alleen de prijs en eventuele verdere voorwaarden van de koop, maar ook de persoon van de gegadigde van belang kunnen zijn.’ Een tweedehands fiets is een individueel bepaalde zaak.
NB: Zolang er nog geen aanbod in de zin van art. 6:217 BW is gedaan, is er nog geen rechtshandeling verricht in de zin van titel 2 van Boek 3. Aan de artikelen 3:33 en 3:35 BW kom je dus niet toe.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oude en oefententamens te gebruiken bij het vak Burgerlijk Recht 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2311 |
Add new contribution