Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 8033 reads
De wederpartij van degene die een ontbindingsverklaring uitbrengt, kan bestrijden dat de ontbindingsverklaring gerechtvaardigd was, maar zich erbij neerleggen dat de overeenkomst niet meer wordt uitgevoerd. In dat geval geeft zij niet zonder meer haar rechten prijs op vergoeding van schade die het gevolg is van het niet (verder) uitvoeren van de overeenkomst, daaronder begrepen het positief contractsbelang.
Ontwikkelingsmaatschappij G4 heeft het project Euroborg te Groningen ontwikkeld en gebouwd. Dit project bevat een multifunctioneel voetbalstadion en kantoren. Bij brief van 27 mei 2004 heeft Hanzevast aangeboden kantoorruimte te kopen onder de in de brief vermelde voorwaarden. Vanaf mei 2004 hebben partijen onderhandeld over de vormgeving en uitvoering van de kantoorruimte. In februari 2005 heeft G4 aan Hanzevast laten weten dat uitvoering van de kantoorruimte overeenkomstig de wensen van Hanzevast zou leiden tot ruim € 1,9 miljoen meerwerk. Bij brief van 29 juli 2005 heeft Hanzevast aan G4 bericht dat G4 wanprestatie pleegde doordat zij niet bereid was de kantoorruimte tegen de overeengekomen koopprijs op het vereiste niveau op te leveren. In die brief heeft Hanzevast G4 een termijn van vijftien dagen gesteld om zich alsnog daartoe bereid te verklaren, bij gebreke waarvan Hanzevast de overeenkomst zou ontbinden. In dit geding heeft G4 schadevergoeding gevorderd wegens wanprestatie op de grond dat Hanzevast heeft geweigerd de kantoorruimte tegen de overeengekomen voorwaarden af te nemen. De rechtbank heeft de vordering gedeeltelijk toegewezen. Het hof heeft de vordering alsnog afgewezen.
Beslist de rechter dat de ontbindingsverklaring niet gerechtvaardigd was, dan staat daarmee in beginsel niet alleen vast dat de overeenkomst partijen nog steeds bindt, maar ook dat de ontbindingsverklaring heeft geleid tot verzuim van de partij die deze verklaring aflegde. De wederpartij kan bestrijden dat de ontbindingsverklaring gerechtvaardigd was, maar zich erbij neerleggen dat degene die de ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring heeft uitgebracht de overeenkomst niet meer uitvoert; de wederpartij zal dan ook van haar zijde de overeenkomst niet (verder) uitvoeren. In een zodanig geval ziet de wederpartij weliswaar af van haar recht op nakoming, maar dat betekent niet zonder meer dat zij daarmee ook haar rechten prijsgeeft die voortvloeien uit de niet-gerechtvaardigde ontbindingsverklaring. Ook de schade die het gevolg is van het niet (verder) uitvoeren van de overeenkomst, daaronder begrepen het zogenoemde positief contractsbelang, moet vergoed worden door de schuldenaar wiens verzuim heeft geleid tot het niet (verder) uitvoeren van de overeenkomst. Op zichzelf is juist dat de vordering van een partij bij een wederkerige overeenkomst tot vergoeding van het positief contractsbelang op de grond dat haar wederpartij als schuldenaar in verzuim verkeert, kan afstuiten op het in art. 6:86 BW besloten recht op zuivering van het verzuim van die wederpartij. Maar indien deze laatste van de mogelijkheid tot zuivering van haar verzuim geen gebruik heeft gemaakt, kan zij aan de vordering tot vergoeding van het positief contractsbelang niet tegenwerpen dat de overeenkomst niet is ontbonden.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution