HC 2 Sociale invloed
- 2891 reads
Doet er niet per se toe, of de consequenties echt zijn, dat wel.
Consequenties zijn echt … interdependente keuzes
Gedrag is f(Persoon x Situatie)
Persoonlijkheidstest
Persoon: Sociale waarde oriëntatietest (SWO): punten verdelen tussen jezelf en een ander die je niet kent en ook nooit leert kennen. Drie oriëntaties: pro-sociaal (alles gelijk, iedereen evenveel), individualistische (jezelf het meest, maar ander niet per se het minste, hoogste voor jezelf), competitief (ook individualist, maar dan moet de ander het minste hebben).
SWO is voorspellend voor:
Persoon: SWO als:
Waarom zou je je consistent gedragen als je niet weet wie de "ander" is --> het hangt dus af van de situatie.
Sociale categorisatie
Wat uitmaakt is hoe de ander met je verbonden is:
Entitativity: gelijkheid, nabijheid, lotsverbondenheid
Mensen kunnen zich op verschillende niveaus categoriseren (multi-level (nested))
Individu binnen een groep, binnen een grotere groep. (psycholoog - sociaal-psycholoog - psychologen)
Niveau van categoriseren kan op een dag meerdere keren verschillen.
Ook: gedeeld groepslidmaatschap (crosscategorisatie) --> lid van meerdere kleinere groepen
Gedeeld lidmaatschap: warme/koude kant --> bij testament of families
SWO: pro-socialen maken meer onderscheid tussen ingroep en outgroep dan individualisten. Maken meer verschillen.
Verschillende kijken door verschillende typen psychologen (sociaal of persoonlijkheids-psycholoog)
Niveau van sociale categorisatie - identificatie
Niet alleen: wie voelen zich gelijk, nabij? Maar ook: hoe worden de schaarse middelen verdeeld? (lotsverbondenheid).
Coöperatief naar de mensen waar jij je mee verbonden voelt.
Multi-level:
Binnen secties:
Wetenschappelijke specialisaties, INDIV --> weinig uitwisseling tussen INDIV --> meer aandacht voor INDIV dan voor groepsbelang --> gebrekkige samenwerking BINNEN groep.
Tussen secties:
Wetenschappelijk specialisatie als GROEP --> weinig uitwisseling met andere GROEPEN
--> ingroep identificatie
--> outgroep 'verwerping'
--> meer gericht op ingroep dan op collectief --> gebrekkige samenwerking TUSSEN groepen
Interventies op meerdere sporen
Als je iets opdeelt en je zegt de een maakt het ene deel en de andere maakt het andere deel, dan krijg je interventies die haaks op elkaar staan.
Sociale vergelijkingstheorie(!!!)
Twee basale motieven van de mens: weten hoe het zit & weten of ik oke ben
Botsen vaak en mensen vinden sociale validatie belangrijker.
--> veel termen (groupthink, ingroep/outgroep bias)
Slagen is door jezelf, falen door de omgeving
Uitvergroot op groepsniveau (wij vs zij)
Sociale validatie motief vaak belangrijker:
Erbij willen horen
Individualisten | Collectivisten |
Independence | Interdependence |
Member-centerd | Group-centerd |
Personal identity | Social identity |
Uniqueness (ik ben ik) | Conformity (ik hoor bij) |
Exchange relation | Communal relation |
Norm of reciprocity (oog om oog) | No norm of reciprocity |
Egocentric | Socialcentric |
Equity norm | Equality norm |
No ingroep favoritism | Ingroep-outgroep distinction |
Groepslidmaatschap bevorderd niet altijd het welzijn
Bijv: studentenlidmaatschappen
Sociale buitensluiting
Fundamentele behoeften in het geding:
Pijnregio's in de hersenen, bij sociale uitsluiting worden dezelfde gebieden in de hersenen geactiveerd als bij fysieke pijn, ook bij het zien van sociale buitensluiting (ook online).
Je voelt sociale pijn wanneer sociale buitensluiting gebeurt:
Sociale pijn kan worden verzacht door (1) aspirine en (2) wanneer je geld krijgt. Haalt niet weg dat de sociale buitensluiting wel is gebeurd.
Sociale Uitwisselingstheorie
R | Huidige situatie, relatie/lidmaatschap in (her)overweging |
CL | Comparison Level, wat kan je redelijkerwijze van R verwachten |
CL alt | Comparison Level of alternatives, wat kan je van beschikbare alternatieven* verwachten |
*= alternatieven = andere relatie/ander lidmaatschap of geen relatie/lidmaatschap
Situaties
Afhankelijkheid = geen betere alternatieven (!!!)
1. je bent afhankelijk, maar het kan niet beter. Maar je bent wel tevreden (R is hoger dan CL) Geen probleem.
4: geen probleem. Je bent niet tevreden, maar er is iets beters/
2. Interessant voor groepsdynamica: het is goed (R boven CL), maar er is iets beter (SecondLove reclames). Dit hou je niet lang uit. Zoeken naar een excuus om afstand te nemen van R en door te gaan met CL alt.
3. Interessant voor groepsdynamica. Je wenst dit niemand toe. Je bent ontevreden, maar je kan niet weg. Er zijn geen alternatieven (afhankelijk). Hou je ook niet lang voor. Waarom ben ik zo ontevreden (hoge CL). Cognitief herstructureren om dissonantie op te lossen.
Wie sluit zich aan bij een groep? Hangt af van:
Wanneer sluit je je aan bij een groep:
Wat zorgt voor groepsverband:
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Collegeaantekeningen van de hoorcolleges van het vak Groepsdynamica (18/19).
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2373 |
Add new contribution