Oefenvragen en antwoordindicaties Methoden en Technieken van de Rechtswetenschap - UL
Let op: in de tussentijd is de verplichte literatuur van dit vak gedeeltelijk veranderd. Verwijzingen naar van Dooremalen, van Reichenbach, van den Haag, Hume, Chalmers e.a. komen hier dus uit voort. Deze artikelen zijn niet langer voorgeschreven, maar samenvattingen ervan kunnen eventueel ter inzage gevonden worden op joho.org. De artikelen van Stolker, Clifford en Hart zijn in 17/18 wederom voorgeschreven.
Vraag 1
Wat onderscheidt volgens Hans Reichenbach een verklaring van een pseudo-verklaring? In een verklaring is sprake van:
- Abstractie en analogie.
- Observatie en kritisch denken.
- Deductie en kennis.
- Analogie en wetenschappelijke vooruitgang.
Vraag 2
Welke van de onderstaande stellingen is juist?
- Volgens Hart biedt het natuurrecht een hogere toets voor het positieve recht.
- Volgens Radbruch bestaat er geen verband tussen recht en moraal.
- Volgens Hart verdient retrospectieve strafwetgeving in geval van oorlogsmisdadigers de voorkeur boven toepassing van ongeschreven natuurrechtelijke normen.
- Volgens Radbruch verdient retrospectieve strafwetgeving in geval van oorlogsmisdadigers de voorkeur boven toepassing van ongeschreven natuurrechtelijke normen.
Vraag 3
Hart betoogt dat in het werk van Jeremy Bentham alle elementen van de rechtsstaat worden behandeld (vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vereniging en vergadering, het legaliteitsbeginsel, het schuldprincipe als vereiste voor strafbaarheid, etc.). Waarom is dat in het kader van de argumentatie van Hart van belang?
- Hij wil hiermee duidelijk maken dat het verlaten van de rechtsstaatsgedachte zoals die plaatsvond in Nazi-Duitsland niets te maken heeft met het rechtspositivisme van de Duitse juristen, want ook Bentham was rechtspositivist terwijl hij de rechtsstaatsidee aanhing.
- Hij wilde hiermee duidelijk maken dat Bentham zijn tijd ver vooruit was en niet alleen Duitse denkers verlichte opvattingen hadden, zoals Kant, maar ook Britse denkers.
- Bentham werd door Duitse denkers scherp aangevallen op basis van zijn anti-rechtsstatelijke ideeën.
- Geen van deze alternatieven is juist.
Vraag 4
Volgens William Clifford is er sprake van voldoende bewijs wanneer deze op ‘redelijke gronden’ gebaseerd is. Welke uitspraak met betrekking tot bewijs en redelijke gronden is juist?
- Volgens Clifford zijn autoriteit en traditie redelijke gronden, als de meerderheid daar in de loop der tijd overeenstemming over heeft bereikt.
- Redelijke gronden kunnen alleen worden gefundeerd op empirisch onderzoek en mogen nooit op basis van autoriteit of traditie worden aangenomen.
- Volgens Clifford is het geoorloofd om een ander te geloven op basis van diens uitmuntende morele karakter, omdat het onmogelijk is dat diegene zal liegen.
- Redelijke gronden betreffen de geloofwaardigheid, de kennis en het oordeel van degene die een uitspraak doet.
Vraag 5
Is het opleggen van de doodstraf in het Amerikaanse rechtssysteem “constitutioneel”?
- Voor het grootste deel van de Amerikaanse geschiedenis werd het opleggen van de doodstraf als niet verboden door de constitutie gezien.
- Voor het grootste deel van de Amerikaanse geschiedenis werd het opleggen van de doodstraf als wel verboden door de constitutie gezien.
- Voor het grootste deel van de Amerikaanse geschiedenis heeft er een bepaling in de grondwet gestaan die aangeeft “the death penalty shall not be imposed”.
- Slechts sinds 1953 staat in de Amerikaanse constitutie dat “the death penalty shall not be imposed”.
Vraag 6
Wat vindt Van den Haag van de stelling dat mensen wel eens ten onrechte worden geëxecuteerd als argument tegen de doodstraf? Hij vindt dat:
- een onvoldoende reden om van de doodstraf af te zien.
- een doorslaggevende reden om te stellen dat men eigenlijk geen doodstraf zou mogen hebben in het rechtssysteem.
- geen doorslaggevende reden, want waar mensen handelen, maken ze fouten (en dus ook bij het beoordelen van verdachten).
- geen doorslaggevende reden omdat het nooit voorkomt dat ten aanzien van het opleggen van de doodstraf fouten worden gemaakt.
Vraag 7
Carel Stolker en Carel Smith e.a. noemen een aantal kernwaarden/gezichtspunten van het recht. Welke wordt hierbij niet genoemd?
- Rechtvaardigheid
- Rechtszekerheid
- Gelijkheid
- Doelmatigheid
Vraag 8
Waarom is Hart is kritisch over de voorwaarden die Fuller stelt aangaande de moraliteit van het recht?
- Omdat deze voorwaarden slechts van toepassing zijn op de natuurwetenschappen.
- Omdat deze voorwaarden slechts van toepassing zijn op de psychologie.
- Omdat deze beginselen slechts betrekking hebben op de effectiviteitscriteria en niet op moraal van het recht.
- Omdat deze beginselen slechts betrekking hebben op de effectiviteitscriteria in het privaatrecht.
Vraag 9
Welke van de volgende beweringen is waar?
- David Hume zegt dat toekomstige gebeurtenissen niet kunnen worden voorspeld op basis van eerdere waarnemingen.
- David Hume is de grondlegger van de inductieve methode.
- Geldige redeneringen kunnen volgens David Hume niet tot stand komen door het gebruik van de deductieve methode.
- De uitspraak “Metaal zet uit als het wordt verwarmd.” kan op basis van een deductieve redenering worden bewezen.
Vraag 10
Welke van de onderstaande stellingen over H.L.A. Hart is juist?
- Hij is het met Gustav Radbruch eens dat de Duitse rechtspositivisten die het onderscheid tussen recht en moraal aanhingen medeverantwoordelijk zijn voor de verschrikkingen die door het Nazi-regime zijn veroorzaakt.
- Hij bepleit een strikte scheiding tussen recht en moraal, hetgeen impliceert dat er geen enkel verband is tussen de menselijke natuur en het recht.
- Hij prijst de Amerikaanse jurist en filosoof Oliver Wendell Holmes omdat hij, net als de Engelse analytische filosofie sinds Hume, een zo groot mogelijke analytische helderheid nastreeft, hetgeen Hart een belangrijke deugd vindt in de rechtsfilosofie.
- Hij stelt dat Lon Fuller gelijk heeft als hij beweert dat er een noodzakelijk verband is tussen recht en moraal.
Vraag 11
Lees de volgende zinnen:
- Jaap is ongetrouwd, want ik weet uit ervaring dat Jan vrijgezel is en vrijgezellen zijn ongetrouwd.
- Jaap is een fervent bierdrinker, want hij is een man en ik weet uit ervaring dat mannen bierdrinkers zijn.
In welke van de bovenstaande gevallen is sprake van een deductieve redenering?
- Alleen 1.
- Alleen 2.
- Beide.
- Geen van beide.
Vraag 12
Waarom verwijt Hart Radbruch “extraordinary naïveté”?
- Omdat Radbruch dacht dat het natuurrechtsdenken de oorzaak was van het verval van de Duitse juristenstand.
- Omdat Radbruch dacht dat het rechtspositivisme de oorzaak was van het verval van de Duitse juristenstand.
- Omdat Radbruch dacht dat juristen Duitsland hadden kunnen redden.
- Omdat Radbruch dacht dat Hitler alleen in Duitsland mogelijk was geweest en niet in een ander land.
Vraag 13
Wat is de reden waarom volgens Larry Laudan het BARD-criterium niet meer voldoet als bewijsstandaard in het Amerikaanse strafproces?
- Omdat jury’s verschillende bewijsstandaarden hanteren om te beslissen of een verdachte schuldig is.
- Omdat de definitie die het Supreme Court heeft geformuleerd niet gericht is op de mentale staat van juryleden en alleen op logisch redeneren.
- Omdat BARD gebaseerd is op het criterium ‘morele zekerheid’ en niet iedereen dezelfde ethische overtuigingen heeft.
- Omdat men zich bij de uitleg van BARD niet richt op de juiste kans dat sprake is van schuld.
Vraag 14
Wat is de mening van Ernest van den Haag over de betekenis van “evolving standards of decency that mark the progress of a maturing society” bij de interpretatie van de constitutie?
- Dat soort standaarden zijn van belang om de harde kanten van onrechtvaardige onderdelen van de geschreven constitutie te verzachten.
- Dat soort standaarden moeten geen rol spelen wanneer zij afwijken van de tekst van de constitutie, want dat is ondemocratisch.
- Dat soort standaarden zijn onmisbaar vooral wanneer het aankomt op de vraag welke straffen “cruel and unusual” zijn.
- Dat soort standaarden mogen een rol spelen wanneer zij in overeenstemming zijn met het natuurrecht en met de natuurrechtelijke bepalingen uit de Amerikaanse Onafhankelijkheidverklaring (voornamelijk de interpretatie van “life, liberty and the pursuit of happiness”).
Vraag 15
Van den Haag verbaast zich erover dat veel religieus gelovigen (christenen) tegenwoordig tegen de doodstraf zijn. Waarom vindt hij dat vreemd?
- Omdat een echte Christen voor de doodstraf moet zijn.
- Omdat de Bijbel geen basis biedt voor een standpunt contra de doodstraf.
- Omdat religieus gelovigen een leven na dit leven in het vooruitzicht wordt gesteld op grond waarvan het toch niet erg kan zijn dat iemand ter dood wordt gebracht.
- Omdat de kerk in het verleden veel mensen heeft laten executeren die niet in overeenstemming met de geloofsleer dachten en handelden.
Vraag 16
Wat is geen kenmerk van ‘the Western Rationalistic Tradition’ zoals John Searle die presenteert?
- Een zoektocht naar de waarheid.
- Kennis is een objectief gegeven.
- Respect voor de traditie.
- Zelfkritiek.
Vraag 17
Welke van onderstaande stellingen is juist?
- De mythische verklaring van de werkelijkheid is gebaseerd op logos.
- De logisch positivistische verklaring van de werkelijkheid is gebaseerd op mythos.
- Volgens Hume behoren impressies niet tot de wetenschap.
- Volgens Popper is de ‘context of discovery’ een belangrijke fase bij een theorievorming.
B
C
A
D
A
C
C
C
A
C
A
B
A
B
B
C
D
Add new contribution