Staatsrecht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 2

Vragen

Vraag 1

De uitspraak van het EHRM in de zaak Yumak en Sadak t. Turkije heeft betrekking op de uitleg van art. 3 van het Eerste Procotol bij het EVRM.

Artikel 3. Recht op vrije verkiezingen

De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich om met redelijke tussenpozen vrije, geheime verkiezingen te houden onder voorwaarden die de vrije meningsuiting van het volk bij het kiezen van de wetgevende macht waarborgen.

Verplichting aan de Staten. Hof interpreteert deze bepaling als een recht op burgers om aan verkiezingen deel te nemen. Maar dit staat er niet.

  1. Waarom is er volgens klagers sprake van een schending van art. 3?
  2. Aan de hand van welke criteria toetst het Hof of art. 3 EP EVRM geschonden is?
  3. Welk oordeel geeft het Hof over de Turkse kiesdrempel, en ogv welke argumenten?

Vraag 2

In haar Probleemverkenning noemt de staatscommissie parlementair stelsel enkele sterktes en zwaktes van het Nederlandse politieke bestel

  1. Wat is het verband tussen het Nederlandse kiesstelsel en de steeds gebleken noodzaak om coalities van meerdere partijen te vormen?
  2. Par. 3.4 van de probleemverkenning is gewijd aan het tweekamerstelsel. Welke praktische oplossingen die passen binnen het grondwettelijk kader kunt u bedenken om tegemoet te komen aan wensen en bezwaren die in de Eerste Kamer leven tegen een bij die Kamer aanhangig wetsvoorstel? 

Vraag 3

De positie en het functioneren van de Eerste Kamer staat geregeld ter discussie.

  1. Wat wordt bedoeld met de ‘bolwerktheorie’, en in hoeverre gaat die theorie vandaag de dag nog op?
  2. Waarom paste de wijze van samenstelling van de Eerste Kamer van voor 1983, waarbij Eerste Kamerleden voor zes jaar werden gekozen en eens per drie jaar de helft van de kamer werd ‘ververst’, beter bij de terughoudende rol die de Eerste Kamer tegenwoordig voor zichzelf ziet weggelegd?

Vraag 4

De notie ‘De parlementaire orde is een politieke orde’ van J.Th. J. van den Berg is geschreven ten behoeve van een zogeheten ‘parlementaire zelfreflectie’ (2007-2009) waarin de Tweede Kamer nadacht over haar eigen functioneren.

  1. Wat wordt Van den Berg met de stijlen ‘standing for’ en ‘acting for’?
  2. De TK vergadert zowel plenair als in commissieverband. Waarom leent het vergaderen in kamercommissies zich in het algemeen beter voor de stijl ‘acting for’ en plenaire vergaderingen zich beter voor de stijl ‘standing for’

Vraag 5

Het Handboek bespreekt de verhouding tussen het inlichtingenrecht van de Kamers en de verantwoordingsplicht van bewindspersonen.

  1. Tijdens een Kamerdebat vraagt een Tweede Kamerlid aan de Minister van Veiligheid en Justitie of het bericht uit de media juist is dat de AIVD aan het begin van 2017 een terroristishe aanslag in Amsterdam heeft weten te voorkomen. Is de minister verplicht deze vraag van een individueel kamerlid te beantwoorden?
  2. Maakt het voor het antwoord op vraag 5a uit of de minister politiek verantwoordelijk is voor het handelen van de AIVD?
  3. Zijn ministers bij een parlementaire enquete verplicht meer inlichtingen te geven dan ogv art. 68 Gw het geval is?
  4. Waarin schuilt de toegevoegde waarde van een parlementaire enquete en waarom leent dit instrument zich niet voor een al te frequent gebruik, zoals het Handboek op pagina 796 opmerkt

Vraag 6

Het Handboek en het rapport Steekhoudend ministerschap bespreken het leerstuk van de ministeriele verantwoordelijkheid.

  1. Aan de hand van welke criteria kan volgens het rapport worden vastgesteld voor welke zaken en gedragingen een minister politiek verantwoordelijk is?
  2. Wat houdt de politieke verantwoordelijkheid van een minister in?
  3. Bestaan er vergelijkbare criteria voor de vraag wanneer een minister het vertrouwen in de S-G kwijtraakt?
  4. De regel van de ministeriele verantwoordelijkheid voor ambtelijk handelen wordt soms aangeduid als een fictie. Wat is dan de gedachtegang, en waarom deelt het Handboek deze gedachtegang niet? (p 520)

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Er is volgens de klagers sprake van schending omdat ze ondanks 45.95% van de stemmen geen stemmen hebben kunnen behalen in het parlement vanwege de – in hun ogen – veel te hoge kiesdrempel.  R.o. 116
  2. de 3 criteria zijn: 1) bij de wet voorzien 2) of het noodzakelijk is in een democratische samenleving (er zijn specifieke democratische omstandigheden in het land!!) 3) legitimiteit
  3. Kijkend naar de legitimiteit van het doel, is het Hof van oordeel dat de 10% er rechtmatig voor zorgt dat politieke stabiliteit wordt gewaarborgd en versplintering wordt voorkomen. R.o. 125.
    Kijkend naar de proportionaliteit, stelt het hof ten eerste dat kiesdrempels geplaatst moeten worden in de politieke context van het land. Laag betekent veel ruimte voor kleine partijen, maar wel veel versplintering. Hoog betekent geen kans voor kleine partijen, maar wel een stabiele coalitie. R.o. 132.

Vraag 2

  1. Het feit dat we een evenredig kiesstelsel hebben
  2. In Europa kent alleen Nederland de combinatie van eerste en tweede kamer zoals we die hier kennen.
    Praktische oplossingen: een soort bemiddelingscommissie waarbij een aantal afgevaardigden uit beide kamers samen komen en compromissen sluiten. Niet zeker of de Gw dit toestaat: zou geregeld moeten worden in het reglement van orde van beide kamers. Veel andere EU landen kennen zo’n soort commissie al.

Vraag 3

  1. De bolwerktheorie is het volk ertegen behoeden tegen wetgeving gebaseerd op de ‘waan van de dag’. Tegenwoordig is de Eerste Kamer controleur van de TK en moet ze nog steeds wetgeving heroverwegen, maar de Eerste Kamer wordt niet meer door de koning voor het leven benoemd zoals dat vroeger ging. Het bolwerk gaat in die zin dus niet meer op.
  2. De Eerste Kamer wordt indirect gekozen via evenredige vertegenwoordiging. Leden eerste kamer worden sinds 1983 elke 4 jaar in z’n geheel opnieuw verkozen. De verkiezingen van de Eerste en Tweede Kamer lopen natuurlijk niet gelijk, er zit gewoonlijk twee jaar tussen. Door de nieuwe situatie reageert de samenstelling van de Eerste Kamer minder snel op de uitslag van de verkiezingen, en zo blijft de politieke rol van de Eerste Kamer op de achtergrond.  

Vraag 4

  1. acting for: handelen namens de kiezer obv eigen professionaliteit. Resultaat telt halen van beleidsdoelinstellingen. Klassieke rol van de volksvertegenwoordiger!
    standing for: staan voor de kiezers met gedeelde overtuigingen en idealen en deze uitdragen, ook als resultaat niet meteen te verwachten is. Mediatijdperk!
  2. Plenaire vergaderingen zijn openbaar, dus er zijn camera’s aanwezig. Commissievergaderingen worden in het geheim gehouden.  

Vraag 5

  1. Art. 86 GW: Het is inderdaad de regel dat een minister verplicht is vragen te beantwoorden, tenzij  (de uitzondering op de verplichting) het belang van de staat in het geding is.
  2. Nee, alle ministers zijn verplicht vragen te beantwoorden, ook als de vraag buiten hun terrein valt, of ze er niet verantwoordelijk voor zijn.  
  3. Nee, alles over de inlichtingenplicht is neergelegd in het artikel.
  4. 3 redenen:
    1. Je hebt een plicht om tijdig te verschijnen bij getuigen, als je dit niet doet wordt je gegijzeld. Ze zetten je net zo lang gevangen tot je bereid bent te verschijnen, en dit kan zelfs in het buitenland!
    2.  Je staat onder ede. Meineed is een strafbaar feit, een misdrijf zelfs. De bedoeling hiervan is een afschrikwekkende werking.
    3. Ambtenaren en gewone burgers kunnen gehoord worden.
      1. Je moet dit niet al te vaak doen omdat het een uiterst middel is.

Vraag 6

  1. Het moet onder het gezag/de verantwoordelijkheid van de minister vallen. Hierbij kan het gaan om eigen handelen, optreden als lid van de ministerraad, optreden voor de  koning en leden koninklijk huis handelen of voor de ambtelijke dienst.
  2. Ministers zijn verantwoordelijk jegens het parlement voor wat er gebeurt binnen hun ministerie. Verantwoording moet worden afgelegd aan de SG. 
  3. Nee. Heeft ook te maken met het feit dat in het parlementaire stelsel er vooral gebruiken zijn en vrijwel niets is neergelegd. Als het kabinet geen vertrouwen meer heeft in de Kamer dan heeft het kabinet in feite ook geen vertrouwen meer in zichzelf.  
  4. Dit is omdat een minister onvoldoende overzicht heeft en niet alles kan weten en informatie kan geven over wat er gebeurt op alle ministeries, maar hij wordt wel geacht het te weten en dat zorgt ervoor dat er altijd iemand is die je erop aan kan spreken.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1891