Statutory lawlessness and Supra-Statutory Law (1946) - Radbruch - Essay

Samenvatting bij het essay: Statutory lawlessness and Supra-Statutory Law (1946) - Radbruch.

I.

Het nationaalsocialisme wist de militairen, de juristen en zijn volgelingen door middel van twee fundamentele regels aan zich te binden: ’bevel is bevel’ en ’wet is wet’. De regel ’bevel is bevel’ heeft echter nooit onbeperkt gegolden.

De plicht tot gehoorzaamheid hield op bij bevelen, waardoor misdadige doelen van degene die het bevel gaf, gediend werden. De regel ’wet is wet’ kende daarentegen geen beperking. Deze regel was de uitdrukking van het positivistische denken over het recht dat decennia lang vrijwel onweersproken de Duitse juristen beheersten.

Het begrip ’wettelijk onrecht’ werd daarom, evenals het begrip ’bovenwettelijk recht’, als innerlijk tegenstrijdig beschouwd. De praktijk ziet zich keer op keer voor beide problemen gesteld. Zo werd recent bijvoorbeeld een beslissing van het Amtsgericht Wiesbaden in het Süddeutsche Juristen-Zeitung gepubliceerd en besproken.

De beslissing hield in: ’de wetten die verklaarden dat de eigendom van Joden aan de staat verviel, in strijd waren met het natuurrecht en daarom reeds ten tijde van de uitvaardiging nietig waren.

II.

Op het gebied van het strafrecht is hetzelfde probleem met name in de Russische zone in overwegingen en beslissingen aan de orde gesteld. In een openbare zitting voor de Thüringse jury-rechtbank in Nordhousen werd de justitie-ambtenaar Puttfarken tot levenslange tuchthuisstraf veroordeeld, omdat hij de veroordeling en terechtstelling van de handelaar Göttig had teweeggebracht door deze aan te geven.

Puttfarken had Göttig verraden, omdat Göttig een tekst in het toilet had aangebracht. Het ging om de volgende tekst: ’Hitler is een massamoordenaar en heeft schuld aan de oorlog’. Deze tekst was niet de enige reden dat hij veroordeeld werd, maar ook vanwege het feit dat hij geluisterd had naar een buitenlandse zender.

De argumenten van de Thüringse Generalstaatsanwalt, Dr. Friedrich Kuschnitzki, die bij Puttfarken’s rechtzaak aan de orde kwamen zijn uitvoerig in de pers weergeven. De aanklager, Kuschnitzki stelt allereerst de vraag: was de daad van Puttfarken (het aangeven van Göttig door Puttfarken) in strijd met het recht?

Het antwoordt luidde als volgt:

’Indien de beschuldigde verklaart dat hij hem uit nationaal-socialistische overtuigingen heeft aangegeven, dan is dat rechtens niet relevant. Er is geen rechtsplicht om iemand aan te geven, ook niet uit politieke overtuiging. Ook in de Hitler-jaren bestond zo’n rechtsplicht niet.

Het gaat erom of hij in dienst van de rechtspleging handelde. Dat kan slechts het geval zijn geweest, indien justitie in staat was recht te spreken. Wetmatigheid, streven naar gerechtigheid, rechtszekerheid zijn de eisen die aan alle rechtspleging gesteld moeten worden. Aan geen van de drie bovenstaande voorwaarden voldeed de politieke strafrechtspraak in de Hitler-jaren.’

’Wie in die jaren een ander verraden, moest erop rekenen - en heeft erop gerekend - dat hij degene die hij verraden niet overleverde aan een wetmatige procedure die zou verlopen volgens recht dat garandeert dat er naar de waarheid gezocht wordt en dat het een rechtvaardig oordeel oplevert, maar aan willekeur.’

’Ik onderschrijf in dit opzicht volledig het juridische advies dat de decaan van de juridische faculteit van de universiteit van Jena, Professor Richard Lange, met betrekking tot deze vraag heeft uitgebracht.

Het was in het Derde Rijk algemeen bekend hoe de verhoudingen lagen, zodat men wist: Indien iemand vanwege een briefje met de tekst ’Hitler is een massamoordenaar en schuldig aan moord’ in het derde oorlogsjaar ter verantwoording werd geroepen, dan bracht hij het er niet levend vanaf.

Hoe justitie het recht daartoe zou misvormen, kon Puttfarken zeker niet voorzien, maar hij kon er wel op rekenen dat ze het voor elkaar zouden krijgen.’

De aanklager stelt vervolgens de vraag: was de daad van Puttfarken opzettelijk?

’Puttfarken geeft in de kern van de zaak toe, dat hij Göttig op het schavot wilde brengen. Een reeks van getuigen heeft dat bevestigd. Daarmee is voldaan aan het opzetvereiste, zoals paragraaf 211 StGB dat met betrekking tot moord stelt.’

’Ik ben zelf van mening dat er, na zorgvuldige afweging van de argumenten voor en tegen, geen bezwaren tegen kunnen bestaan het middellijk daderschap ter zake van moord aan te nemen.

Indien men de constructie van het middellijk daderschap afwijst, dan kan men er nauwelijks omheen dat de rechters die Göttig in strijd met recht en wet ter dood veroordeelden als moordenaars te beschouwen. In dat geval is de beschuldigde Puttfarken medeplichtig aan moord en zou hij op die grond gestraft moeten worden.’

III.

Al die wetten op grond waarvan mensen als Untermenschen behandeld werden en op grond waarvan hen mensenrechten ontzegd werden, missen het karakter van recht.

Ook die strafbepalingen waarin zonder onderscheid naar de ernst van misdaden en slechts gevoed door de behoefte van het moment om af te schrikken, strafbare gedragingen van de meest uiteenlopende soort met dezelfde straf - vaak de doodstraf - bedreigd werden, hebben geen rechtskarakter.

Het zijn slechts voorbeelden van wettelijk onrecht. We mogen niet uit het oog verliezen - juist na de belevenissen van de afgelopen twaalf jaren - welke vreselijke gevaren het begrip van ’wettelijk onrecht’ en de bewering dat bepaalde positieve wetten niet het karakter van recht hebben, voor de rechtszekerheid kan meebrengen.

We moeten hopen dat zulk onrecht een incidentele vergissing en verwarring van het Duitse volk zal blijven; in elk geval moeten we ons tegen herhaling van zo’n onrechtstaat wapenen door het positivisme dat elke weerbaarheid tegen het misbruik van nationaalsocialistische wetgeving ontkrachtte, te overwinnen.

IV.

Dat geldt voor de toekomst. Met betrekking tot het wettelijk onrecht van de laatste twaalf jaren moeten we de eisen van gerechtigheid proberen te verwerkelijken met een zo gering mogelijk verlies aan rechtszekerheid. Niet elke rechter mag op eigen houtje aan wetten het rechtskarakter ontzeggen en ze nietig verklaren; die taak moet liever aan een hoger gerecht of aan de wetgever worden voorbehouden.

In de zaak van de verrader Puttfarken komt middelijk daderschap met betrekking tot een levensdelict in aanmerking, indien bij hem een voornemen in deze zin heeft bestaan en indien hij zich bij de verwerkelijking van dat voornemen van de strafrechter als werktuig en van het mechanisme van het strafproces als middel heeft bediend.

Degene die misbruik maakt van zijn recht om aan ondergeschikten bevelen te geven door die bevoegdheid tot misdadige doelen te misbruiken, is middellijke dader; zo ook degene die door iemand aan te geven of te verraden, het gerechtelijk apparaat met het oog op misdadige doelen in werking stelt.

De rechterlijke macht is duidelijk als werktuig gebruikt in die gevallen waarin de middellijk dader kon rekenen en rekende op een politiek tendentieuze uitoefening van de strafrechtspraak, ongeacht of die door politiek fanatisme of door druk van de kant van de toenmalige machthebbers werd veroorzaakt. Indien de verrader zo’n voornemen niet had en indien hij slechts materiaal aan de rechter wilde leveren en de zaak overigens aan diens beslissing wilde overlaten, dan kan slechts wegens medeplichtigheid bestraft worden. Deze redenering heeft de rechtbank in Nordhausen daadwerkelijk gevolgd.

De strafbaarheid van de rechters veronderstelt dat tevens wordt vastgesteld dat zij zich aan rechtsverkrachting hebben schuldig gemaakt. Het oordeel van een onafhankelijke rechter mag immers slechts onderwerp van en reden voor bestraffing zijn, indien hij de grondregel geschonden heeft die bedoeld was om zijn onafhankelijkheid te waarborgen.

V.

Wij delen niet de mening dat formeel-juridische bezwaren de ’duidelijke casus’ zoals die in Nordhausen is uitgesproken, vertroebelen.

Wij zijn van mening dat het na twaalf jaren van verloochening van de rechtszekerheid meer dan ooit nodig is zich door formeel-juridische overwegingen te wapenen tegen de verleiding waaraan ieder die twaalf jaar van gevaar en onderdrukking overleefd heeft, begrijpelijkerwijs bloot staat.

We moeten gerechtigheid nastreven en tegelijkertijd de rechtszekerheid in het oog houden, omdat die zelf deel van de gerechtigheid is. We moeten weer een rechtsstaat opbouwen die beide gedachten zoveel mogelijk uitdrukt.

Democratie is zeker een prijzenswaardig goed, maar een rechtsstaat is als het dagelijks brood, als water om te drinken en als lucht om te ademen en het beste aan de democratie is precies dat ze geschikt is om de rechtsstaat veilig te stellen.

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Samenvatting van Geleerd Recht, een geschiedenis van de Europese rechtswetenschap in vogelvlucht - van den Berg
Justice: What’s the right thing to do? - Sandel
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1928