Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Strafrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 2b

Vragen

Jurisprudentievragen 

Arrest: Verzwegen vermogen

Vraag 1

Het eerste onderdeel van het tweede cassatiemiddel stelt dat de verdachte heeft gedwaald omtrent de wederrechtelijkheid van het feit. Geef aan waaruit deze dwaling bestaat.

Vraag 2

Welke factoren acht de HR van belang bij de beoordeling van het beroep op rechtsdwaling als gevolg van een onjuist advies?

Arrest: Aflatoxine in pinda's 

Vraag 1 

Waarom heeft de rechtbank het beroep op het ontbreken van schuld verworpen?

Vraag 2 

Waarover klaagt het tweede cassatiemiddel? Welke argumenten voert het middel daarvoor aan?

Vraag 3

Wat bedoeld A-G Fokkens wanneer hij in punt 11 concludeert dat de overwegingen van de politierechter neerkomen op een risicoaansprakelijkheid?

Vraag 4

Hoe oordeelt de HR over het tweede cassatiemiddel?

Vraag 5

Hoe verhoudt de in dit arrest erkende vorm van afwezigheid van alle schuld zich tot verschoonbare feitelijke dwaling?

Oefenvragen

Tijdens een nachtelijke autorit van Arnhem naar Delfzijl moet Bert Veenstra tijdens een verkeerscontrole nabij Dieren een blaastest doen. Het is dan ongeveer 23.30u. Naar eigen zeggen had hij die avond, vlak voordat hij ging rijden, drie of vier glazen bier gedronken. Hij weet dat hij niet mag rijden met meer dan 0,5 promille (ongeveer twee glazen) alcohol in zijn bloed, maar hij voelt niets van de alcohol. Na afname van de blaastest zegt de controlerende politieagente: ‘Gaat u maar, maar wees voorzichtig’. Vlak voor Delfzijl, zo omstreeks 00.15u moet Bert opnieuw zijn auto aan de kant zetten en blazen. De politieagenten constateren een overschrijding van het toegestane promillage. Bert wordt onmiddellijk aangehouden wegens rijden onder invloed (art. 8 lid 1 en lid 2 onder a WVW).

Ter terechtzitting stelt de raadsman van Bert: “Nu mijn cliënt eerder gecontroleerd was middels de blaastest toestemming had gekregen om verder te rijden, heeft hij ervan uit mogen gaan dat het promillage alcohol in zijn bloed niet te hoog was om te mogen rijden.”

De rechtbank verwerpt dit verweer.

Vraag 1a 

De verdachte doet een beroep op avas. Betreft het hier feitelijke dwaling of rechtsdwaling? Waarom?

Vraag 1b 

Waarom zal de rechtbank het verweer van de verdediging hebben verworpen?

Vraag 1c 

Aan welke criteria zal – los van deze casus, maar meer in het algemeen - voldaan moeten zijn wil een dergelijk avas-beroep kans van slagen hebben?

Ten laste van Piet de Vries heeft het Hof bewezenverklaard dat: “hij in de periode van de maand augustus 2006 tot en met de maand februari 2007 te Nijmegen als ambtenaar (directeur van NV [A], van welke NV de gemeente Nijmegen enig aandeelhouder is) een gift, te weten een geldbedrag van 10.799,97 euro van (de directeur van) [B], Henk Draaisma heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen iets te doen in zijn bediening, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen.”

De raadsman voerde ter terechtzitting onder meer het volgende verweer: “Ik wijs erop dat verdachte met verbazing kennisnam van het feit dat hij bij en na zijn aanhouding te horen kreeg dat hij als ambtenaar werd gezien en hij ontkent dan ook uitdrukkelijk zulks te hebben geweten. (...)”

Art. 362 lid 1 (oud) Sr luidde ten tijde van de bewezenverklaarde gedraging:

“Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft de ambtenaar:
(...) die een gift, belofte of dienst vraagt teneinde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten; (...)”

Vraag 2a 

Kwalificeer het verweer dat de raadsman heeft gevoerd.

Vraag 2b

Stel dat het Hof het verweer van de Raadsman aanvaardt. U mag ervan uitgaan dat het bestanddeel “als ambtenaar” geobjectiveerd is. Zij de volgende stellingen juist of onjuist?

  1. Het gegeven dat de verdachte niet bekend was dat hij ambtenaar was, moet tot een vrijspraak leiden.
  2. Het gegeven dat de verdachte niet bekend was dat hij ambtenaar was kan tot een OVAR leiden.

Op de late avond van 31 mei 2015 krijgt politieagent Derk Janssen van de meldkamer bericht dat zojuist vuurwerk is gegooid tegen een woning aan de Esdoornlaan 3 te Maastricht en dat er iemand achter de vermeende vuurwerkgooier aan loopt. Het zou gaan om een getinte man met een witte hoodie en een spijkerbroek. Derk komt meteen in actie: hij weet dat er in die straat een lid van een Outlaw-Motor-Gang (een motorclub) woont en het zou kunnen zijn dat het hier OMG-geweld betreft. Er zijn de laatste tijd vaker soortgelijke aanslagen geweest, waarbij werd gesproken over vuurwerkbommen maar waarbij achteraf bleek dat het om handgranaten ging. De afgelopen woensdag was er een aantal huiszoekingen gedaan, waarbij onder andere handgranaten, vuurwerkbommen en granaten waren aangetroffen. Ook werden toen enkele OMG leden aangehouden. Derk is daarom op zijn hoede tijdens zijn dienst. Derk had van de meldkamer gehoord dat er burgers achter de man aanliepen. Derk denkt dat zij mogelijk gevaar lopen. Als Derk ter plaatse is, parkeert hij zijn dienstauto tussen twee buurtbewoners en de man met de witte hoodie in, zodat zijn auto als buffer kan dienen. De man loopt van hem weg. Derk stapt uit. Dan draait de man met de hoodie zich om en komt in de richting van Derk lopen. Derk loopt naar de linker voorzijde van de auto en trekt – omdat hij rekening houdt met een mogelijke OMG-gerelateerde aanslag – zijn dienstwapen en richt op de man. Derk houdt er rekening mee dat de man een wapen bij zich heeft.

Derk roept meerdere malen met luide stem ‘politie’ en maakt de man duidelijk dat hij zijn handen moet laten zien. De man zegt niets, loopt even in de richting van een zijpaadje, draait zich om en loopt vervolgens met versnelde pas richting Derk. Dan gaat hij met zijn rechterhand richting de onderkant van zijn hoodie. Derk is bang dat de man een wapen trekt of een handgranaat bij zich heeft. Om te voorkomen dat er een noodweersituatie ontstaat, schiet Derk op de benen van de man. De man wordt geraakt en hinkelt verder. Omdat hij verder niet reageert, lost Derk een waarschuwingsschot in de lucht. De man steekt vervolgens zijn rechterhand bij zijn heup onder zijn hoodie. Omdat Derk bang isdat de man een wapen tevoorschijn haalt, schiet hij nog enkele malen op de benen van de man. De man zakt onderuit en wordt even later met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

Nadien blijkt dat het slachtoffer de 21-jarige Oscar de Lange is. Ten tijde van het schietincident was Oscar ernstig verward en in een psychose. Hij droeg geen wapens bij zich. Hij is ook geen lid van de door Derk gevreesde motorclub.

Derk wordt vervolgd wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer (art. 302 lid 1 Sr). Ter zitting stelt Derk: “Ik meende dat ik werd aangevallen en dat ik mij moest verdedigen. Ik verkeerde in de veronderstelling dat ik mocht en ook moest optreden tegen dit geweld.” Ook getuigen verklaren ter zitting dat de situatie zeer bedreigend was.

Vraag 3a 

Kwalificeer de strafuitsluitingsgrond(en) waar Derk een beroep op doet.

Vraag 3b 

Hoe schat u de kans in dat de rechtbank Derks verweer aanvaard? Licht uw antwoord toe.

Vraag 3c 

Stel dat Derks beroep wordt aanvaard door de rechtbank, tot welke einduitspraak zal de rechtbank dan komen?

U mag ervan uit gaan dat het ten laste gelegde feit, neergelegd in art. 36 WVW, gelijk is aan het tegenwoordige art. 6 WVW 1994 (kortgezegd: zwaar letsel door schuld in het verkeer).

Rechtbank Utrecht

O. dat verdachte bij dagvaarding is ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 5 september 1981 omstreeks 23.15 uur in de gemeente Barneveld, althans in het arrondissement Utrecht, als bestuurder van een personenauto daarmede in aanmerkelijke mate onachtzaam, onoplettend en/of onvoorzichtig rijdende over de rechter rijstrook van de (..) Rijksweg A-1 (...) en op dezelfde rijstrook voor hem, verdachte, met een snelheid van ongeveer 100 km/u rijdende personenauto, waarin zich onder meer G.H. als passagier bevond, niet (tijdig) heeft opgemerkt, zulks terwijl hij, verdachte, toen daar reed met een snelheid (ver) boven de 100 km/u (...) en toen niet (tijdig) teneinde die vóór hem rijdende personenauto in te halen en voorbij te rijden naar de linker rijstrook is gegaan (...) en (met grote snelheid) tegen de achterzijde van die voor hem rijdende personenauto is aangereden en als gevolg, van welke aanrijding die voor hem rijdende personenauto één of meer malen over de kop is geslagen en genoemde G.H. een wervelfractuur en/of een hersenschudding, althans in elk geval zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, zijnde bovenomschreven gevolgen van die botsing aldus aan zijn schuld (zoals bedoeld in art. 36 WVW) te wijten,

Wat betreft het tenlastegelegde feit:

De raadsvrouwe van verdachte heeft ter terechtzitting onder meer naar voren gebracht, dat verdachte — die zich van het voorval niets weet te herinneren — geen schuld heeft aan hetgeen hem is ten laste gelegd, nu verdachte ten tijde van het gebeuren verkeerde in een zodanige — geestelijke — toestand als gevolg van een klap tegen zijn hoofd tijdens een diezelfde avond gespeelde basketbalwedstrijd, dat het feit hem om die reden niet kan worden toegerekend.

Hieromtrent in verband met de tenlastegelegde feit:

(...)

Bij het onderzoek ter terechtzitting is het navolgende komen vast te staan met betrekking tot de omstandigheden welke hebben geleid tot het ten laste gelegde feit: Verdachte heeft als semi-prof basketball-speler op de bewuste avond meegespeeld in een basketball-wedstrijd in de gemeente Urk. Tegen het einde van de wedstrijd kreeg verdachte een zodanige klap van een tegenspeler tegen zijn slaap, dat hij op de grond is gevallen. Hij is niet bewusteloos geweest en voelde zich niet ‘dizzy’. Vervolgens werd hij uit de wedstrijd gehaald. De aanwezige sport-fysiotherapeut — die een 8-jarige ervaring heeft als zodanig — controleerde de toestand van verdachte, gaf hem een ijszakje voor de pijnlijke plek en een aspirientje. Verdachte is vervolgens gaan douchen. (...) Voornoemde fysiotherapeut heeft naar zijn eigen zeggen verdachte uit voorzorg na het
gebeuren nog ongeveer drie kwartier in het oog gehouden en geen bijzonderheden waargenomen. Hij achtte het verantwoord verdachte in zijn auto naar huis te laten rijden. Toen verdachte reeds in zijn auto zat, heeft deze fysiotherapeut nog naar zijn toestand geïnformeerd en verdachte heeft hem een positief antwoord gegeven. Verdachte zelf voelde zich op dat moment goed. Vervolgens is verdachte uit Urk weggereden met de bedoeling om via Emmeloord en Lelystad naar Amstelveen te rijden. De aanrijding heeft plaatsgevonden op de zuidelijke rijstrook van Rijksweg A-1, richting Apeldoorn, gelegen in de gemeente Barneveld. Verdachte heeft geen verklaring voor het feit dat hij op die weg heeft gereden. Van de aanrijding heeft hij evenmin iets gemerkt. Op grond van het bovenstaande acht de Rechtbank het aannemelijk dat tijdens de rit naar huis bij verdachte op een gegeven moment een bepaalde vorm van ‘afwezigheid’ is ontstaan als gevolg van de eerder die avond opgelopen klap tegen zijn hoofd. (...)

Vraag 4a

Hoe zou het verweer dat door de raadsvrouw namens verdachte naar voren is gebracht kwalificeren?

Vraah 4b

Welke factoren acht u voor het oordeel met betrekking tot het ten laste gelegde feit van belang?

Vraag 4c 

Welke einduitspraak zou u doen met betrekking tot het ten laste gelegde feit?

Antwoordindicatie

Jurisprudentievragen

Verzwegen Vermogen

Vraag 1 

Verdachte was failliet verklaard in Nederland, maar meende, na advies van Belgische en Nederlandse juristen, ten onrecht dat primair het faillissement voor hem niet zou gelden, omdat hij bij zijn vertrek uit NL geen schulden had en subsidiair dat het faillissement beperkt was tot het Nederlandse grondgebied.

Als gevolg daarvan heeft hij zijn schuldeisers benadeeld door vermogen achter te houden voor de curator. Dit is strafbaar gesteld.

Vraag 2 

R.O. 4.7 ; Voor verontschuldigbare dwaling is van belang dat;

  • De adviseur onafhankelijk en onpartijdig is;
  • Hoe deskundig de adviseur is;
  • De complexiteit van de materie;
  • Precieze inhoud van het advies.

Aflatoxine in Pinda's

Vraag 1 

Er zijn voorzorgsmaatregelen genomen , maar desalniettemin is het risico genomen dat een latere steekproef van de Rijkskeuringsdienst van Waren een ander en minder gunstig resultaat oplevert voorzienbaar geweest en dus als bewust risico genomen.  Er kan dus niet worden gezegd dat de begane overtreding geheel buiten enige wetenschap van de verdachte vennootschap is begaan; de overtreding staat daarmee vast.

Vraag 2 

  • Gelet op de voorzorgsmaatregelen van rekwirante kan zij worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
  • De politierechter stelt enerzijds dat niet zou zijn gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten, terwijl anderzijds in aanmerking wordt genomen (en kennelijk aannemelijk is geworden) dat rekwirante voorzorgsmaatregelen nam ter voorkoming  van strafbaar handelen ; ook wel “maximale zorgvuldigheid” genoemd door politierechter.
  • Aangezien er sprake is van maximale zorgvuldigheid zijn tevens feiten en omstandigheden gebleken die de strafbaarheid opheffen. Anders zou er geen maximale zorgvuldigheid in aanmerking genomen kunnen worden.
  • De politierechter miskent dat het ontbreken van alle schuld gelijk staat aan “redelijkerwijs niet anders kunnen” handelen en eventueel niet behoren te vermijden. Er kan niet op voorhand iemand een beroep op afwezigheid van alle schuld worden ontzegd.

Vraag 3

Niet aansprakelijk op grond van jouw schuld maaar voor het gevolg. Dat er geen sprake is van schuld staat strafbaarheid niet  in de weg. 

Vraag 4

R.O. 6.3;

De HR stelt dat de handelaren van de te hoge aflatoxinegehalte redelijkerwijze geen verwijt kan worden gemaakt. De politierechter had de verdachte moeten ontslaan van alle rechtsvervolging wegens afwezigheid van alle schuld.

Vraag 5

Bij verschoonbare feitelijke dwaling is het feit dat verdachte gedwaald heeft omtrent de feitelijke omstandigheden de kern van het probleem.

Bij de avas in casus draait het om de redelijkerwijs onmogelijkheid van de handelaar om alle noten te controleren. Er is geen sprake van onwetendheid over de feitelijke omstandigheden.

Oefenvragen

Vraag 1a

Het betreft hier een beroep op verontschuldigbare dwaling ten aanzien van het recht.  De raadsman van Bert stelt dat Bert heeft mogen vertrouwen dat zijn promillage alcohol in zijn bloed niet te hoog was om te mogen doorrijden nu hij van een politieambtenaar dit advies heeft gekregen. Dit is een persoon aan wie  zodanig gezag valt toe te kennen dat verdachte in redelijkheid op de deugdelijkheid van het advies mocht vertrouwen.

Vraag 1b

De HR eist voor avas wegens rechtsdwaling dat verdachte heeft gehandeld in verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging. Bert moet dus niet hebben geweten dat zijn gedrag onrechtmatig was. Echter is gegeven dat Bert weet dat hij niet mag rijden met meer dan 0,5 promille alcohol in zijn bloed.

Vraag 1c

  • De burger dient zich op de hoogte te stellen van de toepasselijke regelgeving;
  • Het ingewonnen advies zal de dader alleen disculperen als dat advies afkomstig is van een persoon of instantie aan wie of waaraan zodanig gezag valt toe te kennen dat verdachte in redelijkheid op de deugdelijkheid van het advies mocht vertrouwen. (Specifieke deskundigheid en onafhankelijkheid / onpartijdigheid speelt hierbij mee);
  • Verdachte dient te hebben gehandeld in verontschuldigde onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid (onrechtmatigheid van de gedraging) van de hem te verwijten gedraging.

Vraag 2a 

Het beroep op verontschuldigbare dwaling met betrekking tot de feiten;

De basis van het verweer zit hem in het niet op de hoogte zijn van het feit dat hij als ambtenaar werd gezien.

Vraag 2b

II; Juist; het gegeven dat de verdachte niet bekend was dat hij ambtenaar was kan tot een OVAR leiden; Bij dwaling ten aanzien van de feiten gaat het meestal om dwaling ten aanzien van de bestanddelen van de delictsomschrijving; in dit het geval “ als ambtenaar”. Dwaling levert alleen avas op als dat bestanddeel is geobjectiveerd dit is het geval. 

Vraag 3a 

Hij doet een beroep op verontschuldigbare dwaling m.b.t. de feiten. Er is sprake van een verkeerde beoordeling van de feiten waardoor hij een rechtvaardigingsgrond aanwezig achtte namelijk noodweer. Hij meende in een noodsituatie te verkeren en is daarom tot de handeling overgegaan.

Vraag 3b 

Derk meende te worden aangevallen en verdedigt zich in de veronderstelling in een noodsituatie te verkeren; deze dwaling is naar mijn mening verschoonbaar omdat de man richting Derk loopt en nergens op reageert. Toch blijft hij richting Derk lopen en neemt zelfs een versnelde pas aan. Wanneer Derk schiet op de benen van de man voor de eerste keer, geeft deze man nog steeds geen reactie. Hij steekt wel zijn hand in zijn hoodie. Ook getuigen geven aan dat de situatie zeer bedreigend was.

Vraag 3c 

Schuld is geen bestanddeel; maar een element; OVAR. Kan bewezen worden, kan worden gekwalificeerd; maar geen  strafbaarheid van de dader.

Vraag 4a 

Het beroep op verontschuldigbare onmacht; hier is sprake van een situatie waar verdachte in principe niks aan kon doen door de klap die hij diezelfde avond tijdens een gespeelde basketbalwedstrijd op zijn hoofd heeft gekregen is er een (onvoorzienbare) vorm van afwezigheid later ontstaan.

Vraag 4b 

  • De fysiotherapeut controleerde de toestand en achtte het verantwoord dat verdachte in zijn auto naar huis kon rijden;
  • Verdachte voelde zich op dat moment nog goed;
  • Verdachte heeft geen verklaring kunnen geven voor het feit dat hij op die weg heeft gereden en heeft van de aanrijding evenmin iets gemerkt;
  • Er is een bepaalde vorm van afwezigheid ontstaan door de klap die hij eerder op die avond heeft opgelopen.

Vraag 4c 

Het betreft hier een schulduitsluitingsgrond; schuld is een bestanddeel van dit artikel. Dit bestanddeel kan niet bewezen worden; 1e vraag 350 SV; er volgt vrijspraak.

Image

Access: 
Public

Image

This content is related to:
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1887