TentamenTests bij de 12e druk van Compendium van het personen- en familierecht van Wortmann en Van Duijvendijk-Brand

Oefententamen 1 (augustus 2014)

Vragen

Zaak 1

Ivan en Lotte zijn al 11 jaar gehuwd als Ivan in mei 2013 door een noodlottig ongeval om het leven komt. Zij hebben al een zoon van 3, Frank, en Lotte is op dat moment 4 maanden in verwachting van hun tweede kindje. In september 2013 wordt Kristel geboren.

Vraag 1

Wie is/zijn de juridische ouder(s) van Frank en Kristel?

Vraag 2

Wie heeft/hebben het gezag over Frank?

Vraag 3

Kan Kristel erven van Ivan als Ivan zonder testament overlijdt?

Vervolg

In de jaren daarna heeft Lotte veel hulp en steun van de moeder van Ivan bij de verzorging en opvoeding van Frank en Kristel. Om die reden (en ook omdat zij de enige overlevende ouder is van de kinderen) lijkt het Lotte een goed idee om de moeder van Ivan als voogd over de kinderen te benoemen.

Vraag 4

Bespreek op welke wijze Lotte deze wens kan realiseren.

Vervolg

Na verloop van tijd leert Lotte Jelle kennen. Jelle heeft ook twee kinderen uit een eerder huwelijk en het hele stel vormt een gelukkig gezin. Na vier maanden besluiten zij te gaan samenwonen en kort daarna gaan zij een geregistreerd partnerschap aan. Twee jaar daarna overlijdt Lotte en gaat de moeder vanIvan de voogdij over Frank en Kristel uitoefenen en gaan zij bij haar wonen.

Vraag 5

Bespreek de (eventuele) onderhoudsplicht van Jelle en van de moeder van Ivan jegens Frank en Kristel na hun verhuizing naar hun oma.

Vervolg

Nadat de moeder van Ivan de voogdij over Kristel en Frank is gaan uitoefenen, vermindert het contact tussen hen en Jelle en zijn kinderen; dit tot groot verdriet van alle betrokken kinderen. Jelle dient daarom een verzoek in bij de rechtbank om te bewerkstelligen dat hij en zijn kinderen Frank e Kristel regelmatig kunnen zien.

Vraag 6

Hoe zal de rechter dit verzoek beoordelen? Bespreek hierbij ook de grondslag van het verzoek.

Zaak 2

Gerda en Wim zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Tot de gemeenschap behoort onder meer een oldtimer die Wim van zijn opa gekregen heeft, een huis op naam van Gerda, de inboedel en twee fietsen die ze hebben aangeschaft van hun salaris.

Vraag 7

Geef aan wie bestuursbevoegd is/zijn ten aanzien van de genoemde vermogensbestanddelen.

Vervolg

Gerda heeft ook nog een ketting die ze onder uitsluitingsclausule van haar ouders heeft gekregen voor haar afstuderen. Wim heeft hoge schulden bij zijn plastisch chirurg Ronald vanwege een grote facelift, die hij niet kan betalen van zijn inkomen. De verzekering dekt deze kosten niet.

Vraag 8

Kan Ronald zich verhalen op de ketting van Gerda om de vordering op Wim te innen?

Zaak 3

Robert en Johan hebben beiden een goede baan. Daarom hebben ze bij het trouwen huwelijkse voorwaarden gemaakt inhoudende koude uitsluiting.

Tijdens het huwelijk heeft Robert een grote boot gekocht. De koopprijs in 2006 was € 1.000.000. Robert heeft daarvan € 500.000 contant betaald, Johan heeft € 100.000 bijgedragen, en de rest is geleend bij de bank.

Helaas loopt het huwelijk spaak en Johan dient in 2014 een verzoek tot echtscheiding in.

De waarde van de boot is op dat moment nog maar € 800.000. Robert heeft de genoemde lening intussen geheel afbetaald.

Johan wil graag de € 100.000 terug die hij heeft betaald voor de boot. Robert vindt dat hij minder moet krijgen.

Vraag 9

Waar heeft Johan recht op?

Zaak 4

In de zomer van 2002 zijn Boris (hobby kunstenaar) en Sonja (directeur van een grote multinational) zijn met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. In deze voorwaarden hebben zij opgenomen scheiding van goederen, een Amsterdams verrekenbeding en een vervalbeding met een termijn van 3 jaren na het jaar dat de verrekening had moeten plaatsvinden. Boris en Sonja hebben nooit afgerekend.

Na 10 jaar dient Boris een verzoek tot echtscheiding in en vordert alsnog verrekening over de gehele huwelijkse periode. Sonja beroept zich op het vervalbeding en stelt dat hij alleen verrekening kan vorderen over de laatste 3 jaar van het huwelijk.

Vraag 10

Kan Sonja zich met succes op het vervalbeding beroepen?

Zaak 5

Zwerver Sjoerd die zijn vaste stekje heeft bij het Centraal Station van Amsterdam, bezit behalve wat vieze kleding alleen een schildpad, zo denkt iedereen. In werkelijkheid is hij ook eigenaar van een welgevulde bankrekening.

Hij voelt zijn einde naderen en wil veiligstellen dat zijn jongere mede-zwerver na zijn dood voor die schildpad blijft zorgen waarbij hij de mede-zwerver best het saldo op die bankrekening wil doen toekomen als tegenprestatie.

Schildpadden kunnen bij goede verzorging een zeer hoge leeftijd bereiken.

Vraag 11

Waarom zal de zwerver gebruik maken van een last om zijn doel te bereiken?

Zaak 6

Jonas overlijdt. Hij last achter zijn weduwe Wende en zijn kinderen Kees en Kasper. Jonas heeft geen testament gemaakt. Wende en Jonas waren getrouwd buiten gemeenschap van goederen.

Enkele jaren later heeft Wende een leuke man namens Sander ontmoet. Wende en Sander willen gaan trouwen en hebben daarvoor al aangifte gedaan bij de burgerlijke stand. Karel en Koos zijn bang dat Wende en Sander, die als kunstschilder maar weinig geld verdient, de nalatenschap van Jonas helemaal gaan opmaken, zodat er voor hen niets meer overblijft. Tot de nalatenschap behoren diverse bankrekeningen, een huis en een vakantiehuis, die elk een waarde hebben van ongeveer € 300.000.

Vraag 12

Hoe kunnen Kees en Kasper hun aanspraken op de erfenis van Jonas veiligstellen?

Zaak 7

Marion en Peter zijn beiden in Canada opgegroeid. Zij trouwen in 1998 in Ottawa en krijgen samen een kind: Sara. Marion heeft alleen de Canadese nationaliteit. Peter heeft zowel de Nederlandse als de Canadese nationaliteit. Sara bezit ook zowel de Nederlandse als de Canadese nationaliteit. Het huwelijk gaat op een gegeven moment bergafwaarts en Peter besluit dat hij het roer om wil gooien. Hij wil naar Nederland verhuizen en daar beslissen of hij een echtscheiding wil of niet. Sara is op dat moment 12 jaar oud en gaat met hem mee. In Nederland lukt het Peter binnen een paar maanden een nieuw bestaan op te bouwen en 7 maanden na hun aankomst in Nederland (het is dan begin 2013) dient hij bij rechtbank Amsterdam een verzoek tot echtscheiding in. Tevens dient hij een verzoek tot alimentatie in voor Sara. Marion werpt in de eerste plaats de exceptie van onbevoegdheid van de Nederlandse rechter op: zij meent dat Peter nauwelijks enige band heeft met Nederland en zijn nationaliteit dus niet als bevoegdheidsgrond kan dienen.

Vraag 13

Zal de rechtbank Amsterdam zich bevoegd achten van het verzoek tot echtscheiding kennis te nemen?

Vraag 14

Gesteld dat rechtbank Amsterdam zich bevoegd zal achten om van zowel het echtscheidingsverzoek als het verzoek tot alimentatie kennis te nemen, naar welk recht zal zij het verzoek tot alimentatie voor Sara beoordelen?

Vraag 15

In een ipr-zaak brengt de advocaat van de man naar voren dat het aangewezen toepasselijke recht inzake de alimentatie in strijd is met de openbare orde omdat dat recht geen recht op alimentatie toekent aan een mannelijke ex-echtgenoot. Hoe zal het oordeel van de rechter omtrent deze stelling luiden? Motiveer uw antwoord.

Let op! Naar Nederlands recht heeft iemand recht op alimentatie indien hij of zij niet in staat kan worden geacht (volledig) in het eigen levensonderhoud te voorzien.

Antwoordindicatie Oefententamen 1

Vraag 1

Lotte is van rechtswege juridisch moeder van zowel Frank als Kristel op grond van artikel 1:198 lid 1 sub a BW.

Ivan is juridisch vader van Frank op grond van artikel 1:199 sub a BW [1] en van Kristel op grond van artikel 1:199 sub b BW.

(Zie compendium nr. 13 e.v.)

Vraag 2

Gedurende het huwelijk tot aan de dood van Ivan oefenen Lotte en Ivan gezamenlijk het gezag uit artikel 1:251 lid 1 juncto lid 2 BW. Na de dood van Ivan oefent Lotte het gezag uit over Frank op grond van 1:253 f BW.

(Zie compendium nr. 13 e.v.)

Vraag 3

Ja, dat kan met toepassing van artikel 1:2 BW. Dit is een uitzondering op de bestaanseis van artikel 4:9 BW. Artikel 4:9 BW is hier van toepassing omdat er geen sprake is van een testament.

Vraag 4

Ingevolge artikel 1:292 BW kan zij bij uiterste wilsbeschikking of door hiervan aantekening te laten opnemen in het gezagsregister bepalen wie na haar dood voortaan als voogd over Kristel en Frank zal optreden.

Vraag 5

Jelle is niet (langer) onderhoudsplichtig jegens Kristel en Frank. Jelle is in zijn hoedanigheid van stiefouder alleen verplicht om gedurende zijn geregistreerd partnerschap levensonderhoud te verstrekken aan de tot zijn gezin behorende kinderen (1:392 lid 1 sub c juncto 1:395 BW). Het geregistreerd partnerschap is door de dood van Lotte ontbonden 1:80c BW en de kinderen behoren niet (langer) tot zijn gezin nu zij bij oma wonen.

(Compendium nr. 157 e.v.)

Vraag 6

Jelle zal een verzoek indienen tot vaststelling van een omgangsregeling op grond van artikel 1:377a BW juncto 8 EVRM . De kinderen hebben recht op omgang met degene die met hen in een nauwe persoonlijke betrekking staat. Hij zal bijkomende omstandigheden moeten stellen om aan te tonen dat er tussen hem en de kinderen sprake is van family life . Zie ook rechtbank Dordrecht 22 augustus 2012 of HR 2 november 2012. Conclusie: rechter zal verzoek in beginsel toewijzen (motivering). I.c. heeft Jelle 2 jaar met de kinderen van Lotte in gezinsverband geleefd zodat niet onwaarschijnlijk is dat family life wordt aangenomen.

(Compendium nr. 148 e.v.)

Vraag 7

De oldtimer: Wim artikel 1:97 lid 1 BW, want het is een schenking van zijn opa.

Het huis: Gerda artikel 1:97 lid 1 BW, want het is een goed op haar naam.

De inboedel: beiden, want daarvoor geldt de hoofdregel van art. 1:97 lid 1 BW en is ieder der echtgenoten bevoegd tot het bestuur.

De fietsen: beiden, want daarvoor geldt de hoofdregel van art. 1:97 lid 1 BW en is ieder der echtgenoten bevoegd tot het bestuur.

(Compendium nr. 71 e.v.)

Vraag 8

Nee, dat kan niet. De schuld is een gemeenschapsschuld 1:94 lid 5 BW die door Wim is aangegaan. Daarvoor kan worden uitgewonnen de gemeenschap en het privévermogen van Wim, art. 1:96 lid 1 BW.

De arts kan zich niet verhalen op het privévermogen van Gerda: de ketting is onder uitsluiting verkregen en valt daarmee in het privévermogen van Gerda, art. 1:94 lid 2 sub a BW.

(Compendium nr. 66 e.v.)

Vraag 9

Johan heeft 10% van de aankoopprijs van de boot betaald; Robert de rest. Op grond van art. 1:87 lid 1 juncto lid 2 sub a BW heeft Johan recht op 10% van de eindwaarde, die is gesteld op € 800.000. Johan heeft een vergoedingsrecht van € 80.000.

(Compendium nr. 49 e.v.)

Vraag 10

De hoofdregel is dat een beroep op een vervalbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid doorgaans onaanvaardbaar is. Als Sonja zich op het vervalbeding beroept zal zij moet stellen en bewijzen dat dat in dit geval niet zo is . Zie HR Rusland avontuur maar hier lijkt zich niet een dergelijke situatie voor te doen. Dus Sonja kan zich naar alle waarschijnlijkheid niet beroepen op het vervalbeding.

(Zie HR Rensing Polak, Zie HR Rusland avontuur)

Vraag 11

Hij moet dan iemand anders tot erfgenaam benoemen en aan de mede-zwerver de schildpad en het geld vermaken (artikel 4:130 BW)[artikel 1]. Aan die verkrijging moet hij de last verbinden dat hij de schildpad goed verzorgt.

Die erfgenaam zal dan de zwerver goed in de gaten houden want als die niet goed voor de schildpad zorgt, dan kan de erfgenaam aan de rechter verzoeken om de verkrijging van de mede-zwerver vervallen te verklaren (4:131 lid 1 BW). Dan krijgt de erfgenaam dat bedrag maar moet dan ook de schildpad verder verzorgen (4:131 lid 2 BW) .

Alleen noemen 4:130 BW zonder (juiste) toelichting van de last en de werking daarvan.

Vraag 12

Doordat Jonas zonder testament is overleden, geldt de wettelijke verdeling, art. 4:13 BW. Ze zijn elk gerechtigd tot 1/3 van de nalatenschap, art. 4:10 lid 1 sub a BW en 4:11 BW, maar zij krijgen slechts een niet-opeisbare vordering op Wende voor dat bedrag.

Bij het voornemen tot hertrouwen van Wende gaan de wilsrechten van art. 4:19 BW gelden: ze kunnen overdracht vragen van goederen ter waarde van hun erfdeel, dus bijvoorbeeld een van de huizen of de bankrekening, waarvan Wende zich het vruchtgebruik kan voorbehouden. Zo kunnen Wende en Sander alleen de vruchten opmaken maar de rest is veiliggesteld voor Kees en Kasper. [Bij het overlijden van Wende wast het vruchtgebruik aan bij hun bloot-eigendom zodat ze volledig eigenaar worden van de desbetreffende goederen].

Vraag 13

Vraag naar bevoegdheid in het kader van de echtscheiding. Mogelijke bron Bll bis en Rv [1].

B II bis materieel artikel 1, formeel artikel 6 juncto artikel 7 (verweerder buiten EU, maar Bll bis wijst bevoegde EU rechter aan Sundelind Lopez; bijna universeel toepassingsgebied) en temporeel 64 juncto 72

Bll zowel materieel, formeel als temporeel van toepassing.

Bevoegde rechter: art. 3 lid 1 sub a zesde liggende streepje: Peter heeft meer dan 6 maanden gewoon verblijf in NL en is onderdaan van Nederland. Hij heeft de Nederlandse nationaliteit en de nominale Nederlandse nationaliteit Peter is voldoende (Hadadi/Mesko analoog).

Conclusie: Nederlandse rechter bevoegd.

(Zie Hadadi/Mesko en Sundelind/Lopez) (Compendium nr. 110)

Vraag 14

Vraag naar toepasselijk recht op alimentatie. Mogelijke bronnen Alimentatieverordening Haags Protocol Alimentatie boek 10.

AliVo materieel artikel 1 juncto 2, formeel artikel 15, als temporeel artikel 75.

Art. 15 Al Vo verwijst naar Haags Protocol. Haags Protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 18 juni 2011 in de Europese Unie..

Hoofdregel art. 3 van toepassing: waar heeft Sara gewoon verblijf? Intentie is in Nederland te blijven: Nederlands recht van toepassing.

Vraag 15

Artikel 10:6 BW. Vreemd recht wordt niet toegepast voor zover de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. De vraag waar de rechter zich dus over moet uitlaten is of geen recht op alimentatie voor een man in strijd moet worden geacht met de Nederlandse openbare orde. Naar Nederlands recht op voor de onderhoudsgerechtigde indien sprake van behoeftigheid (behoefte) ongeacht geslacht van de alimentatiegerechtigde. Openbare orde slechts bij uitzondering inroepen. Het enkele feit dat een buitenlandse rechtsregel afwijkt van de Nederlandse is daartoe onvoldoende. Maar in casu is de rechtsregel discriminerend en dus ook in strijd met internationaal recht en zal de rechter het buitenlandse recht buiten toepassing laten wegens strijd met de openbare orde.

(Compendium nr. 37 h)

Oefententamen 2 (juni 2014)

Vragen

Vraag 1

Wat is het verschil tussen een huwelijk en een geregistreerd partnerschap?

Zaak 1

Maaike en Sandra zijn een geregistreerd partnerschap aangegaan in 2012. Ze besluiten dat ze graag kinderen willen krijgen met behulp van de donor Bert in april 2013. Maaike baart een dochter (Elise) die gezond te wereld komt in mei 2014.

Vraag 2

Leg elke betrokkene de juridische relatie uit t.o.v. Elise.

Vraag 3

Wie is onderhoudsplichtig jegens Elise?

Vervolg zaak

Stel Bert wil toch na de geboorte van Elise zeggenschap hebben over haar. Hij heeft haar 1 keer gezien vlak na de geboorte.

Vraag 4

Hoe zou Bert zijn wens moeten realiseren?

Zaak 2

Ellen en Harm zijn getrouwd zonder huwelijkse voorwaarden. De vader van Harm is overleden en heeft 5.00.000euro nagelaten. Ellen heeft een kostbaar schilderij geërfd van haar opa.

Daarnaast zijn er nog een aantal bankrekeningen met vermogen op de naam van Harm omdat hij een goede baan heeft en heeft Ellen een auto van haar eigen verdiensten.

Ellen heeft een onrechtmatige daad gepleegd jegens de buurman en zij is een schadevergoeding van 20.000 euro verschuldigd voor het huwelijk. Deze is nog niet voldaan.

Vraag 5

Waarop kan de buurman zich verhalen voor de schuld van Ellen? Bespreek alle opties.

Vraag 6

Wat is een legaat en hoe is Harm eigenaar geworden van het legateerde buitenhuis?

(Ga ervan uit dat het buitenhuis privé-eigendom is van Harm)

Vraag 7

Is Harm alleen of Harm en Ellen aansprakelijk voor de gemeentelijke belastingen van het buitenhuis?

Vraag 8

Verandert het antwoord van vraag 7 als er een verzoek tot echtscheiding is ingediend?

Zaak 3

Tim overlijdt als vrijgezel. Hij laat de volgende familieleden na:

zijn oma (X) en opa (Y) van moederszijde, zijn moeder M, en zijn vader V, 4 broers (A, B, C, en D), 3 zussen (E, F en G) en 4 halfzussen van vaders kant (H, I, J en K). Er is geen testament.

Vraag 9

Wie is/zijn tot Tim zijn nalatenschap gerechtigd en voor welk aandeel?

Zaak 4

Tom heeft drie huizen in eigendom. Hij is buiten gemeenschap van goederen gehuwd met Janneke. In één van de huizen wonen zij, het tweede huis wordt verbouwd maar daar willen zij zodra de verbouwing is afgerond gaan wonen en het derde huis is een beleggingspand. Op een bepaald moment besluit Tom alle drie de huizen te verkopen.

Vraag 10

Kan Tom de woningen onaantastbaar verkopen zonder toestemming van Janneke?

Zaak 5

De in Frankrijk geboren en getogen Sophia bezit zowel de Argentijnse als Franse nationaliteit. Op een rondreis door Zuid-Amerika in 2009 ontmoet zij Julio. Julio is geboren in Polen en woonde daar tot zijn 16e. Daarna is hij samen met zijn ouders verhuisd naar Argentinië. Julio heeft zowel de Poolse als Argentijnse nationaliteit. Zij krijgen een relatie en trouwen in 2010 in Argentinië, waar Sophia inmiddels naartoe is verhuisd.

In 2012 verhuizen zij naar Nederland en vestigen zich in Utrecht. In januari 2014 wordt hun zoon Isaias geboren. De relatie tussen Sophia en Julio is dat moment al niet meer goed. Zij vinden beiden dat zij uit elkaar gegroeid zijn.

Sophia besluit een maand na de geboorte van Isaias dat zij naar Frankrijk terug wil waar zij samen met Isaias bij haar ouders kan intrekken. Julio heeft hier begrip voor maar wil wel een goede omgangsregeling ten aanzien van Isaias vaststellen. Zij komen hier zelf niet uit.

Zodra Sophia in februari 2014 met Isaias naar Frankrijk is afgereisd, dient Julio bij de rechtbank in Utrecht, een verzoek tot echtscheiding in. Hij stelt daarbij dat dit verzoek beoordeeld dient te worden aan de hand van het Argentijnse recht. Tevens verzoekt hij om een uitgebreide omgangsregeling.

Sophia stelt het echtscheidingsverzoek beoordeeld dient te worden aan de hand van het Nederlandse recht nu zowel zijzelf als Julio geen reële band meer hebben met Argentinië. Tot slot wil zij dat de omgangsregeling veel soberder zal zijn dan Julio voorstelt.

Vraag 11

Gesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is van het echtscheidingsverzoek kennis te nemen, naar welk recht zal hij dit verzoek beoordelen?

Vraag 12

Gesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is van het echtscheidingsverzoek kennis te nemen, zal hij zich tevens bevoegd achten van het verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling?

Vraag 13

Leg uit hoe het Internationaal bevoegdheidsrecht zoals neergelegd in de Alimentatieverordening de belangen van de alimentatiegerechtigde beschermt. Geef twee voorbeelden.

Antwoordindicatie Oefententamen 2

Vraag 1

Een huwelijk komt tot stand door het afleggen van de verklaring (wilsovereenstemming). Een geregistreerd partnerschap komt tot stand door opmaken van de akte, art. 1:80a lid 3 BW.

Artikel 1:80c BW: een geregistreerd partnerschap kan worden beëindigd met wederzijds goedvinden, mits er geen minderjarige kinderen zijn waarover het gezag wordt uitgeoefend. Bij de beëindiging van een huwelijk moet de echtscheiding altijd door de rechter worden uitgesproken.

Bepalingen van scheiding van tafel en bed zijn niet van overeenkomstige toepassing bij geregistreerd partnerschap artikel 1:80b BW.

Artikel 1:68 BW (religieuze plechtigheid) is niet van overeenkomstige toepassing bij een geregistreerd partnerschap. Naar analogie kan er dus voorafgaand aan een geregistreerd partnerschap wel een religieuze plechtigheid plaatsvinden.

Omzetting huwelijk naar geregistreerd partnerschap is niet mogelijk, maar andersom wel artikel 1:80g.

Internationale verdragen zijn niet van toepassing op het geregistreerd partnerschap.

(Compendium nr. 37b)

Vraag 2

Maaike is van rechtswege moeder. Zij is de vrouw uit wie het kind is geboren artikel 1:198 lid 1 sub a BW.

Sandra is van rechtswege geen moeder omdat het een bekende donor is. Art. 1:198 lid 1 sub b BW is niet van toepassing. .

Bert is bekende donor maar daarmee geen ouder, hij valt niet onder de kwalificatie van art. 1:199 BW.

(Compendium nr. 15 en nr. 111 e.v.)

Vraag 3

Ingevolge artikel 1:392 lid 1 sub a is Maaike onderhoudsplichtig.

Ingevolge 1:392 lid 1 sub c (wettelijke grondslag) juncto is 1:395 BW (uitwerking) is Sandra onderhoudsplichtig als stiefouder. Deze onderhoudsplicht loopt slechts gedurende het geregistreerd partnerschap voor tot haar gezin behorende kinderen. of Zij is evenwel ook aan te merken als levensgezel die met de daad heeft ingestemd en is uit die hoofde ook onderhoudsplichtig jegens Elise op grond van 1:394 BW.

Bert is niet onderhoudsplichtig; hij is slechts donor. Dat is gegeven in de casus. Hij is daarom geen verwekker [1]. Uitwerking / Zie ook HR 26 juni 2009 / Rb Zutphen 3 augustus 2013.

(Compendium nr. 111 e.v.)

Vraag 4

Bert is staat niet in familierechtelijke betrekking tot Elise; hij is geen juridisch ouder en oefent dus geen gezag uit over Elise. Bert kan ook geen ouder worden, hij is immers donor en voor de vervangende toestemming (artikel 1:204 lid 3 sub b is 'family life' vereist). Hij heeft Elise slechts een keer gezien en er is verder geen enkele betrokkenheid. Dit is niet voldoende voor het aannemer van family life. Het verzoek tot vervangende toestemming zal niet worden verleend.

Bert heeft Elise slechts een keer gezien. Hij kan door bezoekjes 'family life' opbouwen en dan wordt het verzoek waarschijnlijk toegewezen.

Als Jaap juridisch ouder is, kan hij een verzoek tot gezagswijziging indienen op grond van 1:253c BW.

(Compendium nr. 115)

Vraag 5

Partijen zijn in gemeenschap getrouwd 1:93 juncto 1:94 lid 1 BW, want ze hebben geen huwelijkse voorwaarden gemaakt.

De schuld van de buurman is een gemeenschapsschuld 1:94 lid 5 BW. De buurman kan zich verhalen op de gemeenschap en op het eventueel aanwezige privévermogen van Ellen 1:96 lid 1 BW. In de gemeenschap vallen het schilderij dat Ellen zonder uitsluitingsclausule heeft geërfd, de bankrekeningen van Paul [1] en de auto van Ellen. Ellen heeft geen privévermogen.

Harm heeft het legaat onder uitsluitingsclausule verkregen, art. 1:94 lid 2 sub a BW [1]. Daarop is geen verhaal mogelijk, art. 1:96 lid 1 BW.

(Compendium nr. 66 e.v.)

Vraag 6

Een legaat is een vorderingsrecht voor de legataris 4:117 BW. Harm is eigenaar (3:84 BW) geworden door levering [ten titel van legaat, door de erfgenamen] van het huis: notariële akte + inschrijving in de openbare registers (3:89 BW). Eigendomsoverdracht onder bijzondere titel.

(Compendium nr. 172 e.v.)

Vraag 7

Het huis is onder uitsluitingsclausule geërfd, en daarmee privé-eigendom van Harm, 1:94 lid 2 onder a BW. Schulden ten aanzien van privé-goederen van Harm zijn privéschulden, waarvoor hij aansprakelijk is 1:94 lid 5 onder a BW.

(Compendium nr. 66 e.v.)

Vraag 8

Door indiening van het echtscheidingsverzoek wordt de gemeenschap ontbonden, 1:99 lid 1 sub b BW. Voor een privéschuld verandert de aansprakelijkheid daardoor niet/1:102 BW is hierop niet van toepassing.

(Compendium nr. 75 en 78 e.v.)

Vraag 9

In beginsel krijgen A t/m G, M en V elk 1/11e , en H t/m K elk 1/22ste want ze erven allemaal voor gelijke delen in de 2e parentele, art. 4:10 lid 1 sub b jo art. 4:11 lid 1 en 2 BW , waarbij de halfzusters de helft krijgen van de volle zusters.

Maar de ouders krijgen ten minste elk 1/4e, zodat M en V elk 1/4e krijgen 4:11 lid 3 BW.

Voor de broers, zusters en halfzusters blijft dan samen 1/2 van de nalatenschap over.

Die helft wordt als volgt verdeeld: A t/m G krijgen elk 1/9e van de helft, dus 1/18e van de hele nalatenschap .

H t/m K krijgen elk 1/18e van de helft, dus 1/36e van de hele nalatenschap.

Controleer:

1/4e + 1/4e = 1/2

7x 1/18e = 7/18e

4/36e = 2/18

7/18 + 2/18 = 9/18 =1/2

(Compendium nr. 175 e.v.)

Vraag 10

Tom is bestuursbevoegd ten aanzien van alle drie de woningen 1:90 BW .

Voor de verkoop van de woning waar zij in willen gaan wonen heeft hij ook de toestemming van Janneke nodig; artikel 1:88 BW en Schaaphok / Schilder.

De laatste woning kan hij gewoon verkopen want dat is geen echtelijke woning en daarop is 1:88 BW niet van toepassing.

(Compendium nr. 71)

Vraag 11

Vraag naar toepasselijk recht in het kader van de echtscheiding? Mogelijke bron Boek 10. Hoofdregel artikel 10:56 lid 1 juncto lid 2 BW Nederlands recht.

Ontbreekt bij een van beide partijen een reële band met Argentinië? Beoordelen aan de hand van objectieve en subjectieve aanknopingspunten. Dit is ten aanzien van Sophia makkelijker te onderbouwen dan ten aanzien van Julio.

Waarschijnlijk zal de Nederlandse rechter ten aanzien van Sophia vaststellen dat een reële band met Argentinië ontbreekt. De aanknopingspunten voor haar zijn: nationaliteit, huwelijksvoltrekking en kort verblijf. De rechter zal daarom Nederlands recht toepassen.

Vraag 12

Vraag naar bevoegdheid in het kader van verzoek tot omgang (ouderlijke verantwoordelijkheid) Mogelijke bronnen: Brussel II bis of HKBV 96.

Toets BII materieel artikel 1 juncto artikel 2, formeel (artikel 8: Waar heeft kind gewoon verblijf? Mercredi / Chaffe criterium gewoon verblijf zuigeling: Bruno gewoon verblijf Frankrijk), temporeel toepassingsgebied: artikel 64 juncto 72 (1 maart 2005) van toepassing

Toets HKV toepassingsgebied: materieel artikel 3 juncto 4, formeel artikel 5, als temporeel artikel 53 juncto 61 (1 mei 2011) van toepassing. [1]

Zowel Brussel Il bis als HKBV materieel formeel, als temporeel van toepassing. Ingeval van samenloop artikel 61 BII bis; Brussel II bis voorrang.

Hoofdregel

Artikel 8 lid 1 Brussel II bis rechter gewoon verblijf bevoegd (Franse rechter); behoudens art. 9, 10 en 12 Brussel II bis. Voldaan aan alle eisen art. 12 lid 1?

Beide ouders gezag; bevoegdheid rechter ondubbelzinnig aanvaard (Julio vraagt Nederlandse rechter om omgangsregeling vast te stellen, Sophia vraagt om een andere invulling daarvan); in belang van het kind? In dit geval waarschijnlijk wel. Moeder en vader zijn het op zich eens over dat er een omgangsregeling moet komen. Moeder en kind zijn nog niet lang weg uit Nederland.

Vraag 13

De belangen van de alimentatiegerechtigde worden beschermd door de bevoegdheidsbepaling die hun een keuze biedt uit verschillende fora.

Het forum actoris (artikel 3 lid 1 sub b AliVo) kent rechtsmacht toe aan de woonplaats van de alimentatiegerechtigde in gevallen waarin de gerechtigde zelf als eisende partij optreedt.

Toepassing van het forum rei (artikel 3 lid 1 sub a AliVo) leidt er toe dat de alimentatieplichtige die de gerechtigde in een procedure wil betrekken zich dient te wenden tot de rechter van de plaats waar de verweerder de gewone verblijfplaats heeft.

Bron

Oefenvragen bij Personen- Familie- en Erfrecht. In de antwoordindicaties wordt verwezen naar de bijbehorende tekstgedeelten in het boek Compendium Personen- en Familierecht van Wortmann e.a.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Law and public administration - Theme

Law and public administration - Theme

Image
Summaries, internships, tips and tools for study and work in law and public administration Definitions, Jurisprudence, Stories, Subjects, Study assistance,

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
4005