College- en werkgroepaantekeningen bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A en 2B: - UL

 

College- en werkgroepaantekeningen bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A en 2B:  - UL

Bundle items:
College-aantekeningen bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A (IPO2A) aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

College-aantekeningen bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A (IPO2A) aan de Universiteit Leiden - 2015/2016


Onderwijsstudies

College 1: Begrijpend lezen

Een lezer moet:

  • Woorden kunnen herkennen (klank en letterherkenning),

  • Een zin mentaal kunnen ontleden (zinsstructuur, syntax, grammatica),

  • Betekenis van zinnen aan elkaar kunnen verbinden en

  • Voorkennis kunnen integreren met tekst.

  • Een mentaal woordenboek aanleggen (lexicon)

  • De regels ontdekken waarmee woorden gecombineerd kunnen worden tot zinnen.

  • Zinnen samenvoegen tot een coherente representatie

  • Verwijswoorden (hij, zij, de man)

  • Relaties tussen zinnen (temporaal, causaal, additief etc.)

Herkennen van klanken

Een kind hoort verschillende klanken, maar er zitten geen grenzen bij woorden. Een kind moet dus de klanken leren herkennen. Foneem verschillen worden categorische waargenomen. Het ontwikkelen van klanken worden in fases waargenomen. Deze fases lopen volgens een bepaald model, echter kunnen kinderen het ook eerder kunnen. Pasgeborenen discrimineren alleen tussen ritmes en intonatiepatronen van een taal. Een kind van 4,5 maand prefereert spraak met pauzes op de grenzen tussen deelzinnen boven spraak met pauzes in het midden van deelzinnen. In de eerste 6-7 maanden zijn kinderen gevoelig voor verschillen tussen de fonemen. Hoe wordt dit begrip van fonemen getest? Hiervoor......read more

Organizations, positions and work : 
Activities abroad, study fields and work areas: 
College-aantekeningen bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2B (IPO2B) aan de Universiteit Leiden - 2015/2016

College-aantekeningen bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2B (IPO2B) aan de Universiteit Leiden - 2015/2016


College 9: Dyslexie

Algemene introductie leerproblemen

Een grote groep kinderen heeft leerproblemen met de basisvakken (rekenen, taal, lezen en schrijven). Leerproblemen kunnen tot ontwikkeling komen door een combinatie van genetische factoren (aanleg) en omgevingsfactoren. Er vindt dus interactie plaats tussen de kenmerken van het kind en de ervaringen die het kind thuis en op school opdoet. Met deze kennis kunnen er effectieve interventies worden gegeven. Hoe eerder een kind wordt geholpen, hoe beter. Bij leerproblemen is individuele diagnostiek en behandeling van belang. Leerproblemen is een specialisatie binnen de orthopedagogiek.

Definitie dyslexie

Dyslexie is een belangrijk onderdeel van leerproblemen. Volgens de definitie van de Gezondheidsraad (adviesorgaan van de regering) in 1995 is er sprake van dyslexie “wanneer de automatisering van woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen) zich niet, dan wel zeer onvolledig of zeer moeizaam ontwikkelt.” Deze definitie is nog vrij algemeen en beschrijvend en de nadruk ligt hier sterk op dyslexie als automatiseringsprobleem. Dit komt omdat men nog niet zo veel van dyslexie wist.

In 2003 kwam er een meer specifieke definitie, gericht op het vaardigheidsniveau, vanuit de Stichting Dyslexie Nederland: “Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.“ Binnen deze definitie wordt dyslexie meer erkend als stoornis en als hardnekkig probleem.......read more

Organizations, positions and work : 
Activities abroad, study fields and work areas: 
Study Notes bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A (IPO2A) - Pedagogiek B1 - UL (2014/2015)

Study Notes bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A (IPO2A) - Pedagogiek B1 - UL (2014/2015)


College 1

Onderzoek naar leren is sinds de jaren ’60 flink veranderd. Nu gaan we uit van het cognitieve model (b.v. Piaget). Het cognitieve model gaat ervan uit dat informatie om je heen een interactie aangaat met je eigen denkwereld. Uiteindelijk leidt dit tot een gedragsverandering en heb je dus iets geleerd. Er wordt ook getest of mensen de ‘scientific reasoning’ in een tekst anders beoordelen met andere afbeldingen. McCabe & Castel (2008) hadden drie condities: tekst, tekst met een plaatje van hersenen, of tekst met een grafiek. Hoe betrouwbaar zouden de studenten de tekst beoordelen? De tekst met plaatjes van hersenen werd vaker als goede reasoning beoordeeld. Dit wordt een ‘brain bias’ genoemd.

Nieuwe technieken zoals MRI en fMRI hebben tot revolutionaire inzichten geleid. Voor het eerst kunnen we mensen levend bestuderen terwijl ze iets doen. Nu weten we dat tussen de 10-25 jaar het brein nog zeer plastisch is (en dus nog kan veranderen). We zien nu dingen die aan het gedrag niet te merken zijn, terwijl er wel iets in het brein gebeurd. De normale ontwikkeling en individuele verschillen kunnen worden bekeken. De ontwikkeling blijkt niet in hetzelfde tempo te verlopen. De executieve functies ontwikkelen bijvoorbeeld bijna als laatste. De structuur van het brein is anders dan de functie.

College 2

Deel 1 Metacognitie

De centrale vraag in onderwijspsychologie is: hoe

......read more
Organizations, positions and work : 
Activities abroad, study fields and work areas: 
Study Notes bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A (IPO2A) - Pedagogiek B1 - UL (2012/2013)

Study Notes bij Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A (IPO2A) - Pedagogiek B1 - UL (2012/2013)

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.


College 1 – 8 februari 2012

 

Deel 1: Informatie verwerken
De leeromgeving van een persoon bestaat uit de fysieke omgeving, maar ook de digitale leeromgeving en bijvoorbeeld de sfeer in de klas horen hierbij.

Er bestaan verschillende visies op leren. In dit college wordt uitgegaan van de cognitieve visie. Zij vinden dat leren betekenisvol moet zijn en dat leerlingen zelf hun kennis moeten maken van de informatie die zij opnemen. De cognitivistische theorie is gebaseerd op het informatieverwerkingsmodel.

Het informatieverwerkingsmodel gaat ervan uit dat wij beschikken over sensorisch geheugen (waar informatie 1-2 seconden wordt vastgehouden als het wordt waargenomen). Door middel van aandacht kan de informatie worden gestuurd naar het werkgeheugen (waarin informatie ca. 30 seconden kan worden vastgehouden) en langetermijngeheugen (waarin informatie onbeperkt wordt opgeslagen). Informatie komt binnen in het sensorisch geheugen en kan al dan niet doorgaan naar het werkgeheugen, vanaf daar kan het al dan niet doorgaan naar het langetermijngeheugen. Of dit gebeurt hangt af van aandachts- en herhalingsprocessen.

Volgens dit model bepaalt aandacht hoe we de betekenis van informatie bepalen, beïnvloedt voorkennis de interpretatie van nieuwe informatie en oude informatie in een nieuwe context en proberen we betekenis aan informatie te ontlenen (betekenisvol leren). Dit zorgt ervoor dat informatie die we tot......read more

Organizations, positions and work : 
Activities abroad, study fields and work areas: 
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A en 2B (IPO 2A en 2B): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
This content is used in bundle:

Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2A en 2B (IPO 2A en 2B): Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Follow the author: Social Science Supporter
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
772 1