Boeksamenvatting bij Media Effects van Potter
- 4056 keer gelezen
multi-tasking | Het gebruik van verschillende media op hetzelfde moment. |
automaticity | De automatische verwerking van informatie. |
algoritmes | Sjablonen, ontstaan uit ervaring, voor het leiden van de perceptie en het interpreteren van de betekenis van boodschappen. |
blootstellingstaten | De soort ervaring die een mens heeft wanneer hij of zij aan een mediaboodschap wordt blootgesteld. De vier soorten blootstellingstaten zijn: aandachtsstaat, automatische staat, getransporteerde staat en zelfreflexieve staat. |
informatieverwerkingstaken | Personen die worden blootgesteld aan mediaboodschappen bevinden zich achtereenvolgens in de activiteiten filteren, betekenis matching en betekenis constructie. |
mediablootstelling | Er is sprake van mediablootstelling wanneer aan de criteria van fysieke blootstelling, perceptuele blootstelling en psychologische blootstelling is voldaan. |
media-effecten | Producten van media-invloed die direct en indirect inwerken op individuen of groepen op macroniveau. |
soort effect | Eén van de zes effecten: cognitief, overtuiging, attitudes, affect, fysiologisch of gedragsmatig. |
functies door de media beïnvloed | Algemene manieren waarop de media individuen kunnen beïnvloeden. |
sjabloon voor media-effecten (Media Effects Template, MET) | Tweedimensionale tabel welke wordt gebruikt om media-effecten te categoriseren. |
media-invloed | Manieren waarop media hun invloed uitoefenen. Soorten effecten waarop media invloed hebben: het baseline patroon effect, het reinforcement patroon effect en het fluctuatie patroon effect. |
manifeste effecten | Wanneer een effect gemakkelijk te zien is en te linken is aan blootstellingen aan de media. |
verwerkingseffecten (process effects) | Veranderingen in de buigzaamheid van de ‘baseline’ van een persoon. Dit ligt onder het manifestatieniveau en is dus niet waarneembaar. |
cultivatietheorie | De theorie die stelt dat mensen die thema’s en patronen op televisie aanschouwen eerder denken dat deze thema’s en patronen ook van toepassing zijn op de echte wereld. |
derdepersoonseffect | Mensen zien een sterker effect van de media op andere mensen dan op zichzelf. |
agendasetting | De media bepalen waarover men denkt, ofwel het bepalen van de ‘agenda’. |
spiral of silence | De zwijgspiraaltheorie, waarbij publieke overtuigingen worden bepaald door in welke mate er over een bepaald onderwerp wordt gesproken in de media. |
uses and gratifications | De theorie waarbij nadruk wordt gelegd op de doelen waar media voor gebruikt wordt. |
priming | De media bepalen niet alleen waarover, maar ook hoe er over een bepaald onderwerp wordt gedacht door middel van het oproepen van associaties. |
framing | Het proces waarbij een boodschap al een ‘denkkader’ bevat: de betekenis zit al in de boodschap gevangen. |
elaboration likelihood model (ELM) | Een model dat zich richt op hoe mensen informatie verwerken: ofwel door zorgvuldig aandacht te besteden (via de central route of information processing) ofwel door onbewust informatie tegen te komen (via de peripheral route). |
schema | Een groep symbolen die ons kan helpen om de zintuigelijke informatie die wij tegenkomen te plaatsen |
sociaal leren | Het idee dat mensen gedragingen kunnen leren door slechts aan de gedragingen van andere mensen te kijken. |
diffusie van innovatie | Informatie wordt stap voor stap verspreid over alle lagen van de bevolking. |
fysiologische effecten | De effecten van media op het lichaam |
perceptuele processen | Automatische processen die onze aandacht op bepaalde stimuli richten, waardoor verdere automatische verwerking of bewuste aandacht plaatsvindt. |
habituatie-effect | Een media-effect dat veroorzaakt wordt wanneer telkens dezelfde stimuli worden gepresenteerd, waardoor er een steeds minder sterk effect bij de toeschouwer ontstaat. |
cognitieve effecten | De effecten van media op de geest. |
cognitieve dissonantie | Wanneer twee ‘cognities’ met elkaar botsen en zo voor mentale onrust en onbalans zorgen. |
descriptieve overtuigingen | De overtuigingen die ontstaan vanuit directe ervaring met een object en daardoor met veel zekerheid kunnen worden gesteld |
inferentiële overtuigingen | De overtuigingen die ergens vanuit moeten worden afgeleid. |
hostile media-effect | Mensen met een sterke opvatting over een onderwerp zien mediaberichten over dat onderwerp als bevooroordeeld tegen hun opvatting. |
drip drip drip hypothese | De mediaboodschappen vormen ‘druppels’ die langzaam invloed uitoefenen op iemands overtuigingen. |
drench hypothese | Een mediaboodschap kan in één keer invloed hebben op iemands overtuigingen. |
attitude | Een evaluatie, waarbij iets vergeleken wordt met een standaard. |
socialisatie | Het proces waarbij iemand, bewust of onbewust, waarden en normen overneemt van bijvoorbeeld de omgeving. |
sleeper effect | Mensen verkrijgen hierbij informatie uit de media maar vergeten later wat de bron was van die informatie |
mere exposure effect | Het effect waarbij mensen onbewust herhaaldelijk aan een object worden blootgesteld zij, waarna zij later bewust een voorkeur krijgen voor dat bepaalde object. |
affect | Een verzamelterm voor emoties en stemmingen. |
desensitisatie-effect | Een media-effect waarbij mensen na herhaalde blootstelling aan geweld op televisie hun empathie verliezen voor de slachtoffers van geweld in de serie. |
vicarious learning | Plaatsvervangend leren, waarbij men gedragingen niet zelf hoeft uit te voeren om te kunnen zien of het gedrag tot goede of slechte consequenties leidt. |
media-suggested behavior | Het gedrag dat wordt gezien in de media wordt niet exact gekopieerd – er vindt een afgeleid gedrag plaats. |
two-step flow theory | De theorie waarin wordt gesteld dat informatie niet direct aan het publiek wordt overgebracht, maar dat dit verloopt via opinieleiders. |
kennisklooftheorie (knowledge gap theory) | De kloof waarbij de ene groep mensen meer van media leren dan de andere groep. |
sound bites | Korte uitspraken met pakkende zinnen, die door de media worden opgepikt. |
horse race | De (politieke) wedstrijd waarbij centraal staat welke persoon of partij aan de winnende hand is, of juist verliest. |
cultural homogenization | Andere landen nemen de gewoontes van het land over waar de mediaboodschap vandaan komt. |
Marxisme | De stroming waarin mensen de wereld vormen door technologie en fysieke middelen te gebruiken. |
feminisme | De stroming die stelt dat de media een beeld scheppen van de man als van nature sterk en goed en van de vrouw als zwakker en minder competent. |
Britse cultuurstudies | Een school die probeert de historische overheersing van de elite te traceren, de sociale consequenties die dit heeft te bekritiseren en de invloed die de elite heeft over minderheidsgroeperingen aan te tonen. |
cultureel imperialisme | Het proces waarbij een dominante cultuur zijn cultuur op andere culturen wilt overbrengen. |
massamedia | De zender probeert een publiek te creëren en dit publiek herhaaldelijk bloot te stellen aan zijn boodschappen. |
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
De media zijn voortdurend om ons heen aanwezig, waardoor zij een constante invloed op ons hebben. Dit gebeurt bewust maar vaak ook onbewust. Het doel van het boek is om media-effecten in een breed perspectief te tonen. In dit hoofdstuk worden drie verschillende trends besproken:
verzadiging van mediaboodschappen
groeiende uitdaging van het omgaan met die boodschappen
groei van kennis over de effecten die de media hebben
Deze drie trends worden hieronder nader uitgelegd.
Verzadiging van mediaboodschappen
Binnen de cultuur waarin wij leven worden we continu overspoeld met informatie. Zo bedraagt de televisieprogrammering wereldwijd 48 miljoen uur per jaar en zou het vanaf nu 42 jaar duren om alle internetsites die er bestaan te bezoeken.
De groei in het gebruik van media wordt grotendeels veroorzaakt door jongere mensen die overstappen naar elektronische media in plaats van papieren kranten en boeken. Multi-tasking, het gebruik van verschillende media op hetzelfde moment, is hierbij een veelvoorkomend fenomeen. Een student brengt gemiddeld meer dan 3.5 uur per dag op de computer door. De media proberen hierop in te spelen door steeds meer boodschappen te versturen via een breed scala aan kanalen.
Het aantal manieren waarop informatie verspreid kan worden groeit drastisch. Zo zijn er schattingen dat 80 tot 90 procent van alle wetenschappers die ooit hebben geleefd vandaag de dag leeft. Dit geeft een indicatie van hoe recent de ontwikkelingen in de informatieverspreiding zijn. Ook op gebieden van muziek en kunst groeit het aantal experts. De groei van informatie werd door Lyman en Varian geschat op 30% elk jaar, maar zelfs dit blijkt een zware onderschatting te zijn.
De groei van informatie is onmogelijk bij te houden. Waar in de jaren 1300 de Sorbonne Bibliotheek in Parijs de grootste collectie boeken had met 1338 boeken, bestaan.......read more
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution